s r.ri
8 -S
en dat 'aldaar de kerken en altaren gesticht waren.
De gedwongen verbindtenis met dé Romeinen en de
vrijwillige gemeenschap met de Galliërs Germauen
en Britten, konden in deze landen eenige meuschen
brengen tot kennis en omhelzing vari den Chrisselijken
Godsdienst. De meeste inwoners bleven evenwel de
Heidensche Afgoden dienen.
Toen dé Koning Dagobert eene Christelijke kerk of
kapel'te Utrecht had doen bouwen, veroorloofden zich
de Heidensche Burgers dat gebouw geheel te verwoesten
volgens het 'schrijven van den Utrechtschen Bisschop
Bonifaciüs in eenen brief, die. onder anderen te vinden
'Is bij F. van MierisCharterboek iste D. bl. 4 en 5
aan welks echtheid echter door sommigen getwijfeld is.
Zie Buchelhrs in Notts ad J. de Bekd de Episcopis Ultra-
■jectinis p. l8.
Het was niet voor het einde der zevende eeuwdat
de Christelijke Godsdienst meer algemeen doordrong.
In het jaar 690 kwam IVillebrord met andere reisgeno
ten, over zee naar Utrecht, in welke stao velen tot het
Heidendom wedergekeerd warén. Tot Aartsbisschop
der Friezen onder welken naam toen ook de Hollanders
en Utrechtschen begrepen waren} door Pau's Sergius I.
in het jaar 695 aangesteld en ingewijd zijnde liet fttlk-
brord niets onbeproefd ter voortplanting van het Christen
dom en om te Utrecht of in Holland en elders kerken te
doen bouwen. Of er omtrent het einde dér Vilde eeuw
reeds te Utrecht een concilie gehouden zijgelijk
Banuiiits_en anderen willenwordt met reden in twij
fel getrokken door HeuscheniusPagius en Mansi. Wat
hier echter ook van zijIVillebrord volhardde in zijne
pogingen, tot dat hij stierf omtrent den Jare 737
of 73? en liet grööte schatten nageiyk uit zyn
Testament te zien is.
Dus was dê Christelijke Godsdienst voortgeplant
mahr niet zonder gebreken, waarover Bonifaciüs, Bisschop
van-Utrecht, in zijne brieven (in 1605 door Nicolaus
Scharius uitgegevenén naderhand herdruktzich
hier en daar sterk beklaagt. Sedert dien tijd en tot in
het begin der XVIde eeuw Werd de Roomsche Gods
dienst cè Utrechtin Holland en andere Néderlondsche
gewesten goedgekeurd en openlijk beleden.
Dit duurde tóe dat Luther in 1517 te voorschijn was
gekoomen syiens leér'wijze spoedig tot alle de Neder
landers doordrong-, en ddór.zecr vele inwoners werd
goedgekeurd. - Een aantal brieven van. Erasmus strekt
genöeg'tert bewyze_ daarvan.
Na dat de denkwijze van Lu/her reeds bij duizenden
ingang gevonden hadwaren alle pogingen om den
voortgang, dfb.rvan te stuiten, in de Nederlanden vruch
teloos. De strengste Plakaten van Keizer karei en
van zijnen zoon Koning Blips van Spanje waren niet
toereikendeom de vrijheid van ge Weten in het stnk
van Godsdienst té verdooven. Veel minder diende
daartoe de. invoering van het geloofs-onderzoekde
Spaansche Inquisitie geuaamd. Alle weldenkende Neder
landers zoo wel Roomschen als Ooroomschen, hebben
zich tegen den gewetensdwang steeds met alle kracht
durven verzetten ook in de Jaren 1565 en s$è6.
Sints de verandering der Politieke Regering van de
Nederlanden in 157! en vervolgensvooral na de af
zwering van FilipsII. was ep bleef het grootste gedeelte
der ingezetenen van Holland en Utrecht b(j elkander
genomen den gereformeerden Godsdienst toegedaan.
Aan andersdenkenden is niet te min de vrijlieid van
geweten 'in het Godsdienstige biilyk vergund geworden.
In de 16de en 171k eeuw zijn wel is waar, eenige
Plakaten door de HoilandscheUtrechtsqhe en andere
Staten afgekondigd, die voor de Roomschen ongunstig
waren; doch de oorzaak daarvan was niet te zoeken
in haat tegen den Godsdienst üér Roomschen of in
dén. toeleg om hun de vrijheid van geweten te betwis
ten, maar deels in de gegronde bekommering, dat
vetle Roomschgezinden voor het sluiten van den vrede
m 1648 dé zijdé van het Spaansche Hof hielden, en
deels hierin, dat sommigen onder hen het zoogenaamde
officie van Paus Gregorius VII. in deze Landen voor-
sfbnden.
'Sedert een zeer langen tijd werd vryheid van gewe
ten en de oefening .van. Eeredienst naar elks keuze
vergund aan alle gezindheden welke zich in Holland
bevondenin zöó 'verre zij konden gerekend wordpn
iiiet nadeelig -tc zijn voor den .Staat of gevaarlijk voor
Se algemeetie rust en veiligheid der bijzondere gewesten.
Hier komen dos ié aanmerking.
t. De Gereformeerden, wier Godsdienst sedert ruim
twee eeuwen beschouwd is als de Godsdienst
van den Staat. Behalve de talrijke Nedprduitsche
Gemeentenzijn hier ook toe te rekeuen de
Walsche Hoogduitsche Engelsche en Schotsche
Gemeenten.
2. De Luterscéch welker getal bijzonderlijk do'br
den Koophandel en Zeevaartvan tijd tot tijd
aangroeide, en te Amsterdam en .elders vrij aan
zienlijk is gebleven.
3. De Remonstranten of Arminiancn. Na de Natio
nale Synode te Dordrecht in 1618 ip, werden
de Remonstranten van de Gereformeerden afge
zonderd ontbeerden lang de openbare oefening
van hunnen dienstwelke zij echter wedeikre-
genen te Amsterdam hun eigen Seminarium
haddenen nog hebben waarin de Leeraars ge
vormd worden.
4. De Mennoni'en of Doopsgezinden door sommigen
ook Anabaptisten genaamdhoewel zij niets.ge
nieën Tiebbén met de verwoestende oproerighe
den door de Anabaptisten in de 16de eeuw met
vuur en zwaard aangerigt, doch van welke
Menno Simons zijne meeste gefoofsgenooten
reeds wist af te trékken. Hun getal is merkelijk
grpoter in andere oorden dan te Utrecht en in
Holland doch te Amsterdam en Haarlem zijn nog
talrijke gemeenten, en in eerstgemelde Stad heb
ben de Doopsgezinden hun bijzonder Seminarium.
5. De CoUegianten of Rhjusburgers. De eerste naam
is van ouden oorsprongde twééde is ontleend
van het Dorp Rhynsburg bij Leytjenalwaar
zij jaarlijksen meer plegjtrg vergaderden ook
óm den Heiligen Doop aan bejaarden door in
dompeling in het water te bedienen. In het
Jaar 1648. meende men dat tot hen behoorde
een Seminarium der Socinianen maar de Regering
van Amsterdam gaf ter Staatsvergadering van
Holland te kennendat zij hier van onkundig
wasen de Staten besloten den 30 September
van dat jaar, dat de zaak hierbij zou gelaten
worden.
6. De Quakers, die bij hunne komst te Amsterdam
omtrent de helft der 17de Eeuw grooten tegen
stand vonden maar in 1675 of daaromtrent
hunne bijeenkomsten onverhinderd 'en openlijk
begonnen te hoiiden.
7. De Hernhuttersdie zich meest op het Dorp
Zeyst in de 18de eeuw nedergezet hebben, in
tien beginne door eenige kerkdijken, vooral te
Utrecht grooten tegenstand vonden doch nader
hand ongestoord in hunnen eeredienst bleven.
8. De Roomschgezinden of Ro'omsch-Katholijkendie
zeer talrijk zijn in vele steden en dorpen. In de
zeven weleer vereenigde gewesten hadden zij
omtrent 350 TCérkgeb'ouw'en in Holland alleen
ruim 150, en in het Sticht van Utrecht ten
minste dertig.
9. De Armenische Christenen hebben nergensbuiten
Amsterdam, eene gemeente, welke in het begin
der 18de eeuw aldaar gesticht is, en nog bestaat.
to. De Grieksche Christenendie mede te Amsterdam
gelijke vrijheid van Godsdienstoefening genieten
ais de andere reeds genoemde Kerkgenootschappen.
De Jodendie na de geweldadige onderdrukking
en verdrijving uit PortugalSpanje Italië Polen
en Duitschland in de 16de en 17de eeuw zich
raar Holland begavenvonden in Holland een
Veilig verblijf. Zij werden welhier en daarnu
of danin eenige steden niet altijd vriendelijk
behandeld maar hunne talrijkheid groote rijk
dommen ijverige werkzaamhedengroote ge
schiktheid tot den kaophandel en hnn stil gedrag
in het Burgerlijk ievendeden hen onbelemmerd
hunnen eeredienst in het openbaaren zelfs
met luister te Amsterdam waarnemen.
Aiie die zoo verschillende gezindheden hadden in
ons voormalig Gemeetiebest vrijheidniet alleen van
geweten ophètstuk van Eeredienst, maar ook om den-
zelven openlijk te verrigten. Niets is billijker niets
is meer overeenkomstig met eene gezonde Staatkunde
dan deze vrijlieid. Napoleon verklaarde aan de Afge-
vaardigdb Gereformeerden van Geneve, die hem te Breda
begroettedendat het zijn vast voornemen wasde
vrijheid van Godsdienst te handhavendewijl het Rijk
der wet eindigtwaar het onbepaald gebied van het ge
weten begint, en noch PVet noch Vorit iets tegen die vrij
heid vermag. En gelijk de billijkheid, zoo vordert niet
minder eene wijze Staatkunde, op de ondervinding
eeuwen lang gegronddat men geeii voedsel geve aan
gewetensdwang, die menigvuldige onheilen Voor landen
en volken berokkende, daar in tegendeel vrijheid van ge-
.weten.de -rijkste biïm van welvaart ts'geworderi.
•-tHUs'dp de uitinnntepdste wijze fh Jit C&idgfcfle-
kiuten aanz.ien van de bevolkingden kóóphandel,
de industrieen de wetenschappen.
3d rl i yPi'iolg op" de^kont v"ail deze bladx.j
H,
O
s
q f
h.0 rt N
.5 s
fr* 3 a
g M 8
S
m
ei <u
fci
a 5 ns
g O
ïf Ci
<0 fc '-S
v»
52
-
v-
5
»•-
2T4
-
3
s~S
-SP
-1
O
g a
s g o
Q a
1s
w
>3. CS
•3' t.
II.
.2 -O
aJ
e- C3
a u.
o
a» O
P
Q S
P -a
Cl cd
1 *1
:p*
to a
5 UI D 5 O
cc A3
cc
O
p
.t-j ho O
Tl 3 0
iü.S
AA
2 9
N 5
p 0
Cl S
-O
t-*
O T3
O
"Xj
A 0
2. 5
V
tp
N '3
'O
cc hj
3 -o
I CL, O
3
1 AA "3
3 M-
'S
u i>
-1 .q a> p
•s 2 S .8 -1
5
O -O
»2
a
E E
S t
ïl
-H N» v»
-s 3 .5
-2
u
AiA O O
AA -3
l|t
■q
r - t?
•O .s w
if gil
1-3 e
*2 o»
p T 5
ÓJ
a r, .Ë-l a
2 S^S-Sl
- ss -
•■Z -c AA
S. rx. ■A
s 2
-s '3 a
's -
T3 .tj
rt O 3
O *1
O s p,
o n
u ?a
g S .5 S
<u SS
c -C AA O
-C3
O CC CJ ui
rv
O S
O. e3
01 O ^.2 3
TJ o q q
I'
Cl as
tlO CA -
10 li
q S
1 s
"0
3
P
0
•p
u
Cl
Cl
bp
O
bD
3
01
O
1—
cc
Cl
O
O
tü
3
3
O
-u
P
Cl
0
p
cc
AA
0
0
0
AA
"3
01
bC
O
(Si
CJ uu
P
s
CS
P
0
AA
3-
O
'Si
1
0
bD
0
bD
c
p
"rt
D,
.en
0
AA
O
3
0
tc flL»
u
OJ
t/3 V»
II
C 21
OJ 5
*5
.5
T3
w
z
Co
•r
V.
15 fe;
a
I-S
*T3
01 q
bD
t-.ro
<v -
UJ CC
aa q
bx> "S w
«-4
p —t
i 2 3
3
p. O
AA AA
o -3
Cl -O
3 3
0—0
O u a
AP cp
O 13 AA
<ss
Cl
-O
O O
a
i ss
s