MENGELINGEN. opening der lessen heeft benaaidde; da opening der lessen, zoo bij de Hooge School ais bij liet Collegium Phiiosophicumdit jaar zal plaats hebben op Maandag den 16 October aanstaande; dat de plegtige' overdragt van het Rectoraat inede dien ciag zal geschiedendat de kweekelingen van het Collegium Phiiosopliictim zullen worden opgenomen, in de wéékwelke met den eersten October aanvangten dat 11a den iaatstcn dier maand geene jongelingen ais kweekelingen zullen aanvaard wordendan alleen met speciale toestemming. Het afbreken van oude gebouwen én muurwerken benevens het bouwen van eene nieuwe stalling, achter het nieuw hotel voor Zijne Koninklijke Hoogheid Prins Fredcrik der Nederlanden, in het Nieuwe - Voorhout «heden alhieraan de Mr. Schrijnwerkers Hofmanen van Gogh, voor eene som van 51,100, publiek aanbesteed. C E NT R A A L - AT D IE. Het schijnt thans mode te zijn om de benaming van Centraal te bezigen in de aardrijkskunde. Men hoort van Centraal-Amerikaen men geeft ook den naam van Centraal - Indië aan dat landhetwelk tusschen den e: en 25en graad noorder breedte, en van den 73e tot den 80° oostelijke lengteof van Chittore in Mewaz noordelijk, tot aan de rivier Taptee in het zuiden, en van Bundelund in het oosten en Guzerat in het westen. Over deze belangrijkeen toch bij het meerendeel der Europeërs zoo weinig bekende, gewesten* is een werk in Engeland uitgekomenhetwelk iioog geroemd en dadelijk geheel uitverkocht iszoodat er reeds eene tweede uitgave in het licht is verschenenmet eeu aantal bijvoegselen en ophelderingen waardoor hetzelve in allerlei opzigten wezenlijk vermeerderd en verbeterd is, en in bruikbaarheid nog oneindig gewonnen heeft. De titel is: A Memoir of Central - India including Malwaand adjoining Provinces'. IVith the History and Copious illt/s~ trations of the past and present condition of that Country. By Major General Sir John Malcolm, 2 volumes ivo.; dat is: Een Gedenkschrift over Centraal - Indië met Malwa ingeslotenen aangrenzende gewesten met de geschiedenis en tnirijke ophelderingen over den vroegeren en tegenwoordigen toestand van dat gewest. De eerste vraag bij zulke werken welke over ver afgelegene oorden handelen, is natuurlijk deze: Van waar heeft de sehrijver zijne berigten ontleenden in hoe verre verdienen dezelve geloof? en dan verneemt men dat zijne betrekking en standdie zoo geheel geschikt waren, om hem de noodige bouwstoffen tot dit werk te verschaffenen waarvan hij op de meest naauwgezette wijze partij heeft getrokken, het aller- voidoenendst antwoord op deze vragen oplevert. In Jatiunrij 1818 werd hij door den Markies Hastings met alle civiele en militaire magt-bekleed en naar Ceutraal- Indië afgezonden vier jaren lang bleef hij aldaaren zochtzoo veel mogelijkzelf en door zijne onder- boorigen, bouwstoffen te verzamelenen een volstandig beeld van den verleden en van den tegenwoordigen toe stand dezer landen te ontwerpen. In een der bijvoeg sels van het tweede deel staan alle personen met name aangeschreven die hem met bijdragen ondersteund hebbenmet opgave tevens welke soort van bijdragen ieder derzelven geleverd heeft; en daar zij allen op de plaatsen zelve uit eigene aanschouwing en door naauw- keurig ingewonnen kondschappen, zich van den staat der zaken hebben kunnen ouderrigtenzoo raag men met flile reden geloof en vertrouwen aan dit gedenkschrift schenken. Eene zoo gunstige gelegenheidzegt Sir John Malcolm zelveom het karakter van alle standen en rangen der inboorlingen van Indië gade te slaat:is Zelden aan iemand in die ruime mate ais aan den schrij ver te benrt gevallen. Zijne ambtsbetrekking stelde hem in staatom over alle dingen de naauwkeurigste berigten te ontvangen, juist in een tijdvak, toen om standigheden van een gansch bijzondere soort daartoe bijdroegen, om elke deugd en elke ondeugd der bij zondere personen zoo wel als der geheele zamenleving ïn werkzaamheid te brengen; en is het hem gelukt om het geene hij kwam te ervarenaan zijne europische iezers met duidelijkheid voor te dragen, dan, zegt hij, is zijn oogmerk bereikt. En de beoordeelaars van s' mans werk zoo wel buiteniandsche als Engelschen geven hem bet volledigst getuigenisdat bij alles zeer bedaard en omzigtig behandelt en zich allerwege on partijdig en gematigd betoont. Als Engelschman ver wijlt bij gaarn bij de uitbreiding van de magt zijner landgenoten, bij de verdelging der woeste horden, die het land onderdrukten en uitzogenen bij het herstel van vrede en ordemaar zij verheelt in geenerlei manier den gevaarvollen moeijelijken toestandin welke de En gelschen zich als veroveraars en wetgevers van Indië bevinden. Het werk begint. met algemeene aanmerkingen over de ligging, den grond, het klimaat, en de voortbreng selen van Centraai-Indiëof der landen, die voor maals tot het gouvernement Malwa behoord hebben. Het geheel is een hoog liggend, vruchtbaar land, dat een mild klimaat, eene zaclrte luchtstreek heeft Onderscheiden hiertoe behoorende punten zijn in de ■lïijlagen breeder uit een gezet. Zoo bevat Appendix II. de geologische aanmerkingen van Kaptein Dangerfield waarbij, een. geënlumineerde plaat gevoegd isvoorts de lengte- en breedte-berekeningen, voor een groot getal plaatsen in Malwa met opgave van derzelver hoogte boven'.de oppervlakte der Zee. Deze laatste wil Dan- gei field niet h oneer geldend, maken dan zij ziindat is iiis bet naast bij de waarheid komende. Maar debreedte- berekeiiingen meent hij dat zeer juist zijndewijl zijne werktuigen en waarnemingen goed waren; minder on twijfelbaar verklaart hij de lengte-berekeningenom dat héns zijn Acroinatische Refractor verloren ging, en lii, zich alleen op twee goede Chronometers en de af. ftanda-ópgaven verlaten moest. Hij nam daarbij ais grond slag ia-:; de door Doctor Hunter waargenomen ligging Oojein in 75" ki' oostelijke lengte. Deze vermelde lengte- en breedte-bepalingen makén ook den grond uit der door Luitenant Gibbirgs ontworpeiïe reeds vroeger aangevoerde kaart van Malwa. Na de aardrijkskundige opgaven volgt eene geschiedenis van Malwa. inhecmsche Vorsten regeerden allereerst in deze ge westen, totdat Mohamedaansche veroveraars indrongen en een deel des lands in bezit namen in steeds durende oorlogen met de Hendus leefden die in verschillende oorden hunne onafhankelijkheid met meer of minder geluk handhaafden tot in het Jaar 1387. Malwa kwam tot het toppunt van magt en bloei onder Mahomed Khilja, van T435 tot 146S. Omstreeks het Jaar 1566 werd Malwa een wingewest van het Rijk des grooten Mögols, die onderscheiden Hindu-Vorsten onder zijne opperheer schappij liet blijven bestaan. Langen tijd was de regering niet drukkend en aan de inboorlingen werd vrije Gods- dienstoefening vergund. Aurcngzeb nam eindelijktot zijn eigen verderf, het besluit, om alle Hindu's tot den Islam te bekeeren. Geen vertoog vond gehoor Sir John Malcolm brengt Onder anderen dat van Jeswunt Singh Rajah van Joudpour bijWanneer uwe Ma- jesteit, zoo schreef deze, ecnig geloof schenkt aan de boekendie bij voorkeur den naam van Godde- lijke dragen, dan vindt gij aldaar dit o'nderrigtdat God de God van alle menschenniet van de Maho- medanen alleen is. Heidenen en IVIohamedanen zijn in Gods oog gelijkhet onderscheid der kleur ontstaat op zijn bevel. In uwe tempels roept eene meuschcn- stem tot het gebed in de tempelen Onzer Goden wordt de klokgeluid; maar allerwege is Hij hetvoor- werp der aanbidding. Wie dienvolgens den Gods- dienst of de gebruiken van andere menschen met verachting bejegent, die neemt den wil des Aller- hoogsten niet in acht." Het ongenoegen, hetwelk uit deze gewelddadige be keeringen zich wijd en zijd verspreidde was oorzaak dat vele inwoners de invallen der Maratten met vreugd te gemoet zagen, en zoo al niet openlijk, dan toch 111 het geheim, in de hand werkten. De Maratten poog den door list en geweld zich vast te nestelen en geld te bekomen; terwijl hunne aanvoerders de gewesten uitzoogen en uitplonderdenwaren zij zeer onderdanig jegens den grooten Mogolen lieten zich op het laatst van hem de landvoogdijen in de veroverde districten, die hun niet meer ontweldigd konden worden, opdra gen. Aanvankelijk was hunne wijze van behebriug tamelijk zachtmaar allengs gingen zij verder voort verschoonden geen dee! van Indië van hunne invallen, en persten allerwege eene schatting af, om de verdere geweldenarijen af te koopen. Hunne magt werd door banden die geheel eenig in hare soort warenzaam- gehouden. De Paischwah, die in Pronah resideerthad den titel van Oppersten Heerscher; met hem stonden mindere heerschers, als onderhoorigen en door fainilie- verbmdtenissenin betrekking. Toen reeds menig een onder hen zich tot den rang van onafhankelijk Vorst verhief, en alle onderwerping aan den oppersten ge bieder eigenlijk op niets uitliep was het grondbeginsel der eenheid, hoe zeer ook geschokt, nogtans nooit geheel opgegeven. Daarom waren de Maratten, wan neer zij zich ook, na dat alle hunne tegenstanders be dwongen waren, onderling beoorloogden, nogtans steeds bereid, om zich tegen eenen gemeenschappelijkcn vijand te vereenigenen hoe zeer zich ook in den loop der tijden hun toestand veranderd heeft, altijd beschouwen zij zich als leden van ééne en dezelfde groote maat schappij. Toen Indië door hen veroverd werdverdeelden zich de Maratten in een groot aantal Rijken. De aan zienlijkste geslachtendie zich allengs verhievenwaren de Puars, die echter in lateren tijd tamelijk onbedui dend werdenvoorts de familie van Sindia en van Holkar. Over de wijze hoe zij opkwamen, geeft Malcolm zeer breedvoerige berigtendie door eene menigte anekdoten betrekkelijk de hoofdpersonen zeer onder houdend zijn. Het meest munt hier uit eene Vrouw, Alia-Bhije, die door aanhuwelijking in het ge slacht der Ilolkars kwam, en toen haar Echtgenoot, de kleinzoon van Holkar I.overleden wasin 1765 den froon beklom en dertig jaren lang regeerde. Hare rege- c I CJ c J -O "3 - cj S~~i2 E ëi|o.ÊP5g"3s^|-S CJ y —4 Ck rl-'zj TS 5 f— t- rj t- n '-1 C 2 0 o c o 2 c o cj Jr bD 2 cj JE O W a "O aj f - 3 CP f* U O M fï CJ -r-i 1- c .E.E S 5 c g Ij 42.3, o.„ 5 Ec «j ft ■r: e o o -- O i-1 0 al I c S O n C-'S E f. - 1=5 ei a -3 - o "3.3 e s s O .SP - -a f'gfi .3 f- »- cj F 5 cJ c-> cj O £5 9 3 "3 O «Q b Ö'L ii Jr -N u g s.| oj c*!' CJ o n n f; S 3.5 -o 05 CJ V o '5 •- C 2 o c .f -c r. - 55 Cj S%~lw>|§gë-gfjié ■o IN'S s«i§ c gèo ï'-«j 3 c .Sf 3 s S 5-^co E S 91 ai a mi a §5 l-g ^"E c 5 s g ^.f.s:s«,os,8oi: e "o t -"3 S j-'l O 1 S «=0 =£-C S O Si aCJ s.-s l"g° s 2 ^>a»pO o E 3 o ei y ^3 WC J3 <L) Oj ïi T. 01 V tr f 2 2 n S 3 j», H .E 'S -3 o P 7- JA AZ .2;' a N 77 •5 MD S.I SS g £"3 <y O o i-o o n E tvi is qj --y o uf, y «f 5 g 5 CJ ^*2 cj jr p ja Tiö Min-CS s-0 55 cUo g 5 S Sg~= .■SE-Soë3 2- zs .<s 0- S- IJ S» C C 'P E s-« ki-, O <p e* oj S fcX) CJ O S--S -5^ tflAoo-c QJ •- u CJ S •- *5? v» CJ Ï2 to CJ E C CJ -£> o CL re ÖJ S SJ 5 3 .22 3 S Zo «të 5 2 t-jQ CJ E v, Cd v> ■iS»",aSaëS'Ësë«JSS-CJl -■ .>Ei .o»«feBs 3 ring bragt geluk en vrede in het land, dat zelden in 0-aS&:N>5S&-oo82'5 zulke goede handen geweest was en rustig voortging in bloei en welvaartdewijl rondsomme onrust en ver. warring hecrschten. In de volgende hoofdstukken vindt men de levensbeschrijving van Ameer llhan die een zoo uitstekende rol in Indie speeldeen de Geschiedenis der Nabobs van Bhophal. Het vervolg In ons volgend Mengelwerk. E CJ '"3 CJ n «- JU QJ 0 O W.f~(UCJCJ §>cürt3 c .ncco-0>3Qj«jJHï-,Sc' CJ -5 CJ 2 CJ ri 0*0 r p u 2 AZ CJ 1» - c - - -T3 L U M N B A C H*S NIEUWSTE BIJDRAGE TOT DE NATUURLIJKE GESCHIEDENIS VAN DEN M E N S C H. 21 CJ Jd - c CJ O JZ O c n> oi5f-6g2 g^§§^='! g bx) o». cj ^aS*p^cj"cj^3 tr "a g5^"°g g 7Ï 1^ *- -Or- r: "j G li L TJ Cl "F 5. 11 c «f -75 w is-p a C ts O O N 3 r K -n 3 -T3 =S'Cc"oSg5o^_QS£S0 SP v a 2 O >rzLzz-rz cr o W'y o g 1 jï qj hfl 3 O OJ bj) r. C3 .pCJoCJCJ— 3-p. rt 2 -o S fcri-O O-a G c 0 2' 5 1» St. .2g5,;5S ;N-oEO In de vergadering van hec Koninklijk Göttingsche Genootschap der Wetenschappen van deu 8 Julij 1.1., heeft de Ópper-Medicinaal Raad Blumenback eene voor- a lezing gehouden over de Schedel-leer: Nova decas col- 8 s 5 lectionis suae craniorum diversarum gentium tanquam 0 0 - complementum priorum; dat is: Nieuw tiental zijner ver- zameling van hersenschedels van onderscheiden volken, als een aanvulsel der vroegeremet vertooning in de EEg g S .tp 2 g S eerste plaats van vijf schedels van meer algemeene be- fjtS Is" -S trekkingen tot de natuurkundige Volkenkunde, en tot <- volledigmaking van datgenewat bij vroegere gelegen heden daarover gezegd was; en dan in de tweede plaats, van nog vijf schedels in betrekking tot de vijf rassen in het bijzonder. C Hei vervolg op des kant van dez£ biade.\ S ;2 jzx-O

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1826 | | pagina 3