s 0 ■- Oe lefüitö*, zich bcftendiglijk bóven de «ratten del* Jende, in weerwil der Keizerlijke Ukafe vao den 14 Mey 1807 hielden vol om geene rekening hoegenaamd te doen vaD de adminiih-atie der fondfen van de Cacboiijke Ge meente, en befchiktcn willekeurig over de voordeéleo -welke bet penQonaac opbragt; en verre van de fehuld.en te betalen, waarmede de Kerk belast was, baddeo zij geenerlei (chroom om Dieuwe te makeo. Eindelijk zal men er bijvoegen dat de Jefuiten niet eens het vertrou wen van een vaderlek Gouvernement voor zich wisten té winnen met in de bun overgelaten domeinen het toon beeldvan (lillen voorfpoed op te leveren welke de liefdadig heid zelfs hier beneden vestigd. De hulpeloosheid en de flechte (laat der Boeren hunner Landerijen waren weinig gefchikt om hun geloof door hunne Werken aantetoDen." Zo veel offgeregtigbeden en fchennis der maatfehap- pelijke en Kerkelijke wetten, deden Z. M. de Keizer he ruiten om io 1815 de verwijzing der Jefuiten van Peters- burg te b eve tenmet verbod om nimmer in de beide Hoofdlieden terug te komen.** Evenwel behaagde hetdenKeizer om, in weerwilvafl «ien blikbaren drang dier daad van regtvaardigheid alle madeelige gevolgen voor den Roomsch - Catbolijken Gods dienst te voorkomen. De fchulden welke de Kerk be zwaarden en twee honderd duizend Roebels beliepen -werden uit de Keizerlijke Schatkist betaald. Er werd gezorgt dat geenerlei (loornis aan de uicoeffening van den Codsdiensc werde toegebragt.'* De Jefuiten, offeboon genoegzaam ge waarfchuwd door de beftrafiiag welke zjj op zich hadden geladen, veran derden evenwel geenszins van gedrag. Het werd weldra 'door de rapporten der civieleAutboriteiten uitgemaaktdat ZÖ nog voortgingen kweekelingen van het regtzinnig geloof, ia het Collegie van Mohilew geplaatstin hunne gemeente ie lokken en zulks met verachting der verpligtingen wel. 3ce de weldaad van befcherraing oplegt aan eene toegelaten gemeente, welke dezelve geniet. Toen verbood men aan de Jefuiten eenige andere kwekelingen in hunne Schoten toe te laten d3n van den Roomfchen eerdienst. De Jefui ten, zonder acht te daan op de bullen van den Heiligen Stoel eo de Wetten van den Staat, welke de aanneming -verbieden der vereeDigde Grieken onder het regtsgebied iran den Roomfchen eeidienst, werkten om hen tor zich te trekken, zelfs in plaatzen alwaar de tegenwoordigheid der vereeDigde Griekfche Priesters deze verweldiging onaannemelijk maakt. Te Saratof en in eenige gedeelten van Sibericn drongen zij onder voorwendzei van hunne Tunctien uit te oefFenen in landftreken waar hen hun ampt niet riep, en hun profelieten-geest openbaarde zich door nieuwe inboezemingen in het Gouvernement van Witespk." 1 Het Minifterie van Eeredienst verzuimde niet om deze overtredingen aan den Pater-Generaal van de Orde fedért 3815 te berigten. Deze vermaningen waren onnut. Verre vao zich naar het voorbeeld der heerfchende Kerk te onthouden van alle middel van verleiding en dwang gingen dé Jefuïten voort met onrust te zaaijen in de Volk plantingen van het Protestantendom, en véröorloofden zich zelfs geweldenarijen om Joden Kinderen Van hunne Ouders af te trekken.'* Dit is hec eenvoudige verflag der daadzaken. Men boudt zich hier niet op met de omftandigheden op te xoemen, die dezelveverzwarea. Zij vertoonen zich zonder moeite aan eiken regtfehapen geest.*' Misfchien zoude hunne bepaalde wegzending buiten «le grenzen van bet Rijk in 1815 de zware hindernisfen JlCb beIJ vuui gtKüuivn nïllkw vt—4.» maken. Maar eene edele afkeer om eeue -weldaad in ie irekken, voor dat gewigtige oorzaken dil voiftrekc nood- jraaklijk maken en de vaderlijke zorgvuldigheid van ;Z. M. den Keizer, dat zijne Roomfche Ondeldahén niet «ensklaps in de Coloniën en elders van hunne Priesters Zouden beroofd worden, en dat men de Jefuïten konde vervangeo door inde gemeene talcD bsdreveoKerkeljjken «ieze overdenkingen .deden Z. M. beduiten, om de draf te matigen, welke de Jefuïten .zich op-den hals hadden gehaald. Thans, nu huuDe overtredingen vao de wetten «les Rijks eo van de verbindteDisfen die zij met het Gou vernement hadden aaDgegaan, op het tgdllip dat zij •wierden aangenomen, door het verleende uitftel flechts vermeerderd zijnen daar het bewaarheid is dat de andere Klooster - orden in ftaat zijn zo- veel Priesters te ■verzorgen als nodig zijn heefc het Mioifterie van Eeredienst Zich verpligt gevoeld aan de goedkeuring van Z. M. een xceks van beduiten te onderwerpen, waarvan hier een uittrekzei volgt x. Bepaalde verwijzing der Jefuïten buiten de grenzen van het Rijk, met verbod daar weder binnen te komen, onder welke vorm of benaming het ook zij." 2. Vernietiging van het Academie der Jefuïten te Polotzk en de daarvan afhangende Scholen; de Kweeke lingen dier Gedichten, die tot de waereldljjke Geestelijk heid bedemd zijn zullen hunne dudiëo vervolgen in de Kweekfcholen vao het Stift, of in die, welke bijdeUni- verfiteit van Wilna zijn opgerigt. Die, welke* tot de geregelde Geestelijkheid behoren zullen in Kloosters fludeeren. Eindelijk kunnea de Kweekelingen welke zich niet aan den Kerkelijken daat toewijden dudeeren jn de Gedichten, afhanglijk ven de Univerfiteiten en in «ie Univerfiteiten zelve. Men zal des noodsinde Gouver nementen van Wit-Rusland nieuwe Opvoedings-huizen llichten." 3. De Aarts-Bisfchop Metropolitaan zal onmiddelijk «en voldoend getal Priesters Zenden tot vervanging der jefuïten, io de Kerfpelenalwaar de kennis der Poolfche ataal voor de Geestelijkheid nodig is. Zij zullen eveneens «door andere Geestelijken vervangen worden m KerfpeleD, «lwaarde inwoners niet anders dan de Rusfifche en Poolfche taal kennen maar vermits die geenen welk in deze rang- lchikking behoren daart niet ten eerden kunnen zijn, zal hun vertrek opgefebort wordeD tot de komst van de Plaatsvervangers.** 4. De Jefuiten in de Gouvernementen van Mohilew en van Wicepsk woonachtig, zullen onverwijld bniten de grenzen van het rijk vervoerd worden die genen noch tans welke de goederen der orde adminiftreereo zullen met eerder weggezonden worden dan na dezelve terug gegeven te hebben.** 5 en 6. H Maatregelen van voorzorg in acht te nemen, bij de teruggave vaD roerende en onroerende goederen." 7. De Fondfen welke de Jefniteq zullen wedergeven, zullen op het Bureau van openbaren on derf andop In trest gezet worden." 8. De Kamers van Financiën zijn belast met de Admi- uiftratie van de onroerende goederen der Orde. Derzelver opbrengst zal gebezigd Worden ten voardeele der Room fche Kevk en tot Godvruchtige werken." 9 Het Gouvernement zal provifiooeel in de ko9ten der terugzending van de Jefuiten voorzien." 10. De burgerlijke Gouvernems zullen vctflag doen van het Hj-iftêp van het vertrek en den weg welèe zij tot aan de grenzen genoiner. hebben." II. D«e genen dér JefuitenWelke in Rusland gebo ren zijn en de-órden nog niet trabgenómen hebben kunnen in het rfjk blijven ,ib den feboot hunner Dmilico weder keren of zich bQ eenige andere Klooster - órde begeven; indien z|J hun Genoucfchap Willen verlaten. Eveneens zal hec Zijn met die genenwelke, reeds hunDe geloften heb ben üitgefproken ea de Orden bekomen hebben Wanneer zjj hunne toevlugt tot den Heiligen Stoel Svilieö nemen, om autorifatie tot Overgang in éene andere Klooster - órde of wel tót de wereldlijke Geestelijkheid." Ten dien einde ktinoen zij hunne verzoeken aan het Gouvernement doen hetwelk dezelve naar den Paus zal overdragen, met deszelfs tusfehenkomst ooderfteund." De Keizef goedgevonden hebbende, het geheel dezer maatregelen goed te keuren, heeft aan her Mioifterie van Éeredienst en piiblek onderwijs voorgefchreven om daarvan rapport aan dén dirigerendeo Senaat te doen. Z. M. heeft tevens aan het Minifterie van Binnenlandfche Zaken geordonneerd, aan de plaatlelijke Authoriteiten belast met de definitive vervoering der jefuiten, te beve len, dat gezorgd worde dat voor den ouderdom en de zwak heden, welkein deze omftandigheden kunnen plaats hebben die achting en infchikkelijkheden worden gebezigd welks door de menfchelijkheid en door de voorfchriften van den Godsdienst worden bevolen. GROOT-BRITTANNIEN. VERVOLG VAN LONDEN den 38 April. Van wege de LondeDfche kooplieden, wier denkwijze men nog niet veele jaren geleden, vermeende, omtrent het ftelfel van óobeperkten handelvan dat der latere Haat. huishoudkundigen aanmerkelijk te verfchillenis het navolgende Request opgefteld dat men verzekert reeds door de eerfte buizen geteekend te zijn en binnen kort aai het parlement ingeleverd te zullen worden: Oodergeteekendeo, kooplieden der ftad Londen, Vertooner: Dat buitenlandlche handel in de ioogfte mate ftrekt tot bevordering van den rijkdom en voorfpoed eens lands door hetzelve in ftaat te ftellen om die voort- brengfèlen in te voeren, tot wier oplevering de grond, de luchtllreëk het kapitaal en de nijverheid van andere landen best. gefebikt zijn, eb om ter betaling daarvan, voorwerpen uit te voeren, tot welke te verfchaffen de ligging van hun eigeD land beter berekend is." Dat ontheffing van dwang het middel is om aan den handel met buitenlanders de hoogstmogelijke uitgebreid heid te geven als iook de beste rigting aan het kapitaal en de nijverheid des lands;" Dat de grondregel vaa te koopen waar de markt het laagst, en te verkoopen waar zQ het hoogst is, een grondregel die iede'ren koopavau in zijnén afzonderlijken handel tot rigtfnoer dientook van ftrenge toepasfing is op den handel der "geheele natie;" Dat eene (Uatkunde ,'op deZë grótidbèginfelen gebouwd, den handel der wereld tot eene uitwisfclïng van weerkee- rige voordeelen zou maken, en eene vèrmeerdering van rijkdom en genietingen over de inwoners van eiken Staót verfpreiden zou Dat ongelukkiglijk eene ftaackunde die regtftreeks het tegenovergeftelde hier van is in meerdere of mindere mate door het Gouvernement vén dit en vaD alle andere landen aangenomen en gevolgd ispogende elk derzelve de voortbrengfelen van andere landen uit te (luiten, op den welgemeenden doch flechts fchoonfehijnenden, grond J1- Aïg?ne voortbrengfelen aan te moedi* gen; hierdoor de geheele masfa van deszelfs onderdanen die gebruikers zijn onderwerpende aan 'de noodzakelijk heid om zich een gemis in boeveelheid of hoedanigheid van bet geen zij gebrüiken te getroosten; en aldus het geen de bron van weerkeerig voordeel en eensgezindheid onder de Staten zjjn moest in eene gedurige aanleiding tot jaloezij en vijandigheid verkeerende." Dat de grond der heerfchende vooroordeelen ten behoeve van het zoogenaamd befchermend of beperkend ftelfel, is te vinden inde dwalende onderftellingdat alle invoer van buitenlandfche voortbrengfelen, ingelgke matevermindering en ontmoediging ten aanzien onzer eigene te weeg brengt; terwijl men echlcr onwederfpre- kelijk betoogen kandatöffchoon die bijzondere foort van voortbrengfelhetwelk mogt blijken tegen de onbe perkte mededinging van buiten niet beftand te zijir, out- moedigd wierd, nogtansvermits geen invoer langen tijd volgehouden kan worden zonder een daarmede gelijkftaan- den het zij directen het zij indirecten uitvoerer dooe de behoefte zelve van zulk een uitvoer aanmoediging ver. fchaft zou worden aan eenige andere voortbrenging, voor welke onze ligging eo toeftand mogt blijken beter gefebikt te zfjn; op deze wijze ten mintle een gelijken, doch waarfchijnlijk een ruimeren, en voorzeker een weldadiger arbeids kring aan ons kapitaal en vlijt verfchalfende." Dat, van dc talrijke befchermcDde en verbiedende regten op onzen handelbewezen kan worden dat, ter wijl 7,ij alle de werking doen van eene zeer drukkende belasting over de/I igezetenen in het gemeen, zeer wei nige van eenig eindelijk voordeel zijo voor de klasfen ter wier bpgunftiging zij oorfpronkelijk ingevoerd waren, en geene hoegenaamd zulks zijo in evenredigheid van het varlies dat zij aan andere klasfen Veroorzaken. Dat, onder de overige nadeelen van het beperkend of befchermend ftelfel geen der geriollgen is, dat de befcher- iniog tegen buitenlandfche mededinging, door een kunst middel aan eenen tak van nijverheid of voortbrenging verfchaft, door andere takken als een grond van regt word aangevoerdom eene gelijke befchermiog te verlan gen zoo dat, bQ aldien de redeneiing, waarop men deze verordeningen van beperking of verbod gegrood heeft met eenparigheid van handelwijze, ten einde toe gevolgd wierd, zij op niets minders uit zou loopen, dan ons van allen buiteDlandfchen handel hoegenaamd ook uit te (lui ten. Ën dezelfde wijze van redekaveling, die door over- eenftemmende verbodwetteo en befchermende regten ons den handel met de buitenlanders ontnomen tou hebben, zou in het midden gebragt kunnen worden om de weder invoering te regtvaardigen der beperking van den onder- lingen handel met voortbreng(eleo (niet in verband met de Staats-iDkomften (laande tusfehen de Koningrijken waaruit de Unie beftaat, en tusfehen de Graaffchappen van hetzelfde Koningrijk.'* it Dat een onderzoek naar dë tiitwérkfelen van het be. perkend ftelfelop bet tjjdftip dat wQ belevenwel inzonderheid gepast is, daar het, naar de meening van requestranten zal lelden tot eenen hoogec trap van waar- (chijnlijkheid dat de thaos heerfchende elleode aanmer kelijk door dit ftelfel verzwaard wordt en dat men eenige leeniging verhopen mag vaD de fpoedigst mogelijke wegneming dier beperkingen. Welke blijken niogten hec nadeelig6t voor de werking van het kapitaal en dc nijver-»; tiai vervolg op dt Sunt van de»e BluJz.y 2 3 a a y "O 2 «C3 5 i - 1 O 4» V H> 4> - O TJ MS tac a a «i o M mT - r» e Sf ■Sö U O Oj-f. a a i r c. Ti .T? u i r E s - E S* Ti J2 g a 'a «- 0 l. 3 -o "-o ■a-B S-b*:f u u. O - S"0 Si "-a V a y 5-°^ ".3 aio y- s 2 5 «ISO- S o a 3 0 ■C r> a .00 - i- T" g - S a 5 g - o53 - e S i -a.o -o «-o' ac, |i Z't a o ■a S" c. P, o-> "«■3 w 1. w 6 -o u -q a o Cxi V JC C 0 a. a Z- BI s S 2 S «s.-s'L e< o I- »a a» o-o B® 0 Ir. ir. a o a ro O c a 'A E u O o S O D a "if a 13 w "T? u .2, a -3 w o a M C'"" - 3 *0 "O 0) «J o 2 -J :s?-: c "o C - g o z o a 13 ai 5, a o 0 00-a a MS 3 «a t3 3d 1 S I-2 J S 5 g S^=.2liif.2d Zo* e»ï>cs N u T3 o r Ji 3 ao r.£4T3ü'0*-Wa jï li.S0. O» O 3 fc. co 04 C O ÖC _j >--« o 0 1C-*3 ic O -c "3 0 •7 c u. a u 3 «i o- 0 "-0J t 3- N a u s - S >-S 4~«"^ac*-*a —QO 5 JS« S 2 OW3 ^5 -O o ~Z "Z O p- <u a.z* C7- <1> u O S B-o w73 i- 3 .I0 S m.2 5^2 a ♦-* a o o - 5 1* "t E y - r 1 -3 'En *s "O rt ïj-sr.^V? l -x .0 a "t-J 5 ^3 .- .s? N -o *.2 «1 oti. S 3 .2 C -a Ul-Q SS e 5 a 5 CS J; 0 T3 n a e— CJ -a Si c 0 S3 -O M C q3J3 N-a O J3 o u «m a f5 !s - 0 o a a n a O U U o 2:13 i- „«o 2 1. o o .ïï-O-o P O 2 2i m d c- i> Sa"^-5a„f. TJ o r 2J a .2 "S. nr T3 3 s B 0 *3 a.2 lif - o 2 o 2 0 0 N 2 ,2=-S^°ss S=s 1-2 i -?5 3 O M "ÏJ a 04 o O S .0 "C S a M-o W S s u O s 0 O O - M SJ :n? 84 3 CJ w «i 8. w T w- a IE?-13 M n H 1> -T3 üf uO O yj ->®c;Soa.Q' 3 OJ W U si-\ S s s s 5 2 o 0 5 O rj BZ a S a 04 n fe c e a '■n P rO a a o* js ;r to - 3 c a O J O Q-sTEQJ Ï4 O "On *a s "p «2 1 .r -a W a 04 04 u 04 a 0 a r. O a Ui r -c »"5 1 -S 2 l 5 •siruSa^u Mt-=y°s .5 5,~cS,s^B2j' u B B - rj ts OjO 04 Bsi' s ss-2g£E|;gs S - t E S .2 s "-of O •- JZ C 1 «j c - c Ex ar ,S=7 m o'3 e s s •5 - e - w Ce öfc Q ca a> O Q£ SB' M ^- 04 g a «.2 o 5^ g'= .y E "2x1 0 C C 0J O.C4T3 04— 3J rj L «1 .2B e o" N ra t"c2ïTfeO,3<U04"« ot: 01 o c N»ti Uw.73 - e ac fca oaZ -* w-u 4 s S S j «4 04 04 *0 Q - S S ra 04 Q .w a fc. 2 Ooiajftj - aj «1 ï- a QiHfS tJij 3 C U M >j u. dj Tï (3 O- _04.— (U_ •-< 3 »y-5| is-SH5i2sJS?..!; i?Sgelïe"»S,.5ïa: *Hir 'q

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1820 | | pagina 3