A°. iSaS.
LEYDSCHE
COURANT.
IONISCHE EILANDEN.
TO
re
s
V R IJ D A G
KORFU den 26 Februari], Missolnngh.i blijft
zich met dezelfde hardnekkigheid verdédigen.
Ibrahim heeft tot hiertoe niets van belang
tegen die vesting ondernomen en het schijnt
zelfs dat hij het niet met eenig goed gevolg kan doen. De
Grieken, welke het garnizoen van Missolunglii uitiha-
ken worden op vijf duizend man begroot. Zij verlangen
vurig dat cie Egyptenaars een aanval wagen om zich met
deze nieuwe vijanden tè metenzelfs dagen zij hen on-
ephoudelijk tot het gevecht uitom dat zij hopen alsdan
spoediger van het beleg ontslagen te zijn. 'Overigens
beeft die, plaats van den zeekant niets meer te vrezen
levensmiddelen en krijgsbehoeften komen daar overhiti-
derd binnen. Men zegt -dat sedert het vertrek van
Mianlis naar Hydravan waar hij nieuwe voorraad is
gaan halen, de Kapitan-Pacha zich, op het voörbeeld
van Reschid van Missolunghi heeft verwijderd, niet
zoo als men dachtom zich regtstreeks naar Alexandria
te begevenmaar om naar Konstantinopolen terug te
keeren. Deze gebeurtenis heeft de Egyptische sche
pen genoodzaakt om naar Patras te wijkenzoo dat de
iee geheel en al vrij is.
Duizend Arabieren waren den eersten dezer maand
naar Tripolitza vertrokkenmet eene aanzienlijke be-
zending levensmiddelen en krijgsbehoeften en om het
garnizoen te versterken maar toen zij de engten van
Leondari bereikten werden zij onverhoeds door Nicetas
aangevallen, die hen na eene kleine schermutseling op
de vltigt joeg. De Grieken vervolgden de vlugtelingen
tot Modon en rigtten een verschrikkelijk bloedbad on
der hun aan. Het overschot dier expeditie in Modon
terug gekeert zijnde, verspreidde aldaar zulk eenè
buitengemeene ontsteltenis, dat de opperhoofden allerlei
voorzorgen namen om de vesting voor eenen aanval te
behoedt n. De Grieken houden staande dat zij binnen
20 dagen meester van Tripolitza zullen zijnzoo niet
Ibrahim het beleg van Missolunghi opbreekt om die
plaats tè hulp te komen.
SPANJE.
MADRID den 16 Maart. Gister avond zijn Hunne
Koninklijke Hoogheden de Infant Don Carlos en de
Infante-zijne Ecbtgenoote alhier aangekomen, en zijn
beden middag tei^3|. uren door Zijne Majesteit gevolgd.
Zijne Majesteicneeft de Veldmarschalk Linan Gou
verneur van Madjiidtot Luitenant-Generaal benoemd.
Dagelijks word!' eene verandering in het Ministerie
meer en meer waarschijnlijkvermits de Hertog de
rinfanta'do besloten heeft om zich uit hetzelve te ver
wijderen. Als Minister van Oorlog wordt gedoodverwd
de Kapitem-Generaal van Gallicien de Generaal Eguia
Neef van den Kapitein-Generaal van dien naam en als
Minister van financien ad interimde Intendant van het
leger, deHeerErro. 'Calomarde zal zijne functien aan
zijnen voorganger den Heer Lorano Torres afstaan.
Een dekreet, door den Minister van financien onder-
reekend, bepaalt, dat alle koopers van nationale goede
ren in 1820, niet alleen de goederen en de waarde,
die zij gegeven hebben om dezelve te betaleu, zullen
verliezenmaar ook hetgeen sommigen boven den koop
prijs in handen van het toenmalig Gouveriiement heb
ben gelaten, hetzij in vales of in andere geldswaarde.
Dit besluit baart veel misnoegen.
Onze Courant meldt, dat het tarief der tolrcgten,
door den Koning goedgekeurd zijnde, met den eersten
Mei aanstaande in werking zal worden gebragt. Dat
blad behelsd ook eénige reeds bekende tijdingen van
Lissabon.
De Algerijnsche kapers, die, sedert den Deij aan
Spanje den oorlog verklaard heeft, zich in dé Middei-
lalidiche Zee Ophouden, belemmeren de scheepvaart
volkomen, waardoor vooral de Balearische- Eilanden
veel lijden. Deze omstandigheid doet aan het Gouver
nement het groot nadeel inzien van het ophouden van
het of- en defensief tractaat niet de Nederlanden tegén
de Barbarijsche Mogendheden.
DÜITSCHL AND.
BERLYN den 21 Maart. De Fransche gezant aan
Ons Hof, de Graaf de St. Priestïs, na op bevel van
zijn Hof eene zending te Petersburg vervuld en vér
vólgens de reis naar Parijs gemaakt te hebbenuit
laatstgemelde hoofdstad eindelijk in deze residentie op
zijnen post wedergekeerd.
Dezer dagen werd bij helderen dagin het onmid-
delijk aan de Stad grenzende paritde Diergaarden, eeii
vreeslijke moord gepleegd. Een Meelkooper had van
eene dienstmeid tjoo rijksd. geleendde, termijn vaii
terugbetaling verscheen, en hij gaf dit geld het meisje
Op den vérvaldag aan zijn huis terugdoch sloeg haar
tevens voor eene wandeling met hem in het park te
doeneii bij de terugkomst het geld bij hem af te halent
Dit werd aangenomendoch naauwelijks was hij eenige
hondeid schreden met haar in het bosch gekomen, of
hij trok een pistool en loste het op haat het pistool
U-as slechts met schroot geladen en de worden niet
doodelljk. Het meisje begon te kermen en uu viel de
booswigt op haar aan en sloeg haar met het pistool
zoodanig op het hoofddat zij voor dood nederstortte.
Hij sleepte haar vervolgens in eene diepte en bedekte
N°. 39.
DEN 31 M AART.
5 'M c 1 a
"O -
C C «- N
33 o SS u)
"*a
E O
<U 3
jx a>
o O
a» n
2 n.° i é-1 e .0
o
JO g-
O c
<U
N 2
3
!-
sj-~ C
o 5 O CJ
5 ë-ë S 0
o
o ,w>
v et,
CU
8
O
to
C C M
O
V.-SJ
re O
S
S
öMj=>
O
het ligchaam met'drooge blnc?cren en takken. Na twee
uren komt het meisje weder bijbegeeft zich naar "de
wacht aan de poort, en geeft het gebeurde aan. M?n
vond. den moordenaar geheel gerust aan zijn avond-eten
en nam nem gevangen. Het meisje zal", alhoewel zwaar
gewonddenkelijk er van opkomen.
F R A N K R Y K.
PARIJS den 26 Maart. In de zitting van de Kamer
der Afgevaardigden van gister, heeft men zich enkel
bezig gehouden met het hooren van rapporten op bij
zondere petitien. Eene derzelve., door onderscheidene
kooplieden van Parijs en Havre or.det teekend .stre'kte,
c!at men gestrengere wetten tegen het drijven van den
slavenhandel mogt maken. De commissie oordeelde
op grond van de gruwelendoor de siavenhaalders be
dreven wordende, gn in'deze petitien ontwikkeld, dat
de Kamer dezelve naar het ministerie behoorde te ver
zenden. De.Generaal Sebastiani nam deze gelegenheid
waar om zich te beklagen,, dar- het ministerie geene
sterkere middelen bezigde ohi dien handel te beletten
*OSSre'~Ji'OcjG>
1_ O "o»
r li- S-1" 1
5*0 "c'ï-'-
Ï5!l6'c«»_
c
ip- 8 Ls
bO O
g S t
>-=.5 6
2 <u
V g -
o o
'O
-g C
cj O
u 'yi 'j H
fcD
ds v. J
S<Gg„-|-oEo<u2ig^«
5
i'Slfiii
C» -Q
O
'c c <i> z-. SWS
QJ 'QJ "<U 'OZ '<U bO 1
OJ «L> *S 7i
t-c r* re r y a
s-« -z: N „re K re s g
on Cl. re si -> 00 S-"
S e> K.c R R R
'CO 'c "<s <L> fa 4> 2
O a> CO re "O
3 'O W v.
*5
H..g o -
-J3 i,
o J.5-J J
•XE1-—n
_SJ JZ 3
O 41 V
•3 ffl
5 'n* O> "o .s
s .-td
re .E V E 5?
hfl.N*-. ^.,0 di
oog -c rs r
- .O o
welke ver is van te verminderen daar in dit jaar nog u .E
dertig slavénhaalders uit de haven van Nantes zijn uit-
gezeildook in het belang der blankendie nog de "r-S 5 -g 5 I»
Fransche koloniën, bewonenraadde hij andere maatre- s S ON 6 8 o
gelen aan, dewijl hij voorzag, dat bij den eersten 'zee- <5 u g>= S8-S"§
I -z -It -.-.--I 'p *71 o sa n
u "re
-S y re
r. -=
jo p QJ o
o ho J2 N V
<U di CJ -r
- In
CU "C3
- - <u Sj.Ü
S -15
B
o
o O >3 j- 55 ;=i V- JA
:5"§ S '5 a -5 o g w M-S «J
i, o S -"'f aM 5 J!g O S «J ï-
reo»P jj-cto o O o o i
•o >w re "O Cj o "O C -O
B Z
Zr-Zï ê- eQ
os O dJ »-
s*^oïal!|Sar«
c *33.52
3 S n
.2 ■- bfl «j
C !2 C
09 btQ
O 1
'HG
o i5
g)
o -6
.s-
oorlog, indien inen niet allengs een stelzel van 'vrijvet- 5 *P
klaring der negers bij de hand neemt, alie de koloniën'dér o j 5
Antilies Republieken van zwarten zullen worden. Ook jig ,5C| 2~ S"5 Z&
wilde hij, dat de Ministers door gepaste voorzorgen -g U-. 41 c- -S-0
de Fransche vlag voor de schande zouden bewaren van
door dè Engelsthe schepen te kunnen 'gevisiteerd wor
den. Na dus over het punt van den negerhandél te
hebben gesprokénkwam de spreker op de zaak der
Grieken en verweet de Ministers op een zeer bitsen
toon, dat zij overal de slavernij ondersteunden; dat zij
toestonden,, dat openlijk in Frankrijk voor hec leger
van den Pacha van Egypte wordt geworven en te
Marseille schepen voor dien vijand van het Christendom
worden gebouwd en gehuurd én dat hunne staatkunde
zoo averegts was als hunne gevoelens ontaard.
De Minister der Marine en de. Heer de Villèle zelf
verdedigden zich tegen dien blaamde eerste voorna- c e
melijk .op gezag van den Vice-Admiraal de Rigny die g 5 <u g S 2.o
onder andere méldt, dat hij de beschuldiging, wegens
het vuren van eenen Franschen brik op den branfer van
Canaris in de haven van Alexandria onderzocht en valsch
bevonden heeft. De Heer de- Villéle sprak over het
bouwen van schepen voor den-Pacha van Egijpte., in
onze havens aan de Mlddellandsche Zee, en verklaarde -SgS'£:S3gi5Sï.-.!JQ§o
dat men dit aan Gouvernementen waar mede wij in
vreede leefde, niet weigeren kon, gelijk het voor wei- -ë &S g o g -S g-o
nige jaren, ook aan 'tfén Deij van Algiers, niet 'gewei- - s 5 2Ü
gerd was, un dat men thans zelfs minder gedaan had
dan destijds, vermits aan den D'eii veroorloofd gewor
den waszijne schepen in onze havens te wapenen;
iets hetwelk men aan den Egijptischeu Onderkoning
niet had toegestaan.
Met deze verklaring hield zich echter de tegenpartij
niet te vrede. De Heer Benjamin Constant betoogde
hec onvoldoende van de bestaande vi'gttèn tegei) Uen
slavenhandel, eene daadzaak, 'dié door dé vorige Mi
nisters van Marine Molé én Portal volkomen erkend is.
Voort verhief hij zich tegen den onderstand aan de
Egijptenaren verleendnoemde een Heer de Liyfon
die nog acht dagen geleden zich te Parijs ophield en
officieren voor den Paeha aanwierf, aan welke door het
ministerie hun rang verzekerd werd, en vroeg aan de
Ministers; of er geene Fransche officieren, met hiinne
autorisatie in het léger van den Pacha dienden en on
der de muren van MiSsoluivAhi stonden? Hii eindigde
met de Ministers te vermanen van zien als Christenen
te gedrkgénen dit diet door processien, maar door
het geven van hulp aan de Grieken tegen hunne onder
drukkers; te toonen. Na hetn sprak de Heer Dtidon,
die de wetten tegen den slavenhandel niet verzwaard
wilde zien; en beweerde, "dat niét Frankrijk, maar
Engeland dien handel dreef. Vervolgens nam de Ge
neraal Sebastiani nogmaals het Woord op en zéide, dat de
Minister hem niet beantwoord had bp zijne vragen,
daar hij niets ten nadeele had gézegd van dêrt Franschen
station in de Levant onder de bevelen van de Heeren
Halgan en dé Rignij; maar zich beklaagd had over
"I %.E g 1 a g g-o-S £*2 a
j. -c
3 2
-g 3-c o
<u re 'O a
h ts
2 m s w
Y> c <u 5
- 9 0 2 - c u
O
F. 9
O r- taw T" u 1
•^9 e c o 5
"O w O u X
T3 [O e- 9 cu -e b 5 Z> o 9
'3 4> re -ti a "3 «s »- J? Is cu
,E3 *T3 bDÜ'C'O in u*
u <U - c S e\ S C i'
c re:s»n Jj'oiss&cycu
■op <U_> -T dj E -r. rr.*a O <u o
e -a E - |.:=N s J- O?-
di rr^ gj N F O 'JE U ,SJ
C O Z g r- Y, ïc.
•t-t r- re O C CJ Jé _1 Sj l_ s-«
F 2 *-* 2 dj re re
P K vT60"0- sö 1
»-i «v- fcn CU ,«_j T! cut> *-»_
qj P
-
|q0 5>" fa-s
SöJ5u--5o-=CL'Sl!
i-o o 2 5f-a "3
O -
-
ren »<=Sfs«ibÏ«1!» SS
hetw||j;§«^5| ÏH.--B g S.
bouwen van schepèh te Marseille, over het organiseren g 2 - m!q g j=
van het leger van den Onderkoning van Egijpte door g1- -"o v ï'.5-g 5 g, F t, g'v-**
Fransche officierenen dat daaromtrent de Minister ï»0s.j!i5i.5!-J""1'
zich niet vérklaard hadéven min als hij gesproken
had van het vervoeren dêf schatkist van den Pacha
van Egijptè van Alexandria naar Navarino door een
Fransch schip, op èen oogenblik, dat de Turksche
schepen, uit vrees voor de Grieken, geen zee konden
bouwen;
De Heer de Villéle vroeg nu andermaal het woörd hij
bekende het laatste gevalSoth voegde er bijdat dit
juist de botzaak geweest wasWaarom het ministerie
den officier onder Wiens bevél dit plaats gèhsd heeft,
terug geroepén en door den Heer de Rigny had doen
aflossen. Omtrent het bouwen van sèhepen te Marseille
voor rekening van den Pacha, zeide Eiine Excellentie
dat Frankrijk hetzelfde aan verscheiden Mogendheden
had toegestaan met welke het van belang was vriêhd.
(Jlet vervólg ef de kant van dene lUdnd)
2-.
o o
:=>"5C«ieic«t.-§-a! o. 's S -ö
e w=-3 K-S o- l.** u
o- a, tx2 c «j S o-t; o 3