"hi
MENGELINGEN;
IETS
OVER
JEAN JACQUES ROUSSEAU.
De natuur heeft aüe menschen gelijk geschapen vódr
fods regterstoel zijn alle menschen gelijk want alle
lijn Gods schepsels, gei ij', door dezelfde onvolmaakt-
jeden door dezelfde behoeften doordezelfile aan.
ijraken op de weldaden der hoogste wijsheid, die te,t
gns de hoogste goedheid is,, welke zich dan ook aan
f'ene schepselen onbetuigd Jaatgelijk, ook door de.
lelfde schatting van eerbied, dankbaarheid en liefde,
rélke alle stervelingen aan hunnen" hemelschen Vader
jthuldig zijn.
In dien maatichappélijken standwelke niet anders
li dan een noodwendig gevplg van de natuur der meu-
ichendie als een uit zijBen aard gezellig Wezen ge-
thapen is, zijn ook alle menschen onderling gelijk,
la dien zin dat alle hetzelfde regt hebbén om gelijklijlc
beschermd .te worden door de algemeeuè wetten, welke
uitdrukkelijk of stilzwijgend met woord of met daad
loegestemd zijn door allenten einde daardoor aan alle
iet vreedzaam genot te verzekeren van fiunpe natuurlijke
1/verkregen regien, wettige eigèndommeti en vruchten
ran hunne nijverheid en vlijt5 hict een woord van alles
tat het algemeen belang in stand hondc door de ver.
tenigde krach! van allen tegen bijzondere gewelddadig*
beden. Welken vorm en welken naam die maatschap
pelijke orde tan zaken genomen hebbe, Welke de rf-
reringswtjzë zij die dezelve verkozen Hebbe, om ziéh
dit regtsgenot te waarborgenof de Staatsregeling dier
maatschappij, meer of minder éénhoofdigmeer of min
der Repnblikeiiischdat is met andere Woordenof
dezelve naar de gelegenheid en geschiktheid van grond*
gebied en bevolking, mvér of minder nabij koine hetzij
«sn het gezag van éénen éénigen hetzij aan de magt
van velen hetzij eindelijk aan de heerschappij der me-
bigte; de maatschappelijke en staatkundige gelijkheid
tal in eiken stand dier zaken, steeds die zijn, welke
too even omschreven is. Nooit it er eene andere ge-
weestnooit ken er èené andere weken. De geschiedenis
van alle eeuWen levert geenerlei uitzondering opdie
dit grondbeginsel zoude kunèen omverre werpen of ver.
twakken, eri in den tijd zelfs toen deze gelijkheid in
den hoogstgCspannen Zin gedreven werdhebben de
Frnnsche geméen'êbest-gezinden in hunne constitutie van
het lilde jaar van de Republiek, de gelijkheid toch
niet anders kunnen omschrijven dan dus de gelijkheid
Inmat daarin dat de wet dezelfde zij voor allenhetzij
dat dezelve beschermehetzij dat zij tirajfe. CEgalité
tor:siste en ee que la lol est la mime pour tout, soit
qu'elle protégésoiiqu'ette punisseconstitution del 795.
Buiten dezen kring echter is dadelijk all es ongelijkheid.
Het gezond mensehenverstand erkent dit, even als het
elke bestaande en blijkbare daadzaak érkertt. De gezonde
rede kon in die ongelijkheiddien,' en zag ooit werkelijk
Baar gelang onzer beperkte vermogens daarineene be
wonderenswaardige beschikking der Voorzienigheid om
het hoogst ttiigelijkt goed daar te stel'en. Er behoorde
een Sofist toe gelijk Rousseau was om de oorzaken dier
enge/ijkheid elders liever te zoekendan zich te houden,
aan de ontwikkeling der genewelke zich van zeive
■an onze beschouwing aanbieden, ten einde aldus de
bestaande noodwendige orde van zakenbestaande met
onvermijdelijke gebreken die dus mede noodwendig zijn
In eene wereld die noodwendig onvolmaakt iste ver
klaren. Maar dit waren al te oude en gemeene lessen
van eene menschelijke wijsheidwelke zich buigt voor
de alwijsheid des oneindig Volmaakten. Rousseau wilde
het beter wêtèn en in die ongelijkheid die toch de
wezenlijke orde is van de zinnelijke zoo wel als van
de zedelijke wereldzag hij niets anderdan eene
toevallige wanordeveroorzaakt eh te weeg gebragt door
den mensch dien de maatschappijhet gezellig leveneo
de beschaving bedorven heeft.
Eene misbruikte welsprekendheid en onberedeneerde
of kunstig nagebootste geestdrift moge aan den grooten
hoop verbaasdheid en bewondering inboezemende
bedaarde dèhkër laat Zich daardoor niet medeslepen.
Verre zij het van ons om de verdienste der onwaardeer
bare kunst van wel ca spreken en te schrijven te willen
gering schatten., maar dezelve moet altijd ondergeschikt
blijven aan het doelhetwelk alleen prijzenswaardig is
waarheid te zoeken, waarheid te leeren en voor waar-
heid te pleiten. Rousseau had gewis verdiénstendie
riet miskend mogen worden, en die zijn invloed op
deze wereld hebben doen voortduren, nSdat hij ook
zelve reeds in dat graf gedaald was, waarin wij alle
veder gelijk worden maar indien het graf zijne verdien-
aten en goede hoedanigheden niet'moet besloten houden
■00 kan het ook met den mensch niec tevens zijne
dwalingen en fouten bedekkenindien Rousseau dus aan
de eenen kant, naar de waarheid, eene plaats verdient
onder de welsprekendste jchrijvers, die de XVJIIde
eenw opgeleverd heeft, dan blijft het aan den anderen,
kant niet minder waar en pligtmatig om tè Heggen, dit'
hij die welsprekendheid veelmaal zeer verkeerd gebruikt
heeft. Wie toch kan die aanmatigende zucht tot won
derspreuken goedkeurenwelke de waarheid aan eetf
puntig gezegde en dikwijls aan s' mans eigene overtni-,
ging opoffert aan de begeerte om bijzonder te zijn 5 hjj
was een der spitsvindigste Sofisten een der bekwaamste
redekunstenaars of Rhetorendie haar mate hét hem in
den zin kwam met evenveel gekunstelde overtuiging het
tegen als het voor van elk vraagstuk behandeldeen die
vooral dan niets spaardewanneer hij begreep dat zijne
eigenliefde gekwetst of dat zijné hoogmoed beledigd was.
De hoogmoed, de beledigde hoogmoed verklaart alle
de strijdigheden in het gemoedsbestaan en al het wonder,
spreukige van Rousseau. De hoogmoedde gevleide
hoogmoed, verklaart voor een groot gedeelte den op.
gang, dien hij gemaakt en den iuvloed dicu hij verwor-
feteft.
3 as
j-e C. cv.
fc"" o S" 'J
e5 i1» h
-{? M-5
S m i S 3 -Ü g
C 'C h n C tifl <u e> ÏB
3 o r1
•r O
5 4?
O
i_, aj rï o>
T.
1 B w® 0.2
Oi 'g
«Z-aitga*
to
c a
Sc.
.1
3 eu T3
a
«ene-a sé
2 ai <u B n C c
E q - v
R® ess 5» g s g
Hi) heeft langen, tijd duister geleefd en ife dikwijls
terug gewezen nu zegt hij dat hij door -en natuurlijks haat
tegen alle de Grooten dezer aarde beaeerscht wordt. Is
het nu niet eene verwerpelijke en ongerijmde- qnregt-
vaardigheidom eene geheele klasse van mensdien in
èen algemeenen haat te omvatten, daar men toch we
even onregtraardig moet zijn als onkundig, wanneer
nien aan alle Grooten zonder onderscheid verdienste
en deugd ontzegt 5 en-is het dan niet verkeerd wanueer
een verstandig man alleen om dat hij zich over eenige
Individu's te beklagen heefteene geheele klasse verl g'J "g ol" a C
oordeelt Welke is dus de eigenlijke beweegreden van js •- 5 to 2"
deze haat? immers, geene andere dan,die, welke doör .a g 2 g «3-6
de hoogmoed verstrekt wordtmaar die zich, met een ;3g ïg-ug£'^'i>l.S>
ander mom-aangezigt bedekt, doch door hetwelk .altijd 3 j. o c «h
deze uitroep gehoord wofdtik haat hen om dal zij
boven mij geplaatst zijn. i
Rousseau had twintig jaren lang geschreven«Hertel
soort vén werken had hij vervaardigd, zonder dat het
hem gelukt was om bekend te wordenveel min om die
vermaardheid te verkrijgen naar «relke hij zoo. driftig
streefde, maar naauwelijks had hij de eerstelingen van
eenen ontluikenden letterkundigen roem beginnen te
makenof hij naemt de houding zin als verachtte bij
felle letterkundige vermaardheid j niettegenstaande hij felle
denkbare middelen aanwendde Om dezelve te verkrijgen
door schitterende wonderspreuken en onhoudbare hy
pothesen i en waartoe nil deze tegenstrijdigheid
voor eerst om zich te wreken over de jangdurige
mateloosheid zijner pogingen én aanmatigingenten
andereómal» het ware hoven de Celebriteit verhe
ven te schijnen eindelijkóm zoo veel mogelijk de
genen te vernederen, die vroeger dan hij tot vermaard
heid geraakt waren. Ik ben Auteur gewerdenzegt hl);,
uit minachting van den stand van Auteur. Eenige niet
zeer verstandige lieden hebben in deze WQorden eene
soort van zielsverheffingen eène bijzondere meerder
heid meenen te ontdekken. Het gezond verstand ziet
daarifi (en het gezond verstand noemt de dingen bij den
fegten naam, wanneer geene gewigtige en afdoendebe-
Ietselen het daarin verhinderen.) Eerstelijk eene lompe
onwaarheidom dat zijne eigene gedenkschriften pns
leeran hoe vele vruchtelooze pogingen hij .gedaan heeft
om CompositeurÖramarisih AuteurWijsgeer en Publicist
te zijn, en hij zelve elders het verhaal dóet 'vanal de
stappen die _hij gedaan heeft om in aanraking metberoemde
Mannen,' Akademen, Besohermhèerën të komen, de
wijl Hij eindelijk ook dikwerf medegedongen had naar A.kj-
demisghe eerprijzen, medailles enz., en de eerste licht
stralen zijner schitterende beroemdheid hun begiq namen
bij de Akademie eener provincie. Indedaad dit is eene
minachting omtrent dep stand van Auteur.,' dié0(5, bene
gansch bijzondere véijze aan den dag gelégd wordt. In c-u 2
de tweede plaats, -vindt liét gezond verfetap3 hierin eene E J 3 "5 E':& S B
zotheid in de géheele kracht van hét wóórd wat toch o S S <4^ B 5 st
kan zotter gijn dan iets te verachten wat in zijnen aard -'c =--
niets minder dan verachtelijk is, en het gene de grootste
mannen in alle tijden «p alle landep tot eer verstrekt
heeft yan Cicero af tot Fenelondie groot konden zijn
zonder dat zij Auteurén warénmaar die er hunnen
roem ingesteld hebben dit zij Auteurs waren. In de
derde plaats vindc het gezond verstand daarin een onver-
veefliik buitensDOfeiee onhesrheiHpnh-W «n
-S&'SL
cO t -O«UO=-Fj3
c2i
O» O
5 "D AR Qj C-— 'w .3
tc v c O A 11 a
F fcJS'c O "2 "T™ £3 QJ j- O ui
O U 2 !J 0
O u Cu a O»
-c -7= a JA
BS*i
2 o
ggn£.S6-S^
M
I- CC
CT'-O .a
Si -«>01
- -.-Vs
M u J* GJ c 'ld
- 2 SS ~-g g l.St--.Ss1 a
ISS^k-sSt'!ï fe:s§.2'5
s B n
co» _e O CJ
o c
w c F-2 v
a.NQ.N.2i £^".s-=^
3 1 - E c "3 3
v 2 ui -a 3kS3 as v 3
5 2 „--O 3" S. g S
2 2 P1
S -3 2.M o s
3
viau uw» puuuc muien iiij geen Auceur was 4 zien
de houding geeft van te verachtenwas hij. zich zoo
oneindig veel moeite gegeven om te wordenen het
welk alleen hem tot iets heeft gemaak't gehad.
Hij had langen tijd een avontuurlijk leven geleid, en
een bestaan gehad hetwelk alles' behalve aanzienlijk was.
Dat Rousseau het gevoel had van tot iets beters en w__ w
hooger geboren te zijn en dat het gevoel van dien :£"o^ 3 2"^^ -a S N v 5
edeleren aanleg hemiioOptè om zich te verheffenjUt
hij uit hoofde zpiiér teleurstellingen eemgzins humeur "r> S 8 J; S S"£ S S
opgevat heeft tegen de fnaitschappij in het algemeen, Scj~ „"5-a ±e g-
di) is verklaarbaar, maar wanneer men zijne klagte van cs~èA, g «""a"" "5 2 u
nabij beschouwt, dan bevindt men alras, dat dezélve Ja 2 2 B^.2-0 »o S.< o'a
even onredelijk als opgepakt zijn. De wereld is niet ver-
pligt om dé verdienste te huldigen zoe lang dezelve
zich niet heeft bekend, gemaakten, aan wiep ligt de'
schuld, indien de verdienste van Rousseau zoo werk
gehad hebben om zich bekend te maken indien hij zoo
veel oordeel én goede tfouw gehad had om op zich- u-3. "."o;.
zelvéh toe te passen dê gevolgen „der bekentenissen, 3 Sa'NN| .isésfa-E
welke de lust om v»a zichzéWen te spreken, ioo "g &N o.S 2 g"§ u'?
menigwerf als gedachteloos uit Zijne pen heeft dóen g"? e S "-J 3^>:3,5 fe
vloeijendan zoude hij aan zichz'elven gezegd hebben5.2,u'S,gc?iEtf3>?i
hetgene elk verstandig lezer zijner schfiften hem zal 'i - 8 o «j-Ü :»-2"S S
iiii" de gebreken van -vFo J"» iH3 «T?-"""»
ra SS
SS - n 'er SI cs o -S, v u
•a's-a3
O S3, rad. S-C 2 S
2
«i N u
ncia van mjsgctr maaxt oegin met u zeiven re
n doenten einde dit ook tan andeten te doen
B achtig worden."
Maar .dit, is niet de utl welke gevoerd wordt dc
de dikwijls bedroefde .en vernederende eigenliefde eo g tiSi n
de brandende verbeeldingskrachtwelke langen tijd op. .u'ÉoSjsïjj.S^
gewonden is ift de mijmeringen der eenzaamheid. Beide' g-0 W
deze beginselen hebben als bet ware, het woord op. B g ïj J[ 8 t?g -
gevat en gezegd Hoe I een man van zulk eene uitmun. .a-o4j«*M«Q'am
tende verdienste een man die standbeelden en eer-
B zuilen verdiend had, heeft die lang armonbekend
en verstoten kunnen blijven dat komt immer»
doordien dat de natuurlijke orde omgekeerd is door d.B,
maaitcbippellllte orde dat is om dat alles w«l is ipdB
(//r/ vervolg op den kout rm den blssM,)