A". 1826. IV. *mi Hmh 11 LEYDSCHE WOENSDAG Wij WILLEM, bij de gratie Gods, Koning der NederlandenPrim van Oranje - Nassau Groot- Hertog van Luxemburgenz. enz. enz. Allen, die deze zullen zien of hoóren lezeny salut! doen te weten Alzoo Wij in overweging hebben genomen, dat de openbare geldmiddelen van Onze Overzeesche bezittin gen eene buitengewone ondersteuning benoodigd heb ben, en dat bet groot belang van het Rijk bij die be zittingen, en bjj de regelmatige, werking van de rege ring in dezelve, eene tusscbenkomst van liet crediet van het moederland, omtrent de daartoe te nemen voor zieningen, allezins wettigt; Zoo is het, dat Wij, dep Raad van State gehoord, en met'gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: Art. I. Ten behoeve van des Rijks Overzeesche be zittingen, zal eene somnfet te bovengaande twintig tnillioe'nèn guldens gevestigd op de territoriale en an dere inkomsten en' bezittingen van het Rijk in Oos't- Inriië, onder den 11a te melden waarborg van den Staat, worden opgenomen. 2. De wijze óp .welke, zoo wel als de tijdv en de termijnen, binnen welke, die gelden zullen gevonden en verstrekt worden, Zal nader door Ons Worden be paald. 3. Tot voldoening der tenten en tot aflossing van het kapitaal, zal jaarlijks, te beginnen met het Jaar 1826', uit de geldmiddelen vau de Overzeesche bezittingen worden afgezonderd eene som van ten minste een mil- lioen viermaal honderd duizend guldens. 4. Tot het bedoelde einde wordtvoor zoo veel des hoodsgedurende een tijdvak van dertig jaren van 's Rijks wege gewaarborgd eene som van één mil- üoen viermaal honderd duizend guldens jaarlijks. 5. Bij de overweging der schijld in den jare 1849, zal bepaaldelijk in aanmerking' worden gehomenof en in hoe verre de stand van de leeningin verband tot de aangelegenheden van 's Rijks Overzeesche bezittin gen het raadzaam zal makendie jaarlijksche uitkee- rtng met den jare 1850 te verminderen of geheel te doen ophoudenén mitsdienin overeenstemming daarmededen toégezegden dertigjarigen waarborg te beperken'. ■Bovendien zal om de vijf jarente beginnen met het jaar '1831 aan de Staten-Generaalopening gege ven worden van het beloop der afbetalingen uit de middelen van die bezittingen ge'da'anen van de gelde- lijke'n toestand derzelve. Lasten en bevelendat 'deze in het Staatsblad zal Wor'den geplaatst, en dat alle ministeriële 'departemen ten autoriteitenkollegien e'd ambtenaren'aan dé riaauwkeurige uitvoering de hand zullen houden. Gegeven te's Gravenhageden 23sten Maart 1826, en van Onze regering het dertiende. (ge teekend) WILLEM. Van wege den Koning Bij afwezendheid van den Secretaris van Staat De Secretaris van het Kabinet des Konings W. G. van de Poll, jp. Uitgegeven den negen eii twintigsten Maart 18ad. Bij afwezendheid van den Secretaris van Staat De Secretaris van het Kabinet des Ironings W. G. van de Poll, jr. SPANJE. MADRID den 20 Maart. Sedert het overlijden vin den Koning van Portugalis.de koerier-wissel tusschen ónzen Ambassadeur te Lissabon en onzen Minister van Buitenlandscbe Zaken buitengemeen druk. Cister namiddag is in de wijk .van St. Antonio, in icene herberg twist ontstaan tusschen eenige militairen van de Zwitsers en soldaten van de koninklijke gartje, welke zoo hoog geloopen is, dit: van wederzijden ver scheiden gekwetst zijn, en eindelijlc.de rust eerst her steld is, na dat twee compagnien Zwitsers op de veg- tenden geschoten hebben. Men zegt, dat,de Luitenant. Koiönel der Zwitsers, die met eenige andere officieren beproefd bad het oproer te stillen, een sabelhouw be komen heeft. Men. zegt, dat de ridder Andnaga den Hertog de I'lnfantarjo als Minister van Buitenlaudsche Zaken ver vangen zal. Ér zijn hier verschillende geruchten in omloopbe., trekkelijk het gedragdat het Spaansche Ministerie omtrent Portugal zal houdenzoo zegt menonder anderen, dat het niet gezind is, om het Regentschap te erkennen en een korps van 8000 man naar verschil lende punten der Portugesche grenzen wil zenden, en dat de Èng'cisïhe Minister, de Heer Lambs, daartegen geprotesteerd heeftop grond dat op het congres van Verona duidelijk bepaald is, dat géene natie van het Vasteland regtstgpeks of zijdelings zich met de zaken van Portugal zal inlaten. Óok verhaalt men dat de Spaansche Ambassadeur te Weenen last heeftom pogingen bij het Oosteurijksch Kabinet aan te wendenten einde den Portitjeschen Infant Don Mifjuel naar Madrid te doen komen en dezen hetzij als Regent of Koningaan tiet hoofd van het Portugeesch Gouvernement te plaatsen. N», 41. COURANT. 6». 7 D E N 5 AP R I L. Dit alles is .eveiiw.el slechts een geruchtvoor welks echtheid moeijelijk is intestaan. Er bevinden zich te Madrid Afgevaardigden van de H?v?nnah, die namens de autoriteiten-van dat eiland den Koning gesmeekt hebben, om met de onderscheidene onafhankelijke Staten in ^ie 011de Spaansche bezittingen te handelen, tert einde Cuba 'te beschermen tegen de lagen en kuiperijen 'der nieuwe Gouvernementen, en men. verzekert, dat dit verzoek niet geheel afgeslagen is, Waarvan welligc de reden ligt in liet groot geldge brek en de hoop om hierdoor flaarin ïe kunnen voorzien. AHe vier maanden heeft ér eene verandering van garnizoen plaats bijde twee brigades der Fransche divisie van Kadix. De Generaal Mouton, is thans met het 15de, 34ste en 36ste regement van linie ce Kadix teruggekomen en de Generaal Snsbielle heéfc -hem té San Fernando op het eiland León', met het 27ste "en 35ste van linie afgelost, terwijl het 20ste de buiten- cantonnemënten van Tarifa, Puerto-Real en Puerto- Santa-Maria betrokken heeft. Te Lissabon heerschce den 15 dezer eene volmaak te rust. GROOT-B RITT ANNIE. LONDEN den 31 Maart, 's Konings tpestand is steeds zeer voldoende en Zijne Majesteit wordt alleen door het voortdurend ongunstige weder terug gehou den in het verlaten van zijn paleis. Ér moet iets van gewigt zijn voorgevallen, hetwelk onze buitenlandscbe zaken betreft. Laatstleden Dingsdag ochtend den 28sten. Maartwas de Heer Canning van Londen naar Bath vertrokken, alwaar Mj.Volgens de hof-circulairetien dagen-meende te vertoevengelijk. .£.0 2 -2 .2T1 Hf) Ci X .2 to" <5 *r SS ?„.S <t> h su <L» w .ZPVE O-, ftJ n.JX 3 re ir S*l*s|e3§ S o. fliïï.-5 j si i X P- 4J bD a AJ C tj a 5 <u i-s-s^o ■2 "is ïiiS'-l -O <u n 2 E <u c n. se M a 0 50 2 cg'X? c c/3 o c: E -r; H k. W a Q. O ffl S3 J QJ hri"p X^QJCJé-OJ r-; JG -f- «NJ rCv O <L> t-c .s v 3 T3 v; c E -V 2 w."° 2 5 (U rt M O "O V. i 3.35^ -•= S.Sf=,5' 11 c 3 - «Ü'F, rt. a» o 1 a l-S 8 U I 2s fe. E V -J^1 B ..S s S CO: ,J| «"Cüè.§-s3''£c-§a-=>5ëfe£^> O fc O to CJ 0 W GJ ets B E •E-3 V c clE OI 3» Q. s. i- S— - 7- k C L U 5! U 3 --T Ut.ïïüliJJOüi t! vri T-t is ki kt- -va rC s Kr» ai n rs 0C4 N *CO thO fli p- i 0 i bo.iS" J, J. »k"ïSo§„J'E'»r* o».«lf»5S i-E— s O» O V- JG. O jJ Ö-4 QJ »J C7 ct g I* »->rf 5 5 5» M 2 O e g s .s g ig 5 - E N to o a- S v ij a> N a o «e- s r tto^ 'Z 'Ja e jD g o S e co y^g-S fes 5 c|i s 3 00 F. S l- -G <U O e d a g g-scl ..g>s thC to J3 C 3 SguES - <U C O T3 E N g c 6 J iJ o mH" W) e I E -J5 5 yr» O 4) V 0 CJ 02 i S->ij= 5. aj S8-I «sS^HÏ 3 L g g-ifcu a» <u -- 1 s 5c «si - s w u ?£U*KoSSCrt0^2« c 2 ?P5 c c S13 "EP Si 5 O C', I V S 2 I qj n di j v s jj£s^"Sisë o rSo;gS'S5§.^"i|1? 5 H ■- B :=3» B«.Sia.SfO ïfiSuS O i [3 J'.'g J o 8 S*2 J S 9-i I E| B-s E ,ra - 'ÖJ Sr» K 05 if E •p §-S P sl 2 p s N3 a a bo a> Tj o Ji "q u •c O "G 2-PSfbs2=^a.i» 92'5N§SiCc2:i='"«Ëg c a E 5 ïc5Ë3«lï«3 tijdig had de Onder-secretaris van Staatde Heer Planta, S>"g-£^;o - o Si'! zich voor eené \yijl naar Hastings begeven; Den 29sten; 3d'S'813ftSiS1! in den loop van den dag, bereikte de Minister dè badpjaat.swerwaarts hjj zich begeven wilde doch reedi den volgenden morgei^nam hij, waarschijnlijk op eepig ontvangen berigt, de terugreis aan paar Londeu, 1 Tegen den avond kwam hij te Salthill aqn' alwaar hij - zijnen bijzonderen Secretaristien Heer Stapletoft, vond, die hem van Londen te gemoet gereisd wasmet dé tijdingdat. gewigtige omstandigjieden ,agn bet bureati van buiteniandsche zaken de onverwijlde tegenwoor digheid van 'den Heer Canning vereischten. Het schijtlt dat de Minister noodig oordeelde den Koning van het gebeurde kennis te geven want den volgenden morgen reed hij te paard naar Windsor, alwaar hij eene lanjje audientié bij Zijne Majt. had en vervolgens de reis naar Londen voortzette. Wat de oorzaak van deze terugroe ping mag geweest zijnmelden onze papieren niet ondertusschen moet zij van geenen ontrustenden aard wezen Want dé stapd det.fondsen is verbeterd. Donderdag avond zijn weder depêches van Lord Wellington or,i> vgngen en sedert verneeipt men dat de. Hertog den 25Sten of 26ste,ri Maart Petersburg dacht te verlaten. Den 3osten zijn insgelijks depêches vau Lord Grenville, onzen Ambassadeur te Parijsaangekomen, en gisteren ayond is een Heer met depêches ngar de Ionische eilanden op reis gegaan. Reeds vroeger moeten naar de Levant nieuwe bevelen gezonden zijn,, om aan Engelsche schippers niet te veroorloven ammunitie uit Egijpte naar Griekenland te vervoeren., .Volgens de jongste berigten van Alexandria,, heeft onze Consul aldaar dit verbod officieel afgekondigd. Men heeft zeer voldoende berigten uit Öost-Indië; ae vréde met de Birmannen was zoo goed ais gesloten althans men scheen het met opzigt tót de hoofdpunten eens te zijnen alleen nog maar de wederzijdsche têeken'ing te ontbreken. In de Noord-Amerikaansche couranten tot den 25 'Fe bruary leest mendat er te Vera-Cruz een gekucht liep dat bet Gouvernement van Columbia eene expe ditie uitrustte, welke tegen Cuba bestemd is, en dat het Mexicaansch Gouvernement daar;oe ook een zeker contingent zou leveren. Men voegde er bij-, dat de Sciovan Philadelphia, voor rekening van Mexico ge huurd was om troepen naar Campeachy te vervoeren hetgeen de algemcene verzamelplaats Zijn zouerf dat het in onderhandeling was omtrent het huren van meerder Amerikaanscbe schepen. Te Vera-Cruz was een aantal troepen te zamen getrokken, en werden, er - meerder verwacht. Men g,eide, dgt Mexico 7,500 man moest leveren en Columbia 12,500 man, en men. dacht, dat dit leger tegen de helft van Januarij naar de verzamel plaats zou zeilen én ,de expeditie zich omtrent het begin van April op de hoogte van Cuba zou bevinden, In de staatkundige kringenzegt een onzer dagbla den verhaalt men dat de dood des Konings van Portugal een belangrijk aanzien gegeven heeft aan de Ambassade van Lord.Ponspnbydie, niet alleen belast zal wprden om de tusschen Brazilië en Buenos Ayres bestaande oneenigheden te doen eindigenmaar wiens zending ook verbonden ism?t eenige ajaatregelcn betrekkelijk de troonsopvolging van Portugal en de regeringswijze welke men in het toekomende in dat Rijk zal volgen. Men kan gewis de r^gten van, Keizer Don Rëdro op dén troon van dat lar.d niet betwistenhoedanig oofc zijne regtst-reeksche of zijdelingsclie verbindtenissepmet Qh'et vervolg op de kant van deze bladz. «MO 2.S o K. '5 Sa ze l> ia E 5 S O, S 5 •s 8* V hij u - 3.1 2 S °"-s gil2££ls!2 1' iUi eet O" .xSSóc gEc,j;ïL2_"ic!i S3»o 2°^ .S-siS 'lI&:7.2 a» "bfi *lc* ho c .S E wf cÏM.9 s? C -J ~M N g B «S-S.g Se Ja b£ 2J .B 2 w>5 I C-rt L O CS c hou u U<M 1 o*ElïicJCJr. B p g 1 QJ 2 cmSE|*u2B JSS^Sa-ei ■;*8SOb C y l) O KT <3 C S - 2 *J G QJ :s» A kOrt

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1826 | | pagina 1