te r-> 1 ha-a «n geleerd Pausgezinde, doch Zich alleen bemoeid om de voorgevallen gebeurtenisfen in hare omstandig heden te verhalenwant hij is van begrip dat men alleen de daadzaken, zoo als dezelve zich toegedragen hebbenmag opgevendoch zich geen oordeelover dezelve mag veroorloovenaangezien, zegt hij, het hu jn plaats van te onderzoeken of er In het boek van Janseaius dolingen steken niét geoorloofd is voor zulk 'of zulk een geloofstuk, dat de Kerk plegtig voor onregt- zinnig verklaard hóefciets tegen te spreken of aan de uitspraak te twijfelen. Het ontbrakgeen yan beide partijen aan mannen van kracht en welsprekendheid de een week voor den ander niet in onophoudelijk schrijven. Ieder bediende zich van alle bedenkelijke streken, het zij om aan te Vallen, of om te ontsnappen. De degen en de tabbaardhet hof en de gewesten, ja geheel Frankrijk trad in het ge schil en men zag zoodanig een krijg die doorgaans wanneer de menschen in zaken van Godsdienstniet eerder geëindigd wordtnadat eene van de twee strij dende gezindheden met een volslagen nederlaag is ter nedergeveld. In 't einde werden te Rome raadplegingen gehouden en het Anathem werd tegen, de Jansenistische steilingen uitgesproken daarop betuigde klein en groot eene gehoorzame onderwerping. De wereldlijke Mo gendheden voegden zich bij de geestelijke en men wilde dat het voilnis van den Heiligen Stoel vast, bondig en van waarde geachten stand zoude grijpen. De voor standers van Jaiiscnius klaagden dat zij gedoemd zijn zonder dat hun gevoelen regt verstaan is, en dat zij zich altijd ddarvan beroepen hebbenzoo wegens de gebeurtenissen der historie zelve als wegens de verkla ringen hunner schriften. ENCYCLOPEÖIÉi Het woord Encyclopedie is even min als de zaak van genen nieuwen oorsprong, hoezeer het waar is, dat door de verruiming der grenzen van het rijk der Weten schappen de beteekenis van dit woord eenen wijderen omvang heeft bekomen. De naam is van Griekschen oorsprongen gaf oorspronkelijk te kennen het onder wijs in eenen zekeren kring van kundigheden en be kwaamheden. Uit Quintilianus blijkt dat de Grieken en naderhand ook de door dezen beschaafde Romeinen onder die benaming bij uitnemendheid begrepen het geheel van alle die kundigheden, welke bij deZévolken een Jongeling zich moest hebben eigengemaakt, die op den naam van een beschaafd mensch aanspraak wilde maken. Daartoe bragten zij voornamelijk Grammatica Arithmetica GeometriaMusicaAstronomiaDialec tica en RJictorica die naderhand onder den naam van de zeven vrije Kunsten en Wetenschappen zaimgevat en in de midden-eeuw vervolgens in trivium en quadrivium afgedeeld werden zoo dat de drie eerste in de lagere óf triviale scholen de vier laatsce in de etablissementen van hoOgir onderwijs geleerd werden. In den nieuweren tijd heeft men ook boekwerkenin welke een zeker zamenstel van bepaalde kundigheden op eene meer of min veel omvattende wijze in eenen wetenschappelijken vorm voorgedragen werden Encyclopedienen deze wijze van voordrage en onderwijs Encyclopedisch beginnen te noemen. Wanneer zulke Werken op de eigenlijke Wetenschappen betrekking hebbendan worden zij Wetenschappelijkeen wanneer zij zich tot de kunsten bepalen worden zij Kunst-Encyclopedien genaamd. Beide Zijn of algetneene of bijzondere naar mate zij alle of slechts enkele in onmiddelijk onderling verband staande Kunsten en Wetenschappen omvatten. Zoó heeft men Filologische Historische Mathematische Filosofische en andere Encyclopedienwelke alle onder de bijzondere of speciale bebooren. Wanneer in een zoodanig Werk slechts een algemeene schets der daarin behandelde wetenschappen of kunsten gegeven wordtmitsdien slechts eene uitwendige gedaante derzelve geteekend wordt, zonder tot derzelver innerlijke gestalte en stof en inhoud door te dringen: dan heet eene zoodanige Encyclopedie .eene generale formele of uitwendige bij tegenstelling van de speciale materiele of inwendige. In de eerstgenoemde is de voordragt summierin de laatst, genoemde meer of min uitvoerig. Bij de eerstgenoemde wil men zich door middel van een algemeen overzigt op een gegeven gebied van het menschelijfc weten of kunnen eigenlijk slechts orienterenbij de laatstgemelde echter door middel eener min of meer indringende studie kennis en onderrigt verwerven. Eindelijk onder- Scheidt men ook nog Systematische en Alphabetische Encyclopedien naar mate dat bij de voordragt eene Syste matische of Alphabetische rangschikking der behandelde onderwerpen in acht genomen wordt. In het laatsce geval ontstaan Encyclopedische Woordenboekendie men ook dikmaals Real Encyclopedien noemt, hoewel de Sys tematische dezen naam even zeer zouden verdienen te dragen. Het eerste Encyclopedische Werk schreef ver moedelijk Specisippus de Zusters Zoonleerling en na- Volger van Platovan welken Diogenes Laërtius IV. 2. berigt, dat hij allereerst het gemeenschappelijke in de wetenschappen in acht genomenen dezelve zoo veel als mogelijk zamen verbondenvolgens gissing in een Werk van tien boeken die echter alle verloren zijn gegaan. Ook een verloren Werk van Varroen het thans nog voorhandene Van den ouderen Plinius kunnen als proeven van zulke Encyclopedische Werken uit de oud heid aangemerkt worden. De middeneeuw levert insge lijks zulk soort van proefnemingen op welke den titel van summae of specula droegen. Een der beroemdste meest omvattende eri zaakrijkste behoort in de XlIIde eeuw t'huis, en wordt aan Pincentius Bellovacer.sis (Vincent de Beauvais) voor de vervaardiger van het- j Insiit. Oral. I— to. Zelve gehouden het heeft dezen titelspeculum histo- ria/enatssrale et doctrinale, waarbij korten tijd daarna nog het bijvoegsel kwam van eenen ongenoemden onder den titel spccacliim moralete Douay uitgegeven in 1580 in 4 deeien groot folio. Hiertoe behooreii vervolgens Martinis Idea methodria Herbonj 1 i$ó6. Alsteds Encyclo paedia ibidem 1620 maar vooral Baca's heerlijk Werk dignitate et aiigmentis scier.tiarsim Libr. IX, Leidae 1645. In de achttiende eeuw volgden de grootere Werken van DiderotetAlcmbertCastiUtm Hcpetius, Mar- montel en andere Fransche geleerden dit Werk is in Alp'sabetische orde vervaardigd èn algemeen bekend. Hoezeer deze Encyclopedie vele zeer goed bearbeide artikelen bevat, zoo bevat het toch ook niet weinige die middelmatig zijn. Het is echter niet te ontkennen dat deze onderneming onder de meest beroemde in het rijk der letteren en wetenschappen, in de XVIIIde eeuw moet geteld worden. De Duitschers hebben onder allerlei vormen, wijzigingen en namëndit veld van Encyclopedisch onderwijs veelzijdig bearbeid. Men Verwijt aan deze en dergelijke Werken dat Zij de oppervlakkig- heid'm dé hand werken, doéh dit verwijt is onregt- vaardigwanneer men van deze Werken slechts een doelmatig gebruik en geenszins eèri laakbaar misbruik maakt, want derzelver bestemming is eeniglijk om eeii algemeen overzigt der wetenschappen te gevengeens zins óm tie grondige beoefening derzelve ontbeerlijk té maken. Encyclopedische Woordenboeken hebben alleen het óógmerk om over elk wetenschappelijk onderwerp eenige voor de oogenblikkige behoefte toereikendeen tot verder onderzoek uitlokkende wenken te geven. Overigens hebben niet alleen de Grieken en Romei nen en de beschaafde volken van het hedetldaagséhe Europa de behoefte aan Encyclopedische Werker, ge voeld maar ook de natiën uit het Oosten hebben in het gevoel dezer behoefte gedeelden leveren ook de bewijz"èn hoe dezelve aldaar vervuld zijn. ADRES der Protestantfche Synode van Pensijlvanie in Noord - Amerika. AAN AL ONZE EUROPESCHE BROEDERS IN ENGELAND, HOLLAND, ZWITSERLAND EN HET DUITSCHE RIJK. Gelièfde Broeders Nog is die goddelijk vonkdat teedere gevoelhet- Welke broeders aan broeders verbindt, en hetwelke geen tijd vermag te verdooven ook bij ons niet verdoofd ofschoon wij, zoo verre van 11 verwijderd, en door zeeën gescheidenthans bewóners van Amerika zijn. Want uit alle streken van Europa bevinden zich ontel bare familiën in de Ncreenigde Statenwelke door vriendschap en maagschapmet ulicdën zijn verbonden. En dit geeft ons de aanleiding Geliefdenom dit ge schrift aan Ulieden aan te bieden. Offchoón het grootfte gedeelte der Duitfche afram melingen in de zuidelijke en westelijke Scaten van Ame rika verstrooid leefthoewel de oostelijke Staten hiervari eene uitzondering makenals in welke bloeijende Duitsche geméemen zijn gevestigd schoon reeds ver mengd wenschën zij evenwel den Godsdienst hunner Vaderen in hunne Duitsche moedertaal te horen voor dragen hetwelke echter tot hiertoe slechts door enkele Zendelings-predikers heeft kunnen geschieden. Uit de zendelings-berigten echter blijkt ook alreedsdat zeer vele Duitsche familiën wenschen het Evangelie in de Engelsche taal te hooren verkondigenwaarvan de oor zaak isdat zij met Engeische inwoners vermengd leven. Eene groote ongelegenheid echter bestaat hierindat zoo vele Duitschers in het land rondzwerven zich voof Duitsche Predikanten uitgevenendoordien zij vol strekt onervaren in de verklaring der Heilige Schrift zijn overaiin deze gewestenbijgeloof en dwalingen onder de arme Duitschers verbreidenen daardoor aan leiding geventot het ontstaan van zoo vele dwepende sekten. De Hervormde Duitsche Synode welke eerst sedert eenige jarenuit 80 leden bestaatwaarvan de meesten jonge mannen zijn, heeft zich, wel is waar, alle moeite gegeven omdoor uitgezondene Zendelings predikers, de zoo verre verwijderde Duitsche Gemeen ten bijeen te honden, door prediken, kinderdopen, aannemen als lidmaten en uitdeeling van het heilige avondmaal. Sedert Cenigen tijd echter is hieraan zeer weinig de hand gehoudendeels doordien het aan het nodige fonds ontbrak, om de reizende Predikers be hoorlijk te ondersteuneiideels ook doordien zich in de oostelijke Staten zoo vele gevestigde gemeenten bevin den dat er geene voorwerpen meer zijnom deze reizen te ondernemen. Wel hebben eenige Wel onder wezen Predikanten beproefd bekwame jonge mannen in de Godgeleerde wetenschappen te onderrigtendoeb overladen met bezigheden dewijl deze Predikanten 4,6 tot 10 gemeenten te bedienen hebben waarbij nog komtdat deze van 4 tot So mijlen van elkander af liggenzijn deze mannenbij al hunnen goeden wilniet in staatden jongen lieden slechts eene mid delmatige geleerde opvoeding te gevenentot een verder voortstnderenhebben deze in zeer groote ge meente aangestelde jonge Predikanten geenen tijd overig. Dit is, geliefde Broeders! slechts eene kort ineenge drongen treurige schets der kerkelijke gesteldheid van zoo vele Duitsch-hervormde Gemeente in de Kereehigde Staten. Reeds dikwerf hebben wij beproefddit onheil af te wenden terwijl wij een theologisch Seminarium dachten op te rigten omdoor eenen daartoe beflemden Leeraar een aantal jonge mannen te doen opleiden ten einde alsdan de herderlooze gemeenten van bekwame Predi kanten te voorzien maar tot hiertoe zonder gevolg: deels doordat onze kas te gering was en fondfen ons ontbrakendeels omdat zieh nog andere; Zwarigheden opdeden. Doch de Voorzienigheid heeft middelen en wegen, om diegenen, die op haar vercrouwente helpen en wij hebben thans de meesce redenom te geloovendat zij ons wil helpen. {Het vervolg op de Kant van deze bladzijde 3 3 a e> cj bo ■bs o Sjj -J o cj -O, o o o JL> *o JZ >u 5 «I O T3 G S b0 'C 'M 0 c »- r P, r. •V rHd S3 V, IJ S s a c S5 -q s -3 5 "vS^r; C iC. S E S« 2§a p T3 C oXZZ 03,1 5 2 g i -O n u c C oj -X -F 'SS w SP cl, t o O W 1 co r- G S S b 5"° o E -3 ha S §n; g 2 "o 'N bM "S'o c S Si S S HQ R rG c, I 3 g a s .SS.-Sf cv Of) r- a £2 «5^-5» °"S f- 'dS-z'-Z c r. 'C 13 s o s s J c GJ TJ rG C-> 5 2 o"ö 2 n ^-0.0 a O g.S s t g 3 o-a c:H>S B PUN(Uw.i3 4l?(l> "■•CÖ 1 rj eo O Aai C CJ c c -o c I- -C {3 5 -0 S f 0 re <D <V C a> 52 i2 O O M 2 0 a - S.s g-S IE13 e?° O" O 'F O - c-e U S ÏF4 C c C S an g s g1 01.5 M e o 2 ba a C W 5 5.' re S :c re o c V, 0 r n c g S I Ö-o "SS ta S B 5 S re S s'p 3 0 8»2;Höï O N -* CL, <D *-* P N C fcfi C :U. - x QJ J2 <U O s-S-S f ïlieSlSs: -g 3 O.B - 0 <U C .C -u ^Tj'O a a 0 bó c ha ja - w CS K 1- w L- c «-. ctj dn N cj u CJ N i-,m U4 s-u CJ 0 S g 2 ha O iT •- P c GJ f2, '"n J K c 53.5? 1 u 1 r* i ow-a >a>c'"c:GjCQNtz!'T34iO u i- S) ha-Ta -U W O ha Ore O X. VS -re <0 Q re ^!ll lillik w O o.> a C^c„ o *0 P C fcfl 0) C. T3 O c S P O ha bpg -=P "o ..S^p5 S S S g'S S S-3 S g böo O O c"73 c g So o «- S :c - c E Sh-3 b c Q1? *S> »uü -"*2 e N 2 C -Co -p -o o V o^GjbatDP c Cl - -• -re -c ba >T1 5x3 - c^- 2 o -d Q-S 5 o O U (5 W re re g Mg-e g asl .c -.3 .5 "E S SjSiSI O f-s 3 g g.s- 3 E O bo !4 VS CJ b/) tp S K c re JireSreN tq. re re bD CJ Pj re öaisa-H-g^pa^s-0^ fl 0 k o s o F c/3 bxj>rdT3 Ïj ?"crh- j- vj va i; P "ut3 "—4 SU c 13 O a .J, C 6J3 1 sj. g *-1 5 c c re VU re re C KO Oi3 re CO" c: jz O O O -•¥ 15 "O O C c: c c o a O ~o *-* ho O B3 S •2.0 O S n t re O 2 3 OD're 'oq W-o -O O O rv b0'a n are O VS -re bO O.C oo»°v. J2 N O re o c X o J c O t) O S flJ CL.-O ".-O CS re CJ g t3 i s3 >-a.s rt uc C ci N P -a V O o O b£ 2 O -"O - 0 OQ.S £5 3 bo P o W bD O jf* O bo C P-O W OW s b 00 to e .5 O re - re rx O O Us CL. O C -3 33 as a g g p Cl 2-S N D.S o .bC O re L O -bi S ïr. Q o 5 re O. 2 O Cl. re d, re K o o- O Jx o CJ o s -.s g S.Ü 0 SwCB5 5- -0'c,P C -C Q o C ffl rj CJ O fl Bre j: Bre R o o c O 'j C K e U u >-OOiutóS?B

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1825 | | pagina 3