LEYDSE COURANT. i !§aS#3lU«:ss«i* II fe 2 O a«£ A*. I82I> WOENSDAG SPANTEN. 'ADR ID den 4 JuIiJ. De Aanfpraak des Konings met welke Z. M. den 3often der voorledene nnaaod de zitting der Cortes gefloten heeftkomt hoofdzakelijk hier op neder )at het hem genoegen deed wederom in het Congres te verfchgnen, welks pogingen, om'de politieke wederge boorte des Rijks te voleindigen en te volmaken, zijne Verwachting zoo mogelijk te boven waren gegaan, en de eeuwige erkentenis der Natie verdiend hadden. De Koning telt daarbij op al wat het Congres tot welzijn van den Staat gedaan heeft, en betuigt hetzelve daarvoor zijnen dank, alsmede voor de edelmoedige wijze, waarop het ia de behoeften van zijn Huis en Familie heeft voorzien, en voor de geldleening, die bet tot beftrjjdiog der dringendfte uitgaven toegedaan heeft. De vriendiTchaps-betrekkingen met de overige Mogendheden hebben, zegt de Koning geene verandering ondergaan en Zijne Majesteit zal alles aanwendenwat in zijne magt ftaat en overeenkomt met de'waardigheid der heldhaftige Natiewelke bij het zich tot roem rekent te regeerenom dezelven te handbavso. Het Tractaat der Vereenigde Staten, hetwelk den twist met dat Gouvernement eindigtis geratificeerd, en de ratification zfln uitgewisfeld.. De ftandvastigheid vab Zijner Majesteits Gouvernement en de edelmoedige en ijverige medewerking van ZiJoe Majesteit den Koning der Neder landen beveiligeo den handel tegen alle aanvallen van de zijde van Algiers. Zijne Majesteit geeft aan de Cortes kennis van het vrijwillig genomen befluit des Konings van Portugal, om naar Lisbon met zftne Koninglijke Famfle -terug te komen, en den Kroonprins als Onderkoning in Brafiliën te laten en belooft van deze terugfeomsrgebruik te zullen maken, om de lang gefchorfteonderhandelingen met Portugal, over het bezetten van Monte-Video en <3en oosteljjken oever van Rio-de-la-Plata weder aan te knoopen. De Koning herïonert de Vergadering aan zijne reeds te voren geüitte gevoelens over de gebeurtenisfen van Napels en Piemontaan welke gebeurtenisfen kwaadge- zindeo eene belangrijkheid opzigtens Spanje wilden j»even, die zij op geenerhande wijze konden hebben. Over den binnenlandfchen ftaat des Rijks fprekendever heugde zich ZQne Majesteit, dat de rust geheel herfteld was;.dat er eene enkele verachtelijke en weinig talrijke bende oproèrigefi zich voor een oogeoblïk had doen zien welke door de krachtdadige maatregelen des Gouverne- ments en de dapperheid der Troepen uiteen gejaagd en vernietigd is, hopende, dat dit voorbeeld en de fteeds toenemende verbeteringen van den publieken geest zullen beletten, dat men meerder zoodanige dwaze ondernemingen aal zien geboren worden welke den majestuëufen gang van het aangenomen ftelfel nooit zullen kunnen hioderen. De landbouw, de kunften en wetenfchappen ondervinden reeds verbeteringen, die aan de Conftitutie moeten toege- fchreven worden en alle die bronnen van welvaart zullen weldra de voordeelen fmaken der befluitèn ter hutiDèr lanitioediging genomen; ook zal de koophandel meerdere welvaart verkrijgen, vooral zoo de Natieeene behoorlijke Marinè zal hebben; doch tot dit alles behoort tijd. De Koning zegt, met genoegen gezien te hebben, dat het beduur der juftitie ook de aandacht der Cortes heeft tot zich getrokken, en belooft, met betrekking tot h$: her- Bellen der rust en orde in de overzeefche Provinciën niets te zullen verzuimen, als verlangende niets meer dan het geluk der Spanjaarden vaD beide werelddeelen gegrond op de onfchendbaarheid der Monarchie en de handhaving der Conftitutie. Zflne Majesteit eindigde met te verklaren, datzoo de Cortes die binnen kort vergaderen zullen, het edel voorbeeld volgen van dre, wier werk zaamheden hö nu floot, en zoo zfl denzelfden eerbied en dezelfde gehechtheid aan den Troon en dezelfde liefde voor het Vaderland betonenhjj fpoedig het geluk zal hebben om het ftelfel, dat het voornaamfte doel zijner wenfchen is, in alle deelen bevestigd te zien. De Prefident beantwoordde deze Redevoering met eene Aanfpraak, waarin hij voornamelijk aan Zijne,Majesteit de dankbaarheid der Vergadering betuigde wegens Hoogst, deszelfs befluit, om de buitengewone Cortes op te roepen. Daarna verliet de Koning de zaal en de zitting werd gefcheideu. Reeds des ochtends ten vijf ure zag men dien dag, in den omtrek van het paleis der Cortes eene ontelbare me nigte menfchen; alle de Troepen waren onder de wapenen en de weg, langs welken Zijne Majesteit komen moest, was door eene dubbele rei derzelven bezet. Toen de Koning zijn paleis verliet, werd hij door een groot gejuich van het volk ontvangen, hetgeen nog verdubbelde toen Zijne Majesteit uit dat der Cortes wederkeerde. Des avonds gaf de mufiek der Regimenten en een talrijke volkshoop ■eene ferenade onder de venders des Konings, en begaf zich vervolgens naar de' huizen der vooroaamfie Gedeputeerden aan welken zij dezelfde eer bewees. Men fpreekt niét meer van *s Konings reis naar de Baden van Salcedon, die dit jaar geen plaats fcbijnt te zullen hebben. GROOT-BRITTANNIEN. LONDEN den 13 Juli). Eergister is Z. K. H. de Hertog van Cambridge, 's Konings Broeder, uit Duirschlacd alhier aangekomendoch zijne Doorluchtige Gemalin is met den Prins, zjjn Zoonic goede gezoBdheid te Haoover gebleven. De Ptins van Hatzfeld, buitengewoon Ambasfadeur des Konings vanPruisfen, is Weeasdag aangekomen om des Konings kroning bij te wonen. Op het aanzoek van H. M. de Koningin, om mede ge kroond te worden, is het volgende befluit genomen: In hét Hof van Carlton- House deD 10 Ju.ij 1821. Zijne zeer uitmuntende Majetteit de Koning in rade Zijnde.** Aangezien er heden, pp het Bureau een rapport van hit Commité der Lords van den zeer eervoileD geheimen raad var, Z. M. ia gelezenvervat in de volgende be- doordingen te weteD V V" ■:'-V N'. 85. DEN iS J C tj. BSt-f a O ai ra <4 k. q ra C flM c >5 3i< T3 s s P «j to .-6 r 's -3 -g - - - '*X j: Sii ^■03 Uwe Maj bij Hoogstdeszelfs bével in rade, van deD 3 dezer maand, goedgevonden hebbende, om aan dit Committé de verfchilleode nteraorien van H. M. de Ko ningin io handen te (lellen, bjj welke zij het regt recla. meert, om. op deozéifden dagen plaats, welke voor de Krooding Uwer Maj. bepaald zijn mede gekroond te worden mét aanvrage, om ter onderfleuning vao gemelde reclamatie, bij moode van hare raadslieden gehoord te wordende Lords van het Commitré, zich met gezegde orde ad referendum conformerende, hebben dien ten ge. volge den Procrireur - generaal en den SoIIiciteur - generaal der Koningin tot onderfleuning vaD gezegde reclamatie van H. M. geboord; en, na insgelijks gehoord te hebben de aanmerkingen van den Procureur - generaal en van den SoIIiciteur-generaal van Uwe Maj. hebben gezegde hunnè Lordfchftppen ëenfletnmig befloten om Uwe Maj' onderdanig hun gevoelen voor te dragen hierin beftaande dat, daar het hun voorkomt dat de Koninginnen-ge. malinnen van dit Koningrijk geenzins van regtswege het privilegie hebben, om. ten welken tijde het ook zijn moge, te worden gekroond H. M. de Koningin ook geen regt heeft op het privilegie, om, op den, in de memorie van H. M. bepaalden, tijd gekroond te worden." Dë Koning gezegt rapport in overweging hebbende genomen j heeft na dés Zélfs geheimen raad te hebben gehóórd, e'u op deézelfs Advies goedgevonden, gezegd ra"ppört goéd te keuren.'' cgeieekend) C. C. Grevïlle." Zoódanigeh imfpraak van den Geheimenraad was wel te •verwachten, want waööeér men cl'e redevoeringen van de Hëejen Bfougham eu Denman, wel inziet was het ligt op -te maken dat het recht hetwelk de Köpinaio inroept niet kan gev'estigd worden want, na'allede drangredenen gelezen te hebben wélke zj) voordragen, moet men een voudig tót dit befluit komen Er zijn Koninginoeo ge kroond-gewordeo i wanneer'de wil hunner Gemaalen be- geerde dat dit gefchieddë en zij zijo niet gekroond geworden wanneer men óm onderfcheidén oorzaken bevonden heeft dat het niét voeglijk ware haar die gübst ih te willigen. Dit befluit is vólkomen daargefteld, do<* dé daadzaken zelfs 'aangevoerd door de Advocaten der K-oningito. In de onmogelijkheid om een duidelijk, flellig en bepaald recht te betoogen, hebben zij töevlügt genomen tot het gebruik van vorige tijden een middel hetwelk kortelings hunne zaak heeft gediend. Van 29 Koningen, die federc de verövering hebben geregeerd, zijn er flechts elf met hunne Gemallrfnen gekroond, en de gefchiedetiis leverd het bewijs op dat negen Koninginnen nooit zQn gekroond geworden, en dat de kroning vaD vier andere Koninginnen om verfchèideDe redenen is uitgefleld. Lord Sidmouth heeft her voorn, raadsbefluit eergister aan Lord Hood gezonden en, denzelfden dag, heeft de boven gemelde Minister de volgende bootfehap ontvangen Brandebourg-House den 11 JuIjJ 1831.'* Ik heb den brief van uw Lordfchap aan Lord Hood van gister cedagteekendwel ontvangen, bij dewelkeh gij mij bet rapport van het Committé van den Raad mede deeltuitgebragt op mijne memorie aan den Koning in Rade ingeleverd, bfj dewelke ik mijn regt, om gekroond te worden, heb gereclameerd; en daar ik zie, dat het Committé dit door mö gereclameerd regt, dat alle de KoniDgiDnen - gemalinnen genoten hebben (zonder eene eenige uitzondering van den wil des Souvereins herko- mendé) (lellig weigert te erkennen zoo acht ik het noddzakelijk uw Lordfchap te informeren, dat ik voor nemens ben, om bij de plegtigbeid van deo ipden tegen- woordig te zijn, en ik vorder, dien ten gevolge dat mjj eene behoorlijke plaats worde aangewezen." gtxttktnd Carolina R," Aan den zeer geëerden Lord Sidmóuth." Men is zeer benieuwd welke plaats aai: Hare Maj. daar toe zal worden aangewezen. In de Kamer der Gemeenten zijn Diogsdag door den Marquis van Tavistock eenige aanmerkingen gemaakt over •het voornemen der Ministers, van eeö aantal Troepen, bij gelegenheid der krooning naar Londen te doen bomen; hij vroeg of men meerder Troepen zoude öntbieden dan bi) dergelijke plegtigheden gebruikelijk was. Lord Londonderry heeftwat bet getal der op te ontbieden militairen betrof, geen bepaald antwoord gegeven, doch gezegd, dat men de nódige krijgsmagt zoude verzame len i om aan de plegtigbeid den verëiscbten luister bij te zetten maar dat men geen man zoude ontbieden ia het denkbeeld, dat bet mogelijk zijn konde dat de publieke rust gefloord wierd. Nog heeft dezelfde Marquis ge vraagd» of, uit hoofde van het everlijden van Booaparte en den volmaakten ftaat van rust en vreede waarin En geland tegenwoordig isde militaire magt (fes Rijks zoude verminderd wordenen hierop heeft de Minister verklaard dat de ftaat van het Leger zeker groote verminderingen ondergaan zal, dan dat het hem voor het oogenblik niet mogelijk was op te geven, tot hoe ver zich die vermin dering zal uitftrekken. Io die zitting heeft de Heer Hume gezegd, dat hij den volgenden dag eene motie, betrekkelijk de Koningin, zoude doen, hetgeen hij dan ook Woensdag ondernam, voorllellendeom bij een adres den Koning te verzoeken van de krooning derKoniogin te willen beveelen in aan merking nemende de waardigheid zijner Kroon, de rost der Hoofdftad en de algeraeeue verwachting des volks; doch terwijl bfj zijn voorftel deed, kloptè de Denrwaar- der met de zwarte Roede om de Gemeeotens voor de balie van de Kamer der Lords te roepen, waar 's Konings Commisfarisfen zich bevonden om bet Parlement te pro- rogeeren. In de Kamer dér Lords is de Billbetreffende de toelage aan den Hertog van Clarence, voor de deidemaal gelezen eu doorgegaan. Eergister namiddag om drie aren kwamen de Aarts- bisfehop van Caoterburry de Lord Sancelier de Graven vaD Harrowby en Westmoreland, en de Hertog van Wel lington en namen zitting als Commisfarisfen des Koniogg, ter opfcbortiDg van het Parlemeor. Daar pa ging deDt»?- Qfle: vervolg op 4c Kant van deze Blad - s s g S -SJ ■H A A 5 -u" W iS»S2,'s5s Si o uSÈ«.§ Sf "O T O* N Cu O-«J a 00 U s 3 5^ S-g-5 i?.s .453 s g p-Ê-ï-3 'u® -sf-i oS-ï-So'S'oS.s'S'ï» 2 S1S3 S 5 a S.S a s St. 9 P M w w a a "■a S o '.2 E -•5 2 a -•3 5 •o „,2 a» a a «O 2 g a w N o u U 2"° a "•3 u - M J"0 M S tm 3 - o "a 2 2 S a 0 2 W Q.JO.S •a o p S -0 o a> o o bc-r- J s S"U 2 ".2 2 S 'Z a bjo 2 S? o o Z 8 S J3 S3 c PO 2. e S t4 Z 2 2 o 1 —S a 1 M bij 2 O w (U 5 -S b£ Ut 40 W O. OJ U O -°i: O v 1 J w l M. Op 5ïSï.s« tsj bo jq p D 7. M P- p- p w - '5 as g-a v -2 2 a ■- BO M Q ty 0 2 td T. 2-Z a e -o 2 a o ïSSSio a T3 o. a -O o r-o o c D - C3 3 ■u 3 64 o O M JT b® oQ J s bC"0 r- u -È fe oSi p au S-Si -S' 53 o o »t Sou So 0 a- 5.2 2 •o O p O •C 2 s u ^5 M 0 2 E^3 o 2® Sa o Q. zZ a <u O a> N -O e4 B »"-a o o. a .5 - a .5 fi E- s?s O CA p 4_» bO o» 3S j. tj a a n -a <u u o u S u o j W g S"^ 6 aj o O 3 u 2 - „to 5D 2 g 5 Al u 3 M 2 o iiCU bfiXJ o -O O a o'Ê 0.2 ij, r o u -a S 1 p a t3 ca ca "3 -- at bi <u o CU o W S p a Q N.2 u M :c? T3 J* •O 2 Sa Ïïto ra fc. «- 1> Z a E o o - .2 N"! ra o N a -3 -5! u U bc bfiJ3 JC JC z p .2 .2 a -a M S - g 5 &S s s. s-° -N i« <u M 2 ra J li 2 2 t) 5 .2, u s 2 o ?ss S i 2 5-° o O T» ca 3^ at a u o ^5 a< ra 5 5 O o O U SJ# 4> T3 c% co <u ra ra O 5 - .2 o "a a o 5 5- a os- °j5|xë CU O» ö*"0 o N a 5 al p 5. S j k. 3 O p —J O, «j P "a o o u at *2 6 -p k. O O M O btCJ k. js Q O U O g u "O o k n u u QJ VI - "O I ca ac ai a Q c ei D£ n m 0-0 p u p o» c a O "O '7 •o oj p m a Jr o. o> o> 2 O 03 a> a s süci p-5-- 2 »"S bo a p - p <u 2 a a 'N 73 0» o> o N bó M J3 a rs a - E o cj i» mi w O O r* a t*i O 2 3 p 2 S.2 1 2 a-S|s 06 a-° <u o> 3 q ,.°J3 g O w S S ■2 3 - 2 •as o a 53 S> .2® a - a - k. S. O*3 3-* p 3 w 0 ra 5 p M 2 u O (1. - S -o .to g «J k-«N u n*a m 2 O 2 bc S :o Q* 01 «a a 2 k. o g - - E "S O to O o tt* z s -E ■g tZ* a »- - -9 - Ik

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1821 | | pagina 1