0 2 'O
vooral waren de Professoren vermetel genoeg, om
personen, die overbrengers waren van ongeoorloofde
brieven, uit de rtnd te helpen, maar deze brievenbe
stellers werden door mijne soldaten opgevangen, en
heimelijk gevangen gezet, en We brieven werden be
waard.
Daar nu de Universiteit allernaast aan dep stadsinnnr
en sterk van Studenten bezocht was, die eigenlijk het
allergeschiktst waren, om een' opstand te verwekken,
zoo moest ik overwegen, of er niet een middel te
bedenken wasom deze Studenten goedschiks uit de
Stad ie krijgen, waartoe mij het zoo even vermelde
gedrag der Professoren een goed voorwendsel of goede
aanleid ng aan de hand gaf. Ik verzocht dezelven,
benevens eenigen daarbij belanghebbenden Geesreliiken
en vervolgens den geheelen Magistraat, met de voor»
naamste Officieren- van het garnizoen, bij mii, op eene
Conferencie. Ik liet in het midden van een' grooten
zaal, een* tafel dekken, aan welke de genoodigde Hee-
ren zich moesten laten welgevallen, om aan te zitten,
waarop ik mijnen Secretaris bevel gaf, de onderschepte
brieven te voorschijn te brengenen dezelve aan de
Vergadering voor te lezen. Dit geschied zijnde liet
ik d 11 bri venbesteller komen en gaf bevel, dat bij
door den Scherpregter mei geesselslagen ter stad uit
zoude gedreven worden. Hierop rieptl ik eene aan
spraak aan de vergader ng, en steldé haar de vraag voor
of het eerlijk gehandeld was. dat de aan Zijne Zweed,
sche Maajesteit; zoo duur gezworen trouw, door een
aantal hunner geschonden was; en na m'jne rede kort
afgebroken te hebben, not-d'gde ik hen allen bij mii
ter maaltiidwaarbij ik de glazen wakker deed rond
gaano'dat de vr-esachtigen moed zouden vatten.
Hoe dengenen, die schuld aan dit verraad hadden,
deze maaltiid moge gesmaakt hebben, is gemakkeliik
te begrijpen; maar ik hield mii als of ik niets daarvan
melkte; en beval intusschen, dat vijf honderd Mnsket
tiers, in het zoogenaamde Blokhiiis, hetwelk -nabij het
Universiteits - gebouw gelegen was, zich verzamelen
zouden, en terwijl de tleeren Studenten in bet kollegie
bijeen waren, en van hunne Professoren veel nieiuvs
hoopten te vernemenhet schijnt wel dat de Profes
soren te Kra;au toen ten tijde, in plaats van onderwijs
te .geven aan hunne Jongelieden, hen met nieuwstijdin
gen ophielden; eene gewoonte, die geenerlei navolging
verdient,) zond ik een Kaptein met honderd krijgs
knechten om de toegangen van het Universiteits gebouw
te bezetten nadat dit geschied was, rukten nu ook de
vijf honderd Musketiers op, en noodigden de Studen
ten 'n stilte en zonder beweging te maken of tegen
spraak te doen, door eene achterdeur uit de Universi
teit en zoo voort uit de Stad te wijken.
Zoodra ik berigt bekomen had dat dii werk volbragt
was, zeide ik aan de Heeren Professoren en Geestelij.
kén, die aan mijne middag-tafel veieenigd gebleven
waren en die reeds een tameliiken roes gedronken had
dentevens geloovendedat alles afgedaan was en
vergeten dataangezien zij geen' lust hadden om onder
de bescherming van Z. M den Koning van Zwaden te
leven, zij dan zen moeten hoe zij buiten Krakau beter
teregt zouden kunnen komen en liet hen dadelnk uit
de Stad brengenen de Studentendie hun onderwijs
noodig hadden op het spoor volgen.
Daarop liet ik den Mag.straat op het Raadhuis ont
bieden heiwelk ik ook heimelijk met 500 van mijne
mnskettiers had iaten bezetten, en stelde hun op de
Vriendelijkste wijze voor. hoe ik ondervonden had, dat
de BakkersBrouwers en Vleescbhouwers een goed
aantal sterke en grooie knechts hadden, aan dewelke
zij in oorlogstijden niet altijd werk te geven hadden,
weshalve ik de Heeren Burgemeesters en den Raad ver
zocht dat zijzoo wel de meesters of bazen als knech
ten uit deze drie gildenop het Raadhuis mogten
ontbieden om daarin eenige mod ficatie te bewerks.el-
ligendit geschiedde, en de lieden kompareerden alle
dewijl zij niets kwaads vermoedden. De meesters van
het bakkers-, slagters- en brouwers gild werden, alzoo
zij burgers waren, in een zaalgebragt, en de knechts
in een ander afzonderlijk vertrek, waarop de laatstge
noemden even als zulks met de Studenten geschied
wasdoor de mnskettiers stil door de heimelijke poort
der Stad uitgeleid werden. Waarop ik dan aan de
meesters zeide: dat de tegenwoordige stand van zaken
het niet anders gedoogde, dat ik krijgslieden genoeg
in mijn garnizoen had, die het brouwen, bakken en
slagterswerk verstonden en gaarn een stuivertje zouden
willen verdienenzoo als zij ook deden. Hetzelfde
bewerkstelligde ik ook nog vervolgens met de overige
gilden.
Den Magistraat riep ik andermaal ten Raidhnize bij
een en kondigde denzelven aandat ik het tot mijne
veiligheid voor noodzakelijk hielddat de geheele Bur
gerij ontwapend moest worden, en alle wapens of ge
weer op het Stadhuis in bewaring van den Magistraat
en van mij moest gebragt worden, met verlangen, dat
onverwijld eene Publicatie zoude afgekondigd worden,
van dezen inhoud dat iedereen zonder onderscheid
b nnen 34. uren alle wapenen en geweertot welk ge
bruik hetzelve ook mogt kunnen dienenzouden heb
ben over te leveren, en bij gebreke om aan dit bevel
te gehoorzamen lijf- en levensstraf zouden te dochten
hebben.
Dit geschiedde, en daarop werden er wel eene
grpote menigte geweren gebragt, maar dewijl ik 011-
derrigt wasdat er nog wel veel meer ouder de
burgerij te vinden warenliet ik hetzelTde bevel nog
eenmaal bij tiompettengeschal herhalen, en met allen
ernst daarop aandringen, ook tegelijk daarbij voegen,
dat zij d,e nog eenige geweren terug gehouden had
den, dezelve zonder verwiil behoorden uit te leverpn,
terwijl de nalatigen de bedreu de straffen niet ontgaan
goudenen dat ik verder aan mijne soldaten bevel
doude gevenalle kwartieren wel te doorzoekenen
ik hun voor elk geweer, dat zij vinden zouden 10
rijksdaalders zoude laten betalen, en de .inwoners die
geweren verborgen zouden hebben gehoudeu, zéker-
tjjk met deu dood zoude itrafèu.
-Dit scherp bevel had rog we! -enig? clcw-eking',
maar liét kon coeh niet beletten, dat deze, of die,
nog eenige geweren verhorgen hieldzoo afs mijne
soldaten dan ook weldra bij eenen zekeren Brouwer
13 stuk van allerlei soort vonden; verborgen onder
het brandhout in zijne brouwerij. Deze gevonden
geweren liet ik in mime kamer naast elkander néder,
leggen en daarop den Brouwermaar ook tevens den
Scherpregter halende eerstgenoemde verscheen ik
vroeg hem of hij deze geweren als de zijnen herken
de en op zijn toestemmend antwoord, want hij
meende, dat het toch met de gedreigde straf zeilt e»ne
vaart niet loopen zou, liet ik hem naar de hoot'd-
wach: brengen, en zoo dadelijk 'het hoofd voor de
voeten leggen, waafop ik hem naar zón huis liet
brengen. Dit gestatueerde exempel hielp krachtiger,
dan alle bevelenwant onverwijld bragt men nn al het
nog achtergehouden geweer, te voorschijn.
Hierop jiet ik alle Mónnikken en andere Geestelij
ken uit de Kloosters ligten en huiten de stad brengen;
maar dit wai ook wel liet ergste onheil, dat ik den
Nonnen in huun Kloosters had kunnen aandoen, want
ik had eigenlijk alle nog jonge en welvarende Pries
ters laten oplietenen plaatste in ieder Kloosser
alechts eenen hoogbejaarden Paterom de misse te
lezen en toen de geestelijke dochters zich hierover
bij mij kwamen beklagen, gaf ik haar tot antwoord,
dat zij He oude Patert alleen maar de mis behoefden
te laten lezen, en dat ik haar mijne Officiers wel zenden
zoude om de biecht af te nemen en absolutie'te geven,
gelijk wij ook in alle zaken bereid zonden zijn om alles
te doen en te vet.rigten wat haar aangenaam mogt zijn.
Na dat ik dit alles gedaan en'volbragt had, liet ik
alle ingezetenen van Krakau eenen nieuwen eed van ge
trouwheid afvorderen als ook den Magistraat dien ik
twee dagen en twee nachten op het Raadhuis opgeslo.
ten hield, tot dat zij allen besluiten wilden om den eed
af te leggen, hetweik eindelijk geschiedde-, en daar
mede oordeelde ik van de stad en hare inwoners inij
genoegzaam verzekerd te hebbeneri mij tegen het
gevaar van oproer genoegzaam beveiligd te hebben.
Ik stelde h?t buiten twijfeldat ik eene belegering
te waahten hadhet duurde ook niet langof zulks
greep werkelijk plaats. De Poolsche krijgsbenden
kwamen, eenige duizend man sterk, onder bevel van
Desssbic'stsiiy Starastvan de Neusrad die een gunste
ling des Konings van Polen, en korten tijd. geleden,
uit Franktyk gekomen was. Deze sloeg zijn (eger op,
omtrent een mijl van Krakau bij het Klooster Moisselle,
en verschanste zich dadelijk, had aan de eene zijdede
Weichsel en aan de andere zijde dit sterke Klooster.
De gemelde Starast zond dagelijks boden aan mijom
de overgave der stad te eisschendoch ik dreef den
spot met hemen telde zijne tegenwoordigheid zoo
weinigdat ik zelfs niet eene eemge der stadspoorten
sluitenja dezelve dag en nacht open I et.
Nadat ik den vijand op deze wijze eenige weken in
gerustheid gehouden had, liet ik op Vrijdag, na Pink
ster, vroegtijdig, alle poorten sluiten, en comman
deerde allen die rijden of gaan konden, om zich op
een bepaald uur, op een zekeren post te begeven.
Ik en al mijne Officiers moesten onze paarden leve
ren, om dezelve voor de artillerij-stukken te spannen.
Dan gaf ik bevel, dat alle burgers zich voor drie
dagen in hunne huizen van alles voorzien zouden, en
gedurende dien tijd niet mogten op straat komen,
noch zien laten. Om d t alles goed na te doen komen
plaatste rk in iedeie straat vier Ruiters, met bevel
om alle menschen, die geen'Officiers of soldaten waren,
dood te schieten. De hoofdwacht liet ik bezetten
met 500 man, en alle poorten en posten wel voorzien.
Met de overige manschappen, ongeveer 3600 man,
zoo wel voetvolk als paardenvolk en dragonders, be
nevens 24 kanonnen, marcheerde ik 's nachts teil twaalf
uur, in alle stilte uit da stad.
Toen ik in het veld kwammoest ik hooren dat de
vijanden nog alle in volle gloria waren, en de trom
petters zich braaf hooren lieten, zoodat ik met groote
vrees, dat mij de dag overvallen zoude, en dat mijn
aanslag zou kunnen ontdekt wordennog een tijd lang
geduld moest hebben. Omstreeks twee uren werd het
echter stil, en ieder begaf zich ter ruste.
Daarop kommandeerde ik een Detachement hetwelk
ik zelf aanvoerde, om den vijand in zijn leger te over
rompelen. Het overige korps, onder bevel des Overste
Fa be an van Persen, volgde mij zachtkens op den voet
na, ten einde mij, in geval van nood, bij te springen.
Deze mijne onderonderming gelukte zoo wel, dat slechts
eenige weinigen, die in aller ijl te paard klommen,
benevens de Heer Starast, die in zijn nachtgewaad te
paard de Weichsel overzwom, ztch met de vlugt red
den konden. Al de overigen, bijzonder de infanterie,
werd zonder ouderscheid van hoogeren of lageren rang
gemassacreerd. Midden in dit gewoel zag ik een Ser
geant van mijn Regemenc, de uit Krakau over de mu
ren toe den vijand overgeloopen was, weshalve ik met
luider stemme riep: dat men dezen kerel niet mfoest
doodenaangezien hij zulk een eerlijken dood niet
verdiend hadzoo als ik hem dan ook gebonden naar
Krakau brengen en na verloop van eenige dagen spiet
sen liet,
Een gereformeerde Kornetdie een geboren Engelsch-
man was, doch bij den eersten inval der Zweed«che
Armee in Polen, onder meer andere Officiers van het
Regement Forgella, door het volk des Konings van
Pölen, gevangen genomen werd, nogthans door den
Secretaris der Koningin, die zijn landsman was, vriend
schappelijk behandeld werdvond den gezegden Secre
taris in het leger, en bewees zijne dankbaarheid, voor
de aan hem betoonde beleefdheid daarmede, dat hij hem
achter zich op het paard plaatste, en zoo mede naar
Krak u bragt, oin hem Zijn leven te redden.
Nadat d.c alles verrigt was, keerde ik weder naar de-
stad terugen deed mijn intogt onder het lossen van
het geschut en het luiden der klokken met bloote
degen en omrolde vanenartillerij »n bagagiewsgeas*
(Het vnvntg ap den kont vm acte blodes.)
o
O
2 2 2 W. -=? N
•a 13 o -
gif 2 S.S
5 - o iS -5 2 S s
2 p?'
O N» .*2
1
y'Jr
o C5-T3 o 1
rÜ' 3
•»-n-2 2, r- "J V
g H «SM Sfl TS
O
A-O
s|3.3
-1-&
SJ s- C
Q -
r» tl rz
N P '5' tc f. bQ
o 'J
5 "2 Sf» .-ï H 2 -c n
3 Kg»
Is O
CJ
f"J p Cl r«
t» -D ?j
"in o c
3 o
2,5 5 61.5? ej"0 -
■SSS g-S K-a-o-o-C
e.3 S 2 -
ON'
bö C
■g 8 O g g Q.J3
w* JJ 2 <1 P G C3
«-• O
2 "'S-o a
E -
*0 "O O
k- o
O o
fe -a o
V C
br c
«-, c
0^3
Qj O
re u.
Ne»
c o na
O T3 O
O
E g
S.3
T3 .£.5
-C bO O.
e '5 s o
O o± -r
- O» c V. -n
S M S s
v- o*
OJ S_.'
"1^
5 9 H
.'d
5
r
*-» «- 5
Cl OJ c
r3 •- N:
1 nrï
2 1
O
O *73 --0
ri'-d
r-, c a
^2
OJ u
k
kb r* 0 3 cn
-
o *5
.3 o -
s£-'
.éaï;
■o v K j
.s a
N N
1 cj -
ïl 9
cx C
\U3 5
<u
«O VJ o r£j O
v J2 "o -
o
co
.2
OJ
-u
-2*
a
55 be o
CJ
"3 J
g .-Sï
B 5 1
CJ 5
r -
CJ t-s -r-
fcjj
j_0J G-3
CJ r-
-J «I
j'l Y
d-i oj
3 Cl
°No.
-det O
c >-«
o
0 -3 c
c
G
2 B
O G -
51 «C
41 i» c
"H
3
- 5
T - CC
E
3 SD
-v, S CJ 9.
O n O C
O
Zo O
'3
■cue r. r*.
- OJ JC. JÜ :^r. 'C
j 0
j S cj 9
j oj CJ 9.
L'ëcO
j.5-3 CJ
3
z O <r. u
CJ CJ
r* TJ 3 i-
CJ
>:TB
c -5 3
■c a N.
Cl o
"2 ci S
o jz B .B.6
to r .2 -cj ij
O cj 3 'a t-J r-
0-3 -
S g V
i *3 e '53. CJ
s e
CJ
c
J5P c o
ra S
'5 l:S
S §-3
u u m u yi rj
bx QJ tD rj -J ri
- 2 O T3 5
CJ 3 .3 W-Y -
-riu'UOUJC. iy bi
Y t«c <u -a •- M ^3
- «J n 'J
tlIg KrJ E S--
Z-f.
g MS* V
•r1 CJ re XJ J? -{-:,j r~
cii ra.u 2 o
5 '3s.7J -•
•g 5'§62^1 2^4-
O c
O CJ CJ
>-o*z
WH
"1 'c '3 "3 33
1 ^*2
oe g t.