LEYDSCHE
De
COURANT.
1 I'S
«11
1
nïl^
s°
St
s!r
A°. 1825,
C
IJ
fi "■§*.-
V R 1) D A G
PROGRAMMA
DER.
HOLLANDSCHE MAATSCHAPPIJ
Van
FRAAI JE KUNSTEN EN WETENSCHAPPÉN 4
VOOR HET JAAR I 8 2 5'.
F. H01.1ANDSCHE MAATSCHAPPIJ VAN FRAAIjfe KUN
STEN en wetenschappen hield den ipden van Herfst
maand dezes jaars 1825, hare jaarlijksche Algemeens
Vergadering te Rotterdamonder Voorzitting van den
HèerMr. a. s. van reesema die dezelve opende met
eene Redevoering over het Gemeencbest der letteren.
Nadat de Algemêene Secretaris verslag had gedaan
van de voornaamste handelingen der Maatschappij sedert
de laatste Algenleene Vergadering, den i8den van Herfst
maand des vorigen jaars te Amsterdam gehoudenen
Van haren tegenwoordigen staat, werd aan de Vergade
ring kennis gegeven dat op de navolgende in 1822 en
*823 uitgesc'nrevene Prijsstoffenals:
a. In het vak der Nederlandsche Taalkunde
Eene volledige beredeneerde verzameling van alle
Hollands'che kunstwoorden en benamingenwelke in
verschillende beroepen en bedrijven gebruikt worden
gebragt onder den naam van het vakwaartoe
dezelve behooren.
en
b. Voor eene Lofrede
HIERONYMUS VAN ALPHEN.
geene antwoorden waren ingekomen.
De Vergadering heeft daarop besloten Om de Prijs-
lofrede op hieronYmus van alphen andermaal
uit te schrijven om beantwoord te worden vóór
of uiterlijk op den isten van Louwmaand 1827.
c. In het vak der Wijsbegeerte
Wat is er van de hedendaagsehe Volksverlichting en
derzelver invloed op de zedelijke gesteldheid en
welke middelen zouden behooren te worden aange
wend om dezelve uit te breiden of te wijzigen
drie Verhanderingen waren ingezonden, geteekend:
N°. I. Rara temporum felicit asubi sent ire quid velis
et quid sentias dicere licet. tacit us.
N°. 2. Qui male agit, odit lucemqui bene agit
lucem non odit
N°. 3. La nature n'a misaucun terme h not eSpirances.
waarvan n°. 2 en n°. 3 eenstemmiglijk onvoldoende zijn
gekeurd terwijl in tegendeel aan n°. I.in het Hoog
duitsch geschrevenslechts eene stem ter bekrooning
heeft ontbroken: kennende overigens alle de beoor
deelaars aan dit stuk eene groote waarde toe en zijnde
de reden der niet-bekrooning hoofdzakelijk daarin gele
gen dat de schrijverondanks de algemeenheid der
vraagzich te uitsluitend tot de beschouwing van den
staat der verlichting in Duitschland bepaald en omtrent
Nederland bijna geheel heeft gezwegen.
De Vergadering heeft daarop dezelfde Vraag opnieuw
voorgesteld om vóór of uiterlijk op den ien van Louw
maand 1827 beantwoord te worden, dezelve termeer
dere duidelijkheid aldus omschrijvendeIVat is van
de hedendaagsehe Volksverlichting en derzelver invloed
op de zedelijke gesteldheidbijzonder in ons Vaderland,
en welke middelen zouden behooren te worden aange-
v wend om dezelve uit te breiden of te wijzigen?"
d. In het vak van de Theorie der Dichtkunst
Eene Verhandeling over de vereischten der beschrij
vende l'oëzij in onderscheidene dichtsoorten, opge
helderd door voorbeelden uit oudere, latere en
hedendaagsehe dichters.
edn antwoord in de Ftansche taal was ingekomentoe
Zinspreuk voerende:
Schilderungen der Natur gefallen uns durch ihre
Ihahrhcit und Anschaulichkeit. u. s. w.
SCHILLER.
Van de vijf gekozen beoordeelaarshebben er twee
gestemd voor de bekrooning van dit stuk met den gouden
Éerepenningtwee anderen daarentegen beschouwden
hetzelve als niet voldoendeterwijl eindelijk de vijfde
hunnerhoewel erkennendedat het niet geheel beant
woordt aan de uitgeschrevene Prijsvraag echter wegens
alle de schoonheden die het bevatvoorsloeg om aan
hetzelve een buitengewoon zilveren eerpenning toe te
wijzenen het11a onder opzigt van het Bestuur in
het Nederduitsch vertaald te zijn op te nemen onder
de werken der Maatschappij.
Dit Voorstel is door de Vergadering aangenomenen
wordt derhalve bij deze onder gezegde voorwaarde aan
den Schrijver van voormelde Verhandeling een buitenge
wonen Zilveren eerpenning aangeboden mits hij zich
behoorlijk kennelijk make bij het Bestuur en zijne toe
stemming geve tot het openen van het naambriefje, bij
zijne Verhandeling gevoegd.
e. En eindelijk in het vak der Dichtkunstdat op
den in 1823 uitgeschreven
Jubelzang bij de 150ste verjaring van de stichting
der Leydsche Iloogeschoolter belooning der dapper
heid van Leydens burgers in 1574.
Waren ontvangen Zes" dichtstukkengeteekend
N°. I. Dit eeuwfeest strekt aan 't Vaderland
Voor 't volgend heil ten onderpand.
N". 123.
DEN 14 OCTOBER.
N°
N°. 3.
N°.
N°.
Wiens hart is zoo vertaald, wiens ziel is zoo
versteend f)
Die van bewondering niet bij V zien van Leyden
weent
Hoe V zwenkend lot ook zwaaif en woel
De God der lichten treft %ijn doek
Hoor Leyden en het Vaderland.
X)ijLey den weeg eens ophoezeer liij u vcrpligt
Die u in <T'oorlog sterkt en in den Vrede sticht*
S E V R I N U S*
N°". 6. Eèn Nederlandsche Pindas klimt uit bloed en
patrien op.j
VAN HALL.
waaromtrent de uitspraak van de meerderheid der beoor
deelaars geweest isdat ^een dezer stukken voldoende
was om met den uitgeloofden Eereprijs bekroond te
worden ofschoon allen vermeenden hulde, te moeten
doen aan de verdiensten van N°. 4, 5 en 6aan ieder
van welken slechts ééne stem ter bekrooning ontbrak.
De Naambriefjes, behoorende tot de niet bekroonde
Verliandelingén en Dichtïlukken, zijn ongeopend in dé
Vergadering verbrand.
De vólgende Vragen zijn voorgesteld om beantwoord
te worden' vóór of uiterlijk op den ien van Louw
maand 1827.
In het vak der Nederlandsche Taalkunde:
Bestaan er in het algemeen en meer bijzonderlijk na
de vereniging van cle Zuidelijke met de Noorde
lijke gewesten dezes Rijks* voldoende redenen om de
laatstelijk ingevoerde spelling onzer taal te behou
den en te handhaven* zoo als die is, of zijn er in
beiderlei opzigt en meer gewigtige redenen om die
spelling te wijzigen en zoo jawaarin zötide deze
wijziging behooren te bestaan en behoudens den
aard der taal gevoegelijkst kunnen gelegen zijn
Over de ïhcorie van Stijl en Welsprekendheid
JVelke zijn de ïioofdvereischten van den historischen
Stijl'; en wie der schrijverszoo van vroeger en
als van lat er en tijd, hebben, bij vergelijking de
meesten der zelve in hunne geschriften verecnlgd?
Voör eene Lofrede:
frederik hendIuk Prins van Oranje en Nassau.
De Maatschappij looft haren gouden Eerpenningter
innerlijke waarde van dertig gouden dukaten, uit aan
den schrijver van het der bekrooning waardig en best
gekeurde stuk op ieder der bovengemelde onderwer
pen en eonen Z.ilveren ,.van gelijke grootte en gélij-
ken stempelaan den schrijver van liet insgelijks goed
gekeurde en der bekroonde Verhandeling of Lofrede
naast bijkomende stuk.
Alle Stukken, welke naar den Prijs dingen zullen
leesbaar en naatiwkeurig, doch met eène andere hand
dan die des Opstellers moeten geschreven zijn zoowel
wat den tekst en de notenals wat de verbeteringen
en verandering aangaat. De Stukken zuilen met eene
zinspreuk, en met den naam des Auteursonderteekend
moeten zijn maar in een bijgevoegd verzegeld Briefje,
hetwelk dezelfde zinspreuk tot opschrift heeft zullen
de voor- en toenamen en de woonplaats der Auteurs
vermeld moeten worden.
De Naambriefjesbehoorende tot die Stukkenaan
welke geen prijs wordt toegewezenzullen in tegen
woordigheid der Leden, op de Algemeene Vergadering,
ongeopend verbrand worden.
De Auteurs, welke naar den prijs dingen en, voor
de uitwijzing van denzelvenzich op eenigerhandé
wijze, ais zoodanig, bij Beoordeelaren hebben doen
bekend Wordenzullen van denzelvenschoon zij dien
waarlijk verdiend haddenverstoken zijn.
De bekroonde Stukken zijn het eigendom der Maat
schappij en worden onder hare Werken uitgegeven
zoodat niemand dezelve zal mogen laten drukken dan
mee toestemming van Bestuurderen.
De Lofredenen moeten Opgesteld zijn itl de Neder-
duitsche taalmaar de Antwoorden op de overige vra
gen kunnen ook in het Latijn, EngelsehFransch
of Hoogduitsch (deze laatste evenwel met Italiaansche
letters geschreven zijn en moeten vrachtvrijvóór
of uiterlijk op den bovengemeiden tijdingezonden
worden aan den Algemeenen Seeretaris der Maatschappij.
Tot Algemeen Voorzitter der Maatschappij voor het
volgend jaar is verkozen de Heer herman haakman m. d.
en tot algemeen Secretaris de Heer jacob van oostsr-
wijk bruijn, beiden te Amsterdamaan welken laatsten
derhalve, gedurende het ingetreden Maatschappelijk
jaaralle brievenstukken en antwoorden moeten wor
den toegezonden.
Aan de Heeren c. loots te Amllerdam en h. tol
lens cz. te Rotterdambeide Ridders van den Neder-
landschen Leeuw en Leden van bet Koninkiijk-Neder-
iandscbe Instituutis het Lidmaatschap van verdienste
met algemeene toejuiching opgedragenen Zulks ten
blijke van de dankbaarheid der Maatschappij voor den
onvermoeiden ijver, waarmede zij hare belangen steeds
hebben voorgestaan en als eene openlijke hulde aan
hunne uitstekende talenten.
Eindelijk herinnert de Maatschappijdat zij vóór of
uiterlijk op den isten van Louwmaand 182Ó de beant
woording verwacht der navolgende Vragen
In het vak der Algemeene Taalkunde
Welke is de wederzijdsche invloed van het Nationaal
Het vervolg op de kant van deze bladz.
S a SU d "t
K C -5S
U CZ O
J" c *0
Zot
- 3 O O r*
kRVoA* öR
-Cj w *a -G es
-G r*
s .y c .p
sg uü s
- g.SL>
-O Si 57-
ssag-i
c <y b
OJ o a= g .j
CJ *7* S
- ZJ O
-<D AS
-a a
C O
O O feJ3
E "S
s -f
f S M
hflc
fcjD-O O»
C
.5 cj .y
f|ü
5 a>
SH U.
O
es tS
CJ
.C
O'S
o s
^3 ij- -xj
0 t-
bD c:
.C ,ST1 Q.
W
c g-8
(U «S 5j
<L> C «u
£2 bA
-= a
o 4»
N
P
tn c
0-'3 OJ ct
cl, KD hD
ml" ,S
s
-o
«'-O
cj *T3 «-»
v*- "D c
ëS-S'SS
MO
L-. <D
.2
flj a
>2 bD 2 <v
w c
tS P 5
•u
O s
0 .bfipw
•°2 o
a
eS «N
es o n
- J a»
1 o cj <v - y a> .Sf o
I rS -e beo +-i *0 -o bO
■B'z o
v zi cj
- 0
2 s
M
-s E
Lf «-> CJ -—
2J .2 -o S
CJ N
C O
SU
es ia
26
a
g
O
CJ
Aai
Z -O
CJ
co
-z-, -rr CJ "O
■Sc
60 S k B '"g" j=
fr s f o
S s c S'-g'S
S--s g
'B S1= I •-
•a 6 o »-
r— c
a cj z -0
O gó bfiM 0.-0
u.
ia1 a cs es
:a es o cs
O N B-g-O
L- a o i->
p £J w>E
5 D 51 T CJ
S<2- e O S
n O)
c :a,'D .r.
y c p P, -
g
-S lil
bet:
£J
CS
i-f e 2 Sa
t- rt CJ
Sd O'S
vS
O bD
'OJ
C CJ
o bc-a <u -p
Lj nj r~* bf)
S-b.-ë Èsf.
O bD
,CJ 5-»
rJtógVï CJgö
c- h l, c r
ba-C cj
SV,!»_EJ bo
•a - -CJ es
A* CJ CJ
5 bD
O
id s.g a a
.O-U bó s 0
- s Sf-g T
O CJ S- - «J -
5 o h bc.cj
■3 o 5»
KOhSs» eSisw-SiS i
T3 CJ a
ct: OJ C'O
-o .y
.2f-o
bOS u
a o es
:a- r-
CJ
uj T3
S c
a *5! cj
"2^ C bfl
•CJ
jol 73
a és o
O
CL
u rvp «o
W O
o e 'n o
o 0
>ta -o -
O es
u ^J O u
A O
3 a
6!ïa^
y y
rt r.
u'O jjv S
b;O,
éQ
s Z
cj bD
o
O N
n n M
5 3
O "3
CJ
C *0
2 cc,
uj 0
(S
7 W)
bi. 3
c£ B
2 a
CJ CJ
.y w
CJ r K
T3 O jo e
»-, L' CJ
w
*0
:a»
N
C
O
[r.TI Ci
"3 *0
2 ê-=
Cl es cs
O 0,03
y.y o g
"St"0 2
o SP 35 5 v;
-a a CJ "O
•a CI ja -cj
j y bj a:
.3
H CJ 3 S a co
or-r «J o
N H TÏ Ag
QJ C_»
TJ
,<h> P p
n y OJ o
m
o o
60
i s o
2h
«o Q
ris *-
v» es
Si
S Q O C)
kt" -V,
ssè.
es
c: .r
-s i
""O
5 s
p t
ÏS 'b
f a I
5'"1 ^-1 i
5 s
ÏSS S g 5 Si
la
Cl
55?
a
-S
S V»
8.8j
Ü.60"1
s» J
co
.jj
CL.W
cl z
C5> C
jj
u
CJ
*0
5
,^5
CL
O
eo t-, eo