41 - ,?u. nis- jdra :ld 'oor i in had ver- urt de wet nige ibeit 'aar- tsfd. laart andj an d I l ar- I more urrd tone Can- ver- T'ei'g 'oor. met vaar. alge. r he- toon wiis- en >t de irnen diieis tilde- lioe ■cior- zelve met arteu [C de inneti en in taats- ouw- eniio- tegei 'riend nzoit- vijan- ireii- 'dent nine zoo gf weldra om de voorwerpen langer duidelijk te kun jf'n onderscheiden; en de karmozijnen radels, de fijre iteenen daar de hoofdsteken en het geheeie to'g mede bezet waren de met goud beslagen stiighehgelsmet jilver beslagen borstriemende schitterende kleuren der lolbanden, de vesten, de pantalons vormden ali het irare eene lichtende maar het geztgt vernijsterde wolk nieuwe escadrons volgden na het eerste, en kwamen la goede orde op rijden tot in het midden van dien Hippodromus of renbaan. Eene diepe stilte heerschte illerwegeterwijl zij hnnhe blanke Djerids in orde stel en, voor het algemeen gevecht, hetwelk nu eénen „„vang stond te nemen. Men zou voor dien oogen- blik zich kunnen verbeelden datmenzicb in het midden dier beroemde steekspelen bevond alwaar de bloem van Grenada schitterde, en de wreede Zégri's met de edel. moedige Abencerragesuit de diepte hunner graven in bet leven teruggeroepen op nienWa hunne oude vjjand- ichap kwamen hervatten in dit strijdperk ,ue De schitterendste Oosterscbe ruiterijwelke wij alhier Mi] janschouwden had noch lan», noch vizier, noch eenig ander van die bijhangsels, die men gewoon ia te vinden la de steekspelen der Christenen. Dit krijgshaftig feest begon eenvoudig met oefeningen van paardeurijden (ixercices cT éguitation.j De rnitera vermengden hnnne rangen, en herstelden dezelve, daarna vermengden en wikkelden zij dezelve weder door éénen de leiddraad van dezen doolhof ontspon zich als 't ware met eene bonst of fijnheidwelke niet anders zijn konden dan bet resultaat eener aanhoudende oefening. Bij elke wending verkregen deze rijke afwisselingen van vor men en kleuren eenen hongeren graad Van leven digheid en luisternaar mate dat het rennen der paar den onstuimiger begon te worden. Eindelijk werd de eerste Djerid geworpen alles nam toen eene meer be- ■lisrende houding aande ruiters begoDnen niet met 0f gezwindheid het renperk in rondte te rijdenden Djerid boven het hoofd z.vsaijendevoorts plotseiijk zich ge heel omzwenkend: {volte-face makende) wierpen zij zich op den eerstendien zij voor zich vonden. In dén ooge blik was de bodem bedekt met een regen van ichichten dit bragt in het gevecht een nieuwe inci dent te weeg. Behalve met den Djeridwas ieder strijder ook nog gewapend met een stok waarvan de punt nitiiep in een omgeltromd ijzer. Wanneer de schicht geworpen wasdan diende dit ijzer om dezelve wederom op te rapen; en de behendigheid, de bewon derenswaardige vaardigheidwaarmede dit verrigt werd verwekte bij herhaling de levendigste toejuichingen def menigte. Zoo lang dit spiegelgevecht duurde, waren er ver- rcneiden deelgenooten van hetzelvedie kneuzingen ontvingenmaar geere wenden die belangrijk genoeg waren om hetzelve te doen schorsen. Dit steek - of r-nspel eindigde met eene schrikbarende muzijk, dezelfde die ook het teeken tot deszeifs aanvang gegeven had. Toen dit vervaarlijk gedruisCh een einde genomen bsiibevlijtigde men zich om den Sultan te verma ken door eene menigte hansworsten-strekenblijspel- lenkluchten en berendansen. Het blijspel was zoo ernstigdat het onmogelijk was daarbij te lageben en zoo ongerijmddat het onmogelijk was daarbij oplettend te blijven. Vijf of zes kinderenin een half vrouwelijk half mannelijk kostuum gekleed, waren gegroepeerd op de groene zode met twee of drie meer bejaarde acteurs), aan de voeten of in het ge- zigt van den trooner was geen schonwbnrggeen moreel, geen amphitheater en geenerlei decoratie hoe- genaamd. Ik zag aanhoudend benen en wedergaan, zonder dat het mij begrijpelijk werd tot wat einde (zoo zegt de schrijver van dit berigt), en een langdu rig gepraat in het Turksch, hetwelk ook behalve dat zoo zacht geschieddedat de Sultan alleen hetzelve duidelijk kon verstaaneindelijk waren de rooneel- ipcltrs zoo wijs, dat zij hnnne vertooning eindig den, en plaats maakten voor den Beer. De Mnphti scheen geheel in verrukking over de aardigheden van tien Beeren hij zon zeker van het gevoelen ge- weert zim van Lord Sussexin Kenilworthdie tegen Shakespeare en ten voordeele van den Beer uitspraak doet. De Berenleider, die een Turk was, kweet zich van zliue ambtsvertigtingen met veel deftigheid; hij lachte even zoo min als zijn Beeren zoo dikwijls als de Ctoote Heer eenig blijk van tevredenheid gaf, dankte hij met het maken eener diepe buiging. Evenwel het duurde niet lang, of al die aardigheden begonnen den Sultan te vervelen: bjj atond op, en het bof volgde zijn voorbeeld; en binnen weinige minuten, warende heerde beerleider, de itoet en al de aanschonwers verdwenen. Het waa toen ongeveer zea our'a avonds, en de tweede dag van het Balram-feest spoedde ten einde. De derde geleek volkomen naar den tweeden en twee of drie dagen daarna hadden alle dingen weder hunnen gewonen loop hernomen. De Baïratnook Beissam of Turksch Paaschfeest, is tweeledig; één op den tienden dag der maand Doi- kadzjae, hetwelk zij het groote Baïram-feest noemen, en alleen door godsdienstige bedevaart-gangers in de omstreken van Mecca gevierd wordt. De Spanjaarden noemen dit Pascua de las addbahas. Het ia het kleine Bafram-feest Pascua de Ramadan, bij de Spanjaarden genaamd,) hetwelk een begin neemt ra bet eindigen der vasten van den Ramadan. Men zie hierover idrianus Relandus de Religiotse Mohammediea, Uitrojecti 1705, p. 88, in notis, p. 74, in notis. ineptl eene eriifg anion trvo'- fin. 1 d?g g '-!» vecht onije t van 100a. der i ge- verp uurt) ;heid. gheid nabij dlft van is op ieelte h wil tatig- Bo«- rv. r- eeft h op d'er 'J n B E R I G T E N OVER DE VROECSTE BEWONERS VAN oord-amerika, EN DERZELVER OVERGEBLEVENE GEDENKTEEKENEN. In 18:0 verscheen er in de Archaotogia Americana, een optiel van een Regtageleerdea te Cincinnati, m«c r.ami AtxaterW-Jï iork onderzoekerder AmeH hsaniclie oudheid en lot op dat. tijdstip t<8p Ontdekte oudé godei ktéekenen -an Amerika'» vroegere geschie denis beschreveh. hijeerfceateldén overAetik'-msttg derzelver Óoel en waarscliiintiifcen 'Ouderdom (gritiassifl- ceerd Weide in IS27 heeft eon l ieer AsArilver* moedelijk eeil I)uitsch«r, die zith in Noord-Aiherika nedergezet beeft gelegenheid bekomen om llet'grootsté gedeelde dter gedenkteekenen met e'gen óogeè té be schouw.n hij bragt de verzameling van Afwater tót meerdere volledigheid, en aan zijn opstel gaf hij méeé uitgebreidheid en 'ontwikkeling al hetwelk hijais zod vele bouwstoffen tot Noord-Amerikaansche Archaeologle; mededeelde aan Professor Mone te Hïidclnerg; die dezelve, niet lang geleden, aan liet Europisch publiek; door middel der drukpers heeft medegedeeldin een te Heidelberg uitgekomen werk bij Oswaldonder deti titelNachrichten Ober dii früheren Einwohner von Nord- Amerika und ihre Denkmahlergesammeit von Assail, Berghauptnsann des Staats Pensylv antenherausgegebèn von Prof. Monemit einem Atlas von 1 2 Steintafetn 1827 in 8v«. De landstreekbinnen welke de alhier beschreven monumenten zich bevinden, bevat den Staat New-York voornamelijk aan de kusten van den Ontario-Meer het Westelijk deel van Pemylvanie en den Staat Ohio; Zij bestaan in opgedolven wapenrustingen grafheUvé- len en zonderlinge retranchementen, die het aanzien hebben eener bevestigde legerplaats. Wanneer men het Ontstaan of den oorsprong derzélven in aanschijn neemt dan viniit trten dezelve alhier vetdé JJ1.) Ii dinansche 2 Europische 3 de zoodanige die uitsluitend als aan een oud onbekend volk toebehoorendS moeten be schouwd worden. Tot de oude overblijfselen der, door de Enropischê aankomelingen altijd meer en meer westwaarts verdron gen Indianen telt de auteur groepen van aatdhnlen daarbij onmetelijke hoopen van oesterschelpen steenen wapenen en grafheuvels, in welke de liiken alioos zit- tend of staande, en met de Wapenen, die bij de tegen woordige Indianen nog heden gebruikelijk zijn, gevon den worden, ter aaide besteld zijn. Even weinig twij felachtig zijn de verschansingen der Europiscne aan komelingen in welke niet zelden snaphaanloopen en oude fransche muntspeciën opgedolven of uitgegraven zijn geworden. Maar gewlgtiger nog en door geenerlei vooralsnog bekende historische Data verklaarbaar, zijn de overDlijfselen uit de derde der opgegevene klassen. Dezelve bestaan uit de bovenvermelde legermatige odischansingen van onderscheiden maar deels echter zeer aanzienlijke uitgestrektheid meestal bestaande uic werken van aarde, somtijds ook wel eens van zachte brooze steenen opgetrokken, zoo als beide soorten ook in de Oud-germaansche vestingwerken of verschansingen gevonden worden, trouwens niet anders de terpen grafheuvels (of butteszoo als de Franschen dezelve noemen waarvan men in Vlaanderen en op Walche ren en Zuidbeveland in Zeeland, nog heden overblijfsels aantrefc. Maar wat de Amerikaansehe oudheden van onze oud vaderlandsche merkelijk onderscheid is der- zelver regelmatige gestalte in den grondvorm of basis. Terwijl doch de Oud-germaansche verschansingen alleen lijk de toevallige onregelmatige (nimmer regtiijnige) gedaante van een overigens gunstige terrein volgen, bestaan de aloude Amerikaansche bijkans alle gezamenlijk uit cirkelvormige kringgestaltendie door middel van gangentusschen dubbelde wallen met nabiigelegenan vierkanten of toch andere regtiijnige verschansingen in verband gesteld zijn. Zij liggen altijd digt aan meren en rivieren, op den besten droegen grond alwaar zij tegen overstroomin gen beveiligd zijn. De aarden wallen hebben veelrhaals eene hoogte van 20 tot 30 voet; doorgaans zelfs meer ja soms talrijke ingangen, die echter altijd, door eene daar achter opgeworpen aardheuvel of eene kleine borst wering tegen geweldig Indringen gewaarborgd zijn. Binnenwaards in die legerplaatsen verheft zich meestal eeD heuvel, die somtijds rondsomme met steenen ge pleisterd is; niet zeiden ook graf heuvels vol menschen- beenderen Het één en ander vindt uien ook door gaans in Oud Germaansche en Keltische vesting-werken, met de grafheuvelen daarin, of in de nabijheid; doch men moet hieruit geene gevolgen afleidenwijl het al meermalen gebeurd isdat menden nieuwen en den oudeo tijd verwarrende aan laatstgenoemdenzonder goede grondenzoude toegekend hebben wat aan de anderen gewis en zeker toekomtgelijk men dan ook dikmaals beneden, diep in de aardenwallén geraam ten van menschen aangetroffen heeft.) Op enkele plaatsen vond men in die wallen of borst weringen eene menigte potschervendie vj/arte kleur 1 ertoon 'enzoodra men dezelve scherp op de breuk of afbreeking bezag! Vraagt men naar de waar schijnlijke oogmerken dezer aardwerkendan overtuigt reeds een oppervlakkige blik op de medegedeelde situatie - plannen dat men hier alleenlijk bedoeid heeft beveiliging, hetzij tegen overstrooming door middel van indijking, of tegen krijgshaftige aanvallen door middel van militaire of krijgsmans vestings-werken. Uit den aanleg en bouw dezer weruen, echter tot de hoogte der krijgskundige ontwikkeling, of uit de soorten van wapenen, die door het genoemde volk ge bruikt werdentot den trap hunner beschaving te wil len beoordeelenzoude eene vergeefscne moeite zitn. Slechts zoo veel schijnt aannemelijk en uit alle om standigheden schier ontwijfelbaar te zijn, dat deze legerplaatsen niet zoo zeer enkel militaire verdedigings- punten zijn geweest, als veelmeer zulke oppida en re cessus, wijk- en toevlugt of schuilplaatsen, zoo als Caesar die bjj de Galliërs en Britanniers vond, in on genaakbare moerassen gelegen, waarhenen men bij vij. andelijke overvallen, vrouw, kinderen, have en goed in veiligheid bragt a tot tijd en wijle dat het gevaar geweken was. alleenlijk om zich tegen onverwachte aanvallen, niet tegen langwijlige en geregelde belege ringen te verdedigen, roj ten minste worden veler-» 1 Het vervolg op den kant van dene blaJx. j l-s* ï'ita i O -tf -a f S i c S 3 3' 1» 0 .h bJJ <y A S ca O S C A-V O M pf AA W) C Ö*C c 3 u l Sa-.tu-satgls-ais-s^ ■e.yësi1?0 g.A-S d?., g. t- 1 -£835;-ó-gjsg a> 2 o g. O 2 O» s* E o - O* S-11 3)0^1 I 1§l3i eis-a "gï„avSï 2 B-2 o o M C - Bi zL 7j a et AS 5 |-e ëi s S1§.5 s ftJ^Cc3<uaj:5»a«ojr<"a»(Uo<ursa -= o O 'tsL C*£ •ci». »cj n u' ji, Si s"° fc® 5 - O» e-, es N ca gj O - - 1-1 s 2 „3 s-a-0-0 s, "3 C "3-4! .N-^PÏ -2 a p»l H O O 3_ ei c: - t» goj -Ou a» tx - O-c Q. 2 CL» 2 5J f, - 1,1 2 6 in L r. jcr c SJlE eO-r. 5-^ 3 s o 8 g a a -3 "C - t/> u ,c <u U J 5 - 8- 2 0= I'3 w Cl Ji CJ B - 3 a «CV T3;w J! *c a "Z E se 3J - S 2s 3 u 1 cj >a»ö si:gü?M-sil!s!a y ta ^3».3(UJ2>-gg S."g' 8 8 S i 5 "g-g-AiS fr T 41 ~Z~ 4» U "ZT 2 c gO is "c -c t* C r, -« S S S JS i i S z 0 .C w .4» E R at \ZZ^ c O S C «J hi c "O C li Ui -J5r--S~ Ü.S s 81 O 2 «-S £.|es'§ 5" z g D s «5'5-P c ,ü'r. 1. tx 5 n, C -- S-g 41 ■S "5 §.5 "wS tr a s <5 o rn"-° t/j u- ^5 N P M U r; Z-AA cL^.o c - z 75. -■* CJ 5 „I u O O •- V Ss-c-g;:5-s.§.-S.2f"c'u3-SS O ki kj Q dj c O^ttO-O rj 3 dj O—w u ssssgêtj's»!» s a 's x. - s - «Ho— Wol* CC *-a Tj l- JO .E Q 4i '2 - Ok-C .0 0 tl) y t i J "j 2 "C ?-C-2^"0 O 042 - CJ S S qc - i-° Ïlo-Saj 9 S 2 O - N 2Ï si M «1 - S 'ZZ '5 'ta ój n 1» C .J.S2-CÖ rt e 1 ni5ir c C 2-^«0'S o u <- iS 3 a N OJ v -».:5r 7, J£ ÖX1-—M Qj t- 5. SJ Kb f v 91 41. O x> 3-^ iz o CJ u hfi Os a e w AZ rt, 73 C „O L O O O - w a A -V S-S O U W a, •Sf D c7 41 -O yE.t5|5o5> e- 2 -o AA 2 4> »- t?T3 u - S o -? e i_ O g O bli N a m£-S o «j c o o .|3 3 =7 t£*C bC «5 O M "JS 3 4* CS s» QJ "3 jz "O C 41 c !Ï,oi C Sg'g'S.™ "3 »éS I e. 8 S o 2 s

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1829 | | pagina 3