5- "£-< sfj «-*: S'S: t'Z 3 n.*2 5| s« ïfa» h"-'? apS i a.« n e tro w a Z'2 "wo o o S X O®*» JS^obo^SC*® 2 «2 55 fÏB-Ig"! 11= g-ir §13 "a.2.™ 0^-ë 2.2 J? 2" -.Z- n 3 O fl ül^n O 3"0 t—O rD f*r. jg *0 S O» M IÉ* S W3 n 3J «k V- 5 s sZ f2 5s-=a!rs-5."3f?3 i S p.2 n g g 2f 2,3» ïf 5 2 —2 3 a sr t o o I, »t' y a n> rD a -» Zuid-Amerikade havens van Valparaiso, en van Lim* bezocht. Beide deze schepen zijn den a3Sten. Augus tus, des vorigen jaarsuit het vaderland gezeild; zij zjjn beide in goeden staat, bijzouder de korvet. MAK/ASSER'. Voor het vertrek van ilen Generaair. Majoor van Geen van Makasserwarén aldaar aange komen gezanten van Mandhar en. van Lpehoewelke zijn toegelatentos het vernieuwd contrakt tussclie» het Gouvernement en de Celebesche volken. Met, uit zondering van Bonie,'Wadijae-en Loping, is.-dac con trakt thans algemeen gesloten. Het rijk.van Lpehoe s**S", tot onlangs, eene naauwe Bondgenoot geweest van dat van-Bonie. —.-Een zendeling van hei,R4jk van Rpnie was nog niet terug gekeerd. Dit uitblijven vermeende men te moeten toeschrijven aan.de omstan digheid dat welligt ook: daar de wag van onderhande lingen was geopend. PALEMBANG. Over de I.ampongs is eene depéche- asngebragt ,.van den Heer Kommissnris van Sevenhovcn,, gedagceekendrden iaden Augustus, houdende do belang rijke tijding,, dat de Sultan van Palembang, sedert ge- 1 ruimen tijd in de bovenlanden rondgezworven hebbende, schier van allen zijnen aanhang verlaten zich op lijf- genade heeft overgegeven, aan de tegen hem uitgezon. dene inlandsche magt, en speciaal aan den Demang van het distrikt.Ogan. Die Vorst is vervolgens gevanke lijk overgehragtaan boord van Zr. Ms.c korvet Lynx waarmede hij eerlang naar Java zouden worden overge voerd. Twee zijner volgelingenmet hem mede ge. vangen genomen, zouden op Palembang voor de ïtiland- sehe regtbauk te regt wouden geweld, *1* -besebul^ed 21- rei 3 <n 53üra7j5'2 van hoog verraad door aanzeggers te zijn geweest', en persoonlijk deel te hebben genomen aan dén aanslag op de bezetting van Palembang, in November II. Men mag hopen dat door deze gebeurtenis dé rust in dat gewest eindelijk voor lang zal verzekerd zijn. PADANG. Volgens een brief van Padang van den I3den Augustuswas aldaar alles wel en rustig. Den lellen September. De- Samarangsclie brieven van den 7dentot en met den 9,den dezerhebben de vreeswegens het voortrukken der muitelingen tot in de nabijheid van Samarang geheel doen verdwijnen. Wel verre dat de bende van dén Pangerang van Seran na den ongelukkigen uitslag onzer ontmoeting met de zelve op den 3den September voorwaarts zoude getrok ken zijn, heeft dezelve zich geretireerd, en al spoe dig het ganache distrikt van Damak verlaten.' Dit schlint genoegzaam te bewijzen dat het verlies aan de ziirf* des vijands- op dien dag door de werking onzer wapenen niet gering moet geweest zijnen mag overigens wel toegeschreven worden aan den wel'over legden maatregel, van den Opziener der landelijke in komsten Harrarrwelke bij den terugtogt van ona detachementmet eene magt van gewapende Inlander», waarbij zich eenige der retirerende Soldaten gevoegd' hebben de brug te Boegaran bezet gehouden heeft,- hetgeen den vijand belette ongemoeidtot Damak te naderen. Eene gunstige omstandigheidwelke almede tot dè' terugtrekking der bende van den Pangarang van Sera»' vervelg,op de volgende blad*.}

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1826 | | pagina 1