miUibrtUg
re
s §r
to a rej.
o
"I
È.3S,*"5'- m
v 2. v 5" §*3
n 8 M 8
te cl**
3« I?
N d(i)'o "ft 2 ^2 N 3
O 2. cd s 3$ 3"^ v. C® s#« O- 2.
as I'o-S-'ftJ'g S 3.^2 <-•&
g5'5!S5:reS^",3i-^'»8"
g I.J.N »f.g"
n- rn N- .O"
iï.2 - ra o
2 <3 3 o
K!5?s:S s*'*
!s"8o*l S<BS
I"I<s-=g2-8-g"S 2<S|
g.d5?2«l I 5 3 j.'S i>.
*1 i-n 3* D
-s^asS-531 ^1-2
7!? S 3." 5ÏJ S
3-2 3.= gg "-*4tf
2.5 <g fg^as
JSyHa-Sa-Sgs;:**»
3 8.' 1 J 0 3 5 3 s 3 g.
3. ET gb n>^3^(7q-»C,orB
nfc n A i% "t «1 Tl m
3 "O 2 3
N 3* N O-O-O 2 »-3 Ck-O
oa:"k a TJ cs: *3 0 -4 2 -• 3
Ö3«» 2 3c* 3 3 2 «2 0 o.
r> o 2- 2? 2 o
Scgrs£3ö3«§S-2-S-2.|
fifg^B-"^»..- 53=-
Vs* S 2 Cj CL O
>0 s-a ^o ft<w
U3 Q. 2
I O- 3 "-*• SJ" re
K a-feS i-S 3 g.« gr<5"5 "<s
to3ffg« 2 5 3 ?s 4r<s
S-£,3"^3--?S-IS.if
E *0 r» O.CTC O CL F« 5'
g.3l'Ss.<g.32ISs3§|s
X n ti Jï 3
?33&=i?-?SS-sS-S.s
w* 2s
Sf-iJ; n M »i cu n ir
<n ïr «2 m." 2 n
n u O CL o jj rt
B C* CLrro O a 3 O rJS'
re g 3 5' g 3 S.» n S~S 3-tf
^"S^eï-5" 5S
gV§ 3"re 5 d-2 S S 3 - 3 a-
3 5if3g«:3 1.3 "5,4! S
o-SalSS re o.
E. re 5 D a re-re o
CL ft N r* tt 3. 2
*n«=
as O Cj m *55* v> i—.
sLs as™ §>3 s-o;
a re O Srre SfS §■-■*
*K HL&=> rT®3 2- 3J g*
".s^ri^aas- la,
3 g-s VS-»
g 1 ws ®a S"| - o
silsre».',o-illi-i
- - Tjs-qï"?
re.g
5
Sli SiTa-feSl!
^"rf^cr^^gre-ig
5 5 2 u *i 2 cue
E 5* cl«3: re 2 tr.*
«a 3 i i re» ft 3 V-/re 1
B'5*
n> 2*
3 a
•8S
cr o
ti f
«s
t*
2rS
2 c*
§!a
a»^
a-
-&5
J o o
Q rj
^»d"8"
S'&re
r*
=»*g bj»
S S kr«
<5 rtVt- "0
«L 2 5
cr* ft
B
•8
S-
£"°'pr
Sg§
re o.
nn
c. ft
5-a
II
*3-8
CL 3*
is-,
•§3
Pi
b c
5r .a
r
C 2D,,,
'5§^i
StjgS
f a S
Q-re p-n
-i 3- w a
a;» 3 a-
S^re R
o-t re
a o re g
-S 3 Ore
r:. s-s.lt
c d'o S o
3 s o" 3
3 3 S
rèsSfe<|
»--«ft CL r» 4
iiSgS
3 s O re 3
«3 3 0.
o f>
5" 2. N 3
- <v r%.
sT0*
O ft
O ft
2 o*^ a
3-3 a 3
=cg 2 a
2 W 2 Kre
D PT C3 Pre
2- ra g
V a
ft o
2 9 2.^5
3 O
O
_o-D
reS&l
"a"?
3J
N M 3j re
2 Cft» 2 Q.
3
re;
go^l
-3§-
re f 2
Piïu» i^iw GomnHo to c«n open rtjtirig mej
•Zes paarden befpannen, hunne.plegrige inirede in deze
refidentie gedaanonder het gejuich der toegevloeide
-menigte. Aan de Wagenbrug was eene fraaije geïllumi
neerde eerepoort-geplaatst. Be geheele Rad was verlicht,
vooral de lands- 'en (ledeliike gehouwen onder Welke
vooral opmerking verdiende het s' Rijks Muzeum en het
Minifterie van buitenlandfche zaken de verfchillende uit
gangen op het Binnenhof enz. Ook op het Spui prijkte eêrre
fraaije verlichte eerepoorcmaar bijzonder muntte uit de
Obuiisk of naald,'te midden van het Plein voor het Hotel
dat het jonge Vorstelijk Paar provifioneel hebben be
trokken opgerigtwelke ongeveer So voeten hoog is
en met toepasfelijke ïnfcriptien prijkte. Aldaar hoorde
men aanhoudend een heerlijk muziek. De ilraten waren
met duizende menfehen vervuld, op wier aangezigten de
Vreugde 'te lézen wasen dezen plegtlge dagw'elke
daarenboven door het fchoonïte herfstweër begunstigd
werd is zonder ft oornis en in de beste orde afgeloopen.
LEYDEN -den 16 October. De franfche dagbladen
Vkn den 13 dezer behelzen weinig van bijzonder belang.
Zijne Majefteit de Koning van Pruisfen had in den
ochtendjvan den 11 dezer Frankrijks hoofdftad verlaten.
Den li was het profpectus van de leening van Haïti
bekend gemaaktdie leening zal uit dertig millioenen
beftaan en in 25 jaren afgelost worden. Volgens brie
ven van Madrid van den 4 dezerwas de Koning
federt den 17 September ongefteidhetgeen hem belet
had om bij gelegenheid der verjaring van zijne gelukki
ge bevrijding uit Kadix, de hulde van zijn Hof en
van alle autoriteiten van Madrid te ontvangen. --Men ver
zekerde te Madrid dat het Gouvernement aan de conful-
tative Junta deze vragen ter beantwoording heefc voorge
dragen Welke zijn de gefchiktfte middelen om de koloniën
te bevredigen en hen weder onder het gebied van het
Moederland te brengen? Op welke wijze kan men het
onderhandelen eener geldleening bevorderen en de voor-
Waarden daarvan minder drukkend maken Moet het
ftelfel van zuivering geheel afgefchaft of wel gewijzigd
worden en voor Welke veranderingen is het vatbaar
en eindelijkmoet men eene amnestie afkondigen en
tot hoe ver deze uitftrekkenom het dubbeld oogmerk
te bereiken van de gemoederen tot bedaardheid te bren
gen, zonder de regten van de Kroon in de waagfchaal
te (lellen.—Men verhaalt, dat de Franfche Zaak
gelastigde te Madrid aan het Spaansch minifterie den
raad gegeven heeftom tachtig perfonen uit de aan-
zieniijkften der verfchillende provinciën naar Madrid op
te roepen ten einde hen over den toeftand van Spanje te
raadplegen, en dat deze raad ingang gevonden heeft.
De 5 pCti. ftonden, volgens je Etuile, den 13 dezer
op 99 fr. 8j c. a contant en 99 fr. 95 c. tegen ultimo;
de 3 pCta, 71 fr. 90 c. a contant en 71 fr. tegen ulti
mo. De Bank-Actien 2150 francs.
MENGELINGEN.
JANSEN1SMUS.
Onder de vermeende voortreffelijkheden der Kerk
die zich uitsluitend Katholijk noemt, hoort men de
eenigheid en onveranderlijkheid der leer veelal vermel
den van den eersten Petrus af zoo het Waar ia j tot
den tegenwoordigen toedie gezegd worden met eene
achtereenvolgende plaatsvulling dènzelfden troon te be
klimmen en altjjd onveranderlijk dezelfde leer te hand
haven echter kwam van overlang eenige tweespalt
onder henwelke het tegendeel aanwijst en ten bftjke
verstrekt, dat'die eenheiden onveranderlijkheid op verre
na zóó onbetwistbaar en onvoorwaardelijk niet ia als
doorgaans voorgegeven pleeg te worden. De uitval
tegen de zoogenaamde Jansenistenwaarvan men den
laasten nagalm nog in de Haarlemtehe Courant van den
11 dezer vindt, strekt daarvoor op nieuws ten bewijze
en geeft aanleiding en lust om de verkondigster van
alle waarheidde geschiedenisook eens omtrent dit
onderwerp te raadplegen. Het is zeker dat bij aller ver
duistering welke gedurende eene reeks van jaren de
overhand bekomen hadhet echter nimmer geheel aan
menschen ontbroken heeftdie te veel gevoel hadden
van hunne redelijke vermogens, om blindeling te geloo-
ven wat men hen gebood te gelooVenen die de over
levering, dat groote metselwerk, waar de Weelderige
moeder van zoo vele zonen op tustmet andere oogen
durfden aartzien dan men in de duistere middel-eeuwen
gewoon wastoen eene schoolsche Godgeleerdheid alle
Waarheid balling s' lands gejaagd of verdorven had en
een ingewikkeld geloof alles in allen was. Dezer een
was Cornelii Janszoon of Cornelius Janscniutman van
grooter geleerdheid dan afkomsten door zijne ver
diensten tot den rang en waardigheid van Bisschop van
IJperen opgeklommen. Men houdt hem geboortig van
Leerdameen bij ons bekend stadje van het voormalige
Graafschap dat denzelfden naam draagt, dewijl hij zich
een Leerdammer noemt Leerdam is anders zoo veel als
Lingerdam om dat het aan de Lingestroom legt maar
als men het ten naauwste uitpluist, blijkt, dat hij in
het dorpje dekoijbij Leerdam gelegen, uit Jan Otten
een ambachtsman en Syntje GysbertsPausgezinde echt-
genooten te wereld kwam waarmede tevens het on
waarachtige van den Jezuft Hazard blijkbaar wordt
die den man kwanswijze tot laster schreef, dat hjj
van eenen Kalvijnsgczinden vader geteeld was.
De vermaarde Mekhior Ley dekkerHoogleeraaf in de
Godgeleerdheid aan Utrechts Hoogeschoolbeschrijft
niet alleen s*mans leven en dood, maar ook zijne leer,
en het voortzetten' van dezelve door zijne leerlingen
tevens het woelen en razen der Jezulten tegen dezelve.
Deze geleerde heeft namelijk in 1Ó95 een werk in het
latijn geschreven onder dezen titel: de hhtoria Janse-
nismi Libri VIquibus de cornelii jansenii vitd et
n.ortenee non de ipsius et sequacium dogmatibus disseri-
tur," welk Werk ook in het Ilollandscb is uitgekomen
Ie Utrecht Franfois Halma 1695 'n
©it Werkhetwelk wij bii de Jongete verlevendig-ing
der geschillen tusschen de Roomsche stoel en die van
de Kleris/ijdezer dagen herlazen, betoont dat des-
zelfs maker een zeer geleerd en door en door belezen
man was, die zonder bewijzen niets op het papier
steidê zeer waardig de aandacht aller wcetgierigen 'om
ondefrigt te worden wegens eene zoo veelzijdig bespro
ken zaak als de Jansenisterij waarlijk is, dewelke met
onderscheiden wijzigingen, in Nederland, in Frankrijk
en zelfs te Roiüe eene groote opschudding heeft ver
oorzaakt.
Dit Werk is in drie stukken afgedeeld. Het eerste
verhandelt Jansetiius leven: het tweede zijne leer: het
derde is een aanhangsel van verscheiden echte stukken,
daartoe betrekkelijk. De Voorrede van de eerste ai'dee-
ling heeft voornamelijk betrekking tot de oneenigheden
tusschen de Jczuïten en de jansenisteninzonderheid
ook omtrent den dienst van Maria. Het bijvoegsel is
eene reeks van bullen en brieven van Paus Urbauui If.
'gegeven toen jansenius den Bisschopsmijter ontvibg,
dienende om te doen zien met hoe groote gezagVocring
'de dridubbele kroondrager als opperbaas den aardschen
Vorsten destijds de markt stelde.
Cornelius Jansenius moet wel onderscheiden worden
van eenen anderendie vóór hem te HulSt in Vlaanderen
geboren Bisschop van Gent geweesten in 1576 ge
storven is daar Cornelius Jansenius eerst in 1583 gebo
ren en in 1638 overleden is. Sommigen hebben zich
ook vergist in den man elders 't huis te brengenof
hem voor den maker te houden van de Harmonia Ettan-
gelica, een misslag, die ook in eenige drukken der
Woordenboeken van Moreri en anderen is voorgekomen.
Om weder tot Cornelius Jansenius te keeren hij leerde
de gronden van zijne eerste taalkunde te Utrechten
oefende zich voorts in de hoogere wetenschappen te
Leuven, onder zekeren Jacob Janszoon Amsterdammer
met zoo goeden uitslag, dat hij in de Filosofie tot de
eerste Waardigheid bevorderd werd schoon zeker voor
naam Antwerpenaar hem te vergeefs de loef poogde af
te steken en hieruit eenige onrust op de Hoogeschoöl
rees die de Professoren te boven kwamengevende
den genen de eere die dezelve Verdiend had.
Hij kreeg hier kennis aan J, Vergeer, toen te Baijonne
Zijndenamaals als Abt van Saint Siran of Sigiranni
bekend werd, wiens geleerdheid en gevangenisse wereld
kundig is t deze lokte hem naar Parijs en van daar raar
Baijonne, alwaar hij eenige dagen in schooldienstdoorbragt.
Te Leuven weder gekeerdwerd hij opziener van de
leerplaats naar de H. Puicheria den naam dragende
voorts leeraar der Godgeleerdheid, welken eertra hij
te Parijs had geweigerden eindelijk Professor in de
zelfde wetenschap. Dus gevormd verzettede hij zich
met ernst tegen de losse leer der Jezuften, dewijl
hij zich geheel en al overgaf aan het lezen van den
H. Augüstinut, wiens Werken hij altemaalzoo lijvig als
zij zijn meer dan twaalfmaal en sommige stukken van
dien wel dertigmaalopmerkzaam had doorgelezen. Hij
was te Leuven gCkomen in eenen. tijd toen de Jezuïten
het stuk der genade bestreden zoodathem zijn Augustyn
die ovet dit stuk met de Pelagianen was doende geweest,
wel te pas kwam. Dewijl de Leuvensche Hoogeschool
hierin groot deel had voegde Jansenius zich by zijne
anibtgenooten en ging ie Jezuïten tekeer, maar ziende
dat hem daar door de naam van Kaivinist naar het hoofd
geworpen werd ging hijom zich van deze verdenking
te zuiveren de pen opvatten tegen de Predikanten in
s' Hertogenböschna die stad onder het gebied der
Staten - Generaal gekomen was doch hij vond in den
beroemden Voetius eenen tegenstander, die niet bang was
voor pennestrijdook werd hij bestreden door zekeren
Theodoor Simons, eenen Holsteiner.
In het jaaar 1630 gaf Besianus Arroijus, Godgeleer
de van Parys, een latynsch boek in het licht; voor de
regtvaardigheid der wapenen en verbonden van den
Franschen Koning, in hetwelk hij Frankrijk als meester
van de geheele wereld voorstelde, en alle de overige
regeerders voor geweldadige bezitters en beroovers
oitfflakende en uitkrijtendeniet weinig den krijgstrom
pet opstak.
Hiertegen zag men een ander boek uitkomen, op den
naam van Alexander Patricias Armacanusgetiteld in
het latyn de Fransche Mars, tot verdediging der Spaan-
sche wapenen. Men hield het daarvoordat Jansenius
aan den vorm en inhoud van dit werk geenszins vreemd
Was. Hij werd niet tang daarna Bisschop van Yperen
doch hij bezat den Bisschops-stoel niet langer dan
een en een half jaar. En ziet eens hoe men de zaken
onderscheidenlijk kan beschouwen, naar mate men de
zelve uit een tegenovergesteld beginsel beoordeelt; om
dat hij van de pest stierf, zeiden zijne vrienden, are
God hem piotselijk naar een beter leven had overge-
bragt, juist zoo dra hij zijn werk over de Genade vol
eindigd had. Zijne vijanden daarentegen schreeuwden
dat hij als een ketter door eene pestziekte weggerukt
wasom hem de gelegenheid te benemen vau het ge
loof verder te kunnen benadeelgn.
Hij was met de leer van Augustinus zoo zeer inge
nomen, dat hij zicii inbeeldde tot voortzetting van de
zelve geboren te zijn; daarom droeg hij in zijren
uitersten wil geene zorg voor de bestelling zijner goe
deren maar wel van zijne papierendie hij tot verklap
ring van Augustinus, beschreven had.
Die van Yperen betoonden hunne hoogachting voor
hem met een uitvoerig grafschrift, hetwelk zij op zijn
graf lieten plaacsendoch hetwelk op bevel van den
Pausdoor den volgenden Bisschopin weerwil van
s'mans vrienden vernietigd of verduisterd is.
Het boek van Jansenius kwam in het licht doch Zoo
bedektelijk dat de drukker tot belofte van stilzwijgend
heid gedwongen werdschoon het echter bij geval uit
kwam en de Jesnitert gelegenheid kregen van daartegen
hevig te woeien. Het draagt den naam van Augustyn
als zijnde uit de kern en pit van diens Oudvaders wer
ken en gevoelen zaamgesteld.
(_Uet vervolg op de kant ven deze bladz. j)