f
r rttft laatje" we»k v*b den tifeer Bouil'ft de Metiers
der huisgezinnen keomerkc„zich door dezelfde hoe
'dsoipbeden, welke da verdierften van zijoe voorgasode
werken ui'mskenen daarom, bij voorrduria**ge-
zochr wordso. Meo viodt ia dezelve ftceds e?9* keu-
rieen fmn»keo boveo al ees' goeden tooowelke van
zeer veel belang is, vooral als men voor Vrouwen
ïcbrjjfr. De ftijl is zeer zuiver en nauwkeurig: de
uitdrukkingen zijn duidelijk eo juist, en de fpreekwjj
«en zijn vrij van de gekonfteide verfieringen en onge
makkelijke wendingen, welke het lezen onaaogepaam
en tot «ene moejjelgke ftudie maakt. Van de negentien
vertellingen, waaruit de twee deeleo beftaan, zijn fotn*
tnigen belangrijk: de andere bevatten zeer ernftige les
JTeo; in alle beerschr, zonder uitzondering, eene vol-
tomece zedeleer: in eenige echter, eo dit fs het oor
deelkundig gedeelte, fchQoen de zedelesfen, boewei op
Zich zeiven zeer goed, met tfatuurljjk uit het verbaal
voort te vloejjen. Dit g°br?k ftraalt bijzonder door in
de vertelling: Mariagt précote. Q Het vroege huwelijk').
Eene moeder, welke zicb aan de verkwisting overgeeft
en een weinig jaloersch is van bare docbterhaast zicb,
om deze uit te huwelijken ten einde zich van eene
juededingfter, welke z{J niet mag baten, te ontflaao,
en geeft haar ten huwelijk aan een jongeling uit Brest,
ora geen gevaar te loopen, haar weder te Parijs te ont
moeten. Bjj den fpoed dien zjj maakt, om eene be
minnelijke docbter te verwijderen heeft de moeder zicb
den tjjd niet gegund, om het karakter van baren toe-
komftlgen fcboonzoon behoorlek gade te flaan, eo heeft
ztJ eene Hechte keos gedaan. Deze man, wieoa fraaak
even zoo* verbasterd, als z\Jn hart bedorven was,
geeft zich welhaast aan de ongebondenheid over krjjgt
tegenzin i* z^ce Vrouw, ez eindelijk ziet de kokette
Moeder hare arme Dochter terug komen welke binnen
tredende, haar toevoegt: „Gij ziet eene ongelukkige
Vrouw voor u welke door haren Man verjaagd is
De Aftreden van dit Verbaal is,- volgens Bouillydat
Hymens fakkel in gtene te jonge handen moet worden
gefieldDit is ongetwijfeld zeker, maar dit befluit
volgt niet natuurlijk uit bet geval; wint de jongheid
der Echtgenooten is hier niet de oorzaak van bet on
geluk. Het ongeluk van de jonge Vrouw is een uit,
werkfel van de koketterie der Moeder en de ondeugden
des Echtgenoot®; nu kon de Moeder even goed eene
kwsde keus doen wanneer bare Docbter v|Jf en - twintig
jaren oud geweest was; en de Echtgenoot, die tegenzin
krijgt in eene bekoorlijke Vrouw van achttien of negen
tien jaren zou haar waarfchflnlgk niet getrouwer geweest
zjjn als zjj op haat de.rtigfte jaar was. De vertelling voer*
dus niets aan tegen de te vroege huwelijken; zij heeft
daarenboven het gebrek, dat de Dochter geftrafe wordt
voor de ondeugden der Moeder, eo dit ls eene groote
fout van den Schrijver.
De Eeuwige opofering fcbetst om eene ander?
ijverzuchtige Moeder; niet dat ik bet daarom laak;
deze ondeugd is niet Zeldzaam en men kan dezelve
niet genoeg de openbare afkeuring doen ondergaan;
maar weggefleept door de begeerte van onze gevoelig
heid fterk op te wekken, heeft de Schrijver ons een
tafereel voorgefteld, dat ons nog meer foltert, dan bet
«os treft.
Bouilly verzekert dat dit voorval anekdotisch eo
-waar is, zelfs in de kleinfte omftandlgheden. Deze
verklaring, aan wier opregtbeid ik niet twijfel, is
van geen gewigt in de Letterkundige Weegfcbaal. Dit
Boek is niet bekend gemaakt als eene verzameling van
anekdoteo, maar als eene verzameling van vertellingen,
van fabelen of gefcbiedenisfen van welke ieder zijne
xedeles medebrengt; en de Schrijver van een dergelijk
Werk, noft de waarheid zelve verbannen, ala zij
weigert zich naar de regelt der kunat te fchikben.
Dat men zich een jong Meisje voorftelle. met alle
bekoorlijkheden verfierd, met alle deugden begaafd
dat, om de ijverzucht van bare moedar te doen
ophouden, zich mer fterk water mismaakten de
oogen uitbrandt, zoodat zj) altoos blind blijft, en
men zal zich een juist denkbeeld kunnen vormen
van de vertelling, waarvan ik den titel heb opgege
ven. Het is in waarheid eene eeuwige opofering en
eene veel te groote voor eene moeder, die dezelve niet
verdient; maar dit is niet het eenige, dat tegenftaat;
Behalve dat, zie ik nog bier de deugd geftraft, voor
de fouten der ondeugd; en, deze vertelling eindigt,
terwijl zij blijft voortduren, want het droevige beeld,
dat zö voorftelt, en de verontwaardiging welke zQ in
boezemt, volgen ons nog na in de lezing, en makenden
indruk eeuwig, gelijk de opoffering. D» ftelregelwelke
een belangrijk perfoon aan het einde van eene gefchiede-
uis wil hebben, bet zij dezelve dool of gelukkig zij
is toepasfelQk op dichtftukkeo en verhileo, zoowel als
op de tooneelftoBkeo, en deze ftelregel is geheel eo al
verguisd, in een werk, dat aan het eind^, een fcbil.
derjj ophangt vin eeoe jonge onfchul.dige, welker lfl-
t-m
(i Les Meres de familie: Deux Vol. io ia°. ornét da
dlx-buit vignettes. Prix 10 fr*
(O Le Sacrifice Kernel,
den begint om alïeea met den doöd te eindlrèfl, êt»
van eens fchuldige moeder, veroordeeld, om b^j haar
de klapten van een ooout berouw uirteboezemeo.
AI de overige vertellingen fcHjJni»ó vrij van dit gé-
brek als het oier misfchieD het onherflelkaar ongeluk (3)
was, waarvan de tirel alleen reeds aankondig- dat
het freurfpel zich tor os het einde van de gefchiedeois
zal uitftrekken. Intusfcben ben ik ver van hier den
1 auteur te misprijzen; het is eene moeder, die zich zoo
danig onreerd heeft, dar zij een voorwerp van rept va-ar
dige verachting la geworden voor harèö echtgenoot
en zelfs voor hare kinderen, en noch de kuostnoch
de zedelijkheid morren er over dat zij h*ar verdriet
eindeloos in de toekomst verlengd zien In dit geval
lijdr dé regel eenige uitzondering omdat, vooreerst,
het misdrijf onverfchooobaar is en In de r weeds plaats
ftoit bet verdriet alleen terug op die bet verdteot heeft.
Hier bepaalt zich het oordeel, daar al de andere
gefcbiedenisfen van eenen zedelijken., aaoge-naraeo of
belangtjjken inhoud fch|Jnen te zflo. Bovenal zQd er
twee, die men boven de anderen ftellen zou, indien
m?n tiet wis», hoe de fmaak b0 de onderfcheidene lezers
verfchilt. Eene van deze vertellingen is: De aanne
mtng tot kind (TAdoption) waarin eeo aïl^rbekoor-
JlJkst Schippersmeisje ren tooreele wordt gevoerd de
aoderede kuiten/porige aanmatigingen les pritmtlons
exagerits); dit is de e?nige van de verzameling wasr de
Schrijver komieke toonee'en voorftelt, eo welk in waar.
beid eed aardig Tooneelftobje kon worden, zonder dat
men de afwisfeliog behoefde te vergrooten. Ik zal
niet van dr plaatjes fprekenwelke deze twee deelen
verfieren hoewel zij zeer fraai ztfn; dit behoort niet
tot her letterkundigemaar ik wil alleen den lezer waar-
febuwen. de negentiende vertelliogniet mede te rekenen
weiketen opfebrift heeft: de laat/Ie oogtnbliUsn(aes
ierniers momens) dit is alleerlQk eene goede oude
vrouw welke altoos gelukkig ia geweest, en te midden
harer kinderen fterft. Meo vindt bier noch voorvallen,
noch intrigue; het is eene ontknoping zooder knoop;
en hoe beminnelijk de oude ftervende dan ook mag
geweest ztjo, de lezer heeft *HeenlQk te zeggen: reguis»
eat in patt. Zij ruste in vrede*
Ik hsd bjjna de inleiding vergeten, die eene zonder
linge misvatting bevatdezelve eindigt met deze pbrafe:-
Alsdan zal ik kunnen zeggen met Herat ietswelke
men altoos voor den geest en onder de pen heeft, als men
eene geiukkiee aanhaling wil doen:
Vixt et guem dederat curfum fortuna peregit
Deze citatie is niet gelukkig. Haratius heeft aio
Bouify eTn Hechten trek pefpeeld nier ne.m een regel
van 'VirgUut voor den peest te brengeo. Dar de Schrijver
z.iCh flecb'rs de moeite eeve io het IVde hoek van
der Eneat de laatfte waarden van Dido op te zoeken
en bflzal laar de woordeo vao Horatiut viödep, welke,
voor her overiee, in eeo boek voor vrouwep. een vrfl
flecht figuur maken.
(.'Ut rernlg tij gelegenheid.
BEZUINIGING.
Uil aotiTlui. Serm. Lit. II. 3*1. j.
m Ofimiut, welke, te Bidden vin her heilr vsh goad
en silvertoe, irm wie, ee np de feesren gemeenen,
op de werkdagen verfchriHen w()n, oir urden kruiken
dronk, kreeg eens eene Ejiawte, 100 dn zijne erfge-
mmen reeds vrolijk en zegeprtlendo rondom rijn»
neutéls en geldkisten iwierden. Doch eeo vlngge en ge-
tronwe Arts herroept hem, op deiewflge, in herleven.
Hfl litt een tsfel brengen, doet op dezelve geldzakken
uitftorten en rdlrpt velen te zamen, om her geld te
tellen. Zoo doet hfl den man weder hijkomen. Nu
zegt hjjzoo g() uw geld niet bewaakt, zuileouwe
gulzige erfgenamen hetzelve' weghalen. terwijl ik
ntg tee/t— Waak dan opdat gij leeft, en volg m^ja
raad. ffat wilt gij f OgJ zult van gebrek omko.
men. zoo gij owe Happe maag rj»r door krachtige fpijs
wilt verfterken. Wrt t lmr g? 1 d,ar, neem terftond
dezen ryrtenhriJ. Hte reel kost dief Weinig.
Het reel dank «ct.t (In vers. o Goden l wat legt
tijt lt het Jan niet hetzelfde of ik door ziekte omkot*
of door ditrerlt ran honger moet flerren k
EEN WOORD DER ONDERVINDING,
en Waarjchuwing.
Uit SENECA,
Geen ftervellog hield lang een geweldadig gezag;
maar lang duurt de heetfebappij met matigheid. H e
hooger de Fortuin de meolchelijke grootheid verheft,
des te meer verneder, zich haar gucfleling des te meer"
Cddere hij voor de lotverwlafeling en vreeze voor d«
al re gunftige Goden."
-s
2.
H Cl
CN en wt.
a M t s t
O f - M w. o
v ca vj - eo -fOV&
C.QinKtfjw'tct
CO N
u
M
•a
«kak.*
m *o eo k. *o
O ro ïn a
NO IS. «O ei CO Ci
X oe B
E
o
Z -2
Z; *0 N. eo 2*
M CO CO M W O
- rt
COco «cococc#coco«2
U; ft 5 O O - K.C,
OS Ov-fco O U-. N CO O
Jj
O T1 •>- O o «t - re h, i/i oi
h. O* W M COCO O NO ^IS-COao^
t**C**£*****Sa
-OfflJir»OKco CNO - ct m u,
O 0\ O O 0\ 9v Oi O O O O O O
NNNNNNNNI^OOOOCOCOCOCO
S f 1
V aQ U
u no
a cn
«OO^^K^NOrrr-troo
fs» CO CO Q |r ts. "(3 tr —f.
CO *0 vO'O'C
o
«a
a a
Ol K. TL CO CJ CO X*
co co c oe co M -o IT
""«"'•lilaj
h. U
M
m -
o M IA P N co >r»
?refflj)cecoièx»oo g'
3 Le Milhe.ri ittdptralilf^