h w" a ra o 2L a. a> d ns- g fe< s *a o <-> 3-öt Q <o H I l^-as-i-S"^.-^! 1 2 o - OS £3 CO L\ t: V, -5- d. n> §-5. ti> g ~'^- ï3 P- V cr= 3 ?S S o 13 3 ?fO m 3=3 s I vo U J- s n> a g.S'loS'"" a - „S-1§ a-l fS Oct?'-' M 2 2 d N.- i- l§Ï3 3-f l-l S"< g g» g re a- a.2.s- g g-_ ^3 &"a.S H-b-2- 3 3 8 ?.re 2.-'- 7? o a 'aMC 31 3 Cfq - Q. Q. C 2 Q p O- O CT" Q a r,_ a> 3 r o <5 -a «"Is S S j£ o n C- Z 3 2 S*- S crq crq S 2- re 2 crq era X3.2?. O N 2 S-» a- 8. f0 P5 N —- 5 K S g ■3- S- t 3 S* 2 Oq J N N CU D- 2i -ET b 2 Ë-'-^'- i_S 2.^-ra Ë.'-S 2.crq n p o c: 2 ;x ftw £•",_- 2 o «S3 N^g^O 2" S »ts^S-^sSS8SSBo.& 3 O N o o 53 O 2*=; 2 5 3 2 Q W 3 <3 O CD t C? g 2 1 O <T> rr g 5-»TJ - s's-s "o—S 3" S31Sa3„ 3 a 2 tL*c E 5.2.dS a - s 3HS3-a.Sosi?5g g;| St3 v,.?| 3 3 0-3<<^^ !"3gg.|||&s:-||8 o-g-sis Vq Cb cr=i a rl< 3.d5-« 2. s 2 S-S; o Cb £8 3 tü=?' E N. Naar men. ver- 8o onderoflicie- N a n> o crq "O fX> V5 o cr* rr a o -. a* a o a o Si. ft. - a. 33 2 N D- a O a. n j a r q cL r? a o *U a n> 5 aj a - t3*nb<cbx*o^cr,3*s* e' •-=: 2 m a 3- 2 f—1 aw^j^-^?r—- >__o)< -?« g - ra i fo S >- aï]- S - ra n ,3 o-n, g^g-o-s O.N.2 n CA 3 a n Q- m a Cb 2 Q ii a-2 3 ffQ ÊL 3 rS a a- <- o S ---a: a a o S ïi-aS"?'- »™5! a* _.m__ Jt 3 irpo"h!<trq2N a ft) O g n> I o-2 rr* O a O O p! fp c2^°a3 2 o --n a ?Trto r—2 n aCb$" o- c.o o^ So!3S3 -^o 3 S. Co "i a n> re -. n t 9 cr-a - 2 N 1 2- c. i- a crq N -• w aq a a*.2 si ru <3 J jq art) a c.2^0.- 0.0 a =^a S" ra S O era- n> £3*2 2 /-\ 3 O Cb cr* Ci. pj ro s S ttö a °- (T> 5 a o 0 ?r-o C=3 i g S m O P, X. rs r-r* S?- O cm M r, O G 3 2 - S3 o-< ►J 5> 2 5' O a O 3. k. a o a ^9-2. a --o< to a vd e cc^oS~ ^Sgl'S ti"* - M W o rt ,u r a. 2 wO 3-5 n c"5 C a o 9 a* o ft>or2 S v> O Cb a o a Li crq o a o a -i «j> a "ooooa S w a S S m cre- g v§ a 3 8.S" C crq I O rt> ro Q. 2 s S;3 2^ Ss S C-T3 Sj" ra m S> N 2 c. O £3 crq 2 a -O 5 n- 2 ■OS'S ÊL^Öq'^S ü-OOg =(p a ^-" Ö--0 V rp a- a o T h ra v oo0-, S:SB§*3SSaS.Sg-Bs" r £j-"3crqCbrr o 2 a3 i. - 2 2 O S*J^ °- C^-.^a-jaCXacjOja23 - a. i" 2 1 2 2 as üi? 3fS' 2 2-a pa rp n> bb a 3 a a: ~- O CD i5 Een brief uitBrodi, in Gailiciedato 13 dezer, door een handelhuis van Parijs ontvangenbevat de volgende zinsnede: n Daar onze gemeenschappelijke vrienden j. R. en j-, Comp.de tijding van de Russische troepen over de "n Prutli niet wisten, meid ik 11 bij dezendat het korps van den Generaal Witgenstein den 27 September 9 Occober) die rivier inderdaad overgetrokken is." Het Journal des Debats maakt hierop deze aanmerking Ofschoon dezelfde tijding op de Beurs in omloop geweest zij en de Joodsche handelhuizen van Brodi als zeer vele betrekkingen met Odessa hebbende lig* telijk tijdingen uit Bessarabien bekomen kunnen geloven wij niet, dat de overtogt over de Pruth op het ge zegde tijdstip hebbe plaats gehad; maar het was zeer mogelijk, dat er het bevel uit Moscou toe kvvanie wanneer de gemelde aanneming van' het Ultimatum waarmede de Turken slechts tijd zoeken te winnen, ter kennis van den Keizer zal gekomen zijn." Daar tegen leest men in het Ministerieel dagblad het volgende Een koerier, gisteren van Petersburg in twaalf dagen aangekomen, brengt de tijding mede, dac de Keizer volkomen voldaan is met den uitslag der confe- rentien van Ackerman. De Russische nieuwstijdingen zijn vol van' de nieuwe overwinningen door de Russen op de Perzen behaald." Het Hof van Rekeningen zal den 3 November weder plegtig hare zittingen beginnen. Voor het eerst zal deze plegtigheid door eene Mis van den Heiligen Geest worden voorafgegaan, Zijne Emiuentic de Aartsbisschop zal dezelve bedienen. Den 3 November aanstaandeden dag dat de tribunalen hunne zittingen hernemen en den naamdag van den Koning voorafgaande, zal het gedenkceeken ter eere van Malesherbes in het Paleis der justitie opgerigt ontbloot worden. Heden ware de 5 pCts. 99 fr. 40 c.de 3 pCts. 69 fr- 55. De Bank-Achtien 2050 fr. NEDERLAND BRUSSEL der eerste November, neemt hebben meer dan 200 soldaten ren en ook verscheidene officieren zich alhier aange^ meld om bij de-compagnie vrijwilligers, voor den dienst in de Oost-Indien te worden geplaatstzoo dat de vrijwilligers zelve ten dien aanzien hebben moeten loten. Men verneemt uit Namen., dat zich ook aldaar reeds een aantal van 130 manschappen heeft aangegeven en men verzekert, dat de maatregel mede tot de kavallerie en artillerie zal worden uitgebreid. Gedurende het verblijf des Konings alhier, zullen alle rekesten aan Hoogsdenzelven gerigtsteeds aan het paleis te 's Gravenhageeven als dat te Brussel kun nen worden bezorgd. ROTTERDAM den 3 November. De Collecte welke den eersten dezer binnen deze Stad heefc plaats gehad ten behoeve der ongelukkigen in de onderschei den gewesten bedraagt eene som van ƒ9457, 30 heb bende de inzameling zoo bij de commissie als in de kerken opgeleverd eene som van omtrent 17000, en met welke inzameling alsnog wordt voortgegaan. MENGELINGEN. MOORD, uit LIEFDE, O F REGTSGEDING VAN LOUIS A D O' L P H E SURÈAU te Parijs, 21 October 1826. Op den 14 September werd te Parijs in de straat genaamd Ruë de !a Bucherieeen meisje Henriette Coulon genaamddeerlijk vermoordzij bad eenige jaren geleefd met zekeren Adolphe Surcau, Paruikma- ker wonende in de straat Charenton N°.79. Van wien zij zich sedert eene maand had afgezonderd. Surcau is den 16 September in hechtenis genomen, des namiddags om vier ure, juist in dien oogenblik dat hij door ver stikking een einde aan zijn leven wilde maken in eene ltam'er welke hij gehuurd had in de straat Ruë deux Ponts N°. 16. De justitie en de geheele loop' dezer Regtzaak heeft op eene geheel en al buitengewone wijze de aandacht tot zich getrokken niet alleen van het geheele Parijs- sche publiek maar ook van een aantal vreemdelingen die zich te Parijs bevondenen onder dezen van deu Engelschen Staatsdienaar Mr. Canning, die de debatten en pleidooijen van den aanvang tot het einde toe in persoon heeft bijgewoonden ook na de uitspraak van het Hof van Assisesgeene bedenking heeft gevonden om zich het lot van den beschuldigden aan te trekken. Dewijl een Staatsman van dien verheven geest als Mr. Canning door sprekende bewijzen toont hoe op merkenswaardig hem dit geding voorkwam zoo gelo ven wij bjj de lezers onzer Mengelingen geene apologie nodig te hebbenwanneer wij hun de voornaamste bijzonderheden van dit merkwaardig procesuit echte bronnen geputmededeelen. Wij beginnen met de opgave der daadzaken welke deels uit het arrest van renvooi der kamer van beschul diging Koninklijk Geregtshof van Parijsdeels uit de bekentenissen en depositiën der getuigenwelke gehoord zijn tegen Louis Germain Adolphe Sureau, oud 21 ja ren Paruikenmakers Knechtbeschuldigd van moord. Assassinat. j Het was op 14 September 1826, ten half acht ure, des avonds dat eene jonge dochter oud naar gissing 20 tot 25 jarenaangesproken werd in de straat gezegd Ruë de la Bucheriedoor een' nisn die na haar eenige woorden toegevoegd te hebbenhaaf onderscheiden stooten of slagen toegebragtwelke men aanvankelijk geloofde dat niets anders dan vuistslagen waren. Maar de dader nam ijlings de vlugten wierpop eenen kleinen afstand, een'dolk van zich, welke door zekere vrouw Ferret opgeraapt werd. Dit moordtuig werd door haar in bewaring gegeven aan den Commissaris van politieen heeft in het proces als overtnigiugs- stuk gediend. Het. meisje waggelde op hare voeten en zoude voor de deur een's Wijnkoopers nedergevallen zijn toen men naar haar toesneldeen zag dat het bioed haar overvloedig uit den mond stroomde, en men droeg haar naar het Hitel ~Dieu daar aangekomen zijndegaf zij den geest. Men bevond toenen dit is naderhand door de Ge nees- en Heelkundigen geconstateerddat zij acht stooten of steken ontvangen had met een puntig of spits werk tuig, hetwelk eenen vierkautigen vorm had 5 en dat eené der toegebragte wonden van dien aard was, dat dezelve onmiddelijk den dood moest ten gevolge hebben. Eenige papieren welke men bij haar vonden zekere inlichtingen, welke daags daarna, 15 September, door den Kommissaris van politie ingewonnen warendedeil kenbaar worden dat zij genaamd was Henriette Coition i tn in naanwe vriendscliaps - betrekkingen stond met eene zekere Dame BrusliHerbergierster in de straat PFpé de Bois. Deze vrouw noemde Henriette uit vriendelijkheid hare Nicht, en zij gaf zich voor hare Tante uit. Haar man de Heer Brusliwerd naar het Hotel-Dien genoodigd, alwaar hij dadelijk de vermoorde jonge dochter herkende voor Henriette Coulon. Hij meende dat de bedrijver van dit gruwelstuk nie mand anders was dan Adolphe Sureau Paruikenmakers Knechtdie met de meergemelde Henriette Coulon als bijzit geleefd had, maar door haar verlaten was sedert Augustus laatstledenhetwelk hem eene hevige smart veroorzaakte. De Heer Bruslé voegde daar nog bij dat Sureau daags te voren eenen brief vol met bedrei gingen aan dat meisje geschreven had. Onderrigt dat Adolphe Sureau woonde in de straat Deux ponts lie saint Louisbegaf de Kommissaris zich derwaartsmen klopte aan zijne deurdoch vruchteloosniemand gaf eenig antwoord. Men moest eenen slotenmaker ontbie den om de deur te openen. Een bekken met kolen was aahgestoken midden op de kamer de schoorsteen was rondom digt gemaakt nfet een deksel. Adolphe Surcau lag uitgestrekt op eene matras. Op de schoorsteen werd een brief gevonden, welke de bekentenis zijner misdaad inhield. Sureau werd nu ook naar het Hotel-J)ieu vervoerdaldaar werd hij verpleegden weldra her- kreeg hij het gebruik zijner zintuigen en bewustheid. Het lijk van Henriette Coulon werd hem vertoond en hij herkende hetzelve dadelijk. De instructie heeft kenbaar doen worden, dat Hen riette Coulon in concubinaat met Adolphe Surcau leefde maar dat zij onophoudelijk gekweld door zijnei) minnenijd en door de bedreigingen welke hij telkens deed van zich het leven te zullen benemen en haar mede om te doen komen welke bedreigingen hij reeds eenmaal ge poogd had ten uitvoer te brengen op zekeren avond dac hij eene kagchel vol met kolenop hunne kamer aan gestoken hadj zij hem eindelijk verlaten had in de laatste dagen van Augustus jongstleden. Sureau had sedert dien tijd naar alle gelegenheden uitgezien om baar te spreken en haar over te halen 0111 zich met hem te vereenigen; maar zij had volstandig zijne tegenwoordigheid vermedenof zijne voorstellen van de hand gewezen. Op den iaden September bezorgde hij een brief aan de Moeder van het Meisjewelke bedreigingen be helsden die spoedig van eene dadelijke uitvoering ach tervolgd zijn geworden. Het ongeluk wilde dac llen- rietté's Moeder hare Dochter niet ontmoette, en zij dus niet in de gelegenheid was om haar dien brief ter hand te stellen. Op den I3den September ging hij zekeren Sloten maker (Jie zijn vriend wasSteyers genaamd opzoe ken hem verzoekende om 111 een houten steel of liandvast de punt van het lemmer eener floret vast te maken. Hij wendde voordat hij dit werktuig noodig had om gaten te boren in houten bollen op welke hij de paruiken die hij maken moestwilde vast hechten. Op den 14de» September ging Sureau, die nu bec wapen door Steyers gereed gemaaktbij zich had ongeveer om twee of drie uren 111 den namiddag uit den winkel van zijn Meester, begaf zich naar Mejufvrouw Bruslé en vroeg naar Henriette. Daar men hem zeide dat men niet wist waar zij wasdronk hij eene flessche bier en ging uit met twee zijner kameraden Bouchard en Prevost genaamd. Zij gingen te zamen in onderschei dene wijken der stad rondgedurende deze wandeling sprak Sureau van Henrietteen gaf hij zijn voornemen te kennen om krijgsdienst te nemen in een regement, ten einde zich van haar te verwijderenen te beproe ven of hij haar zoude kunnen vergeten. Hij voegde echter daar bijdat hij haar nog eenmaal verlangde te zien. Toen hij nu in den avond met zijne beide kame raden huiswaarts gaande door de straat de la Bucherie kwam, bragt eene jammerlijke noodlottigheid Henriette Coulon geheel onverwachts voor hunne oogen. Sureau haar bespeurd hebbende, riep uit: Ach, daar is zij ik moet haar spreken I Hij verliet Bouchard en Prévost die nu alleen hunnen weg vervolgdenonbewust vaa de sliuksche ontwerpen van hunnen vriend. Sureau nu bij Henriette genaderd zijnde ging eenige stappen met haar voort,! en deed haar het voorstel oin in een Wijnhuisdat daar vlak tegen over waseea glas wijn te gaan drinken, hetwelk zij echter weigerde. Toen was het dat Sureauhet wapen hetwelk hij onder zijne kleederen verborgen gehouden hadvoor den dag halende acht steken aan Henriette toebragtde vlugt nam en den ponjaard van zich wierp. Onmiddelijk na het bedrijven dezer misdaad liep Sureau tot bij zijnen Meester Mahystraat Chareuton N°. 79. Hij ging. vervolg op den kant van deze 'oladz.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1826 | | pagina 2