3 ri-rl groei:ie op Sumatra zeer algemeen. Indigo en Katoen worden zeer weinig door den 'inlander gekweekt, hetgeen zeer te verwonderen is, daar heide hier zeer goed slagen, en voor de kleeding noodzakelijk zijn, weshalve hierop veel meerder vlijt behoorde aangewend te worden. Uit het reeds hierboven medegedeelde, omtrent de weinige kuituur en geringe bevolking heeft men reeds kunnen opmakendat de handel van deze plaats nog weinig aanmerkelijk isen dat hetgeene er omgezet wordt, zeer ten nadeele van de balans van Benkoelen is. De eerste levensbehoeftenrijst en zoutworden meestal van buiten aangevoerd, als ook lijnwaten van Boegies, JavaBengalen en Europabenévens'tabak en klapper-olie, ofschoon het hier aan klapper-boomen niet ontbreekt. De artikelen van uitvoer zijn zeer gering. De specerijen die grootendeels in Engeland zelf ge- •consumeerd wordenzijn in zulk eene hoeveelheid niet dat er vreemde markten van kunnen voorzien worden en zuilen, hoogst vermoedelijk, nooit met de Moluksche in vergelijking kunnen komen. De uitvoer van peper is zeer onbeduidend, de koffij was in 1823 nog in geen voorraad die noemenswaardig mogt zijnzoodat drie a vier duizend pikels suiker het eenige van. merkelijk belang is, dat uitgevoerd werd. Het is echter te den ken dat hierin 1111 wel eenige verandering zal komen. Gedurende den tijddat de Engeischen in het bezit van Java zijn geweesthebben zij de gelegenheid gehad die nogtans verzuimd is gewordenom van Benkoelen dat voordeel te trekken, hetwelk alleen diengenen te beurt vallen kandie te gelijk van Java eu van Sumatra meester is. Het Dierenrijk op Benkoelen wordt voorgesteld als nog al belangrijke bijzonderheden opleverende. Ver- geheiden soorten van dieren viervoetige en vogelen die op Java onbekend zijntreft men op Sumatra aan onder anderen de Olifant en Tappicr, De inlanders verstaan echter de kunst niet om den Olifant op te vangen noch tam en dienstbaar te maken. De Tappier is in zijne jeugd anders van kleur dan wanneer hij ouder geworden is. Bij Zijne Excellentie den Heer Gouverneur-Generaal Baron van der Capellen op Buitenzorg was er eendie van voren zwart of don kerkleurigvan achteren grijs of vaal was, doch die, welke op Sumatra gevonden werden door den steller dezer berigten welke nog zeer jong en tam waren dat zij geheel los en vrij door het huis liepen, hadden over het geheeie ligchaam eene zwarte kleur met witte vlekken. De Paauw, die In zulk eene groote hoeveelheid op Java gevonden wordtis op Sumatra geheel onbekend. Na deze korte schets over het planten- en dierenrijk, volgen nog eenige opmerkingen van eenen anderen aard. Alles wat tot de zedelijke verbeteringvan een volk kan gedaan worden is zonder twijfel door het Britsch bestuur van Benkoelendaarin loffelijk ondersteund door verdienstelijke zendelingen en de medewerking van Eu ropische ingezetenenbeproefd geworden. In alle plaatsen en distriktenwaar de Engeischen maar den minsten invloed en eenig gezag hebben zijn inlandsche scho len opgerigt, waar de jeugd in het lezen, schrijven, rekenen en de meest noodzakelijke wetenschappen onder wezen werd. De school van de hoofdplaats Marlborough, r.an welker hoofd de zendeling IVard stond, die Super- intendant van het Schoolwezen was, bestond in 182324 reeds uit meer dan honderd drie en zestig leerlingen. De orde, regelmatigheid en zindelijkheid, welke al daar heerschen, worden hoogelijk geroemd, en worden gezegd alles wat in dien aard elders in Indie gevonden wordt, verre te overtreffen en^den instellers en onder houders de grootste eer aan ce'doen. De leerwijze is de Lancastersehéde Maleische scholieren zijn in tien de Bengaalsche in drie klassen verdeeld. De aard der inlanders wordt opgegeven als zeer ver schillend van dien der Javanen-, de eerstgenoemden schijnen luijer, en tevens moeijelijker om te regeren, bezittende zij eenen geest van onafhankelijkheid en wederspnnnigheid, dien men in den Javaan zoo niet vindt. Het is welligt hieraan toe te schrijven geweest dat de Gouverneur Rajjlet zoo veel moeite had om lie den te krijgen, die genegen waren om de aanstelling tct Hoofden van Distrikten aan te nemen. Hunne voor dcelen moesten met een volk van zoo weinig industrie en zoo weinig gezindheid om zich te laten knevelen ook zeer gering en onbeduidend wezen. Dezelve werden voorheen gevonden uit eene belasting op de peper en een tiende der buffels. Dit is echter sedert wederom afgeschaft, en de Hoofden genieten alleenlijk een gedeelte der boece; hetgene echter door anderen afgekeurd werd, om reden dat die Distrikt-Hoofden le den waren van denzelfden Raad die de boete daarstelt, oplegt en de boetschuldigen beoordeelt. Btnkoelen had slechts drie zoodanige inlandsche hoof den. Iedere Kampong heeft zijnen Chef, welken de dorpelingen uit de Orang toewa's Oudenkiezen. Kleine zaken worden door deze dorps-hoofden afge- daan; doch er was van deze vonnissen een hooger be roep naar den Pangerangs Raad Pangeram - Court4 in denwelken de Luitenant-Gouverneur voorzat, en menige Europeanen als Magistraats-personen zitting hebben. De Priesters hebben geen vast bepaald inkomenzij bestaan en leven van de giften, die gegeven worden bij gelegenheid van Besnijdenis, van Huwelijk en Over lijden. Niet zelden staat de vroome Inlander ook een tiende van zijn Padie af, eene geit, een schaap, eene karbouw en van de tien Spaansche matten welke hij veroiendt, een dubbeltje. De gansche bevolking van Benkoelen, gerekend van Indrapoor Noord, tot Croë Zuid, wordt geschat op 80,000 zielen. Die van Marlborough en omstreken op 12,000, waaronder begrepen zijn Europeanen, Militai ren, Javanen, Bengalezen, Chinezen, Maleijers en Ma- durezen. Onder deze iaatsten is een afstammeling van eenen Prins van Madura, die voor ruim vijftig jaren Van daar was gebannen of gevlugt. De rivieren van Benkoelen zijn vier in getalde fcllobar, de Benkoelen de Songtj-Etan en de Songij- I.ttma, De twee eerstgenoemde, ols.-i.v>-1"afiii de mon dingen opgestopt, zijn verder ei; dieper landwaarts in voor. kleine booten bevaarbaar. Dat het te Benkoelen zeer duur leven iskan Then uit de weinige hulpbronnen, welke de piaats zelve voor het dagclijksche leven aanbiedt gemakkelijk opmaken. Rijst, zout, olie, boter, koéijen, scha pen, karbouwen, varkens, eenden, ganzeri, kippen en huisbedienden, aile deze artikelen zijn alh'cr een geheel kapitaal duurder dr.11 op Java. Paarden, welke aldaar met 30 Spahnsche matten betaald Wordengel den te Benkoelen honderd Spaansche matten.: De inlan der kent dezelve ook niet, en die hier in gebruik zijn, worden van den noord van Natal en andere oorden aangevoerd. De paarden van Java, die in grootte dn maaksel veel overeenkomst hebben met de Suwatrasche zijn minder sterk en minder geschikt voor dit klimaat; immers de Heer Raffles, die twee en dertig paarden van Java aanbragt, verloor dezelve alle binnen den tijd van één jaar. Omtrent de salubriteit van het klimaat zijn de oor- deelen zeer verschillende. Sommige lieden beschrijven hetzelve ais zeer ongezond. Intusschen schijnen de aangename dampkring en de gematigde warmte, die zelden hooger stijgt dan 82° van Fahrenheit en soms zoo laag is ais pó°, zoowel als het gezond 'uitzigt beide van Europeanen en Eilanders, voor de gezond heid der plaats te pleiten, niettegenstaande men vele onverwachte sterfgevallen als bewijzen van het tegendeel aanvoert, waarvan echter de gevolgtrekking, gelijk men weet, niet volkomen wettig is. Sir Stamford Raffles heeft in vijf jaren tijdacht leden van zijne familie, waaronder vier zijner kinderen, en twaalf Europische huisgenooten verloeren, en van al de Amb tenaren, die hij hiervoor vijf jaren vond, was in 1823 rog maar een eenige in aanwezendoch dit. schijnt niets anders te bewijzen dan dat de Engelsche gestel len zich niet goed aldaar kunnen aulimateren, of dat er in hunne manier van leven iets is, hetwelk met het klimaat aldaar onvereenigbaar is. Men weet toch ook dat de invloed van den Zuiderwind, die op Java voor zoo welkom en zoo gezond gehouden wordt, integen deel op Sumatra, even zoo als de geringste blootstel ling aan de zon, voor zeer schadelijk gehouden wordt. De inkomsten van Benkoelen waren qnder het Engelsch bestuur zeer geringen de uitgaven daar en tegen zeer aanzienelijk. Landrenten, in- en uitgaande regtenoo,sHeercn- of *s Lands geregtigheden bestaan hier niet, en men heeft slechts ttvee middelen verpachtden uitsluitenden ver koop van Opium en van Arak en Rum. De gansche constitutie van Opiumis jaarlijks niet meer dan zes of zeven kisten. Onder het bestuur der Hollandsche Oost- Indische Compagnie, haalde de smokkelhandel honderd kisten Opium van hier af. De algemcene uitgaven overtroffen tijdens de Britsche Regering, de algemeenc inkomsten, met eene som niet ver beneden de negentig duizend ponden sterling. Het Gouvernement of Bestuur op Benkoelen was in zekere opzigten het tegenbeeld van het geene het En gelsch bewind op Java was gedurende de Britsche pos sessie. Op Java toch was een zeer gering getal ambte naren voor eene groote administratie voldoende, en te Benkoelen, waarde dienst een geringer getal geêmpioieer- den vereischtedan in de kleinste residentie van Java werden ten minste dertig Gouvernements-bczoldigden gevonden. In 1823—24 was het hoogste plaatselijk gezag in handen van eenen Luitenant-Gouverneur doch tevoren was hetzelve onder eenen Residenten eenige jaren vroeger nogwas het gesteld in handen van eenen Luitenant-Gouverneur en Rade-, bestaande deze Raad, uit drie Raadslieden en den Gouverneur. Hetgene plaats voDd bij de ontbinding van den iaatsten Luitenant-Gouverneur met zijnen Raad, onder het Gou verneur-Generaalschap van Lord of Markies IVellcsley, is te bijzonder, om hier niet eens vermeld te worden. Zonder de allerminste voorafgaande kennisgeving en geheel onverwacht stapte een Kommissaris (Commission- ner) van het hooge Gouvernement van Bengalen alhier op zekeren dag aan wal.-. De Luitenant-Gouverneur daarvan kennis bekomen hebbendevergaderde onver wijld zijnen Raad, en zond zijnen Sekrctaris aan den Kommissaris otn-hem te verwelkommen, met uitnoodi- gitjg om zich in den Raad te begeventen einde aldaar den aard zijner kommissie open te leggen. De Heer Kommissaris weigerde alle communicatie, maar begaf zich naar het Fort, alwaar hij het in de wapenen ge roepen garnizoen zijne hooge kommissie voorlas, en de Regering, die nog vergaderd en wachtende was, voor ontbonden verklaarde zonder eenige reden aan te halen, die deze ontbinding noodzakelijk maakte, of zon der eenige klagten tegen de administratie aan te. voeren. Dealdus onverwacht ontslageneen in hunne eer aan. getaste ambtenaren beklaagden zich hierop ten hoog ste, zoo bij het Bewind in Indie als bij dat van Enge land doch werden een geheel jaar onverhoord gelaten terwijl men ondertusschen door Publikatien de inland sche bevolking uirnoodigde om klagten of bezwaren tegen het ontbonden bestuur hebbeude, daarmede op te komen. Na verloop van een jaar, en na dat men geene klagten 01 beschuldigingen tegen de beleedigden had weten in te brengennam deze geheeie zaak een einde, met eene gratificatie of schadeloosstelling van tien duizend ponden sterling. De veranderingen of nieuwe orders van het Bestuur van Bengalendie toeu werden ingevoerdschijnen den inlander zeer weinig gevallig te zijn geweesten zijne verbittering te hebben gaande gemaaktwaarvan een onschuldige resident, de Heer Parrhet ongeluk kig slachtoffer is geworden. Deze Heer Parr woonde drie mijlen van het fort, aan het zeestrand, op eene plaats Mont-Felix genaamdalwaar hij des nachts overvallen en wreedelijk van het leven beroofd werd. Verschei den inlanders verloren daarbij het hunne. De Echtge- IJlet vervolg op de kant vdn deze biadzf) m o *a n- a 0 Osü N GJ bD Op a 1 3 a =ii "fZ 1 "J I" P S3 o P ho So c '2 *-* o v GJ G .t» 5 g G G t- 25 c r o u c Si 5 2 n •3 §'5 GJ t« H £5 JV t- tiDc= S Ij CS a -f 2 O CL.Si, - bD OJ o .2 o JJ o H c G JS P cD u G -U GJ O bD '12 2 gj *r jr o C u O - M E.H"°a^a-5 |C6s o E 5 1— p 2 -• -- gj u «H G .<3 a >2 w 5 S S CS s 13 s s p O "cL. CS i=s> t) c n 5.3 GJ gj Q*.. !|öe g SW> b-s S.K 5.2.§3 - o o - W f?3 SSCI-SIË I'S o °XO 2 S S s a a M'S g-S «Djs-S5.aBsf,ls.#-0 Ic 1 1 I D 'r— I I CC (-. "il ok. o N, teé?-1 c E o 41 S o -o M 'W 4 3 2 oei o0 u-Q.- r j1 23 f"'" c 4 G PO 2d. o «j 5 rt o O LD ft re! N.T o P J2 N G oC-a c> 2 nj, SG>GJ g<:c: sp^'P 2 Cla GJ rt GJ *-> ««CJiJICW C -O G - T3 CS d GJ LD GJ G QJ ;s» u l-< U13 S W) J-j -O -P G> 5 "3 «j S "2 B Ë'S OV 3 S 05"=> .2 l-ës g-S sa sli'g I'S 'S -S N O 5 c "3 O CJ CJ. GJ -P </2 -^-PK G «-SW>G '5 c S GJ -Z, G> GJ _?0.'J(ljS5uCI2W n: -p p d -c Sr r Gb co o bD LDGJGJ sc.- s I a v 3 .3 V ja p OJ 2 M p p J T3 GJ O G GJ S ^~'-2£'oPTÜ'"-'cs _-g3§AP§-8 GJ 2 P P W - «J n 11 GJ O T3 O -P S3 PpP rt c-o «J a ^S«Ssb2T. VJ Pi ai oP 5 0 c s, 2 Oi.-; P CL - CJ CL GJ -o GJppQ-c v gO bDi-.cS QJ p -c p P CJ GJ O GJ V- GJ O :p» GJ I fj S -rj y r~> ÖJ o 5 o G> 7P. g p 3 GJ' 2 E 3 53 w bö N u, s e. c G <U O Sn •vPw^S<U'PO.Lf> p j— rj GJ cs «P 5 ^P SM-=B-g§SSg 5^! •o5,2'=-2''S^f GJ ;pj co bD nl _d-Gn^£-pabDP N 2 o GJ GJ -c w 12 PG 2 GJ 2 S -H t/ GJ 233 p -P a-4! o 3-So S <2% P GJ - .•O :- 2 ca p p t» 41 P I §*S'§ In 2 "2 o if GJ .jj O p 2 te c - 4I«Sga. «o |-°G3 •g-a 5« o-g 3 S 3 ïïs-S |11 111- SI B 8gsi:?J!scr«.2p0 S°JGjj>;a ^.2 ,2 P 2 S'po uu a«ra^ o 9 c

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1826 | | pagina 3