h w" a ra o
2L a. a> d
ns- g fe< s
*a
o <->
3-öt
Q
<o H
I l^-as-i-S"^.-^! 1 2 o
- OS £3 CO L\ t: V, -5- d. n>
§-5.
ti> g ~'^-
ï3
P- V
cr=
3 ?S
S o
13 3 ?fO
m 3=3
s I
vo U J-
s n> a
g.S'loS'""
a - „S-1§ a-l fS
Oct?'-' M 2 2 d N.- i-
l§Ï3 3-f l-l S"<
g g» g re a- a.2.s- g g-_
^3 &"a.S H-b-2- 3 3
8 ?.re 2.-'-
7?
o a
'aMC
31 3 Cfq
- Q. Q. C
2 Q p
O-
O
CT" Q
a r,_ a>
3 r
o <5 -a «"Is
S
S
j£ o
n C- Z 3 2 S*- S crq crq S
2- re 2 crq era X3.2?.
O N 2 S-»
a- 8.
f0 P5
N —-
5 K S g
■3- S- t 3 S* 2
Oq
J N N CU
D- 2i -ET b
2 Ë-'-^'- i_S 2.^-ra Ë.'-S 2.crq n
p o c: 2 ;x ftw £•",_- 2 o
«S3 N^g^O 2" S
»ts^S-^sSS8SSBo.&
3 O
N o o
53 O
2*=; 2
5 3 2
Q W
3 <3 O CD
t C? g 2 1
O
<T>
rr
g 5-»TJ
- s's-s
"o—S 3"
S31Sa3„ 3
a 2 tL*c
E 5.2.dS a
- s 3HS3-a.Sosi?5g
g;| St3 v,.?|
3 3 0-3<<^^
!"3gg.|||&s:-||8
o-g-sis
Vq
Cb
cr=i a
rl<
3.d5-« 2.
s 2 S-S;
o
Cb
£8 3
tü=?'
E N.
Naar men. ver-
8o onderoflicie-
N
a n>
o
crq "O
fX>
V5 o cr* rr
a o
-. a* a
o a o
Si. ft. - a.
33 2 N
D- a O
a. n j a
r
q cL r?
a o
*U a
n> 5 aj a
- t3*nb<cbx*o^cr,3*s* e'
•-=: 2 m a 3- 2
f—1 aw^j^-^?r—- >__o)<
-?« g - ra i
fo S >- aï]- S - ra n
,3 o-n, g^g-o-s O.N.2
n CA 3 a n Q- m a
Cb 2 Q ii a-2 3
ffQ ÊL 3 rS a a- <-
o S ---a: a a o
S ïi-aS"?'- »™5!
a*
_.m__ Jt 3
irpo"h!<trq2N
a ft)
O g n> I
o-2
rr* O a O O p! fp
c2^°a3 2 o --n
a ?Trto r—2 n aCb$"
o- c.o o^
So!3S3
-^o 3 S. Co
"i a n> re -. n t
9
cr-a -
2 N 1
2- c. i-
a crq N -•
w aq
a a*.2 si ru <3
J jq art) a
c.2^0.- 0.0 a =^a
S" ra S O
era- n> £3*2 2
/-\
3 O
Cb cr*
Ci. pj ro
s S ttö
a °-
(T> 5
a o
0 ?r-o
C=3 i
g
S m
O P, X. rs
r-r* S?- O cm M
r, O G
3 2
- S3 o-< ►J
5>
2 5'
O a
O 3.
k. a o
a
^9-2.
a --o< to a vd e
cc^oS~
^Sgl'S
ti"* - M W o rt ,u r a.
2 wO 3-5 n c"5
C a o 9 a* o ft>or2 S
v> O Cb a o a Li crq o
a o a -i «j> a
"ooooa S w a S S
m
cre- g
v§ a
3
8.S"
C crq I
O rt>
ro
Q. 2
s S;3
2^ Ss S
C-T3 Sj"
ra m S>
N 2
c. O
£3 crq
2 a -O 5 n- 2
■OS'S ÊL^Öq'^S
ü-OOg =(p a ^-" Ö--0
V rp a- a o T h ra v oo0-,
S:SB§*3SSaS.Sg-Bs"
r £j-"3crqCbrr o 2 a3
i. - 2 2 O S*J^ °-
C^-.^a-jaCXacjOja23 - a.
i" 2 1 2 2
as üi? 3fS' 2 2-a
pa rp n> bb
a 3 a a: ~-
O CD
i5 Een brief uitBrodi, in Gailiciedato 13 dezer,
door een handelhuis van Parijs ontvangenbevat de
volgende zinsnede:
n Daar onze gemeenschappelijke vrienden j. R. en
j-, Comp.de tijding van de Russische troepen over de
"n Prutli niet wisten, meid ik 11 bij dezendat het korps
van den Generaal Witgenstein den 27 September
9 Occober) die rivier inderdaad overgetrokken is."
Het Journal des Debats maakt hierop deze aanmerking
Ofschoon dezelfde tijding op de Beurs in omloop
geweest zij en de Joodsche handelhuizen van Brodi
als zeer vele betrekkingen met Odessa hebbende lig*
telijk tijdingen uit Bessarabien bekomen kunnen geloven
wij niet, dat de overtogt over de Pruth op het ge
zegde tijdstip hebbe plaats gehad; maar het was zeer
mogelijk, dat er het bevel uit Moscou toe kvvanie
wanneer de gemelde aanneming van' het Ultimatum
waarmede de Turken slechts tijd zoeken te winnen,
ter kennis van den Keizer zal gekomen zijn."
Daar tegen leest men in het Ministerieel dagblad het
volgende
Een koerier, gisteren van Petersburg in twaalf
dagen aangekomen, brengt de tijding mede, dac de
Keizer volkomen voldaan is met den uitslag der confe-
rentien van Ackerman. De Russische nieuwstijdingen
zijn vol van' de nieuwe overwinningen door de Russen
op de Perzen behaald."
Het Hof van Rekeningen zal den 3 November weder
plegtig hare zittingen beginnen. Voor het eerst zal deze
plegtigheid door eene Mis van den Heiligen Geest
worden voorafgegaan, Zijne Emiuentic de Aartsbisschop
zal dezelve bedienen.
Den 3 November aanstaandeden dag dat de tribunalen
hunne zittingen hernemen en den naamdag van den
Koning voorafgaande, zal het gedenkceeken ter eere
van Malesherbes in het Paleis der justitie opgerigt
ontbloot worden.
Heden ware de 5 pCts. 99 fr. 40 c.de 3 pCts.
69 fr- 55. De Bank-Achtien 2050 fr.
NEDERLAND
BRUSSEL der eerste November,
neemt hebben meer dan 200 soldaten
ren en ook verscheidene officieren zich alhier aange^
meld om bij de-compagnie vrijwilligers, voor den dienst
in de Oost-Indien te worden geplaatstzoo dat de
vrijwilligers zelve ten dien aanzien hebben moeten loten.
Men verneemt uit Namen., dat zich ook aldaar reeds
een aantal van 130 manschappen heeft aangegeven en
men verzekert, dat de maatregel mede tot de kavallerie
en artillerie zal worden uitgebreid.
Gedurende het verblijf des Konings alhier, zullen alle
rekesten aan Hoogsdenzelven gerigtsteeds aan het
paleis te 's Gravenhageeven als dat te Brussel kun
nen worden bezorgd.
ROTTERDAM den 3 November. De Collecte
welke den eersten dezer binnen deze Stad heefc plaats
gehad ten behoeve der ongelukkigen in de onderschei
den gewesten bedraagt eene som van ƒ9457, 30 heb
bende de inzameling zoo bij de commissie als in de
kerken opgeleverd eene som van omtrent 17000, en
met welke inzameling alsnog wordt voortgegaan.
MENGELINGEN.
MOORD, uit LIEFDE,
O F
REGTSGEDING
VAN
LOUIS A D O' L P H E SURÈAU
te Parijs, 21 October 1826.
Op den 14 September werd te Parijs in de straat
genaamd Ruë de !a Bucherieeen meisje Henriette
Coulon genaamddeerlijk vermoordzij bad eenige
jaren geleefd met zekeren Adolphe Surcau, Paruikma-
ker wonende in de straat Charenton N°.79. Van wien
zij zich sedert eene maand had afgezonderd. Surcau is
den 16 September in hechtenis genomen, des namiddags
om vier ure, juist in dien oogenblik dat hij door ver
stikking een einde aan zijn leven wilde maken in eene
ltam'er welke hij gehuurd had in de straat Ruë deux
Ponts N°. 16.
De justitie en de geheele loop' dezer Regtzaak heeft
op eene geheel en al buitengewone wijze de aandacht
tot zich getrokken niet alleen van het geheele Parijs-
sche publiek maar ook van een aantal vreemdelingen
die zich te Parijs bevondenen onder dezen van deu
Engelschen Staatsdienaar Mr. Canning, die de debatten
en pleidooijen van den aanvang tot het einde toe in
persoon heeft bijgewoonden ook na de uitspraak van
het Hof van Assisesgeene bedenking heeft gevonden
om zich het lot van den beschuldigden aan te trekken.
Dewijl een Staatsman van dien verheven geest als
Mr. Canning door sprekende bewijzen toont hoe op
merkenswaardig hem dit geding voorkwam zoo gelo
ven wij bjj de lezers onzer Mengelingen geene apologie
nodig te hebbenwanneer wij hun de voornaamste
bijzonderheden van dit merkwaardig procesuit echte
bronnen geputmededeelen.
Wij beginnen met de opgave der daadzaken welke
deels uit het arrest van renvooi der kamer van beschul
diging Koninklijk Geregtshof van Parijsdeels uit de
bekentenissen en depositiën der getuigenwelke gehoord
zijn tegen Louis Germain Adolphe Sureau, oud 21 ja
ren Paruikenmakers Knechtbeschuldigd van moord.
Assassinat. j
Het was op 14 September 1826, ten half acht ure,
des avonds dat eene jonge dochter oud naar gissing
20 tot 25 jarenaangesproken werd in de straat gezegd
Ruë de la Bucheriedoor een' nisn die na haar eenige
woorden toegevoegd te hebbenhaaf onderscheiden
stooten of slagen toegebragtwelke men aanvankelijk
geloofde dat niets anders dan vuistslagen waren. Maar
de dader nam ijlings de vlugten wierpop eenen
kleinen afstand, een'dolk van zich, welke door zekere
vrouw Ferret opgeraapt werd. Dit moordtuig werd
door haar in bewaring gegeven aan den Commissaris
van politieen heeft in het proces als overtnigiugs-
stuk gediend.
Het. meisje waggelde op hare voeten en zoude voor
de deur een's Wijnkoopers nedergevallen zijn toen
men naar haar toesneldeen zag dat het bioed haar
overvloedig uit den mond stroomde, en men droeg haar
naar het Hitel ~Dieu daar aangekomen zijndegaf zij
den geest.
Men bevond toenen dit is naderhand door de Ge
nees- en Heelkundigen geconstateerddat zij acht stooten
of steken ontvangen had met een puntig of spits werk
tuig, hetwelk eenen vierkautigen vorm had 5 en dat eené
der toegebragte wonden van dien aard was, dat dezelve
onmiddelijk den dood moest ten gevolge hebben.
Eenige papieren welke men bij haar vonden zekere
inlichtingen, welke daags daarna, 15 September, door
den Kommissaris van politie ingewonnen warendedeil
kenbaar worden dat zij genaamd was Henriette Coition i
tn in naanwe vriendscliaps - betrekkingen stond met
eene zekere Dame BrusliHerbergierster in de straat
PFpé de Bois. Deze vrouw noemde Henriette uit
vriendelijkheid hare Nicht, en zij gaf zich voor hare
Tante uit. Haar man de Heer Brusliwerd naar het
Hotel-Dien genoodigd, alwaar hij dadelijk de vermoorde
jonge dochter herkende voor Henriette Coulon.
Hij meende dat de bedrijver van dit gruwelstuk nie
mand anders was dan Adolphe Sureau Paruikenmakers
Knechtdie met de meergemelde Henriette Coulon als
bijzit geleefd had, maar door haar verlaten was sedert
Augustus laatstledenhetwelk hem eene hevige smart
veroorzaakte. De Heer Bruslé voegde daar nog bij
dat Sureau daags te voren eenen brief vol met bedrei
gingen aan dat meisje geschreven had. Onderrigt dat
Adolphe Sureau woonde in de straat Deux ponts lie saint
Louisbegaf de Kommissaris zich derwaartsmen
klopte aan zijne deurdoch vruchteloosniemand gaf
eenig antwoord. Men moest eenen slotenmaker ontbie
den om de deur te openen. Een bekken met kolen was
aahgestoken midden op de kamer de schoorsteen was
rondom digt gemaakt nfet een deksel. Adolphe Surcau
lag uitgestrekt op eene matras. Op de schoorsteen werd
een brief gevonden, welke de bekentenis zijner misdaad
inhield. Sureau werd nu ook naar het Hotel-J)ieu
vervoerdaldaar werd hij verpleegden weldra her-
kreeg hij het gebruik zijner zintuigen en bewustheid.
Het lijk van Henriette Coulon werd hem vertoond en
hij herkende hetzelve dadelijk.
De instructie heeft kenbaar doen worden, dat Hen
riette Coulon in concubinaat met Adolphe Surcau leefde
maar dat zij onophoudelijk gekweld door zijnei) minnenijd
en door de bedreigingen welke hij telkens deed van
zich het leven te zullen benemen en haar mede om te
doen komen welke bedreigingen hij reeds eenmaal ge
poogd had ten uitvoer te brengen op zekeren avond dac
hij eene kagchel vol met kolenop hunne kamer aan
gestoken hadj zij hem eindelijk verlaten had in de
laatste dagen van Augustus jongstleden.
Sureau had sedert dien tijd naar alle gelegenheden
uitgezien om baar te spreken en haar over te halen 0111
zich met hem te vereenigen; maar zij had volstandig
zijne tegenwoordigheid vermedenof zijne voorstellen
van de hand gewezen.
Op den iaden September bezorgde hij een brief aan
de Moeder van het Meisjewelke bedreigingen be
helsden die spoedig van eene dadelijke uitvoering ach
tervolgd zijn geworden. Het ongeluk wilde dac llen-
rietté's Moeder hare Dochter niet ontmoette, en zij dus
niet in de gelegenheid was om haar dien brief ter hand
te stellen.
Op den I3den September ging hij zekeren Sloten
maker (Jie zijn vriend wasSteyers genaamd opzoe
ken hem verzoekende om 111 een houten steel of
liandvast de punt van het lemmer eener floret vast te
maken. Hij wendde voordat hij dit werktuig noodig
had om gaten te boren in houten bollen op welke hij
de paruiken die hij maken moestwilde vast hechten.
Op den 14de» September ging Sureau, die nu bec
wapen door Steyers gereed gemaaktbij zich had
ongeveer om twee of drie uren 111 den namiddag uit den
winkel van zijn Meester, begaf zich naar Mejufvrouw
Bruslé en vroeg naar Henriette. Daar men hem zeide
dat men niet wist waar zij wasdronk hij eene flessche
bier en ging uit met twee zijner kameraden Bouchard
en Prevost genaamd. Zij gingen te zamen in onderschei
dene wijken der stad rondgedurende deze wandeling
sprak Sureau van Henrietteen gaf hij zijn voornemen
te kennen om krijgsdienst te nemen in een regement,
ten einde zich van haar te verwijderenen te beproe
ven of hij haar zoude kunnen vergeten. Hij voegde
echter daar bijdat hij haar nog eenmaal verlangde te
zien. Toen hij nu in den avond met zijne beide kame
raden huiswaarts gaande door de straat de la Bucherie
kwam, bragt eene jammerlijke noodlottigheid Henriette
Coulon geheel onverwachts voor hunne oogen. Sureau
haar bespeurd hebbende, riep uit: Ach, daar is zij
ik moet haar spreken I Hij verliet Bouchard en Prévost
die nu alleen hunnen weg vervolgdenonbewust vaa
de sliuksche ontwerpen van hunnen vriend.
Sureau nu bij Henriette genaderd zijnde ging eenige
stappen met haar voort,! en deed haar het voorstel oin
in een Wijnhuisdat daar vlak tegen over waseea
glas wijn te gaan drinken, hetwelk zij echter weigerde.
Toen was het dat Sureauhet wapen hetwelk hij onder
zijne kleederen verborgen gehouden hadvoor den dag
halende acht steken aan Henriette toebragtde vlugt
nam en den ponjaard van zich wierp. Onmiddelijk na
het bedrijven dezer misdaad liep Sureau tot bij zijnen
Meester Mahystraat Chareuton N°. 79. Hij ging.
vervolg op den kant van deze 'oladz.