T
LEYDSCHE
COURANT.
ff
s
li
r«s4ii
I8
p
1
-
:|^S
111
s.i!fi!ïll!2!lliï
ll
4*2 H
I'S
yjpiisit!!!!
A#, 1825»
V R IJ D A 6
N\ 63.
D fe N 27 M E t.
<0 c sc "4
•-.?*-.$-•!*5
s!S
on
tor
laars
bliek
als:
paar j
tféri
r.d bij
'..Ajm
Mat'1
ijk zal
mis :iri
o cents
riveeri
Laande
koophui'
,OFSZ,
LEEF-
Vlaaudaf
Heer*
oagniat
rij idem
inters el'
Effecten
Kantóte
iraat.'
KÈNNISGÈVING.
VRIJWILLIGE D IENSTNEMTNG.
BURGEMEESTER EN WETHOUDERS DES. STAD
LEYDEN bij circulaire misfive van Z. Exc. den
Heer Staatsraad Gouverneur van Zuid-Holland in dato
den 2 dezer maand ontvingen hebbende een exemplaar
van Zijner Majesteits besluitvan den 19 Februarij I8i'5
N°. P7houdende bepalingen ter aanmoediging van
,s Lands Militairen en vooral van den vrijwilligen dienst
atsmede van eehe aanschrijving van Z. Exc. deri Heere
Commissaris Generaal van Oorlog, aan de Heeten Lui-
tanants-Géheraal in de zes groote Militaire commando's
ia dato den 14 Mtaïc 1845 N°. I met uitnoodiging,
om daarain de meest mogelijke publiciteit té geven
en de zaak zoo veel mogelijk te bevorderên
Brengen bij deze gedacht beslüit en de aanschrijving
daarop betrekking hebbende, ter kennis hunner Stadge-
nootenen kunnen niet nalaten dezelve opmerkzaam te
maken op de Vaderlijke bedoeling van hetzelve besluit,
die geene andere is dan die van den Verdediger zijns
Vaderlands eene eervolle onderscheiding te doen genie
ten, en hem in de toekomst eenen onbezorgden en
rustigen ouderdom te doen te geittoet zien.
Koninklijk Beslüitvan den lp Februarij 1825 N°. 97.
WIJ WILLEM, bij de gratie Gods, Koning der
Nederlanden Prins van Oranje - NassauGroot-
Hertog van Luxemburg enz. enz. enz.
Op de rapporten van Onzen Commissaris - Generaal
Van Oorlog, nopens de middelen, welke tot dus verre
iljn aangewend om 's Rijks militairen en vooral den
vrijwilligen dienst aan te moedigen, en met bétrekking
tot dien welke als nog tot bereiking van het voorschre
ven doel zoude kunnen worden gebezigd
Gezien Ónze besluiten van den 22sten Februarijden
agsten October en den 22Sten December 1814; van den
3den December 1818 N°. 13, den I3den Aug. 1820
N®. 77 den 4den Aprilden 7den Augustus en den
14den December 1821, N°. 23, 100 en ip, ea van den
l4den Januarij 1822 N°. 26.
Gezien de wet van den 28sten November 1818 Staats
blad N°. 4'
Willende de reéds vastgestelde bepalingen tot een
gepast geheel brengen en voortsbij deze gelegenheid
aan de militairen van allen rangbeneden dien van offi
cier een nieuw bewijs geven van onze belangstelling
in hun lotzoo wel in- als na dén dienst
Hebben besloten en besluiten
Art. I. Onze Commissaris - Generaal van Oorlog Zèi
bij eene aanschrijvingOnze bedoelingen ten deze
brengen ter kennisse van. alle de militaire autoriteiten
en van de Gouverneurs in de provinciën ten einde deze
laatste niet onbekend zouden zijn met de voordeelen
Welke aan zoodanige personen worden toegedachtdie
zich in 't algemeen als Vrijwilligers aan 's Rijks militairen
dienst toewijdenen ook daardoor beantwoorden aan de
bedoeling in de verwachting van het 207de artikel der
grondwet.
Art. 2. Aan het 11 de artikel der instucsie op de
Werving vastgesteld bij Ons besluit van den 4den April
1831, N°. 23» zal onverwijld een volledig gevolg
Worden gegeven.
Art. 3. Naar aanleiding daarvanverklaren Wijdat
bet onderscheidingsteeken hetwelk aan alle militairen
beneden den rang van offieierzal kunnen worden ver
leend diena twaalf jaren eerjjken en trouwen Neder
landschen dienst, bij een en hetzelfde korps zich op nieuw
verbindenin eenen koperen of bronzen medaille zal
bestaanwaarop aan de eene zijde de Koninklijke Mantel
met eene gekroonde ff, en op de andere zijde 's Rijks
Wapen, rustende op militaire zinnebeelden, met het
omschriftvoor Trouwen Dienstzullen gestempeld zijn.
De medaille zal worden gedragen aan een oranje lint,
hangende in het knoopsgat.
Art. 4. De Gratificatie voor eens, voor een onder
officier of militair die de medaille krachtens het voor
gaande artikelWegens eenen twaalfjarigen dienstbij
ten en hetzelfde korps, ontvangt, wordt bij dezen op
twaalf guldens bepaald.
Art. 5. Met uitbreiding van art. 11 der voormelde
Instructie op de wervingwordt bij dezenhet verlee
oen def kopereh of bronzen medaille alleenzonder
let genot der gratificatiena eenen gelijken Nederland-
ichen dienst van twaalf jaren gunstig toegestaan, onver
schillig het korps of wapen waarbij den bedoelden dienst
tijd zal volbragt wezen.
Art. 6. Een zilveren medaillevan dezelfde grootte
en op denzelfden stempel geslagenzal almede als eene
buitengewone beloóningVoor eenen eerlijken en getrou
wen dienst vaii vier en twintig jaren worden uitgegeven.
Art. 7. De medailles zullen ook na het ontslag uit den
dienst, door den begiftigden behouden en gedrageinvorden.
Art. 8. De bedoelde twaalf en vier en twintigjarigen
dienst Zal worden berekend van hei tjjdftip van den
«ersten Januarij 1814.
Art. p. Tot het toekennen der bedoelde versierse
len zullen worden gevorderd de volgende vereischten:
Een onafgebroken Nederlandschen dienst, volgens
art. 3, 5 en 6 van 12 of 24 jaar (de veldtogteo
in Nederlandschen dienst van j Januarij 1814 af,
mede te rekenen) het2ij ten gevolge van eene
vrijwillig# verbindtenli of van de wetten van bel
Rijk» met nitslèmng 'van allen 'dienst'als plaats
vervanger, zóó dezelve niet- daarna door eene
vrijwillige verbindeehis gevolgd'isl
b. Zoodanig gedibg - Ün'betAblide ijver gedurende
dien diensttijdals onder-'-de benaming van éérlij
ken en getrouwen dienst 'verstaan wórdt.
Art. 10. De militair, die Vo'or den 'diensttijd van
twaalf jaren tweemaal handgeld mogt ontvangen hebbeii
zal voor de gratificatie, bij art. 4 bépaaldslechts de
helft of f6: genietenterwijl ook de plaatsvervan
ger -, die eerst 'als zoodhnig heeft gediénd en ddarna
eene vrijwillige verbindténis heeft aangegaan alleen
tot de bedoelde helft zal geregtigd Zijn.
Art. II. Bij het overlijden van een militair die den
dienst verlaten heeft, of gagement geniet, zullen zijne
Erven de médaille, tegen eenén nader te bepalen prijs
kunnen terug geven aan zoodanige militaire autoriteit,
in de provinciewaarin zij woonachtig zijnais door
het Departement van Oorlog daartoe zal worden
aart'gewezën.
Art. 12. De medaille wordt verloren ten gevolge van
eén onteerend vonnis. In zoodanig geval zal door den
militairen bf burgerlijken regter daarvan dadelijk worden
kénnis gegeven aan het Depahément van Oorlog teh
eihdé voor de intrekking dér Medaiile zorg te dragen.
Art. 13. De uitgifte der medaille zal op eene
plegtige wijze, bij de groote wckelijksche parade
plaats hebben.
Art. 14. Bij hét Departement van Oorlog zullen wor
den aangelegd registersin wélke de namen der man
schappen zullen wordeh opgeteekend die in een twaalf
jarigen Nederlandschen dienst bewijzén zullen hebben
gegeven van hunne bekwaamheid en geschiktheid tót
het vervullen van eene Rijks bediening, inzonderheid
van die, van welke bij ons besluit van den i3deh
Augustus 1820, n°. 77 is melding gémaakt.
Het Departement vart Oorlog zalbij die optèekenmg
de vérschillende hoedanigheden dér militairen in aan
merking nemen zoo wel als hun verlangen met bpzigt
tot den aard der bedieningwaarin zij zóiiden kunnen
Worden geplaatst;
Art. 15. Het Departement vin Oorlog zal, aan de
hoofden der Departementen van Algemeen Bestuur
zoo mede aan de Gouverneurs in de provinciën doen
toekomen extracten uit het bij vorig artikel bedoeld
registervoor zoo veel die personen aangaatwelke
geschiktheid hebben tot het vervullen Van eenè Rijks
bedieningwaarvan de begeving tot hunne respective
werkkringen behbbrtof waar omtrent zij aan Ons de
voordragten moeten aanbieden, in welk laatste geval
die voordragten zullen moeten vergezeld gaan van het
bedoeld extractvoor zoo veel den voorgedragen
persooii aangaat.
De gezegde extracten zullen achtervolgenstelken
drie maandendoor het Departement van Oorlogmet
de Voorgevallen veranderingenworden aangevuld;
Art. 16. De onmiddelijke voorafgaande bepaling is
niét toepasselijk öp dé vérvulling der functiën van
portiers van 's Rijks werven en Maritime gebouwen
als wordende het daarvoor gehoiiden, dat het Depar
tement voor de Marine Steeds daartoe geschikte voor
werpen uit de gegageerden of werkelijk nog dienende
zeelieden, zal kunnen bestemmen.
Art. 17. Een eerlijk en getrouwe Nederlandsche dienst
van twaalf jarenwordt als grondslag der in art. 14
en 15 vermelde belooning aangenomenmet dien ver
stande dat daarmedebehalve een goed zedelijk gedrag,
tevens eenige bekwaamheid en vooral eene genoegzame
bedrevenheid in het lezenschrijven en rekeuen
--IS
g Y 35. *5 ii Sèó
3-ê!
■*1
5S-S
t* tT e
5^11
o J g-g
3.
Cd
14
o
Ei "3 f"
«5,
g a
If
O. it* >-1
rj 0> J (il
-I "fff Ó-S
o 2 2 r\ v
S <3 ai
G - O
•3 61^5.13*
ll fc8Iïf 2
.aNR S P I S
E
i S?5®
1 WO
Sis.8
v o a c S
N N U O k a
C
C EO B .5
cëeluO
SO 2
O U t->
E tsg5 s
Is.g'® §-2:=.a
S!'.-?-8oa
i-o s
"Y M r o oj
N QJ X
*3CJOi>ÖG®^'
o s'5 zy. -
S a J o
>^a§.-,-Ss32g
<u bJD'j; S es ea r> 10
-S g
t
lig
5
:.èp
- u - 5 IJ O N U
if J S S i g s
ia- g M g
S8
E S
g ïf
51
3
o 15
0.3
g g
aS-^'5 "gfï J ëg
E S £"g-if N.SPË k
:~W>Owa> - N J
-O 2 s 5 s .3
cS 0 2 c' t!
'«Ë-s Vs >-D'°-Z i 8 s-ïï 8
CL V
8*
«-e
rt O
c c n
"OjiC^uuO.. a» 0
«,C «s Si c ■-»
a c S-S-g-ë
C>'GG.«vC60GGC3 N a. S T3
.pttrtivi ga»
Art. 18; Bij gelijke dienstjaren zal déze gunst bij
voorkeur worden toegekend aan die krijgsliedendie
op de eene of andere Wijze vrijwillig dienst hebben
gedaan» of nog werkelijk in dienst zijn;
De plaatsvervanger die slechts als zoodanig heeft
gediend, zal geene aanspraak op deze verzorging kun»
nen maken.
Art. 19. Door den diensttijd der militiemet opzigt
tot het algemeen stelsel van militaire belooningen
wordt verstaan de werkelijke dienst, en mitsdienin
vredenstijdhet jaar, gedurende hetwelk de milicien
geheel onder de wapenen isen de ééne maand van
elk der volgende jaren» gedurende welke de milicien
geheel onder de wapenen'is» volgens art; 208 der
grondwetde gewone dienstpligtigheidvolgens de
wetzal bij die berekening overigens in geene aan
merking komen.
Art. 20. Onverminderd de bepaling van art. 18, blij
ven de gegageerde militairen, die als nog voor eenigè
bediening met vrucht kunnen gebruikt wordentot
dezelve even zeer geregtigd.
Art. 21. Het - getal van twaalf jaren dienst zal dan
niet uitdrukkelijk vereischt wordenom op de regis
ters bij het Departement van Oorlog als voör eene
bediening geschikt, te worden ingeschreven, wanneer
een militair, buiten deszelfs toedoen, in den dienst,
eenige ligchaamsgebreken mogt hebben gekregen welke
hemwel tot den werkelijken militairen dienstmaar
niet tót het bekleeden van eenen burgerlijke post oir-'
geschikt maken.
Art. 22. Militairen, die, na zes vólle jaren eerlijk en
Het vervolg op de kant van deze blaiz.
e taj:=» «"jsXSSsa
2 ti O GC^rtVOtuaa
G"Oc <ya>Sps4>oi-bo
••=■3
E c O o oj -n c
E O p g
«►ga-S-ISISa .-8
F -li a a i:" Si a 6
e-'S W S iG® n C£ Mj,
r, 2 c 5 p i -
c s p
H
w rj G G» hfi
8 I 2'! e E5 s,|
tSlSasss-lslsSigl
I r*Z 8 al egts-g -5 5
ë,al g
®p
•5 S.S&-2 stffo
O <L»
j=I
SC
8
8
•g o'S a>sl K
r-j» ËIC3 D ll'" G
2 C O c U c bfl G S
G öS
♦2
e<
a
ua O».
3