1:5 LEYÖSË u- ais N. A*. ÏÜ21- T R IJ D A I T U R K) Y ^■^ONStANTINOPOLEN deo «sB December. De m Groote Heer heeft zijne bijzo odere tevredenheid W aan den Aga der Janitfaren betuigd, voor de J goede krijgstucht, welke hij bij die Troepen beeft ingevoerd. Men gelooft, dat Z H. hem «ene bijzondere waardigheid zal opdragen. Men fchrijft dit buitengemeen gunstbewijs toe aan de groote ftandvas» tigheid welke de Aga oDlanga tegen de verhoorders der 'publieke rust heeft aan den dag gelegd. De afgevaardigden vaq Serviën welke zich federt cenigen ï0d alhier bevinden haan op het pantom naar hun vaderland terug te keeren$ men verzekert, dat de befiis- fingwelke zjj Yan wege de Porte bekomen hebben gunftiger is, dan men in den beginne gehoopt had, en dat men hun eenen Griekfcben Hospodar tpt Gouverneur zal geven doch men voegt erbij}, dat de Porte aandringt, om een Ottomannisch garnizoen io de vestiDgen vanScrviën te houden. Men zegt, dat Curfchild - pacha geweigerd heeft, het .©pper-comroando aan te nemen over de Otromannifche Troepen, beftemd om tegen Ali te ageeren hetwelk hem onlangs wis opgedragen. Hö heeft zich, zoo men zegt wegens zijnen hogen ouderdom en den zwakken haat zijner gezondheidverontfcbuldigd. Zijn opvolger is aog niet bekend. Het corps Turkfche Troepen, dat zich, voor korten tjjd uit de ommehreken van Janina verwijderd heeft is, na eenige verherkingen te hebben bekomen, wederom voor die Stad verfchenen. DUITSCHLAND. WEENEN "den 19 JanuariJ. In de op den 15 dezer door het Commitré der Nationale Oostenrökfche gepri- viligeerde Bank geboudeije vergaderingzijn de volgende befluiten genomen 1. De buitengewone uitdeëling welke, over 1830, volgens eene repartitie, overeenkomftig de ftatuten. voor iedere actie maar 9 Florijnen zou geweest *0° beeft men bepaald op 14 Florijnen, en zulks over* teokomhig bet, onder referve van de Keizerlijke goed keuring, gedaan voorhei om voortaan de weg te leggen referve, in plaats van de helft, maar een viarde te doe0 toedragen van de gemaakte winsten dos drie vierden aan de actiehouders uit te deelenwaar door dan nu de 6 maanden .gewone Intrest er bf} gerekend het ver fchenen dividend is 39 Florijnen. Daar volgens de promotie van den Heer Steinertot den post ven fup pleant, en de afhauddoening van den Heer Henickhein, men die twee opengevallen plaatfenals mede de twee dit jaar bfl bet lot aftredende Directeuren, vervollen moetes bovendien èene vermeerdering van het getal Directeuren, door de hatuten op is bepaald in het geval dat meer dan 50,000 actiën zouden geplaatst zijn, moet Staats hebben, zoo heeft men de 6 navolgende oieuwe irecteurs benoemd: de Ridder Hendrik van Geymuller, Jeronimus van Rotheocreuz Ign. SammererJ. Bauchmen, van Löw'eu'tfeal ën Jof. van Wayoa. 3. Men beeft eene gift van 30,000 FloTtJnen gevoteerd voor den Gouverneur der Bank t den Graaf van Dietrichheinter beloonlng vin zijne werkzaamheden gedurende de drie laatfte jaren. 4. Men heeft aan de bekrachtiging van Z. M. onderwor pen het voorheidat de Directeurs, wanneer zij bjj het lot afgaan* dadelijk wederom verkiesbaar zullen zijn, en dat in zoo verre eene modificatie in de hatutea ge maakt worde. HAMBIJRG den 25 Januarij. Men fchrgft vao de ïetps, dat de Êngelfche Regering van de Haven Griet- «fll, ten Noorden van Embden, eeoe Paketvaart naar Engeland zal aanleggen. De geheldheid van dezè Haven zoude de fchoonfte gelegenheid tot eene Paketvaart aao- bieden, naardien het water, de LejJ genaamd, hetwelk met de Opper-Eéms bij het Eiland Borcurn in verband haat, in den hardlten winter niet digt vriest, en de Pa- ketboot bet gebeele jaar door ongehinderd kan afvaren. GROOT-BRITTANNIEN. VERVOLG 9an LONDEN den 26 Januari}. Wfl berigten zegt bet Dagblad the Star op het geloofwaar- dighe gezag dat df Koningin geene fcbikking gemaakt heeft yoor de koop van het Hótel van Marlborough en dat alles tVat ten dien opzichte is publiek gemaakt, on gegrond is. Wq vernemen dat het Gouvernement thans bezig is om over bet Hótel van Harcourt voor de Koningin te handelen. Voorleden Maandag heeft H. M. het adres van den Lord Major de Aldermans en van de Liverj) der Cittij van Londen benevens nog 64 andere Adresfen aan Hare Maft.zo door de Deputaties als doorbjjzondere perfonen aangeboden, ontvangen. Ook ztg men meer dan vijftig verfchillende optogten van lieden die dezeadresfen gingen aanbieden, door de hraten van Londen paTadeeren. Op het adres van den Lord Major heeft Hare Majeheit hoofdzakelijk het volgende geantwoord: lk zou vreemd zfln aan alle gewaarwording van eer van onifbanglijkheid en van dankbaarheid, zo ik niet ten diephen getroffen ware vao dit toegenegen adres van den Lord Major van de Aldermans en de Livetij der Stad Londen. Ik ben overtuigd dat de zameozwering bij mid. del van dewelke men zo langen tijd is voortgegaan óm te verderventot bewerker die zelfde factie fiëèft welke behendig alle haare pogingen heeft aangewend om de grondflagen der Engelfcbe vrijheid te ondermanen. Indien het mijne beftemming geweest is vgaoden te heb- ben is het roemwaaidlg voor mij om te denken dat het die van het volk zijn; zo mijne vijanden vrienden des volks geweest waren zou ik eenige wroegingen onder- vonden hebben, vsp in mjj gewaarwordingen te ontdek ken, weinig ftrokeode met de vrijheid en het welzijn van het menfcheljjk gedacht. Maar ik ondervind een hree- )end vergenoegen wanneer ik mij herÏDner dat de Koniogio tn de Natje dezelfde vrienden en vijanden hebben." De behendighe vriendfcbap is die. welke gegrond is ep de gelijkvormigheid der geoegeaheden és de evsatre- ft\ 15. C O li A N Ti I? O- DSN 2 F EBRUARIJi o ©OU *- J* J3 a u «- «1 ;r? <u «■o o CL U zigheid der belangen. Ik ben óvertnigddat het eene vriendfcbap van dat foort is, welke de eendragt heeft bekrachtigd die rosichen mij en het Volk bellaar- WfJ beminnen beide de vrijheid beiden verfoejjjen wij de Q aafs- heid wjj befchouwen dè eeoe als het fieraad de» roem van den befchaafden..mensch en de andere als deszelfs fchaamre en fchancle. Zoo dit mijne gewaarwordingen niet waren, zou ik oowaardi» zqd om af te (lammen van die Familie welke hare verheffing aan den Troon dezer Koningrijken verfcbuldiyd is, ten tninfte twijfele aan alle de aacfpraken op den wil des Volks.'5 Alle Adresfen welke moe&teo aangeboden wordeh zijd het niet ffedaaner was een al te gróót aantal. De ove rige zullen op een anderen dag aangeboden wordeh. Zie hier de handelingeo welke voorleden dmgsdag, in de Kamer der Gemeenten hebben plaats gehad, na de 2 s* a a 0 DOWÏÏ cïïi? w -3 ta- -o 21 e ar 11 B s - ca^t fff. .5! ï13 s .lU E S;-; D a Q.6^ r S 2 *4 O1» ro 4» a: 'u .2 J fc -O N j= S 5 -■s 1^-s .w t, tt - - S.2fa 2^ E a Sf 5# ve a dl tl H r g. ïï5 ei ■S5-8 Scï - 5 iü- a s Ji '5 .2 u -2 a S u C n S 2 1* 28a*. u ©>o -Ss Sttta d •~©ü°wu4» s «-2 S So t- i ï- zn a "s &iu2i:a^Mu-o O u n s -a Q N u -O "3 *2 u j 1 f» *v s 1 Q. 5 uvvvvu bv„,u uw (t C terugkomst vin deo Spreeker, uit de Kamer der Lords, 5-g -3 3 alwaar bfj met verfcheidön leden geweest was am des 45 -o j n g Koniogs aanfpraak te hooren. w o g Alvorens die aanfpraak in deliberatie kwam, zeide -S Lord Hamilton, dat bij op heden Vrijdag een vóórhel zoti doen, betrekkelijk het weglaten van den naam der Ko ningin in de Liturgie. De Heer Wetherell deed vervol gens eene motie, om aan de Kamer te doen overleggen affchrifteo van alle de collecten en litanien in het rituaal der Kerk van Engeland In gebruik onder de verfcbillende regeeringen van Jacob I. af tot en met de tegenwoordige in welke van tijd tot tijd de JVaara der Koningin - Gema lin was geplaatst; als mede een affchrift van alle collec ten en litanien begrepen io de akte van het 13de rege. ringjaar van Karei 11kapittel 1 welke békend is ooder den naam vao akte van uniformiteit, betrekkelijk den Koning en de Koningin, met derzelver titels, en aanwij zende hoedanig de opengelaten plaatfen daarin moeten worden vervuldbenevens nog een affchrift van het bevel van den Raad, van 12 Februrrij 1820, waarbij her weglareo van den naam der Kooingin in de Liturgie bevolen werd. Lord Castlereagh wilde, dat deze motie niet nu ge- daan wiérdmaar regeo een anderen dag zoude aange kondigd worden, en dewijl de vóórheller hiermede geen genoegen nam, floeg hij voor om tot de orde van den dag over te gaan, waartoe de Kamer na zeer fange de batten men 261 tegen 169 hemmen behoor. De Heer Wetherell, zeide nu zijne motie den volgenden dag té zullen doen. De Hefer Bankes junior, helde het adres voor in ant woord op 's Koning aanfpraak, hetwelk door den Heer Brownewerd onderheund. De Heer Curwen merkte op, dat in de aanfpraak niets gemeld werd óver deii el. leodigen haat der landbouwersooch over verfchillende andere onderwerpen van het bionenlandsch Behuur. De Heer TierneiJ zeide, dat men de eeohemraigheid der Leden over het voorgedragen Adres niet moest horen en dat hij oiramer eeoe Redevoering van den Troon ge lezen had, die minder aanleiding tot tegenfpraak zoude - c éS| ®Jig$5§ 2 - 1 N" M "ca-, E NÏ'O M «- 3 O L c u - 6 co ES^l ■c a u v s S-o a a ■a Z S© 1 1£ Br au 2 O u 2 g M >03 S-S u S -O Q,I> JO z. V S w" -X3 KA o CJ w u js e» Jï.-a -j »2;S»»oïï>° 2 ■^'bSScS'" tp S o S B w I u a m _z t3 C3 O T3 o V" c Ji -2i S i a S-a j o; Z-%S2*ïa. o 9 u u - 8-0---3 E S ajg 3 B W-OJfl ÖpQ L B tn "«J c* J, O uT IS 2 .©wcati e,a32©,t^ b* °^=!ïö-;s5£ur e S - s - 2 2 O tïj t U«©g ?i.Su u ©- O V u a ai O o S o -a ja M2 N va CQ T3 geven dan die, waar mede déxe Zitting geópend was. Hij verheugde zich over de verzekering, welke men ër m vond, dat de Vrede zoude gehandhaafd, en door de gebelrtenisfen van Italien niet zoóde gehoord wor den. HQ begreep dat het nu de tQd niét was, om daar over verder te beraadfhgen doch meende evenwel, dat de Ministers niet wel zouden handelen, indien zij lijdzaam eene houding van neutraliteit aanoamen maar dat zjj moesten beletten, dat de groote Mogendheden.de kleinere onderdrukten. Hjj fprak verder over den ftaat der geldmiddelen over 'den landbouw en over dr adres fen van trouw, die den Koning werden aangeboden, en waaraan hij niet veel waarde fcheen te hechten. Lord Castlereagh wederlegde deze bedenkingen en begon met over den toehand der buitenlandfcbe betrekkingen te fprekenhij beweerde, dat het niet aan Engeland ftmd om de wet aan andere Mogendheden voor te fchrijven ooch om hunne haatkuode te regelen en dat het niet zoude pasfen om te bepalen hoe of Mogendheden moes ten denken, welke gelooven dat hunne belangen in ge vaar z-iJn; daar men in Engeland vrede geniet, zo moest men zich aileen bezig houden om Oorlog te voorkomen, maar zich niet aanmatigen om ons in te laten mét de zaken van anderen hetgeen men juist in dezen meent te moeten afkeuren. Wanneer de tijd daartoe gekomen zijn zal, zeide de Minister, zal het Gouvernement toonén welke taal hetzelve io deze omhandigbeden gevoerd beeft en dit de beginfelen waarop bet dus gefprokèn heeft* volkomen met deszelfs caracter overeenhemmen, HÖ toonde aan dat Engeland niet noodzakelijk deel be hoefde te nemen in alle de befluiten en overwegingen welke deswegené in het bijzijn vao een Engeifchen Mi nister hadden plaat» gehad, maar dat het voor deszelfs eigen belangen had móeten waken en datvolgens zijn gevoelen, bet een groot bewijs was voor het onderling vertrouwen, hetwelk ooder de gróote Mogendheden van Enropa heerschte dat zjj bij hunne vergaderingen de Ministers hadden toegelaten van Landen, die niet dade- lijk in de te nemen maatregelen betrokken wtren teo einde hen iD (laat te (lellen van volmaakt die befloiten en maatregelen te leeren kenned* De Minister (prak daarna korteljjk over den fibaociëlen toeftaod van het Rijk, en zeide omtrent de Koningin dat bij voornemens was om Woensdag over acht dagen aan de Kamer een voordel te doenom aan Hare Majefteit een gefchikc inkomen toe te leggen verklarende dat dit vootftel het eenige zal zijn hetwelk de Ministers aan de Kamer om trent dit zorgelijk en onaangenaam onderwerp zullen voordragen. Woensdag had Lord Castlereagh nogmaals te antwoorden op verfchillende vragen wegens Napels hem door eenige leden gedaan. Hij zeide toen onder anderen, dat.., hoe zeer eeo Eogelscb Admiraal aan den Koning: van. Napels, alle mogelijke hulp verleend had voor zijne rei* aaar( Livoriio, daaruit niét itioésc opgemaakt worden., dat. Engeland deel had aan de uitoodiging aan gemel'de.o Souvereiu gedaan, om zich raar Uybach te begeven,' CTiet rcf¥ol$ op Èaxt va* deze Bïafz*y - *2-2.; V I 7? a-= 5 s li-> e Q a 6 5 - g <*-0 - ^o-s e® E 2wtaiJ50©e £2s.§s-«O S^ïjc'DS T3 «73 C t: O a 8 - o 5 3 O-U.qQUUB a - w v - M si a 5 _t«j es oj 3 tal a> c -- a «- T3 Q. a .2 rt- ^2.0* o ,s 5 2 .5 ï5 .=■- iü -a 3-3 o SSS if - s - a 'm 15| zS 1 o 2 ëliS- JO "3 - - •-■Sl - 0 S s:e.s v g 8-2 5 liS •s - j* O s a S E-5 M hA :b>© o tMÖ W 3 xé-SSSf s M 8 o C O - u •Si 5 p. u 6f u 5 f s - -au Z -a X? O Jd s 3b c Q S S frsi- •O a *2 •--?»© t.t>«2ao£ if-* - „eaoos M 5-S S»-3 3 O l llws§ a •fï;'i«Scü55s|j1.o!o-o-s32 n. e«©2.7if® -7: 6® w U -DO -ï -o o w - r« o 2: - 2 O O D S v 1 B-s!' dï '.1 5 5» .Sïalë ssiS 8? a •3 3 2P .2f 2 S O 5 O I I «©.0 -o 1 D SS o) f: ©-? 9 a -« 2 O' T3 n w 2. ea -® ©UtJE>W«-o 3 O o *T -O w •0*0 M c - a o «SS I l'i-S-2 o °-!±; "O «.-6 J •«SSo«©. NI 2 >- .2 -a ÏÏ&.S 2S..e^i. o 2 S ff,0 5 - 1 O -2i t -5 a 2 t 73 M C -o-r2 - SS jSf M o 'S o-of, O O T3 S o P k iü -*-N ra fe u n, o 2 «52 2 «-S£ 1 "|1 g-sgéii 0-.2 - 5 o at L. ï?2_E -g| 5 g i^;=- 5 j B

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1821 | | pagina 1