wist overeen te brengen.- liet was 433 Jaren voor Christus geboorte toen Methon deze ontdekkingdeed zij had plaats den 19de!] dag voor den Zoiner-Zobue- stilstand0111 dat de Grieken van denzelven hun jaar begonnen. Bevorens was men gewoon geweest het zelve 111 hec voorjaar te beginnen. De Grieken ver lieten deze gewoontetoen zij de Olympische spelen instelden. Dit waren groote ptegcige feesten, ter eere van Jupiter Olympiüszij werden ingesteld door Her cules aan de boorden der rivier Alfeus bij Ölympia, eene stad van Etis. Men noemde Olympiade het tijd vak, hetwelk 'er verliep tusschen het eene feest tot het anderen. De eerste Olympiade wordt gerekend gelijk te staan met het Jaar 777 voor Christus geboorte. Het was op een van die plegtige feestendat Methon een tafel 'ten toon steldedie de uitlegging van zijnen tijdkring of Cyclus bevattede. Deze maakte den levendigsten indruk op de geheele vergadering; men overlaadde den uitvinder met lofspraken en om te doen zien welke waarde men aan zijnen arbeid hechttenoemde men het getalhetwelk den nieuwen Cyclus of Tijdkring uitdrukte, het gouden getal. En met dat al was ook dit getal nog niet volmaakt. Er ontbraken nog eenigé uren aan dat de Maanverwissqlingen volkomen overeen stemden met de bewegingen der Maan en die der Zon. Dit verschil nam bij voortgang natuurlijkerwijze zoo danig toe. dat bij de vernieuwing van den. geheelen tijdkring de Maan zich zeven en een half uur te ver vooruit bevond. Hoe langer dit duurdehoe meer de tijd zélve de noodzakelijkheid leerde om den Cyclus of tijdkring van Methon te verbeteren. Dit ondernam lia- iippus een ijverig Sterrekundigèhij vervierdubbelde den Cyclus van Methon 330 Jaren voor Christus en hij vormde op deze wijze eenen nieuwen Cyclus van 76 jarenwaarvan hij eenen dag aftrok. Hij verzeker de dat op het einde van dien Cyclusde nieuwe en voilé Maan wederom op dezelfde dagen van het Zonne jaar zouden invallen. Deze verzekering was op vrij goede gronden gebouwd; ook is deze tijdkring bij ver volg aangenomen onder den naam van Periodus Calippica. Zij bewerkstelligden zelfs overeenkomstig dezelve hunne waarnemingendaar zij zich genoegzaam overtuigd hiel- dèndat dit het beste middel was om de waarheid van dit stelsel proefondervindelijk te leeren kennen maar hunne waarnemingen strekken juist niet tot beves tiging van dit stelsel. Dezelve bragten ben tot de over tuiging dat de Maan en Zonnejaren een weinig minder waren dan Calippus dit geloofd had. De vermaarde Hipparchus inzonderheid bevond dat aan dezen tijdkring in 304 jaren een geheele dag ontbrak. Ten einde deze fout te verbeterenmaakte Hipparchus den Kalippischen tijdkring viermaal grooter en trok er dien overtolligen dag af, aan het uiceinde Van dit tijdsbestek. Hij vorm de op die manier eenen nieuwen Cyclus die oneindig naauwkeuriger was dan de Cyclus van Kallippus. Hij stelde denzelven aan de Grieken voor (130 Jaren voor Chriscus geboorte die gewoon om zich te bedienen van de tijdkriugen van Methon en Kalippus niet van meening waren om hunne manier van tellen te moeten veranderen. Zij hielden zich alleen bezig 0111 het Jaar te regelen en om de maanden door vaste namen te 'onderscheiden. Zij stelden vast dat het gemeenc Jaar Zoude zijn van twaalf maanden dat het Schrikkeljaar zoude zijn van dertien maanden en dat de maanden "beurtelings 29 of 30 dagen zouden hebben. Men vindt de namen dier maanden in de reizen van den Jongen Anacharsis van Barthelemyen voorts in alle leerboeken 'der Grielcsche oudheden weshalve wij daarmede de plaats alhier niet nutteloos zullen vullen. Op het voetspoor der Grieken stelden ook de Ara bieren het Jaar te zamen uit 12 maanden, welke afwisselend 29 of 30 dagen hadden zoodanig dat hun Jaar een geheel van 354 dagen beliep. Een Koning vin Perzie maakte de aanmerking dat dit veel te kort wasen noodigde de beoefenaren der Sterrekunde uit, om met meerdere juistheid den tijd te bepalen overeenkomstig de omwentelingen der Zonen op het berigthetwelk zij hem aangaande hunne werk zaamheden indiendennam hij een besluitdat het Jaar van 365 dagen zoude zijnen wel zoodanig dat hetzelve verdeeld moest worden in twaalf maan den elke van dertig dagen, aan welke men vijf da gen zoude toevoegen. De Perzianen 'hadden niet aanstonds bemerkt dat de Zon meer dan 365 dagen besteedde om hare loopbaan ten einde te brengen maar het vervolg van tijd deed hun dit zien. Zij sloe gen dus met verdubbelde opmerkzaamheid den loop van dit Hemellicht gade, en bevonden dat oezelve 365 dagen5 uren49 minuten en ongeveer 16 secon den beiiep. Zij regelden dienvolgens het gemeene Jaar op 365 dagen, en op 366 voor het Schrikkeljaar. Zij geloofden den loop der Zon op deze wijze zoo vol komen bepaald te hebbendat zij besloten om zich voortaan daaraan te houdenen zij volharden nog bij dat besluit. Vele andere volken hebben hunne berekening op gelijke wijze gemaakt. De eerste Romeinen hadden echter eene andere manier aangenomen. Romulus, te weinig bekend met de bewegingen der Zonen niet genoegzaam de noodwendigheid inziende om de tijdsbe paling te regelen naar de bewegingen van dat Hemel licht verdeelde het Jaar in tien maandenbegin nende met Maart om hulde te doen aan Mars, den Gou des krijgs, die voor zijn Vader gehouden werd. Deze tijdsverdeeling welke bekend staat onder den naam van Annus RomUliwas al te gebrekkig, dan dat men niet zoude gptracht hebben dezelve te verbeterenen dit geschiedde door Numa Pom- pUiusdie het jaar met twee maanden vermeer derde 0111 dat hij geloofde dat de Zon zijne omwen teling in twaalf maanden volbrengt, en hij noemde Idie maanden Januarius, en Februarius. Hij bemerkte échter ook al dat de lengte van het jaar, zoo als hij liét/.elve geregeld bad, niet overeenkwam met die van het Zonnejaar om deze reden maakte hij na vier jaren eene iniasschmg of intercalatie van 45 dagen, en hij vuauligcie nog eenige verordeningen uit voor de tijden die tot het vieren der Godsdienstige plegtigheden be- j, fins 4 <s o> steind waren, waarvan bij de .uitvo.-inig ;-o .de Ponti- «ïl.S'g.g ca fices.. opdroeg. Dit gaf echter allengs, aanleiding rot ver- c'£ S-a M c "§\j Z. jjg -= -ij warring, die zogdgnig toenam.dat. de feesten - van den 8 3'2 «j Ö-3ja 3 herfst ten laats ten in.het voorjaar gevierd werden, en -g^-g e"S g s die van den oogst in het midden van den winter. Julius 8"13.! §=0 8 a« Q Caesar maakte, er zijn werk. van. om aan deze toene- S go-' aï "i - u mende wanorden een einde daar te stellen.. Metbehnlp Si 3 van Sterrekur.digen, die hij uit Alexandriejpenepbevond u? o S 3 3 hij dat. het jaar 363 dagen en 6 uren beliepen daar 5 31/3 3 g 3.e P hij zich -van de naauwkeurigheid dezer berekening over- 3 N g.ü'-'S - I -u'3 tuigd hield, was hij er aanstonds op bedacht om het c-o 33 H13 so burgerlijk jaar dien overeenkomstig te regelenhij be- g 3 S, 3 jj g paalde dus het jaar op 365 'dagenen om de overschie- 0 3 o .5 <u -T.J; H tende zes uren in te halen, stelde men vast, dat elk 3 o j,"3 -'sjj vierde jaar 366 dagen zonde hebben, om dat viermaal c *»is»<S-S! g^iüTc «5 zes uren één dag uitmaakt. Men bepaalde ook dat de <u 5"33b-"a'ji fe SS intercalatie zoude plaats hebben op den 24 Februarij "g S ."-£".£.1° welke ipen noemde bis sexto kalendas Martio, dat is: 3 S u*o E-g.Sf'E-o'S S?S de tweede zesde dag voor de kalender van MaartJulius n"H"§ogf3'ga>jj;gN tf-g 3 Caesar bragt dus te-weegdat Februarij in de schrik- Ef 3. keijaren eenen dag meer telde dan in'de andere jaren. £,2 g 5 Ook veranderde men coen den naam der zevendemaand •-<u£"3^3EiS;3:':g-''?a die nu Jttiius genaamd werd. I11 weerwil van de alge- §Q^S'g'S„o3s5P„ spj; 3 meene goedkeuring welke deze verbetering wegdroeg, E >'5>333<2 was zij echter nog geenzins van alle gebreken vrij. Het vervolg der rijden deed zien dat het Zonnejaar -, v j niet .volkomen 365 dagen en 6 uren beloopt en dat £33 Ij g s hieraan eigenlijk nog elf minuten ontbrekenzoodat SI jj 5 5 5 3 1 \c I J 1 -fi P U deze overmaac van elr minuten de dag- en nachteve- a w g co-ug'ë'3 ningen éénen dag in elke honderd en dertig jaren ver- c >o g jg'-l .g g g c w vroegdehetwelk ten gevolge haddat eindelijk de g.-É, -fgtiës voorjaars dag- en nachtevening op den tienden Maart S-c 1"° I 7° 5 inviel. Dit gaf een groot verschil ten,opzigten der 3 tijden die tot zekere Godsdienstige feesten bestemd B .g S Sn j E waren. De eerste Christenen waren er op bedacht om E 5 Eji -, dit te verhelpen. In het begin der tweede eeuw stelde g ÏJ c -2. "3 SS"SNg§'£1"-. ij/"3 de heilige HippolytusBisschop van Portoeenen Cijclus of tijdkring van zestien Juliaansche jaren voor, maar S g g,•5-:= v g deze had het gebrek van de nieuwe Maanen meer dan - o S~ "•g'3 P drie dagen te vervroegen. Op het einde dier eeuw be- v -j Je eo S 3 m"13 3 o dacht de heilige Anatolius eenen tijdkring of Cijclus van o"'5 S negentien jaren in welker loop hij niet meer dan.twee P-£ 1 ^5-S1 33 0 3 schrikkeljaren aannam: maar hij slaagde ook al niet becer t V. g&iEY Sig-.oïëgS3- dan Hippolytus Eindelijk kwam Eusebius van Cesarce, g e O ;.s"sS"cS§ dié geloofde, dat mén niets beter doen kon dan zich c-|.'i'-^£ te houden aan den Cijclus of tijdkring van Methon. Van 5 5>|.2,S3 dit gevóelen namen de Vaders van het Concilie van E - c i£ S Niceen kennis welke Kerkvergadering ten Jare 32s - m '5 g S -S 0 bijeen kwam, om den tijd tot het vieren van hecPaasch- „3 feest vast te stellenen deze hooge Kerkvergadering °£|Ss2^-;3£3S|gJgo gaf hier aan ook mede hare goedkeuringmaar dezelve E s .2.-0 j= -2,-u ts B c o c ta nam tevens een besluit dat die Cijclus op nieuw ter toetse zoude gebragt worden door de bekwaamste Sterre- kundigen van dien tijd. Het Concilie belastte met de zorg van dit onderzoek den Patriarch van Alexandrie en beval hem om. de uitkomst zijner bevinding mede te dcelen aan den Bisschop van Rome, op-dat de rijd, voor dé viering van het Paaschfeest bestemd, kenbaar zoude j.o,g "i«ci - gemaakt worden aan de geheele Christenheid. Voor £4- '5_ 3 E3-£ dat deze Kerkvergadóring gehouden werd vierde de S E ioc»« Kerk, naar het voorbeeld der Joden, het Paaschfeest moWg 04; in de maand, waarvan de veertiende der Maan inviel, op den dag van de voorjaars dag-en nachtevening, of die g g g S "E S 53 N het naaste daar bij kwam. De Kerkvergadering beves- j> E'ë-a§lS'i'2ia -S tigde dit gebruikmaar beval dat men het Paaschfeest ~3g"| feëo:='ï"3| S>gB vieren zoude op den eersten Zondag na den veertienden u ^-S o 5 dag der Maan. Met dat al gaf de Patriarch geen acht 'fS "«18 S.2-Ï S - s"° op de bevelen der Kerkvergadering. Hij nam zuiver 'E m en eenvoudig den Maankring van Methon van negentien "gSsjjg£-"g,uS°<§„_~ jaar. Deze kring of Cijclus was echter niet van alle c 3 N 3 3 c "3 3 onnaauwkeurigheid vrij. Het Zonnejaar, hetwelk men o - Jj tjj'ElH'"! 3 bepaald had op 365 dagen en 6 uren, kwam niet overeen ^.x: - S.s'C <- met de omwenteling der Zon die eenigé minuten minder Bc'=§-S^s3cj-E,> §5s3. is. Deze eerste onnaauwkeurigheid moest ten gevolge £c:2,= c3,E"miko hebben dat 11a 625 jaren de nieuwe Maanen twee dagen -| 'S M 5-S c u mc| vroeger moesten komen dan de dag waarop zij in den S o.°PöS ".2 g^ Almanak aangeschreven staan en zoo moest dan ook _*"oo vervolgens de voorjaars dag- en nachtevening ten laatste c"3 3"§ g*°3 c 3"o tien dagen vooruit loopen in diervcege dai zij in plaats a ü'-'iëp-S vafi op den 21 Maart in te vallen, gelijk zulks tijdens g c-g-3 •- o"2 3W het Concilie van Nicée plaats had, zij in de XVIde eeuw 31" *-rg.E.-Sn.d§^~„-2, reeds op dén elfden dag dierzelfde maand moest komen. o 5 o ug g g In de zevende eeuw voorzagen eenige Sterrekundigen k<uSO_« reeds deze dubbele dwaling en de ongelegenheden die daar van het gevolg moesten zijn. De eerwaardige «a .1 tsohcCpn Beda (Beda Venerabilis^) dééd drie eeuwen later opmer- "p o J f o ken, dat de dag- en nachtevening reeds drie dagen ver- vroegde. In 1200 was die vervroeging reeds zoo aan- 1 l merkelijkdat Rogerius Baco aan den Paus schreef 0111 aJ,« g ":n 5 S-S o den H. Vader daarop aandachtig te maken, en om hem go, "2 °3-§ >-=°3 een middel tot verbetering vöor te slaan maar cie Paus ^3§>°o o 0 C33 gaf geen acht hoegenaamdnoch op den brief, noch op ^Mgc:ca)°^'>ë 2> "3d de redenen van dien Wijsgeer. Bij den aanvang der ES>£güc°n"" o.~ <5 a XVde eeuw werden er bij de Kerkvergadering te Constant S o S zulke dringende vertoogen gedaan óver de noodzake- c" v ,y3 o. lijkheid dezer verbetering, dat mén dezelve in meer £OIXogg2-ogT,s3" ernstige overweging begon tè nemen. Weinig tijddaarna -5.1| o - deed de Kardinaal Cu'sa, een verstandig Wiskundige, 1 "pej: N ï"E ook dezelfde dringende pogingen bij het Concilie van Ï2Nfc3>&g.ë'£-ON~>go-* Luteranen. Met dat al werd er nog niets besloten. Maar jj S o.-ö b e C.I,g -> op raad van Regiomontanus ondernam Paus Sixtus IF. 1 K g 5 o "p dit groote werk; doch de dood van dien vermaarden 3 2 S-S 33jji45 g Wiskundigen deed de onderneming mislukken. Nogtans ai - £-o verloren de Sterrekundige dezelve mee uit het oog. In v- f.anïo'-S de XVIde eeuw verhieven de ijverigste ónder de beoe- 33 u'S 60 s-a" -H'i3^ fenaars dier wetenschap liuUne stemmen om de nood- %o zakelijkheid eene betere regeling van den tijd te doen >1» «'7 c 3 gevoelen. Er kwamen eene menigte geschriften in het h |_"S J>c'r i. o E licht, het eene nog al dringender dan het andere. Onder 33\.Ê"ë3 ti£33-ê dezelven muntte vooral uitPaulus MedioburgensisBis schop van Fossomboonedie eene opgave bekend maakte der Maansverwisselingen voor de eerstvolgende drie duizend jaren en daarbij eene Sterrekundige bereke ning der Paasch-maanen voegde. vervolg op de kant van deze bladz.j

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1826 | | pagina 3