9 3 V «- CL era *2 -a as O H o a 3 E. 3 g 1 I 3 fö 3 N -i- 5 O. rr k-« 3" 3 2 crq O S O <J n n c 3- n> Q o CL b- 5 C ro ca Cu fD 3 3 51 5? 2 - - S r O a a S 3-2 o o o 2 P 2. 2 3 - T3 fö cc O crq fD 3 er a> 9fl N> 2 3* «- w er* q p o er* >-i i-t ro - r® 5^ 3 3" rrn* O S 5 3. 5 ro O 4 S C B" 3 «0 a CD 3 3 CM 3 co <"D C ft iT crq o (T> *T3 U-. rr o o W r P-. P- 3 a o 5' o crq 3 O S O O crq crq 3 s 5' EL a rT w g B CL n> 3 ÏS» O g crq 1 r» O- 3 a 3 0q 3 IT I U 1 <J CT3 G) oo CL LL o ff'B sr- r O 3 2 2 o* o cL -j o N O 1-1 N ro O o O O - CL <T> s-i CL O RS CL n> -1 ►1 o L crq 3 O L fi> n 1 CL X 1 E- 2. s: M 3 §- a rr o 3 S 3; O O s: <J 3 3 n> 3 r-r crq 1 -3 3- n> O 3 3 rr o 3 co X" ra CL o 2 5 ST r Q D. ft 3 3* n> o o a 3 O Co .*-?. m cl as 3. as as r-j -- o si rs crq cl <T> r-t O» as ra 3 -t 3* o- a s O o cl 'Sf r-, n> 3" c o" 3 S. 3. c R CL CL er 3* o O 2 2 O O O 3 e? o n> s 3 N as ?r as d=- o n «S O 2. 2. C£ er crq 3 3 2 5C- 3 CL 2 - 2 ere.' 3* O 5. -3 crq <T> PI 5 I K' O 2- 9? F? 3 3 crq S T3 3 Crq 2 - 3 crq L CD 2 S o O m crq 2 -L m o 2. o a g. 3 O N o. t"1 O 2. O 3 o- f» o o 3 2 g O 3 fp CM 2. g c® 2 ft N n> 3" O 3 o, O rss ►-i 3 3 3- O s a- P- 3 3 rr a 3 j N er rr 3* 3* rr CJ* 22 3 -i er 2, 2 3 2 ra 5 O <J O O o- a 2 a -£ O o 3 3 M crq rr 3 CL j- rag? 1 3 s E; I-» CL r-t n 8 ft crq ro rr P o 2 rr O co 'bi ra S o rr 3 P* 3* eS •"1 EL O CL co 3" g g. 3 (D o 1 rr P- 2. cs -n O crq 2 O 3 3, Crq p: 3 cl E d H- r 3 O crq er p- 3 O ?r f o 2 2 rr 3* 3 r% P- Is 3 &t" rr a v> 3 o o rr «k, a 3 "s crq rr o O- p-üq" srre 3 2- 2 r2 3* 3 crq er 3 o o 5T 3* Q- O 3 2»5; s* i 3- 3 O a B 1 g I S 3 5 re o. tra o 0 o ?r N 3 o o* o 3 ns as - O 3 u— 3' W - 5. r-t .- o Sr i 22 S- o 2 ra 3 crq g 3- - 2 3 O P1 CL n? 3 r-t P -g- s 0 3 rr 3. CL 3. b' crq" g crq i- 5 w fe i b' crq <J o o 1 TV S m tra N fö 5 tra. 'B' g vr -1 2 s zich den 2 JnKj i8it a?n de ICenp tot Koning vnn Hafti liet kroonen onder den naam van Hendrik 1. Toen zag men de Koninklijke Almanach van llaïci met groote titels prijken men vondt daarin een Markies de Lavalasfe Groot Marfchalk van Haïtieen Hertog de l'Avancé Kamerheer; een Graaf de la Taste, Minister van financiëneen Hertog de LimonadeMinister vr.n buitenlandfche zaken en meer anderen. Bijna te gelijker tijd had zich in een ander Fransch gedeelte van het eiland eene republiek gevormd. In 1806 was er eene conflituerende vergadering be noemd, en den 27 December van dat zelfde jaar zond het conftitutioneel committé een rapport aan de ver gadering en bood een ontwerp van conftitutie aan, hetwelk oogenbtikkelijk werd aangenomen. De Prefident moest alle vier jaren herkozen worden, Petion werd in Maart 1807 door de conflituerende vergadering tot die waardigheid benoemd. In Maart 1811 en in Maart 1815 werd hij herkozen en bij de herziening der conftitutie in Jnnij 1816, werd Petion den 9 Octo ber daaraanvolgende tot Prefident gedurende zijn leven benoemd. Die achtingwaardige burger ftierf in Mei 1818 en Werd in zijne waardigheid door Boyer opgevolgd die, naar' men verneemt, verfcheide hoedanigheden van zijnen voorganger bezit en algemeen geacht is door zijne regtfehapenheidftandvastigheid en zijne liefde voor de vorderingen der kunften en befchaving. Het einde van Koning Hendrik was zeer vcrfchil- lende met dat van het republikeinsch opperhoofdde foldatenwelke hem in zijn despotismus hadden onder- fteund, Honden in October 1820 tegen hem op en bragten hem ter dood. Boyer vertrok naar de Kaap; het Koningrijk verdween fpoedig en de beide Staten w.erden onder de wetten der nieuwe republiek vereenigd. In weerwil'van den afftand door Spanje in 1794 ge daan, bleef het Spaanfche gedeelte nog van het overige des eilands afgefcheidenmaar op den eerften Decem ber 1821 verklaarden zich de inwoners onafhankelijk van het moederlanden het geheele eiland wordt thans door d.e repubtikeinfche regeering beftuurd en heeft deszelfs oude naam van Haïti herkregen. De voornaamfte voortbrengfelen van Haïti zijn koffij fuikerriet, cacao, indigo, katoen en tabak. Dit Eiland bevat in zich goud- en zilvermijnen met welker ontginning men had opgehoudendoch federt eenige maan den door eene Engelfche Compagnie hervat zal worden." Het Journal de Paris deejduit deszelfs particuliere correspondentie van Augsburghet volgende mede Het Rusfifche Kabinet heeft onlangs nieuwe depêches van deszelfs Zaakgelastigde den Heer von Minciaky ontvangenwegens de nota'sdoor hem met den Reis- Effendi gewisfeld. HetRusfifcheHofneemt, betrekkelijk den inhoud dier depêches zoo als gewoonlijk het diepfte ftilzwijgen in achtoudertusfehen wil men dat er wegens den waren Haat der onderhandelingen tusfehen de Porte en Rusland fpoedig rets zal uitlekken. In allen gevalle is er van het ministerie van oorlog nog geen ordre ont vangen tot verdeeling der legersweve reeds zulk een geruimen tijd aan den Donau en op ae oevers van de Pruth bijeen zijn geweest. De 5 pCts. zijn heden met het genot van 22 Maart 102 fr. 10 c. a contant en ten 3 ure 102 Ir. 5 c. tegen ultimo; de 3 pCts.met het genot van 22 Junij71 fr. 85 c. a contant en ten 3 ure 71 fr. 90 c. tegen ultimo. De Bank-Actien zonder prijs. NEDERLANDEN. BRUSSEL den 19 Augustus. Zijne Majefleit de Koning is voorleden Dingsdag, van 's Hage wederke rende op het paleis van Laeken aangekomen. Z. M. heeft onder anderen gedaan de navolgende benoemingen Tot Conful-Generaal der Nederlanden te Genua, de Heer II. Alewynwonende aldaar. Tot Conful der Nederlanden te Wismar (Saxen), de Heer IV. Crull. Tot lid in het Hof van civiele Justitie der Kolonie Suriname, .in plaats van wijlen Jhr. J. P. Graafland, Mr. H. R'. Haijunga, thans Secretaris bij den Raad van Justitie en Auditeur-Militair te Curasao. Tot Infpecteur-Generaal van het onderwijs, de Heer Walterthans Secretaris - Infpectent van de Hooge School te Luikblijvende hij zijne tegenwoordige betrekking tot die Hooge School behouden. Tot Rectores - Magnifici voor het Akademie - jaar 18251826: aan de Hooge School te Leuven, de Hoogleeraar Dumbeckaan de Hooge School te Luik, de Hoogleeraar Comhaireaan de Hooge School te "Genede Hoogleeraar Kestcloot; aan de Hooge School te Groningen de Hoogleeraar de Wal. Tot lid der Commisfie van Landbouw in de provin cie Noord - Brabandin plaats van wijlenden Heer R. F. R. van de Wall, de Heer A. J. Ingenhoitsz. Z. M. heeft goedgekeurd de door de koninklijke Akademie van wetenfehappen en fraaije letteren, te Brusfelgedane keuze van den Heer CauchyIngenieur voor de mijnen en Profesfor voor de mineralogie en metallurgie aan het Athenaeum te Namentot lid der vermelde Akademie.-. Z. M. heeft den Heer FdlcrmanConful van Z. M. den Koning van Hanover te Antwerpentoegelaten tot het uitoefenen der functiën van Consul van Z. G. B. M. aldaar. Naar aanleiding van de daartoedoor Z. Exc. den Commisfaris - Generaal van oorlog gedane voordellen heeft Z. M. in de afgelopen maand goedgevonden de navolgende benoemingen bij het leger te doen. Tot Adjudant van den Generaal - Majoor Meijer, provincialen [Commandant van Overijsfelde Kapitein B. van den Bosch van de 7de afdeeling infanterie. Bij de 6de afdeeling infanterieTot 2den Luitenant de Heer Baron F. van Norman, gewezen Vaandrig in Oostenrijkfchen dienst. Bij het ifte bataillon veld - artillerieTot iften Lui tenant de ade Luitenant J. J. A. van der Linden de Hartog'i, van het bataillon; tot 2de Luitenants, de Kadets A. F. Ganlois en C. J. Rysterbos, beide van de artillerie- en genie - fcliool. Bij het 2de bataillon veld-artilerieTot iften Lui- tenantde 2de Luitenant H. II. van Glansbeek van het ifte bataillon veld-artillerie; tot 2den Luit. de Kadee N. J. Blondeauvan de artillerie- en genie - fchool. Bij het 4de battaillon vehi-artillerie: Tot nden Luit» de ICndet Page V. M. F. Bentinck van Nijenhuis, van de artillerie- en genie - fchool. Bij het ifte bataillon artillerie nationale militie: Tot iften Luit., de 2de Luit. C. F. F. Timmerhansvan het bataillontot 2den Luitenantde Kadet P. In de Betouvan de artillerie- en genie - fchool. Bij het 3de bataillon artillerie nationale militie: Tot iilen Luitenant, de 2de Luitenant J. D.Ancion, van het 5de bataillon artillerie nationale militie; tot 2den Luitenantde Kadet B. Spoelfiravan de artillerie- en genie - fchool. Bij het 4de bataillon artillerie nationale militie: Tot 2den Luitenant, de Kadet L. E. Werner, van de artil lerie- en genie-fchool. Bij bet 5de bataillon artillerie nationale militie: Tot iften Luitenant, de 2de Luitenant A. Otterbein, van het bataillontot iften Luitenant en Adjudant, de 2de Luitenant en Adjudant P. H. F. Brucher, van het bataillon tot aden Luitenant, de Kadet G. J. Loer man van de artillerie en genie-fchool. Bij het korps rijdende artillerie: Tot iften Luite nant, blijvende Adjudant van den Grootmeester der artillerie, de 2de Luitenant en Adjudant van den Groot meester der' artillerie J. P. Buteux, van het korps; tot 2den Luitenant, de Kadet W. P. J. Barnaart van de artillerie- en genie-fchool. Bij de divifie pontonniers: Tot iften Luitenant, de 2de Luitenant A. T. Burgers, van het 6de bataillon artillerie nationale militie. Bij het bataillon jagers, dienstdoende in de kolonie Suriname: Tot ifte Luitenants, de 2de Luitenants J. Valentijn en T. F. C. Stoltevan het bataillon, in garnizoen dier kolonie; tot 2de Luitenants, de Adju danten Onder-officieren H. van Drump en N. Galmeijcr almede van het voorfehreven bataillon. Wijders heeft het den Koning behaagd, in dèjftelfs tegenwoordigen rang en anciënniteit over te plaatfen, bij het 5de bataillon artillerie nationale militie, den iften Luitenant, In de Betou, van het iften bataillon veld-artillerieen eervol ontfing te verleenen aan den aden Luitenant J. F. Diemer, van de 5de afdeeling infanterie. Almede, toe te kennen den titulairen rang van Luitenant-Kolonel aan den gepenfioneerden Majoor J. E. Humbert. Voorts heeft Z. M. goedgevonden te bepalendat de ifte Luitenant Wynen, van de 4deafdeeling infan terie provifioneel waarnemende de functien van Adju dant bij den Luitenant-Generaal Baron Tindal, liet bevel voerende in het 6de groote militair kommando befchouwd zal worden als Adjudant van dien Generaal en mitsdien als gedetacheerd bij den generalen ftaf. Het vervolg hier na. HAARLEM den 19 Augustus. De Hukken, welke van de Tentoonftelling der Schilderijen voor de loterij zijn aangekocht zijn onder andere het ftadsgezigt van de Noter van Gent (N°. 281) het ftadsgezigt van Westenberg van Amfterdam (484) het landfehap v n P. G. van Os van Hilverfum (296)de kaartfpelers van Mejufvr. A. VKindt van Brusfel (213); het landfehap van Michaêiis van Haarlem (262)het ftrandgezigt van Verbouckhoven van Gent (451); het binnenhuis van Hanfen van Amfterdam (179)het watergezigt van Schouman van Dordrecht (388) de fchilderij van Gair- naert van Gent (.142); het ftadsgezigt van v. d. Steine van Brugge (420); het landfehap van de Koning van Dordrecht (226) en meer andere. MENGELINGEN. GEDACHTEN bij 1" KONINGS aanstaanden VERJAARDAG. De eerste van alle deugden is dankbaarheiden van alle ondeugden is ondankbaarheid de snoodste en ver- achtelijkste. De oude Perzen hechtten, volgens getui genis van Xenofon, zoo veel waarde aan het betrachten der deugd van erkentelijkheiddat zij de tegenoverge stelde ondeugd met stellige straffen achtervolgd wilden hebben. Onze hedendaagsche Wetgevers, die zoo veel straffen wat niet altijd strafwaardig is,, hebben er niet eens aan gedacht om de ondeugd van ondankbaarheid onder het bereik der wet te brengen. De grootste wel daad, welke aan een Volk van de Voorzienigheid kan te beurt vallenis eenen goeden Koning te hebben eenen Koning die het goede wildie niets ijveriger wenscht dan zijne onderdanen gelukkig te maken en die tot vervuiling van dien wensch, tot bereiking van dit zijn oogmerk, tot bewerkstelliging van dezen zijnen wilsteeds de beste en doelmatigste middelen beschikt en verordent. De waarde en het gewigt der weldaden wordt door gaans dan eerst regt gekend en bezeft, wanneer men het genot derzelve of reeds heeft moeten derven, of althans voor het gemis ernstig beducht wasen daarom heeft, volgens de uitspraak van een der grootste ver nuften op welke de oudheid roem draagt, de teruggave, de herkrijging van een goedhetwelk men of verloren had of duchten moest te zullen verliezenhooger waarde dan het altijd ongestoorde bezit zoude gehad hebben, Het vervolg op de Kant van deze bladzijde

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1825 | | pagina 2