0 pelgrims tegen de wreedheden der ongeioovfgen te Ver- deifeen dn de veiligheid der groote wegen te handhaven. RmuiewynKoning van Jerusalem, gaf htm eene ver blijfplaats bij den tempel van Salemoen van daar is jet, da: die Ridders den naam van T-iplièrs, Tempe lieren of Tempelheeren hebben aangenomen. Tien jaren waren nog niet verloopcn of het Concilie van Trnijes bekrachtigde en bevestigde hunne instelling, cn de Tempelheeren ontvingen hunnen Ordesregel uit handen van den Heiligen Bernard, die voor den grootsten man zijner eeuw gehouden werd! Knischheid en ge hoorzaamheid was de gelofte welke zij deden, terwijl zij zich daar te boven plogtig verbonden om hun levert en hunne werkdadigheid ten dienste der vrome bede vaartgangers, die zich naar het Heilige Land begaven, ie zullen aanwenden en besteden De orde maakte snelle voortgangen. Algemeen werd der Ridderen moed geroemd, de eenvoudigheid hunner zeden en hunne Godsdienstigheid geprezenterwijl het hooge aanzien, waarin zij stonden en hunne opregtheid, binnen weinige jaren hun zeer rijke begiftigingen en een onmetelijk vermogen verschafte zoodat zij weldra goe deren bezaten in alle deelen der Christen wereld. Van Richard, Koning van Engelandvetkregen zij door koop tot een' prijs van 25 duizend ponden zilver, becgeheele eiland Cyprus. Doch het was juist die aanwinst in jiagt en vermogen weike den nijd van eenige argden. kende en geldgierige Vorsten en Prelaten gaande maakte. Philippe le Bel wns de eerste bij tvien het verfoeijelijk denkbeeld 'oprees, om de orde der Tempelheeren te verdelgen. In 1306 veroorzaakte de verwarde staat zij ner geldmiddelen een' opstand onder zijn volk en even als eens te Rometoen Nero daar regeerdede Christenen de schuld moeste.) dragen, dat die dwingeland de Stad door vuursnood schier verteerd had, op gelijke wijze wil de Filips de Schoone doen gelooven dat tie Tempelheeren zoo al niet de aanstokers, dan toch de begunstigers van dien opstand waren. Hij had boven dien al vroeger begeerige blikken op de rijke bezittingen dier Orde geslagen. Nu werd de val der Tempelieren bij hem vast beslotenmaar hij had nog zoo dra geene aankla gers, geene valsche beschuldigers bij de handevenwe ihad twee zulke wezensdie geschikt waren voor eene valsche beschuldiging noodig ,en men vond die welhaast met name Sequin de Florian en Nofodeibeide wegens zware misdaden zich in hechtenis bevindende; doch wat maakt dat uit, als men iemand veroordeeld wil hebben? Er zijn voorbeelden uit de XIXde eeuw, dat men gecon demneerd heeft zonder dat dén der getuigenop welken de beklaagde zich had beroepenbij het Regteriijk del at tegenwoordig was. Noffodei was zelve wegens onderscheiden zware misdaden, welke hij gepleegd had, in staat van detentie niet alleen, maar was ook wegens schandelijk vergrijp tegen de ordeuit den rang der Tempelheeren gezet; en nu bood die snoodaard aan, om, bijaldien men hem bet leven wilde schenken tegen de orde.te getuigen en de zoogenaamde wandaden te openbaren welke hij voorgaf, dat door dezelve ge pleegd werden, en waarvan men niet de minste kennis droeg. Zuik eene gewenschte aanbieding werd met dankbaarheid aangenomen maar hij ging een weinig te ver in zijnen ijver want zijne eerste verklaringen waren zoo in het oog loopend ongerijmd, dat zelfs een Koning van den stempelzoo als Philippe le Bel wasdaar over bloosde, en stellig weigerde zich daar van te bedie nen niet om dat Filips de Schoone er zicli eene gewe tenszaak uit maakte om door list en bedrog het goed van anderen aan zich te brengen maar om dat ook de iistigste booswicht het gezond menschenverstand en het zedelijk gevoel zijner tijdgenooten niet geheel durft over het hoofd zien veel min hetzelve openlijk belecdigen. Intusscben deelde hij de depositiën dier eerlooze getui gen onder de hand mede aan Paus Clemens F. Deze Clemens de Fdewzs de fameuse Berkand le Goth, Aarts bisschop van Bordeauxdie door den invloed van Philippe le Bel tot Paus verkoren washebbende die Koning deze keuze alleen daarom zoo ijverig bestookt. Wijl bij gaarn meester wenschte te zijn zoo wel van de geestelijke als van de wereldlijke magt. Toen nu Filips de Schoone de gezindheid van Rome's toenmaiigen Kerkvoogd genoegzaam getoest had zond hij lettres closes aan al de civiele ambtenaren van zijn Rijk af, en wist het door hem in alle stilte vooraf be raamde plan zoo wel te bewerkstelligendat op eenen en denzelfden dag op een en hetzelfde uur, de Ridders van den Tempel allerwege in alle Landen en Staten die onder zijnen invloed Koninklijk gezag of Suzerainiteit een leelijk leenregtelijk woord) stonden, in hechte nis genomen en hunne goederen onder geregtelijke bewaring gesteld werden. Inmiddels haastte zich de Koning om zich meester te maken van den Tempel nam aldaar zijn intrekniet anders dan of het zijne eigene woning geweest ware, en bragt in die plaats zijnen schat en de Charters van Frankrijk over. De Paus, die hoezeer ambtshalve alles wetende, echter raar te kijken scond, en niet gedacht bad, dat de zaak zulk een' vaart loopen zou, en die nu daar door onberekenbare bezittingen in de handen des Konings zag overgaan, gaf niet onduidelijk zijne ontevredenheid te kennenkondigde bullen af en schorste de magt der Bisschoppen en Aartsbisschoppen. Maar Filips de Schoone beantwoordde deze Pausselijke maatregelen met een Koninklijk Rescripc, in hetwelk hij zijne vroom heid, ziinen levenriigen ijver voor de belangen der Kerk en .zijnen haat tegen alle ketterij, breedsprakig kenbaarmaakte; terwijl hij gelijktijdig den heiligen Vadqr verweet, dat hij zelf degeene was door wien die belangen allermeest veronachtzaamd en verwaarloosd werden. Maar 'net duurde niet lang, of de Paus en Philippe le Bel kwamen weder in een schuitje. De Paus werd weldra weder geheel eensgezind met den Koning; en daar de eerstgemelde zich toen juin te Poitiers bevond, bewees men hem de beleefdheid Van hem 72 Tempelheeren te zendenten einde hen te verhooren. Ook vereerde men hem nog daar te boven met het voorregt, 0111 zelf liet Proces tegen fed den Groomrster.der Órde op re maken, waartoe hij zich volkome.) bereidvaardig betoonde. Voorts maakte men reeds bij orrnad de noodige. schikking ten op- zigte der verdeeling van de goéderen der orde, en bepaalde tevens, hoe men dezelve zou gebruiken. Eindelijk kwam men overeen, dat de Heilige Vadèi de personen zou benoemen, die het beheer over deze goederen moesten hebbenen dat deze benoeming uit eene, daartoe door den Koning te doene nomiuatiè zoude voibragt worden. De keuze van Filips den Schoone bepaalde zich tot zijne Kamerdienaars, en de allezins jegens Filips nil rekkelijk geworden Paus benoemde, zonder eenig on derzoek, al degenen, welke hem door den Koiiipg werden voorgedragen. Een Dominikaner - Monnik, Willem van Parys genaamd. Biechtvader dés Kónings en Opper-Adrilinistratetir der Geloofszaken, werd met. de instructie van het Procés belast. Men beschuldigdê de beklaagdendat zjf op den dag hunner aanneming in de Orde, de Maagd Maria eh den Heiland moesten verloochenen, op het kruis spuwen, hetzelve met voe ten treden en op goeden Frijdag zich aan de' schan delijkste afgoderij overgeven moesten, door eene kat, die in hunne vergaderingen tegenwoordig was, te aan bidden, en elkander op dat deel des l.gchaams te kus sen, hetwelk allerminst geschikt is, om eenen kus te ontvangen; dat zij zich van alle gemeenschap met het vrouwelijk geslacht moesten onthoudenen walgelijke ondaden pleegden, welke fiier waardig zijn, genoemd te wordendac zij in elk gewest zekere kleine afgods beelden vereerden, dat zij coovergordels droegenweikè door de aanraking dezer afgodsbeeldjes geheiligd waren; en eindelijk, dac zij hunne zamenkomsten in hec aller- oiidoordringbaarste geheim wikkelden. De beroemdé regter van instructie, indien men dezen eerbiedwaardigen naam aan den geestelijken fielt geven mag, die met het verfoeijelijk opmaken van dit proces belast was') kweet zich van zijne fraaije taak met on verdroten ijver. Weinig dagen waren er slechts ver- loopenof hij had 140een honderd en veertig Rid ders verhoordaan welke hjj van een gedeelte der hier boven omschreven misdaden de bekencenis wist af te 'dwingen. De Grootmeester der OrdeJactb de Molay. Oi hoe voortreffelijk vertoonde zich de groote 109. neelkunstenaar A. Snoeck in deze rol en de broeaer van den Dauphin van Fiennois deden aanvankelijk eenige bekendteriissen die bezwarend schenen voor de orde doch welker onbeduidendheid naderhand op eene onmis kenbare wijze blijkbaar gevonden is. Drie Tempelheeren bleven met onbezweken moed en onwrikbare standvas tigheid verklaren, dat de Orde onschuldig was aan de feiten die baar werden te last gelegd. Dé Paus gelastte dat de Kardinalen onderzoek doen Jzouden nopens de echtheid, de regelmatigheid en de juistheid der verhoo ren, en hunne Eminencien verklaarden, dat de verhoo ren, echt, regelmatig en juist waren; wac wilde men nog meer 1 Na deze verklaring was de volkomene ver nietiging der Orde aan geenen twijfel meer onderhevig. De Paus vaardigde bullen uit naar alle Landen cn Staten der Christenheid om aan de Tempellieeren hun proces op.te maften en Filips de Schoone was van zijnen kant al éven onvermoeidom de Tempelieren op alle denk bare manieren te vervolgen. Hij deed edikcen afkondi gen waarbij aan iederéén op doodstraf verboden werd eenige scliuilplaacs aan eenen uit zijnen kerker ontsnap ten Tempelheer teverleenen. In elke gevangenis kreeg de tuchtmeester of vaderQ ook dit zoo eerwaardige woord heeft men dus zoo durven misbruiken lasc om martel - werktuigen in gereedheid te houden den be schuldigden daarmede allerlei wreede pijningen aan te doen. De vader neep henb. v.van tijd tot tijd met gloeijende tangen;1 of tot eene afwisseling, brak hij hun de ledematen, en ter ve/mijding van eentoonigheid ontwrichtte of verm.nkce hij de gedetineerde Tempel heeren 1 Eenigeja zelfs zeer velen bezweken onder deze afwisselende folteringen, anderen bleven, te midden hunner pijnigingen, met eene onovercreföaré gelijkmoe digheid hunne onschuld beweren. of zoo ér ai eenige waren die voor deze' stra-gevangenis vaderlijke pijni gingen korcscondig hadden moeten uezwijkeu dan her riepen zij toch buiten pijn en bandenal de bekend- tenissenwelke zij op de pijnbank door smart over wonnenmet den mond, welke hec hart logenstrafte, hadden uitgestameld I Maar aangeziendat dit weer barstig gedrag den geestelijken regter eenigerntate in ver legenheid bragtzoo bepaalde mendac alwie zijne eenmaal gedaneconfessie weder zou komen in te trek kenals relapsus, dac is als ïeniand, die ten tweeden male tot ketterij vervallen waszoude beschouwd en dien overeenkomstig zoude behandeld worden. Op deze wijze was het dat Philippe de MartignyAartsbisschop van Seus, hiermede te werk ging. Te Parijs hield hij een Provinciaal-Concilie; en dewijl niet minder dan vijf honderd en vier Ridders tegen hunne eerste be. kendtenis geprotesteerd hadden, werden zij bij de Porte Saint-Antoine tot algemeene stichting levend verbrand. Meiv weet, dat niemand d.er Ridders, om deze tweede straf te ontgaanzijn protest wilde intrekken 5 nog negen andere Edellieden hadden denzelfden moed, maar on dergingen ook hetzelfde lot te Senlis. Eindelijk oordeelde men dat het juiste tijdstip geko men was om over de geheele orde uitspraak te doen en den Groocmeester zeiven te vonnissen. De Paus be noemde eenige Commissarissen, die zich m dé maaiid Augustus 1309 naar Parijs begaven. Daar deden zij Jakob de Rlolay voor zich bi enger en vroegen hem af, of hij voornemens was, om zijne orde te verdedigen? Hec antwoord vön dén ougelukkigën Grootmeester was zoo eenvoudig als edelik ben zeide hijeen' Rid der -zonder wetenschappelijke kundighedenik ben geheel ongeletterdik bezit weinig of geene kennis van ae ma nier van procederen en randde gebruiken der Regtbanken doch de orde van welke ik de eer heb het hoojd te zijn isin hare gearagingenin haren godsdienst en in hars zeden zoo zui-er; ei. ik lub van hen die deze orde uit- {liet vervoig op den kant van ueze biadzfj •1? c 'c g O) CU a g 0.1 o J*-!,. 0^ S H o 0 e CJ «L> O H G JQ <kj V— S G •G O tl E- «soa g a 1 P" _T 3 22 G ex CU <u W -^"ES o m .0 c Si ■- uO -= «r- o f> ■Sta s. s E, 5>. l S- w N to 0) is N o» c s2 3 fco 32 O Eb EfD o ta» O oj O G3 CO .Q a v '5> 5 .s <u fefl bJD^3 T3 c G* <y <L> - a &-S -5 I IS M "1 u C •=-c ë-ë-5 gc§„ g a° S-fg §-2 S s 5,-S S CJ-O i ta O c NTJ -rt "g-o-ë-s 3 aV1 -- - -BS-„ S1! o ti g-s O» Jr*, N c 1- S ,<3J CJ g <u C 3 .9 o 5pd 5 O a> o O» -O o s- -r- O -Q (U >-ri ■o 5-o u o CL) T3 •o M N S -a c co S o a o SJ g £5 <u u o «v Ut •G Z S "bD bjj t. - p-G C -t; r CJ L3 n O Sc/ag: >0 ei 11 G CJ g'i s-sj - a 2 o Q -a ■- Q G "O A 10 n 9 O J L' C CU O ;o 1 G PJ <D C O -o «J2 .G J= 2 -i. w O c ggüa'a o S.t2 2 2 o g 3' O 3 G o 3 CJ O ez, a CS O C3 ^4 C. 3 9 5«c 'E 3 K O -£ 1 g ca>l|:S'l l!~ s V- c IVv O O B n-f! - §1 S S n -3 5 t si S>:=>> S'S-g S g a a h "-g SPmo t- -O O 4- E -2d S S O fi .SP 5as' r-c o 1 O c G ~j <D O) -C c O n <u QJ N (U U -O S sgE s a JU H -5 V fep S s |f I té 1 1 to 0 s - g> M z* S s U v. B: ïc a 5-1 -2 C- CS vs 'H 9 "-o o (U u G N "E a CJ b* O u i» c flz G 5^2 -on M). V p - A ^4! 5- 5 i S •g S 1 CJ O O s C "3 v- W CJ -G» J! r a c oj= g S 2 Okjs c O CJ O CU G O •- O B 5 K Si S *2 bD E w> "O O u n O g'E. ï?- t; O-O C 5=3 c u w 5 _-c S t-j v, tti rt G X a "1 Z N :CT*t= 1 S "fcC-, Si w k ccHioo «ij tu tu Q 41 Cl O H D C -G t» 'U <U S XI

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1828 | | pagina 3