Z.' I
re
re
ra
N
re
re 3
re
ra 0
roq -H.Ï« c-
2 \T i
i X CP
S-
aa
M o
3 5 3 S
x i- I 2
2. a 3
"t pr o- cr 3*
O o n»
O g m r.-5
N O
r3 O
j
*w3 5
(V t
1 fp re
N B o'S's'S-g Ür8 S"|
18^8*0 "g-lg-i-.S-'H-l
fJMP_ro?f)o 2aT,o5-
o cl o CK g £*c£ >3 3 TL o
as Q O f~>
c- c; '«ra =3 o" J5 crq crq 3
,3 O 3
<x. ro< vi
i S S B
lOP. fOnOm
r". t ciS •-, Cfq
-J 3
fs'o-a
as 3 c/»
i O 5 3
C ?P 3
2. 3.
^3 o
w C^gq
tl 3 ta O rt
SS-'SgissS-g
s saSSgsAs
§"?n fTst-g 3 3
ra era: --• o ra.. o
~!'3 J» g 3 S'
o-^ra c S 1
0»3fDD3'nQ'-»
2*S
j: o o
ft)
3 3* re 2
re o
o S.B
►o O 3
- - S*-
gs 3 2. N
I3 a- o
era era'5'
«-» crq
2. O
re o
3*. o /-> ft) 3*
ft) "i r-t 3
aq k re re
rt> crq
C c ss ft) crq
a a 3
S3
"QtlQ.BtJK'tnfDNHNOtn
!3d30
w O O O O rtt U
d o-n S'P i:
j ft)f-»G33C- ft)3'~T
V3 3 r-r" 3 xS
egg
o.»- H.er" =-
s re- 3 "53 g-a.|«8 3 5- g
'a?..MS"«2 ra3'ca
re o
re
og-Soö? ^3."
S^s-J Q-.
?r
'-) 3 crq -. 2 v) 3' f*"
.-. re 3 o 2 J? r->
2 oq 3- 2, re 2 re fl
crq
eraeSS,=-;ga.n-"g^-':'"=t"
3-2 re^o.?r
5 a B A. N o n
3 ra 5 D 2 ".Si.uq -
re a 3 -» b*% o q 5;
ill i-gf ïfSïri"- s-s
3 is." S3 r-» v. ft) i. 03 y—-j «-J
I O
p *-1
■t.o-crq
o o 2;o o-
3 o >-t re
^"o Is2." S-S s aS-g-s s
S f i S ES 1" g-3
a j 3 t? c; -i <^0—3
g-l-?
Kg- a r3 ^t-1 3 £."0 Q-re CT
a. greg 2»2_.°c3ago
r3po-K5s *ss
re n 5'- 9. P s o 3 3
S S ra g- 5 g
8 o tSea =ire2ea
li-SS-eg -g-3 g^l^era
cu <5'a>"a^Sa<ra5:oFr
NEDERLANDEN.
BRUSSEL den 5 October. Z. E. de Graaf van
Celles, Minister van Zijne Maj. de Koning der Neder
landen bij het bof van Romeis gisteren avond ten
10 uren, van bier naar l'argo vertrokken, 0111 van
daar zijne reis naar Rome voort te zetten.
De brieven sedert eenige dagen van Ostende ontvan
gen, komen daarin overeen dat 'de Justitie eindelijk
bevestigd heeft, dat de ramp die déze ongelukkige
stad in rouw dompelde, liet werk der kwaadwilligheid
is. Volgens algemeen verspreide geruchten, schijnt
het dat de lont den 19de eenige minuten vóór de uit
barsting aangelegd is. Eene omstandigheid zeer geschikt
om aan dit gerucht alle schijn van echtheid bij te zet
ten is de zelfmoord van zekeren Liefmamden isten
dezer, volvoerd. Deze ongelukkige was den 30 Sep
tember 1. I. voor den regter van inscructie geroepen
om rekenschap te geven van eenige gesprekken door
hem te "Ostende na de ramp gehouden. Min heeft in
het bureau waar hij zich opgehangen heeft, een met
potloot geschreven briefje van den volgenden inhoud
gevonden.
Waarde Ouders!
[k heb meer verklaard dan ik bewijzen kan ofschoon
onschuldigben ik nogtans in gevaar 'van vervolgd te
worden. Nogtr.ns heb Ut alles gezien wat ik gezegd heb.
Per/reet uwen ongelukkigen Zoon.
getcckend H. Liefmans.
Men verzekert dat de provinciale Staten van West-
Vriesland besloten hebbentot het doen van eene
Kollecte ten behoeve der ongelukkige inwoners op de
gansche uitgestrektheid dier provincie.
GEND den 6 October. Den 3den dezer, des namid
dags ten 3 uren is het Akademische Palcis piegtig in
gewijd. De Rector Magnificus heeft aan zijnen opvolger
de teeltenen zijner waardigheid ter hand gesteld, en de
medailles aan de jeugdige schrijvers der bekroonde ver
handelingen (zie onze vorige) uitgereikt. De vergade
ring was luisterrijk en nog talrijker bij het uitdeelen der
prijzen van het Koninglijk Akademie der fraaije kunsten.
De Heer Resteloot heeft twee redevoeringende eene
in de Latijnsche- en de andere in de Hollandsche taal
gehouden. De Heer HaujfRector voor het volgend
Akademie-jaar heeft inet weinige woorden geantwoord.
o
S o
era re
o S
B 5*
"O-
ia crq
>3
e
"2 2^ gN£I<Og£,fï
2 3* X. 3OI«(EOOQ7(T
3 3 n> 2 o re^ 5 3
w 2 re
3 O 3 g-re -
<"d 5 fo SL n_ re ca
o D- N -1
3* Q O O 0 0 2
oa22 2.oSo;-s g-
x,-§ g1®
<D a 'J i"
w, 9 n> 2L
3 "3 9 2 2
re 3. re
O
ra g.§
iï-Ire
re 3
s.l
S 1
ró 2
O
Cfq
S-o 5
---.-reïigi.3-
g-s %a 3 S<S 2 §.3
3 ■o' 3 g 9-15
3 2
re 3 t—aq o
«rsg-fir8»
o--3 S 2
uw «3" 'S. 2
Q
v re
3 re
a
Sr-A3
a JS*
3 a. re
N
O
re re
fD
re
2.0 2 x
a re
a
crq' 2
a' S
_0q b
Eg
S 3 n.
3 |o S
o aa«
3 re re
3"
MENGELINGEN.
NIEUWSTE BESCHOUWING
DER
KULKANEN.
Het doet voorzeker aan het wetenschappelijk streven
en den onderzoeltlievenden geest van onzen tijd de
grootste eer aandat zoodra in een der duisterste
getjeeiten van de natuurkundige wetenschappen ook
zelfs', maar een eenige lichtstraal heeft kunnen gebragt
worden, onmiddelijk duizend hoofden en-pennen zich
onledig houden, om de opening, door welke de straal
van licht ingedrongen is, te verruimen, en dat dit
werkdadig streven bijkans altijd met eenigerleidikwijls
met zeer vele goede gevolgen bekroond wordt. Onder
andere takken der natuurkunde, levert de Geologie, die
lievelings-studie van het tegenwoordig levend geslacht
een der sterkste bewijzen op tot staving en bevestiging
dezer stelling. Vijftig jaren geleden schier bespot
verkreeg deze wetenschap allengs meer vaste en meer
wetenschappelijke gronden door IVallerLehmanWerner
en Foigt. Er zijn nog slechts weinige jaren sedert den
dood dier beide laatstgenoemde natuur - onderzoekers
ra 3'
O.T3
CL.
a 2 - ra S n ra n
a^S-S_ g"2&-raarai
1 •re«"»«*.Oi,3333
re ia cn »2
3* O
O *3 G- C o Cu
C L re re 3
Cl. 3 N 3 G>
°2 re re •►q
c
=3
w-S 2
2.2.0 crq
5'< 3 p-re
«5' 2
o 0
re re g
A^',ar. c
2. re
Oa^"1 o
o re 3
ra 8
w! re
5 n.="< S:
S re aa*
2.3 2 re
C, fD -t
Kcr
>i g re 2!
èo raS'
5 S Bicra.S-
fe-" ""'qS
ral?
A- O - N
L g-" ra a:
O 0
O'S -.
tb: re 'st
.2. g-re^^
re'^S spo g <J
2 m 3 2 2
a* S
W F-» 3 r— 2 H W
3 P3 cr -* 3o
-1 53 re re cl
re n
- t-ra-ra g 3-
S-- S v i1
o. M a.
S k»
m ra
ra' -
i' 3 S
D.H ra
FT O.;? ra
'■lb: re -»
3 q-
'2gS-5
r» H-re 3 N
M D C 0 3 (5 r
re 7* 3 «A 3 -t
c- re
3: o 5 re 3 crq -d
23ar1^2o^
o g i
2. 3 m 2. a
S S;3 S
^2 9* 3 crq
n o i± o,
0-0 5 crq crq o o 3
■hSI:
2 cr-3 crq o
o 3 =r re 2 O
2 Q-r^'
*3 2^
3* 2
re re -t
3
o- S'O
- ra
ra ra 3
ra. ra P3
ra ra-ra -
1 <R ra
-1 S 8 a"2
ra ra 3 o
verloopen en echter is datgene wat zij verrigt hebben
heden uaauwelijks voor iets meer dan een eerste licht
straal in eenige hoeken van den geologischen doolhof
geworpente houden. Het licht der nieuwste waar
nemingen overschijnt die eerste schemeringen ten deele
verre wegten deele ook doet het derzeiver onvolle-
ledigheid meer kenbaar worden en doet dezelve als
't ware verdwijnen. Een enkele tak der natuurkun
dige geografie en geologie, te weten: de Vulka
nische natuurverschijnselenheeft in den allernieuw-
sten tijd bij uitnemendheid de opmerkzaamheid der
natuur - onderzoekers tot zich getrokken, en bij voor
keur hadden deze verschijningenwelke in de diepste
verborgen schuilhoeken zich vormen, behoefte aan de
zorgvuldigste toelichting doen gevoelen. Nadat men
zich lang genoeg met weifelende en onzekere hypothesen
beholpen had, zag men eerst door HamiltonSpallan-
zuniDolomieuFaujas St. Fond en weinige anderen
eenige bruikbare bouwstoffen tot proef-ondcrvindelijke
stellingen bijeenbrengenop welke het mogelijk werd
een aantal stellingen tot verklaring en opheldering voort
te bouwen; en het waren eerst Humbold en Buchdie
hunne eigene grondige waarnemingen hier bijvoegende,
van alles wat zij vonden op eene doelmatige wijze
wisten partij te trekken, om de hoofdtrekken tot eene
schets van het duistere doolhof te ontwerpenwaarin
de zitplaats dier merkwaardige verschijningen te zoeken
is. Grootzeer groot nut hebben de 'beide laacstge.
noemde mannen tot opheldering van de Theorie der
Vulkanen aangebragtaan hen heeft men indedaad de
eerste verstandige en heldere beschouwingen dier natur-
verschijnselen te danken. Echter bleven er altijd nog
eenige ten eenemale duistere hoeken in dien doolhof
overigin welke men nog niet in staat was licht te
kunnen brengen, en welke liet in de andere gedeelten
reeds aangebragte licht zoodanig onderscheppen dat de
leidende straal altijd weder scheen te verdwijnen. Thans
is er in Engeland een schepper eener geheel en al
nieuwe kulkanen-theorie opgetreden, die 111 het verleden
jaar zijn srcisel aan de wereld heeft medegedeeld in een
werk, wellis titel aldus luid: Considerations on volca
no sthe probable causes of their phenomenathe Laws
N'tich determine their marchthe disposition of their
productsand their connexion with the present state and
past history of the globe leading tho the establishment
of d new theory of the Earth by G. rOUT-BTT scropf.
Esq. 1825 250 p. 8p<?. met drie koperplaten co
steendruk, tabellen en vele houtplaten.
Nu is de vraag of de Eugeischman Scrope at het
duistere heeft toegelicht? en hoezeer deskundigen, zoo
wel in Duitschland als in Engeland zelvedeze vraag
niet volstrekt toestemmend beantwoorden, zoo erkennen
zij toch alle, dat hij als liet ware op dé schouders dier
eerbiedwaardige geleerden zich geplaatst hebbendeveie
diepten ontdekt heeftdie men niet zoo ras had durven
hopen té zullen bespeuren en langs welker rand men
dikmaala gerustelijk pleegde voort te wandelen, zonder
dezelve eenmaal te ontwaren.
Scrope's arbeid is eene gewigtigemen inag wel zeg
gen hoogst merkwaardige bijdrage tót de natuurkundige
aardrijkskunde, en men houdt het algemeen daarvoor,
dat dezelve een nieuw tijdvak in de geologie daarstellen
en op de ontwikkeling derzelvevoor eene lange toet
komst den uitgebreidsten invloed hebben zal.
Dit werk wordt ook tevens als een voorbeeld aangeï
prezen ten aanzien der wijze van behandeling van natuura
geschiedkundige onderwerpen van een zoo duisteren aard
als deze zijnwelke de wording en den toestand der
Vulkanen bevatten ook zelfs met opzigt tot de manier
waarop stoutmoedige onderstellingen wel en met eené
zekere gewisheid gevestigd kunnen worden, en met
opzigt tot liet moeizame welberaden voorwaarts streven
in de gevolgtrekkingenzij is eindelijk een bewijs ven
het verheven talent en de scherpzinnigheid des schrij
vers. Aan sommige beoordeelaars is deze Theorie wat
al te woordenrijk toegeschenen, doch andere zijn vsn
begripdat bij de door den Auteur gekozene bijkans
mathematische methode, bij de voortgang van eene stel
ling tot de andere wel niet een eenig woord en zc!:s
de voorkomende herhalingen geenszins overtollig zijn
en wij boopendat wanneer dit werk eenen Nederland-
schen vertaler mogt verkrijgen, reeds heeft een zeker
Heer NSggerath eene Hoogdnitsche vertaling aangekon
digd deze niet op den inval zal komen om "het oor
spronkelijke werk hier en daar te bekorten en slechts te
épitoméren. Het werk heeft de meer wettige aanspraak
om met bedachtzaamheid en regt grondig bestudeerd te
worden.
De omstandigheiddat bijkans iedere ook nog zoo
kleine stellingwelke in dit boekwerk voorkomteen
wezenlijk deel van den gang der idéën in het gansche
werk uitmaaktmaakt de taak nog al meer moeijelijk
om een beknopt overzigt van den inhoud dezer ge'neele
arbeid te geven. Het bestek binnen hetwelk wij be
perkt zijn gedoogt ook nietalles mede te deelen wat
wij wel gaarn zouden willen mededeelen of uittrekken
wij moeten ons derhalve vergenoegenslechts de voor
name hoofdtrekken aan te wijzenwelke het geheel
eenigermate karakterisérenom daar door de vrienden
der Natuurkundige Geographie tot eene eigene beoefe-
'ning van dit gewigtig en uitmuntend werk uit te lokken.
De vereischte definition en de beschrijving der Vulka
nische verschijnselen laat de Auteur voorafgaan, eu hij
ontwikkelt in het tweede hoofdstuk dadelijk zijn hoofd
denkbeeld, gestaafd met de behoorlijke daadzaken, uit
welke hetzelve geput is. Elastieke uit het binnenste
der aarde opwellende of opstijgende vloeistoffen zijn het
hoofdorgaan in de Vulkanische verschijnselen gelijk men
in het bijzondere uit het steeds durend opkoken der
vloeibare Lava in voortdurend uitwerpende Vulkanen
(zoo als Stromboli) noodzakelijk besluiten moet. Over
deze soort van hoofdwerkmidde! (agens) was men liet
na de waarnemingen van Humbold en Buch reeds eens,
Onder de Vulkanische kelken is een voorraad van altijd
durende vloeibare Lava voorhandendie tot eene zekere
en onbekende diepte nederwaarts gaatdeze gedachte zal
men vóór Scropebij geeuen anderen schrijver vinden.
De Elastieke vloeistof, welke de. Vulkanische verschijnselen
en bij name de vloeistof der Lava te voorschijn brengt
is niets anders dan waterdamp. Andere gassoorten
kool- zwavel-zoutzuur-gas en zoo voortskouien
weinig ot geheel niet, en altijd slechts toevallig daarbij
in aanmerking. - Dit denkbeeld aldus ontwikkeld De-
hoort ook geheel uitsluitend aan den Heer Scrope. Op
hetzelve hebben hemnevens anderenook de Hum-
boldsche waarnemingenen de hoedanigheden van den
Lavavloed gebragtwelke in de zeldzaamste gevallen
eene alleenlijk door de warmte (Carolie) voortgebragte
smelting, en in de meeste gevallen slechts een uit el
kander wijken der krijstallijne deeltjens eener vooraf
bestaande en weder te berstellene (redintegrerene) grond-
gebergtestofuitmaakt. Den waterdamp die hiertoe noodig
is levert echter het water hetwelk in deze gebergte
soort als verscholen (latent) is. De verhitting der ge-
bergtesoorten tot op eenen zoodanigen graaddat het
in dezelve aanwezige water in damp veranderd worden
kangeschied naar Scrope's voorstellingdaar door
dat volgens bekende, zieh steeds al meer en meer bc.
vestigende waarnemingenin het binnenste der aarde
steeds warmte voortgebragt wordtdie naar opwaarts
streeft; geeft men aan Scrope deze waarneming als eene
daadzaak of als stelling die op de ervaring rust, toe
en vindt men geene zwarigheid in zijne voorstelling
dat zoodanige gebergte-massa'sweike de op de aange
wezene manier verhitte beddingen omgeven bedekken,
en dezelve zoo wel van den dampkring als van den
Oceaan afgesneden houden zulke geringe warmteleidei
zijnen een zoodanigen druk op de verhitte beddingen
uitoefenendat in deze laatste de verhitting spoediger
toenemen moet dan de mededeeling der toevloeiende
warmte aan de daar boven gelegene gebergte-massa'
achtervolgends plaats hebben kandan moet men zijne
geheele overige ontwikkeling van den gang der Vulka.
nische verschijnselen als volkomen juist zameniiangend
(consequent) ja zelfs als volkomen bevredigend aanne-
men. Dewijl nameljjk alsdanop zulke plaatsen alwaar
eene overmaat van de toevloeijende warmte tegen de
afgeleide ontstaat, en tegen dewelke een aanmerkelijke
drukking van boven en zijdwaarts uitgeoefend wordt
CHet vervolg op den kant van deze bladz.)