Wat hun Godsdienst belangt, daarvan zijn verschei
den gezindheden. De wijste onder heh eerbiedigen
maar eene eenige Godheid, ongekend, eeuwig, onge
meten, onuitsprekelijk, en boven het begrip van men-
scheliik vernuft verheven; die niet ligchanlelijkmaar
in kracht door dit gansche wereldgebouw verspreid is.
Dezen God geven zij den eernaam van Vader, en
schrijven Hem alleen toe aller dingen oorsprong, aan
was, voortgang, verandering en einde: en aan niemand
anders eigenen zij goddelijke eer toe dan aan dezen.
Alle de overigen, hoewel zij verscheidenlijk gevoelen,
gelóoven echter colt dat er eene Opperste G.odheid is:
maar daarin verschillen zij slechtsdat dezelve bij anderen
anders wordt geheeten. Zij wijken ook allengs meer
en meer af van het bijgeloof, om met elkander dien
Godsdienst in een te smelten, die boven alle uitwen
digheden met de Redelijkheid best schijnt overeen te
komen. Nadat zij van Christus zijne leerlingen en
bloedgetuigen hadden gehoorddoch voornamelijk zijne
leere ""doorgrondhebben velen zich laten doppen en
belijdenis van het Christelijk geloof gedaan. De Uto-
piers hadden nog geene Priesters maar overleiden of
zij niet iemand tot de Priesterlijke bediening zouden
verkiezenzonder de zending van den Paus. Men
begrijpt ligt wat Morin, Kanselier van Engeland, onder
Hendrik VIII. hierbij bedoelde:). Men heeft in Utopia
volkomen vrijheid van geweten. Die Christenen gewor
den zijn dringen anderen hun geloof niet opmaar daar
was echter één snaak opgetreden die pas gedoopt zijn
de openbaarlijk en ongeroepen ging zwetsen van het
christelijk geloof, hoewel Rafaël en zijne makkers hem
dit afrieden. Deze nieuw gekerstende kwant begon dan
niet meer ijver dan wijsheid over al te spreken over de
verhevenheid van zijnen Godsdiensten onder het
spreken zoo vinnig te wordenhij hief dus ook al eenen
geestelijken Wapenkreet aan) dat hij alle andere Godsdiens
ten voor onheilig uitkreeteen iegelijk die met hem
niet eenstemmig daeht verdoemde, en schuldig ver
klaarde aan goddeloosheidkerkschennis en hem bedreig
de met de straffe van het eeuwige helsche vuur. Maar
als hij niet ophield dus te predikenwerd hij van de
Utopiers bij den kop gevat en aangeklaagdniet als
een verachter van den Godsdienstmaar als een op
roermaker. Men sprak zijn vonnis uit en bande hem
uit het land, om dat volgens de grondwet van Utopia^
niemand wegens den Godsdienst mogt ontrust worden;"
Zulke en andere opmerkelijke woorden, spreekt Tho
mas Mortis, als uit de vertelling van den vorengemelden
Rafaël overgenomen. Wij besluiten met hem: hoe wel
niet alles goed te keuren is, wat van de Utopiers verhaald
wordtmen nogtans moet bekennen dat in hunne staats
regeling vrij vele dingen zijndie men in onze Staten
en landen meer mag wenschen dan hopen. Zoo schreef
Morus in 1530. Maar wij Nederlanders in 1825 mogen ons
verheugendat die vrijheid van denken en spreken
welke Thomas Morus in een denkbeeldig Utopia als eene
Schilderij ophingbij ons in waarheid bestaat en
onwrikbaar gevestigd is.
CHOROMANIE
O F
DANSZUCfl
T.
Het is bekend dat er allerlei soort van manie,
dolheid of razernij is 1 Men heeft de razende lust om
verzen te maken in de metromanie de overdreven
zucht om te zingen in de Melomanie ten tooneele
gevoerd. Maar de dans.woede of choromanie schijnt nog
geene hekeldichter in beweging gebragt te hebbenen
echter is er geen Koning zoo groot en geen Daglooner
zoo arm of hij danst'. De Keizers en Koningen zijn
soms pas een half uur 111 eene Stadzij blijven er
dikwijls niet tot den anderen morgenen toch moet
een gedeelte van dien tijd dansende doorgebragt worden.
Na een veldslag, bij de verovering eener Stadbij eene
Krooningbij een Congresbij den Paus zelfs en de
Kardinalen, altijd wofdt er gedanst. Ja zelfs op het
Paleis van St. James, alwaar, in drie en twintig jaren
niet gedanst wasis een luisterrijk bal gegevenop
hetwelk zoo vele genoodigden aanwezig warendat de
tafels niet ruim genoeg bevonden werden om aan de
gasten plaats te geven zoodat de aanval op de schotels
bij divisien heeft moeten geschiedenen de genoodigden
elkander aflosten ja schier verdrongeneven als ambte
naren die elkander den voet trachten te ligtenvolgens
het spreekwoord 6te toi que je niy niettehetwelk aldaar
letterlijk bewaarheid werd. Men zoude deze dans-zucht
öe óhoromanie kunnen noemen, en bijkans vreezen of
eer, of ander dezer op dans beluste Heeren ook door
ée Tarantula gebeten is. Wij herinneren onsruim
vijftien jaren geleden in een der Fransche dagbladen
daar over een paar zeer belangrijke artikels te hebben
gelezen welke ons bij deze jongste gelegenheden nu
men te Paryste Milanote Londen en zelfs te Koine
gedanst heeft, ais van zelve weder in het geheugen
vernieuwd werden.
Het is misschien vreemd dat een insektzoo vermaard
ais de Tarantulahetwelk in een zeer bevolkt land van
Europa in groote menigte gevonden wordtechter over
het algemeen zoo weinig bekend zij. De Reizigers
de Geneeskundigende Natuuronderzoekers zijn het
niet eensnoch omtrent de geschiedenis van dit insekt
noch omtrent de gevolgen van zijnen steek, noch omtrent
de middelen die tot genezing daarvan moeten aangewend
worden. Voor onitreut twintig jaren verscheen er in
de Archives Litteraires een fragment eener Duitsche
Reisbeschrijving vertaaldwaarin de uitwerkselen van
den Tarantufabeet betwist, en het vermogen van de
Muzijk op d». genen die gestoken zijn, ontkend wordt.
Die reiziger gaf voor als ooggetuigen te sprekenen
echter werd eenige maanden daarna, in datzelfde tijdschrift
een brief van den Heer JValckenaarschrijver eener
natuurlijke geschiedenis van de Spinnengeplaatst
Waarin hij, naar aanleiding van de Duitsche beschrijving
der Tarantula het vermoeden te kennen gaf, dat die
reiziger misschien dat Insekt nooit gezien had. De Heer
IValckenaar nam eigenlijk geene partij in dien twist,
maar haaide niet lof aan een werk van Vallettawaarin
de genezing van den Tarantulabéet door de muzijk en
den 'dans bevestigd wordt benevens een afbeeidzel
gegeven door Albitius, die van hetzelfde gevoelen is.
Bij een zoo zonderlinge strijdigheid van gevoelens
aangaande een zoo belangrijk en buitengemeen verschijn
selkan het niet onaangenaam zijn te vernemen wat
een man, even kundig als onpartijdig, en die hetgene
hij verhaalt met eigen oogen gezien heeft, daaromtrent
getuigt. De lieer ""Doctor Pitaro een Napolitaanheeft
namelijk in de Societé medicate d'emulation eene verhan
deling voorgelezen over de Tarantula, waarin hij begint
met de verklaring: darbij aan het Tavantulismus, dat.is
aan de gevaarlijke gevolgen validen Tarantulabeet en aan
liet vermogen van de muzijk om denzelven te genezen,
Volkomen gelooft. Dat men die daadzaken sis verdichtsels
heeft beschouwd is misschien aan de verdichtselen
zelve toe te schrijven waarmede kwakzalvers en bijge-
loovige meuschen zich beijverd hebben 0111 het verhaal
daarvan te versieren of te vergrooten. Onder deze fabels
waren er van eenen vrij zonderlingen aardJovianus
Pontanus, een Napolitaan en een van de geleerdste
mannen van zijnen tijd, verliaalt, dat de steek van deze
Spin onder alle de inwoners van Apulie tot eene ver
schooning strekte voor de mannen die zich aan eenige
buitensporigheid schuldig gemaakt, en voor de vrouwen
die eenen misstap begaan haddenen dat men algemeen
geloofde, dat, na door de Tarantula gestoken te zijn,
de mannen in de magt van Momusen de vrouwen in
de magt van Venus Volgivaga vervielen.
Ondertusschen schijnt Pontanus die deze Fabel ver
haalt, niet veel geloof aan dezelve te hechten. Op eenen
geheel verschillenden toon verhaalt een ander schrijver,
een tijd - en landgenoot van Pontanusde beroemdè
Alexander ab Alexandro, hetgene hij zelve zegt van
het Tarantulismus gezien te hebbenzijn verhaal strookt
■geheel met het algemeen aangenomen gevoelen, vóór
dat hetzelve door mingeloovigen bestreden was gewor
den. Volgens hem, valt degene die door de Tarantula
gebeten is, in eene verstijving engourdissementj die
aan den dood grenst, en in de daad doodelijk zoude
worden, indien er niet spoedige behoedmiddelen aan
gewend werden: maar zoodra hoort hij niet het geluid
van de guitarre of van de fluit, of hij ontwaakt als
uit eenen diepen slaap, opent de oogen, rigt zich op
en begint naar de maat te gaan. Worden de klanken
sterker, dan neemt ook de lijder in krachten toe;
weldra begint hij te dansen, te springen, gebaarden te
maken; zijne bewegingen zijn naar de maat gerigt en
niet onbevallig. Houdt de muzijk opdan valt hij
wederom in zijne verdooving terug; wordt nu de
muzijk hervat, dan herneemt hij ook zijnen dans, en
deze uitwerking van de muzijk duurt voort tot aan
zijne volkomene hersteliing.
Na deZe getuigenis van Alexander ab Alexandro,
met die van BagliviMead, Geoffroy, Albinus, Valetta,
en meer anderen aangehaald te hebben, deelt de Heer
Pitaro, met de omstaudigste naauwkeurigheideene
waarneming mede door hem zelve in het jaar 1793 in
Zuid-Kaiabrie gedaan. Een koornmaaijer werd in zijne
tegenwoordigheid door eene Tarantula gestoken; zijne
medearbeiders ondernamen zijne genezing en volbragten
dezelve; van deze genezing geeft Pitaro een verslag
en voegt er zijne uitlegging bij. Ook daaruit blijkt dat
de muzijk veei tot dezelve heeft toegebragt, even als
tot de genezingen die door Alexander ab Alexandro be
schreven zijnmaar in eene mindere mate en niet met
uitsluiting van alle andere hulpmiddelen. Zelfs dient aan
gemerkt te worden, dat zij door de genen, die den geta-
rantuleerden genazen, niet terstond aangewend werd.
Zij waren namelijk beducht dat het denkbeeld van door
eene Tarantaia gestoken" te zijn hem te veel zoude ont
roeren. Eerst 11a verloop van eenige uren begon een
van hen, als het Ware vermaakshalve het lied Tarcnteila
genaamd, op eene soort van Mandoline te spelen. Eerst
mishaagde deze muzijk den lijder; maar hij gewende
zich allengs daaraan; hij ontwaakte uit zijne verdoo
ving, stond op, wandelde op de muzijkmaat, en ging
voortzelfs na dat hij zich weder neêrgelegd had
met de beenen in dezelfde maat te bewegen. Deze
behandeling Werd gedurende eenige dagen voortgezet,
en op den zevenden dag genas de lijder.
Dit verhaal bewijst, zonder twijfel, genoegzaam den
invloed van de muzijk; misschien heeft men zelfs regt
om te gelooven, dat dezelve vroeger aangewend, ook
schielijker en met röeer nut zoude gewerkt hebben.
Wat hiervan zijde maaijers wendden ook andere
geneesmiddelen aan; en onder deze is er een waarop
Dr. Pitaro met reden de aandacht van de geleerden
en natuuronderzoekers heeft willen vestigen. Het eerste,
dat de maaijers deden, was de Tarantula op de wond
zelve te dooden en daarop twee geldstukken van on
derscheiden metalen, die zij met spog hadden bevochtigd,
vast te binden. Naderhand bonden zij onder de voeten
van den lijder twee bliklte platen, die de zolen bedek
ten. Het verband werd vervolgens afgenomen én weder
opgelegd, met dat onderscheid alleen, dat de verplet
terde Tarantula die eerst op de bloote wond gelegen
hadnu tusschen de twee metalen stukken gelegd werd.
Terwijl hij over dit laatste gedeelte der genezing rede
neert, hecht de Heer Pitaro weinig gewigt aan het
zelve; hij schrijft deze praktijk toe aan een van die
volksvooroordeelenwaarvan het onmogelijk is den oor
sprong na te vorschen. Maar hij blijft met meer na
druk stilstaan bij het gebruik van de blikkë platen
en vooral van de twee stukken van onderscheiden
metalen. Hij erkent daarin, met verwondering de kiem
van eene ontdekking in onzen leeftijd gedaan of her
nieuwd, het Galvanismus namelijk: want, in de daad,
door de beginselen van het Galvanismus alleen kan men,
deze, sedert onheugelijken tijd in Calabrie gevolgde
C Het vervolg op de Kant van deze bladzijde.
o c w, 1 m, i o> cj
*g oj 1" r- u e ti
g o -*•-!
C-> o O N 2
2 -"O W-S-SJJJ
bJ3 O "O
- G u 5 T3 N
S'O -
CJ O O
ÖJ o
tv'S'tj ±1 r. G
G JT -O G .2 0
"is g "S.u I
^2 jj-3 «5 2
g 3*5
U U U N H
G G
T-. MV—
ei <l> u-. 1
O .2- CJ
N - G
x» g Jj- CJ
o cs cj
'oft c
,G fa LO
T}- Tj -is, o ir o
m" si
k-<
a
jsr'is* CJ 2
bo-S §^-g
.2 *3 SS J, w' e c *2
TJ qj
O
«v S to
2 fa»
cj h •-
P N
N
o cj
O
g 2i
.„si
G c CS
o Si Mes CJ r'ï
S3
ca n 1
T3 O 1 G
13
•fa G *-> cr CJ u
OCJCJQJJH CJ R
O tft^Z J3 g tfaï ^3 -G
CD G G -.
p c u w o •-< cj rg, s
el
&S g a £3
S.lfüe*
S .2 cj g
P C P.-G N
G 5 -j
.2 gü cj cj .2 cl, g-.op 0 CJ c.
g g «gs'go'g n o o g g g
G a
ij o cj:pa):s,w '«j
.^.2^ O-G-a K SrOrtQ G a -
- w 1 "cj bft
- -cj bd cj p
g cj g gj ets n» r\
.sm m g:
«g a> -o» o -G
5 S S S c' "2 a
<l> cj CJ cj .j-j» (jjlrt i- H cj
1 Q"3 r. ïi °3S«"8-
OJ
.2 o g jj
1 G r?
bft 1
:a
rCCCjN>«J">S'rt0 iï^'G
g-aël S.- "l "is3 S-3-2 I
cj cj 1) o
Ji-S
"u 5 ci c
s :g^ g ij rd cj g-
5 cj s cj f-,
cj g 5 cj u s 5 *tj cj -g* o
cj rt k u t cj u> s-
|"s>^ë.ss^-=-ea"Sg._S:
g G, brA N
5 cj G CJ rG.
G- O *G -
o
w U
G .Gs
-g
s'A»;
cj CJ cj cj cj.- cj 3.^,0 r- qj:g»
bJ)N^3 U" fcfibüCG cc GJ G.G M
J 'oji rl M f\ G
r) cj o
2-G U. Jjc|
J H-SSSF"=C1;J
n ,E? a bn -• s O S Si
N -G M bO'H'G O
o fa G q U Jr* O
G G G
-r- 2 CJ
c K Z -p
1 cj fc»o
I Cl G
cj
bft~.
bftv
.2
2 r-
tft CJ r-
"G
fa CJ gr CJ
5J b/j O G L-
O faS
CC 0 'C
cj CJ _r c 1-^
G bft O.
G G
cj o
cj CL.
u O N U 0*0
OJGJ^G-Gt^G-o
F.
G
boc 2
O
CJ
WÏG ij
S r*=
c- G cj
g •-•r2
6 N 3
-F
vj va CJ C G3
M«J E u ffG O-
v"«cgo s
r* CJ ca CJ
G t-
CJ CJ
'g g.
1
cS S
cj
_1 cj r.
fa, r~\ r* t-
00^ O
j0sr
S COi- 5 a n
O PScJr-CJ 5 CI C O
a^lsfis-gfa-
■Ï.SgS-55
•q cj -g cj- oj cj u. -sp g fa,
O S p o c G.g' g a -G
cj
e cj
cj t3
cj
fa.
CJ g
O G
O -
'-Ö
cj cj
1 00
5 M NÜ
sjS-3SSJiSg.su
o g -o 02 -a ju 'ÏJ S>
- S g.S
12 v O «-p.? o
Cj fa. bJ3
cj
N CJ K. B o "j:
w CJ3 H 1- M 'CJ^-. o
c> ca o r, cj
■«sus s
a g g o. gl-zr-rh ^3
:Sa0:S&«dj
.-8 JsMffl -
ssjlsp£%%S«2?
»- g «3
cj cj ut
'G .5P<
fa, -G
CJ c-o
2 S1
n
"O CJ
-■ m rh 1u u -fa, •n c fa,
è-s s - t-wj o
lGril5 CJ A CJ Li S fcfl i-vSh i—
«i g.SI s-s
S -iiiSS
vil o P o j
2 N E «2 c g o - o."'J
---5 V t 2s 3 £-5.2!
i-. o fa« v> GG X
LG CJ CJ
CJ C u CJ fa u O S CJ
Sc G ÖJ tl in P CJ fan <3
ca
'C
2 oO)
CJ CJ
-G CJ
•S gö
bft O
fciD Cw
S "af J
CJ CJGt'G CJ G
S« CJ §-g
ïi^'GCJ^G ^G^G
O W u, t bft
P
•C Gi Qj
dé ci s w -
rt ^:GGL-'=N>fa'G
fa u u rt k u w o c o 3
GL,b£w t> "C G 'G 8ü
I Vj ba