3
re
re
0
TO
S3 cr cw
fir s3
a. o o
re
<J9
Cl. tn
q. b
11 If 5's 1
3 g. g
c cr 3 2 to
g jo re «-•
3 3
C -•
3 g- n>
re OR
3. re
?r
N N -To
re g
3
O* f
r_ Ér
rt
O fD
or
3 o g-
2. o
3 2 -1 3
O o S3 <-
"9 -I 3
-t N »D.
«1
A f si-
g3|m
O
re pa.
3 2. g
s
=Tf 2 a g
I 1 0 s-
«T fr 8
I
a is
E!
3
►a
09
o 3*
s s.
5- Ci-
3. J*J
3
r-»
09 re re 3
3 CR
r& 09 Q> 3
O- 3 O
a f C 3
•-I w
Cfq
T3
W
1 B6
2- 3
3 O
ra
rt> as
?T ft) »1
ft) »1
o I
o 2
g a.
P
o
3
-0 a- s
r. n> A C:
van dei Graafde Kolonel Aberfontot Kolonel van
de 15de afdeeling infanterie, de Luitenant - Kolonel
Destombesvan de 5de afdeelingtot Kolonel der 6de
afdeeling infanterie, de Luitenant - Kolonel Reuther
commanderende het depot der ede afdeeling tot Com
mandant van het depot der 5de afdeeling, de Luitenant-
Kolonel Singendonkvan de 5de afdeeling tot Com
mandant van het depot der 2de afdeeling de Luitenant-
Kolonel Fremeryvan de ïile afdeeling; tot Majoors
'bij het algemeen depot van de landmngtde Kapiteins
Schaman 'en Battaerdvan de lile en 6de afdeeling.
De Luitenant-Kolonel de Kamt van de 12de afdeeling
zal den Luitenant-Kolonel Fremery bij de ille afdeeling
infanterie, in garnizoen te Brusfel', vervangen, terwijl
de Luitenant-Kolonel 'Kishuifenvan de 4de afdeeling
'den Heer Reuther bij de 5de afdeeling vervangt; De
Majoor Spenglervan het algemeen depot, vervangt
'den I-leer Kishuifen, ên de Majoor Eckhartinsgelijks
van het algemeen depot, vervangt den Luitenant-Kolonel
'de Hardt bij dé 12de afdeeling.
Er is een nieuw reglement betrekkelijk de admodiatie
der gejneenten Voor. de belasting op het gemaal in het
licht verfciienenvolgens het 39ite .en 4ofte artikel det
wet van 21 Augustus 1822.
Ons dagblad T Oracle van heden bevat een brief van
Parijs van den II dezer, waarin van de herftelling
der cenfuur op de dagbladen gefproken wordt.
2- 2:
05
O n 3
O i—i 0
•h 1? 3- re
N 2 3
<3*
o o 3-
(R - O r»
fD 3.
rt fD
3- 3
N. 2
O 3
3*
fD
3 -8
Si-8
5 15 o
1^1-
S: a,
fD o
fD
O
-■ 3
N 2
a "E.
Gr*
CL
5*
fD
5; s
e-
- o. n
o ro
3
crq g.
q O
P3 re 3
Er* G.
S
3 3:
2
H
3. O.
3 E 09 CTR
«c::
3 3
fD cn
3 '2 cr
S 1.1
3 3
w 2
q 2. 3 S
^9
51- 0
I
9
V '"NS
8.S.S
s 3 sr
ï-f g--3
3 g D"
fD fD
- 3 fD on s-
g" 3
2. a. S
a-" n
3* O 2
2. 3 2
09
5 N S
3 Q s
3 tr
o" 2
3- O g 2
0 3 3
a n 2^3 ?d
f» 2. - 2 N ro
0 ga S
2.
fD N cr
o
n O
ST
N
CL 3 5
8 N
fD
3
fD Li Pi
0 3 o 2
S- 3
O D- 2; 2.
2 3- TJ
83 u- S* 3. w
^3
3 3
fD
cr 3
fD
3
cr M
Ui <2>
w <a
CL
09 ?r
cl 3
fD 3
2: n
8 O
2- 3'
2 3 3 3" 3
M TO O
•t fD x-v
2- e ?o
2- o
S O jj"
JS fD C ft)
o- 3
pa g
ti
s ui
3 fD fD 3
Cl £L
O G- W g
3 r.
fD Cx 3' 3
2-.b g S
fD O-
A N g
2- ta 1
3 (D
cr 3
s- o
B'
n- S 3 g <e K
S w S
1—i .3 C
P3 09 CL a
fD fD
ra W j n S v
3
CL
fö
13 »-» O 9»
0 3 S
3 3 sd
S S r<?
3
,3
r
o-
fD J2.
o- 3
o 3
3 ft> O
r, CD
3 re
3 W
-1 r^ETN x-
a n S N
«s fo 3-^ pa
w CT9 3* fD
u
k- 3
tL 'B
pa o w
D- fD
pi 09'
3 3
O
►3 P-
2
CT 7T
o o a a. a pi'
3* fD fD M Pi
*3: 3- rt 5
ra O 3 O. 2 rg
O 3"
^3 -
5» re 2. re O
5- 3' fD -* O
3 3 ft
- n 2 5 O-
,Ï3 Pi
5- 85 g
"S
re 3 o re
N 3. v
2
3 fD
S 2.
V
s 5>
3 2- x
A 5-
s. to if
a a o
S-
fD O
55
CL »T3
O
re
w 3 re Oreo
MENGELINGEN.
EMANCIPATIE der KATHOLIJKEN
in i E R L A N D.
Un prltre, quel qWil soit, quelque Dieu qui I'inspire
Doit prier four ses rois et non pas les maudire.
Het vraagstuk, aangaande de Emancipatie der Katho
lijken in Ierlandhetwelk thans in het Britsch Parleirient
behandeld wordtis van een Zoodanig uitgestrekt belang,
dat deszelfs oplossing tnet regt de aandacht van geheel
Europa rtiag gerekend wórden tot zich te trekken. Wes
halve wij meenen geenszins onvoegzaam te doen
wanneer wij eenigebedenkingen, welke tot dit onderwerp
betrekkelijk voorkomen, aan onze lezers alhier ihede-
deelen.
Wanneer men vraagt of Godsdienstige begrippen de
voorwaarde mogen uitmaken, van welke het bezit en
de uitoefening der Staatsburgerlijke regten afhankelijk
behooren gemaakt te worden, dan kan er op die vraag,
naar onze wijze van ziengeen ander dan ontkennend
antwoord gegeven worden. Zoodra men toch de geloofs
belijdenis tot eene voorwaarde van Staatsburgerlijke
regten maaktbegaat men regstreéks of zijdelings ge
wetensdwang en gewetens - vrijheid onbelemmerde
vrijheid om GotS haar onze eigCfie overtuiging te dienen,
is het even onvervreemdbaar als onverjaarbair erfgoed
van alle menschenzonder uitzondering. Niets is dus
zekerder dan deze stelling!: dat in elke maatschappij,
welke op grondwettige beginselen gevestigd moet
wordenalle menschenzonder onderscheid van ge
loofsbelijdenisgelijke aanspraak op de uitoefening der
Staatsburgerlijke regten hebben. Op deze beginselen
is, de Hemel zij gedankt, het Staatsgebouw inliet
goede iand onzer inwoning gevestigden het is te
Wenschendat die zelfde beginselen eenmaal door de
geheele vyereld erkend, allerwege over gewetensdwang
en Godsdienstige (of liever ongedienstige) vervolg- eff
uitsluitingszueht zullen zegevieren.
Niets dus is wenschelijker dan dat ook in Groot-
Brittannien, de Katholijken,', zonder om hun geloof ge
weerd te worden, tot de volie uitoefening vah alle politieke
regten zullen mogen geroepen worden, en het strekt
gewis den Minister Canning tot eer, dat hij tèr bereiking
van dit edel doelzoodanige pogingen aanwendt als
hem, naar zijne wijze van beschouwingmeest geschikt
voorkomen en welke althans een nieuw bewijs opleveren
van den verheven wereld-burgerlijkèn zin diens Staats
dienaars. Maar het kan voor ieder, die met opmerk
zaamheid den str.nd der zaken in geheel Europa gideslaat,
in geenen deelé twijfelachtig zijn dat tusschen de wensch
naar eene algemeene gewetens-vrijheid en ie vervulling
van denz'elven eene klove bestaatdie wel verre van
minder te worden, integendeel dagelijks meer het aanzien
van een' afgrond bekomtwelke door Jesuïten - list en
dweepzucht gegraven schijnt mèt oogmerk, om de
vrijheid van Gbdsdienst en geweten voor altijd in den-
zelven te begraven, en Het bijgeloof overal te doen
zegepralen!
Indien men in Groot - Brittanniên zich in den toestand
bevond, dat het Staatsgebouw eerst geheel nitden grond
opgetrokken werd, wanneer men aldaar in Republici
Constituendd nog verkeerde", dan zoude zelfs'het denk
beeld van Emancipatie niet te pas komen en Katholijken,
zoo wel als Protestantenzouden voorzeker gelijke
aanspraak maken op- het bezit en de uitoefening van
regtentoe welke alle ingezetenen in dezelfde mate
bevoegd zijn. Maar het Staatsgebouw van Groot-Brit-
tannien bestaat en rust op die grondslagenwelke bij
deszelfs glorierijke Constitutie van 1689 gelegd zijn
»ea leeft dus aldaar in Republici Const.tut Aen dkn
wordt het de vraag of in de gegevene omstandigheden
en vooral in den toestand, waarin zieh geheel Europa
bevindtde Emancipatie der Katholijken billijkdoel
matig en raadzaam is. En dan aarzelen wij geenszins
te zeggen, dat hoe billijk ook, naar ons inzien,'de
wensch isechterde vervulling van denzelven in dezen
tegenwoordigen oogenblikonbillkijondoelmatig ei
geenszins raadzaam te achten schijnt!
Waarlijk de Minister Peel had geen ongelijk, toen
hij bij de discussien over de Emancipatie, onlangs het
gewigt deed bezeffen, van het Protestantsch beginsel
en hóe noodig het is hetzelve te handhavenen daarbij
het oog vestigde 'op Frankrijk, alwaar men .juist iit
dezen oogenblik eene wet óp de heiligschennis gemaakt
heeft, die in openbare tegenspraak/staat met de begin
selen van het Charter, en de doodstraf bepaald heeft
op de ontheiliging van gewijde vaten, die zoo als de
Heer Peel zeer. juist aanmerkte, in het oog. van een
groot deel der bevolking noch gewijd noch heilig zijn'.
De eerste van alle wetten is die van zelfsver'dediging,
eri deze wet gebiedt de Protestanten en geheel de
wereld om op hunne hoede te zijn tegen 'de heersch-
zucht en het stelsel van overweldiging eener kerk,
die zich nooit in maar steeds boven den Staat rekent,
en die het .daarvósr houdt, dat alle Rijken en Stateit
in die Kerk begrepen zijn, of eenmaal toch in hareii
schoot weder terug moeten jrebragt worden.
Zal men dan nu in Groot,- Brittauien, de Iersehe
Katholijken emanciperenterwijl men in Frankrijk agn
de Hervormden het verzoek weigert om eên klein
Kerkje te bouwen? er is !h het Departement van
de Oise eene kleine gemeenten J genaamd des Aguexj
in deze gemeente en nabijgelegene gehuchten, bevindt
zich eene Protestantsche bevolking van twee tot drie
honderd zielen; Deze iS aldaar stil ongemoeid en
schier onbekend en verborgen geblevenin Weerwil 1
der herroeping van het Edikt van Nantes, en in hare
verborgenheid, wïts zij, in hét geloof harer vaderen,
naauwkeiirig blijven volhardenzonder echter eenigeni
openbaren eeredienst uit te oefenen! Eeniglijk uit ar.
beidzame landlieden bestaande, haddeii. zich de Gods
dienstoefeningen van dit hoopje bepaald bij stille huis.
selijke gebeden. Volkomen vertrouwende op het
ui-oord onzer Koningenzegt het fransch dagblad de
Constitutionnel van 21. April 1825,) en op de voor
schriften welke overeenkomstig het Charter gegeven
waren, hebben deze Protestanten den 23 December!
1823 een verzoek gedaan, om onder de consistoriale
kerk van Parijs te mogen gevoegd wordenhetwelk
zich belasten wilde, om ïuin een klein geschikt gebouw
tót gemeenschappelijke uitoefening van hunnen Gods
dienst te verschaffen; maar hoezeer de fransche staats
wet bépaalt: dat' ieder zijnen Godsdienst met gelijke
vrijheid belijden, en voor de uitoefening van den-
zeiven gelijke bescherming verweTven zal," zoo
heeft de Minister van binnenlandsche zaken, van zich
kunnen Verkrijgenom bij een Arrété, vijftien maanden
na de indiening van hun addres uitgevaardigd, het ver-
zoek dier Protestanten ie wijzen van de hand.
Zoo handelt een Minister in Frankrijkterwijf in
Engeland, alwaar dé Protestantsche kerk tot het ujezen
van het bestaande. Maatschappelijk stelsel en de zeker
heid der Troonsopvolging behoort, de eerste Minister
openlijk als de bevrijder en voorstander der Katholij
ken in Ierland optreedt,' óm hen de uitoefening van
regten te doen herkrijgen, van welke zij dikmaals niet
anders dan tot mó'ord en verderf der Protestanten zoo
wel binnen Si buiten Térland gebruik he'öben gemaakt.
Immers toen Jacob II. den troon beklommen hadging
hif nergens buitensporiger in het vervolgen der Pro
testanten te werk, dan in Ierland, alwaar deze van alle
aanzienlijke ambten ontzet en Talbot, naderhand Graaf
Tyronhel getpaakt, in de plaats van den Hertog van
Ormond Onderkoning geworden zijnde, eenen onmatige»
ijver (zégt Hume, die anders toch de Katholijken niet
in het ongunstigste licht' voorstelt) voor zijne kerk
aan den dag leide.'
Hij begon mét" alle Protestanten de wapenen te ont«
némen, onder voorwendsel dat de openbare rust dit vor
derde en hij beval dat de Protesïanten hunne wapenen
móesten overbrengen in «Je Magazijnen, ten gebruilre
der Ièrsche militie. Vervolgens joeg hij alle officieren
van den Protestantschen Godsdienst weg, zeggende dat
zijof zelve of hunne Vadersonder Cromwell gediend
hadden. Zijn onregtvaardige ijver bepaalde zich niet
binnen deze grenzen; meer dan drie honderd brave
officiers werden gecasseerd, hoezeer de meeste derzel-
ven, naar de gewoonte der Engelsche Annéè, hunne
posten gekocht hadden. Vier of vijf duizend soldaten
werden weg gezonden, zonder betaling der aan hen
verschuldigde soldij, zonder kleederen of gratificatie,
en blootgesteld om van honger te sterven. Ook il
{Het vervolg op de Kant van deze bladzijde.}