LEYDSCHE COURANT. z >iipo •s af- cSI-S.S.8 A°. 1826» V R IJ D A G NOTIFICATIE. Burgemeester en wethouders dee stad LEYDEN ontvangen hebbende eene circulaire aanschrijving van Mijnheer den Gouverneur van Zuid- Holland in dato den 13den Februarij jl.houdende om door het aansporen der Ingezetenen tot mildadigheid zoo veel mogelijk mede te werken tot het wel doen slagen der jaarlijksche Collecte welke, ten gevolge van .Zijner Maiesteits dispositie van den idden November 1820, N°. 81, door de Districts-Com'misiie tot aanmoe diging en ondersteuning van den Gewapenden Dienst in de Nederlanden za! worden gehouden brengen bij dezen ter kennis van de Ingezetenen dezer Stad, dat ingevolge het voorstel van gemelde Commissie de genoemde Col lecte zal geschiedendoor de H. H. leden derzelve en eenige H. II. leden van den Raad dezer Stadwelke zich daartoe wel willen ieenen op Maandag, die zijn zal den ipden Junij aanstaande's morgens ten tien ure aan de huizen der Ingezetenen die verzoclu worden op de uitreiking hunner liefdegiften order te stellen. Bur gemeester en Wethouders gaarne voldoende aan het verlangen in gemelde circulaire vervatnoodigen bij 'dezen uit de Ingezetenen dezer Stad om volgens hunne bekende liefdadigheid, ook in deze Collecte rijkelijk van liet hunne bij te dragen en wel te meerdaar het uit den staat van het Fonds gebleken is, hoezeer de uitgaven van hetzelve gestadig toenemen en verre weg de in komsten van het verleden jaar hebben overtroffen. Aldus gedaan en gepubliceerd bij H. H. Burge meester en Wethouders der StadLeyden, op den 5. lunij 1826. J. G. DE M E Y, Ter ordonnantie van dezelve P. a. du PUI. O O S T - I N D I E. BATAVIA den 25 Januarij. De berigten gedurende de laatste dagenvan Djocjokarta. en elders ontvangen, zijn weder van eenen gunstigen aard voor zoo veel 'aangaat den staat der zaken op Java. Volgens die berigten, werkt men onvermoeid voort, om de versterking, welke te Pisangang wordt opgewor pen in orde te brengen. De muitelingen laten onze troepen echter daarmede niet ongestoord voortgaan maar doen nu en dan kleine aanvallen die het werk eenigzins vertragenen bij een van welke de Luitenant Sauvage gewond en een inlandsch fuselier gesneuveld is. Ten einde te trachten die kleine aanvallen tegen te gaan, beval de Generaal-Majoor van Geen, om de mui telingen uit de dessa Keboanghunne verzamelplaats te verdrijven. De Majoor van der iVjckmarsclieerde ten dien einde derwaards met eene bekwame kolom en slechts een paal van Pisangang verwijderd trof hij de muitelingen reeds aanen wierp dez'elven overhoop, waartoe eene charge door het peloton huzaren van den Luitenant Leusden veel bijdroeg. De kolom marsclieerde vervolgens tot de dessa Kerdjing dooralwaar de nu weder verzamelde muitelingendoor de troepen van den Majoor du Perronwelke insgelijks bevelen had ontvangen om van Tempelnaar die zijde eene ver tooning te maken, spoedig uiteen werden gedreven, en van waar de beide kolommen vervolgens naar hunne standplaatsen terug keerden. Van Magellan tot Pisan gang wordt de groote weg meer en meer veiligen eene menigte hoofden komen dagelijks in die streken tot onderwerping terug. Uit de Kadoe meldt men, dat eenige onbeduidende benden, bij Kaliaböe, in het Mironesche, zich vertoond hebben, doch dat dezelve, door de aldaar gevestigde barissan van den verdienstelijken sub-demang Merto Dougio, tot in de Bageleen waren terug gedreven. Bij dezen sub-demang onderwierpen zich eenige kleine hoofden, en onder bet volk van zijne barissan voegden zich veele inwoners van de Bageleen, die de partij der muitelingen veriaten hadden, in de Banjoemaas wordt het, volgens de jongste berigten, meer en meer rustig. Öe muitelingen houden zich in het gebergte van Romo Djatie Negoro op, doch durven zich van daar niet verwijderenhun getal vermindert dagelijks gebrek aan levensmiddelen moet hen tot hunnen vori- gen vreedzamen staat, als vanzelven, doen terugkeeren. Te Selomane en Wono Sobo keert ook alles dagelijks bij voortduring tot rust terugde velden worden be ploegd en de communicatie ihèt de Banjoemaas ver levendigd. Op onze posten te Kaïnssan, Bantoelan en Gamping was niets voorgevallen. Het getal zieken dat op laatst genoemde post zich voor eenigen tijd bevond neemt nu dagelijks af, en te Bantoelanals zijnde buitengemeen gezond gelegen wordt eene inrigtirig voor convalescen ten van hét garnizoen van Djocjokarta daargesteld. De voortdurende rustige staat der zaken in het Ma- dionsche en het vooruitzigt, 0111 denzelven zoodanig ongestoord te behouden, heeft den Generaal Majoor ran Geen bewogenom ineest ai de gewapende magt van daar terug te doen keeren, en, voor zoo veel nocdig, te ontbinden. Te Awi alleen zullen eenige inlandsciie troepen nog eenigen tijd blijven. De herstelling der rust in het Madionschc is voor zeker eeae alleziuts gunstige omstandigheid: de eerste iV 72. c- F, DEN 16 J U K IJ. grond daartoe is gewis door de doelmatige onderhan delingen van den wnarnemenden resident van Rembang, van Lasvick van Pabst, en de daaruit gevolgde onder werpingen van het grootste .gedeelte der Montjonogo- rosclie regenten gelegd; de Majoor Eiout en de resi dent van Soerakarta, Mac Giliavrijhebben dit werk uitnemend voltooid. De jongste berigten van.Batika, tot den 16 Januarij loopende, zijn "an eenen zeer smnrcelijken aard. De ziekte, welke vdor ruim een jaar aldaar gewoed heeft, laat zich nu weder onder, dezelfde kentcekenen waar nemen, en heeft, reeds aanvankelijk, onder .eenige an deren, noodloctiger wijze, den resident Mullerin wien het Gouvernement eenen ijverigen en kundigen ambte naar betreurt, én den militairen komniandant, den Majoor Kirchmaijerde slagtoffers daarvan doen zijn. DÜITSCHLAND. FRANKFORT dqn 11 Junij. Volgens brieven van Korfu van den 20ste de.r vorige maand was Ibrabim- Pachg nog in Patras en wachtte aldaar op de aankomst der expeditie, die onder bevel van Ibrnhim-Beij uit de Dardanellen geioppen is. Dit doet vermoeden, dat hij bij Missolunghi buitengewoon groote verliezen beeft geleden, dat hij door stil te zitten den Grieken tijd laat om Napoli-di-Romania te versterken en van levens middelen te voorzien, waartoe een konvooij van veer tien transportschepen met mond- en krijgsbehoeften van Alexandria komende, dat in handen van Miaulis gevallen is, zeer te stade is gekomen. De Kapitan- Pacha was den 10 Mei reeds op de hoogte van Ipsara, om zich te vereenigen met de bovengenoemde expeditie van Ibrahim-Beij. Te Hijdra was men ijverig bezig met middelén van tegenweer gereed te maken. FRANKRYK. PARYS den 12 Junij. Het Hof der Pairs heeft eer gister deszelfs deliberatie in de beruchte zaak van den aannemer Ouvrard geè'indigd, en een besluit genomen, waarbij het beveelt, dat, alvorens regt te spreken, door een Kanselier als presidenten door zoodanige Pairs als liet hem zal behagen om tot zijne adkistentie te benoemen en om hem bij belet des noods te ver vangen zal worden overgegaan tot eene aanvullings - instructie, zoo ten opzigte der daadzaken van het proces zelf; ten einde op die aanvuflings-instructie door den Procureur-Generaal gerequireerd en door het Hof naar bevind van zaken gestatueerd worde." In de zitting van de Kamer der Afgevaardigden van eergister is rapport uitgebragt over eene petitie van eenige ambtenarèn en inwoners van Baijeux, welke verlangendat er maatregelen genomen worden tot straffing van lieden die een ambtenaar met valsche of leugenachtige aantijgingen mogten aanvallen. De Markies de Laboissiëre maakte van deze gelegenheid gebruik om tegen dé vrijheid der drukpers te spreken en be weerde dat dezelve in eene schrikkelijke losbandigheid was verkeerd. Dé Heer Benjamin Constant trad daaren tegen als verdediger dier vrijheid op, en toonde het ge vaarlijke aan van haar aan banden te leggenook verklaarde hij, dat de censuur voor niemand van nut konde zijn, zelfs niet voor de Ministers, om dat men in de laatste vier jaren hen alles gezegd hadwat men hen te zeg- geh kon hebben. De petitie is naar dén President van den Raad en den Minister van binneniandsche zaken verzonden. liet Genootschap voor de Grieken heeft een brief ontvangen van den Heer Eynard, yan Livorno den 30 Mei geschrevenwaarin hij verslag doet van het geen door hem sedert den val van Missolunghi voor de Grieken is verrigt. De levensmiddelen, welke hij voor rekening van het Genootschap te Parys en van de Zwitsersclie commissien naar Griekenland gezonden heeftbedragen 2 inillioen 76 duizend 231 ponden meel, beschuitrijstmaïs en koren en 40 duizend ponden lood. Hij heeft reeds weder schikkingen gemaaktom eene nieuwe bezending van 1 millioen 300 duizend pond proviand en 80 duizend pouden lood naar dezelfde bestemming te doen afgaan. De Heer Eynard heeft daarenboven eene som van 50 duizend francs gezonden, om eenige vrouwen en kin deren, aan welke het bij de verovering van Missolunghi niet gelukt is om te ontsnappen óf den dood te vinden vrij te maken. Tot deze som heeft het Genootschap 30 duizend, de Zwitsersclie comittés 15 duizend en de Heer Eynard zelve 5000 francs geleverd. Voorts leest men in dien brief dat de vrouwen en kinderen te Arta en Prevesaeven als het vee en voor weinig geld verkocht worden. De Heer Eynard deeld, volgens berigten uit Morea, die hem geloofwaardig toeschijnen de tijding mede dat de Grieksche Natio nale Vergadering den 16 April uiteen gegaan en Zaïmi tot President van het Uitvoerend Bewind benoemd is, terwijl hét bestuur is toevertrouwd aan eenige weinige mannen van bekende verdiensten. Eenè proclamatie van den President der algemeene vérgadering van de Grieksche natie, den 18 April te Piada bijèengeroépenbehelst dat het noodzakelijk geoordeeld en door de nationale vergadering besloten is, dat het bestuur der militaire en burgerlijke zaken (Jiet vervolg óp de kant van deie Ihióz. i Z w "O <3 J cd, O W Z e CJ c -« - in o E 7/c G O O .2 - rj o CL a o g- :=A - O 5 25 -30 C O. «-> <u oi,M fi-0 w - es «- 73 O es Ms E Cl T« r'. T .5 u M g -gfg S 5-S's J T3'V5 O '«-1 O OjA tu O g-ë I c - 'g 8 5 g ■a 2ÏÏ tt CJ CJ b/i'CJ o™-.3, u O M U. *5 -CJ E C 5 C' O <JvG N V. M w> T a h S5 t- CJ O o <u a 33 4> tü-= a .-2 25 E S «Ui .2 a> a §5. S o J cj c -o 2 K CJ g 8 Ui Caa 0J CJ CJ I - r 1 13* ShócSusi 7 bfi n cj .aa .aa i- CJ T3 CJ rj N s tj3 - 0 N v* 1- CJ CJ CJ CJ a= "T3 "C CJ •ar - a o 5 o g g o cj 2 -QJ CJ t s a 3 «E O 305 c cj S-» S .to CJ 'J CJ cc S-g .g g Y bt-o ^3 S I 'aJ Sc-5'S -c«£a u M cj ^..C'JPÜJC^S n *- o O GD O wa u u a NeC4-1 -cj t a Cu «7 O u o - >c <^-3 «Jo^S-GCjO- J, CJ rj rC nj o na s-d Ol,W •SS S-S| S E ia c E n c N - - o - aj Q «H CJ T3 33 u 5 cj bn-4 33 3" ri cj l/b CJ ,w> 0 td g e/ïi-QJO-«-.bA CJ 'O W a "«Ti o rt q E brt"cj O 2 S c O-.S O .'S s S s o n gü 5 «j «u Sü H 2? gfl^gs, 3 U O r— ho CJ o 71 r? C co inö :p e S cj a a a» E -S a> QJ CJ .2-° u CJ C «2 T. O N :u» 'n 2.53 O «E c/j co O CJ CO-O E na N T CJ CiH 'COJQSSCJO E CJ 'E 2 o i 2 2 e Pv S u 5? o i-, - Mu w 5-a S 2-°^ S g-° g SiË o u c sj: O-g c «T o «-• £4 cj T QJ - CJ 3 3 C N «J bXj CJ CJ H bC Q> s - S.S: S -c s B ü-0 Eo'a «STI g c S S 2 g CJ o"cj«r-r,£«c)S?fe O-rG E .3 £^3^SJ 25 CJ H H I CJ H C 3 E O bD n O CJ E C3 T i 0COe5C>«0 Oü «j Jl S H 3 3 N! I- CJ 3 JC C tj3 S'o s jj-0.0 g 5 5Q >i «J - *J bD _QJ 2 o .2 u 25 o - -o 3 s»"c": E -e E s O O - 2 - 4 -E O <ci a "O - c l'JlgS-6 J^lgSoggg -i -o'r CJ CJ o n v u ■- n 2 Q S Mg a s E n 2 5 25 V E .2 o m<; N S^g.jjS'a *3 "2 'H. o e «5 o a u ti 2 ~e a «•-a cs o O S-5 "«"CE E o QJ - C 5 5 o S-oJ'g c ?>5^. G O "E O u rt G bO 5 "j 2 c 2 •- u-C E 147 cj cj a p c c E 3W o g cf t-A T O "cJ a cj to E 5 "E tfi 5 3 bc": C 70 QJ^S -* CJ G- *G cj 1 "5 M G E s «J .sj T. QJ CJ E C "Oj: E c c CJ CJ 'G CJ CJ -O o Lbo cs "J r» n U U O 0 3 CJ o "J U CJ' -- T3 W G O bca rd'O »o-a< ba te H

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1826 | | pagina 1