If A*. i Sao LEYDSÊ V ft. ÏJ B A G ftUBLlCATlfe. BURGEMEESTEREN DER STAD LEYDEN, ontvso- gen hebbende eeoe Circulaire aanfehrijving van Mijn Hejfr dee Goqverneur van Zuid-Holland, van den 30 January 1. I.No. 15brengen dienvolgens bi) dezen ter kennis van de Ingezetenen dezer Stad dat of fchoon Zijne Majefteit de Koning uit eigene middelenal die voorziening in de eerde onvermijdelijke behoeften van Levene onderhoud heeft daargefteld welke de door den Watersnood ladende Ingezetenen der Provinciën v*x\ Zuid- Holland, Gelderland en Noord' Eraband dadelijk nodig Jïtdden zulks uit hoofde van de grootte van het onheil op eene meer uitgeftrekte wijze zal moeten gefchieden. Zoodanig, dat zij, 'die Have en Vee, ja alles verloren hebbenwederom worden in (laat gefield om hun middel van beftaan te hervatten en hunne nijverheid ook ten nutte van het algemeen weder aan te wenden. Dat dit oogmerk kan worden bereikt door de kracht dadige hulp van alle logezetenen, die, door eene guns tige bewaring, bevrijd zijn gebleven van de ellende onder welke hunne landgenooten thans züchteb welke voorzeker de behoefte gevoelen zulleoom derzelver erkentenis voor die weldaad aan den dag te leggen door de bellemming van een gedeelte wat zij behielden, tot leeniging van het ongeluk van hun die alles verloren heb ben. Dat bjj gemelde aanfehrijving bet formeren van Commisjien ter inzameling van giften voor de noodlij' dienden gepast geöordeeld zijndeten einde de ingezetenen de gelegenheid te geven, om naar hunne keuze voor der zelver bijdragen in te fchrijveo en des verlangende de heftemming daarvan te bepalen of wel die in eeoe opene fchaal of beflotene busfe te ftorten de reeds beflaande «n aan de ingezetenen hekend gemaakte Commisfie tot inza meling van liefdegiftenwelke ook bij den watersnood, jn den Jare 1809 zoo nuttig werkzaam is geweest, zich «ok daarmede, naar het doel van gemelde aanfehrijving, wel heeft willen belasten; ten welken einde dezelve daartoe, op een der vertrekken van het Raadhuis op de aangeduideo oren zal blijven vaceren tot den ia:n dezer maand of aan de zulks verlangende, gedurende dien tijd, de gelegenheid zal geven, om in eene aldaar gevooden wordende gefloten bus derzelver liefdegaven te Üorten; terwijl eindelijk op Woensdag den yden Februarij dezes jaars *smorgens ten tien uren, zal worden gedaan «enen plegtigen omgang door de Leden der Regering, mitsgaders de LeerarenOuderlingen Diakenen en Arm* bezorgers van alle Godsdienflige Gezindten, teneinde aan de huizen van alle Ingezetenen dezer Stad in eene opene fchaal over te nemen de giften van hen die niet mogten hebben verkozen op de hiervoren gemelde wijze hunne mildadigheid te betoonen of die aoderzins als nog mogten genegen zijn iets meerder tot onderfland der ongelukkigen «oe te brengen. Ingezetenen van Leydeneenmaal is uwe Stad door de hulp der ganfche Nederlandfcbe Natie gered geworden toen in het jaar 1807 eene vreeslijke ramp dezelve trof. En zoude de dankbaarheid, bijzonder daar wij ook nu gefpaard zijn voor de rampen welke veele onzer Landge nooten lijden, uwe bekende mildadigheid niet opwekken om ruime liefdegaven bij te dragen tot verzachting vib het lot van zoo vele ongelukkigen welke in eenen tllendigen toeftand verkeren t Aldus gedaan en gepubliceerd bij H. H. Burgemeesteren der Stad Leyden op den 3 Februari} 1820. G. A. M. van BOMMEL, lo.pt. Ter Ordonnantie van dezelve P. A. d u P U I. DUITSCHLAND. WEENEN den 22 Januarij. De Gevolmagtigden der Staten van het Bondgenootfchaphebben gister hunne twaalfde Conferentie gehouden. Men verzekerd, dat de Vorst van Metternichmet de fluiting van bet Congres, tot de waardigheid van Groot- Cancelier van de OoftenriJkfche Monarchie zal vérheven worden. Volgens een hoog bevel, mogen voortaan geene vreem de Dagbladen, zoo Duitfehe Engelfche als Franfche, in Kofüjhuizen Herbergen en andere publieke plaatfen Van onze Stad ter lezing leggen. Men verzekerd zelf, dat de lezing van alle de vreemde Dagbladen in het toe komende, in degeheele uitgeflrektheid der Öostenrfjkfche Monarchie zal verboden wordeo. Er is, zegt men, befloten geworden, om aan bet De partement van Financien de opfchorting te vragen van dein- legeiDgen voor Actiën. Derzelver getal beloopt reeds 50,621. Men fpreektook van eene zeer belangrijke Ordonnantie betrekkelijk de Financiën, welke eerstdaags in het licht too verfchijnen. FRANKRYK. PARIJS den 30 JannariJ. Gister is door den Minister Van Financiën in de Kamer der Afgevaardigden een Concept- wet voorgedragenzijnde het tweede gedeelte van het budget voor 1820, namelijk dat, hetwelk de inkomflen betreft, bij welke, nagenoeg dezelfde middelen voor de behoeften van 1820 worden opgegeven als voor 1819 zijn toegedaan geweest, doch die, voor zo ver de indirecte belastingen betreft, voor dit jaar 13 millioeneo lager geraamd zijn dan verleden jaar aangezien dezelve in dat jaar 17 millioen beneden derzelver raming opgebragt hebben. Met dit al zullen de middelen en wegen na aftrek van 20 millioen voor aankoop van grondftoffen v$or de regie van de Tabak, van 6 millioen voor non- vslears, eo van 108 millioen voor kosten van perceptie, voldoende zjjn om de begrooting der uitgaven voor 1820, ter fotnma van 739.712,750 fr.te dekken. De geheelé bruto opbrengst aller belastingen is dus voor 1820 op ongeveer 874 millioen begroot. Onder de middelen waarvan de Minister zeide, dat men tot zijn leedwezen 9 dit jaar nog niet konafzien, uit hoofde van aa verminderde opbrengst der indirecte Belastingen., was de inhouding op de Tractfmenlen* welke, reeds vroeger op dehelft ge- N\ 15. COURANT. DEN 4 FEBRÜARlj; "O 2S 'J- 0 p V E Oi o 1 C P Q m s:*" si lsl2o|: S Svr ,'5I s i h£W* c 41 m O -O t3 O N 13 ïS» Si bra»t, nop een ontvangst van 5,600,000 fr. opleverde. Omtrent de Lotejjj waarvan het inkomen voor dit jaar op 9 millioen begroot wordt, fceide de Minister, dat déze belasting geene verkieslijke rcsfour'ce wasmaar het gevolg yap een ftaatkundig verdrag, iangegaaD met eene menfchelijko drift., om te beletten, dit meer dan 30 mill. Capitaal buiten Frankrijk aan het rad van fortuin ver trouwd werdep en die niet zouden terug kómen dan met verlies van ten minde één dèrde. De Commisfie tot de petitiën beeft in die zitting opk rapporten uicgebragt over eenige ingeleverde verzoek schriften; onder anderen op een derzelve waarin verzocht wordtdat de Kamer het parriortiesch Decreet mogt nemen, dat, in geval van den dood, het ontflag of de afzetting de$ Koning!alle ptibiieke ftinctien zouden gefchorsr zijn tot dat ahders doof de Kamer zou bevo len zjjn.** Dit dwaas en (Irafbaar verzoek gaf aanleiding tot eenige debatten. Sommige leden waren van oordeeldat het voorbedacht in de wereld was gebragt om het regt van petitie gehaat te maken, en het gemoed des Konings te vervullen met ijdele bekommeringen ten einde hem te gereder te doen komen in de gefmeedde ontwerpen tegen het charter en de wet op de Kies - collegien. De Heer Benjamin Conilant zeide, niets vuriger te begeeren dan dat de ondetteekehaar van dat verzóekfchriFt geregtelijk mogt vervolgt worden, ten einde het blijke wat hem tot zuik eene dolzinnige daad bewogen bebbe. Eenparig werd vervolgens tot de verzending van dit verzoekfehrift aan den Minister van Juftitie befloten om daartoe termen zijndede bjj de wetten bevolen vervolgingen te doen plaats grijpen. Nog ontftonden er, ca dë Kamer zich in geheim Com- micté had begeven, verfcheide discusfien, over het daar in ontwikkeld voordel van den Generaal Demari^iy nopens de noodzaakljjkheid om de onvolledige Deputatien aan te vullen doch na gehoorde bedenkingen van den Minister van buiiehlandfche Zaken werd eindelijk met 110 tegen 95 deramen, de overweging van drt voordel opgefebort. Wijders verzekerd men dat de Generaal la Fayette in die zitting het voordel heeft gedeponeerdom een adres aan den Koning te maken, ten einde Z. M. te verzoeken van aan zijne Ministers te bevelen, dat, nog gedurende de tegenwoordige bijeenkomst der Kamers, aan dezelve eene Concept-wet, nopens de algeineene organifatie der Nationale Gardes, aangeboden worde. In den Moniteur vindt men een Brief van Prins Eugenlus (BeaubarnaisZoon van wijlen de keizerin jofephina), waarin bij opkomt tegen de uitgave van een Werkge tij teldGedenkfchriften en Brlcfwisfcling van de Keizerin Jofephinaen verklaard, dat in dat Boek geen éene regel is, welke inderdaad van zijne Moeder is, en geen eene regel, noch van zijne Znster, (de voormalige Kooingia van Holland noch van hem zelfs en geene anec- dote over zijne Familiewelke overeenkomftig dé waar* held is.** In het Journal des Debats vindt men eené reclamatie vin den volgenden inhoud* MQn Heer! Met eene zending van mijn Gouvernement naar Surinamen belast, en ten dien einde op een Hollandsch Fregat ingefcheept zijode, beb ik op de kusten van En geland Schipbreuk geleden, en ben niet dan door een wonder der Voorzienigheid gered geworden.** Ik ben te Parijs aangekomen, om aldaar de verdere gezintheden van het Gouvernement der Nederlanden te verwachten, en ik had befloten om de (lilzwijgendheid te bewaren over alles wat de dagbladen verspreidden be trekkelijk oiize Arreftatie in de Nederlanden. Daar even wel het dagblad VImpartial van den 19 dezer zulk een beledigend Artikel bevat, dat mijne eer daar door zou gecompromitteerd worden, indien ik hetzelve niet logen- drafte, ben ik zoo aan mij Zeiven als aan mijne Familie verfchuldigdte verklaren, dat dit Schandelijk Artikel een zamenweeffel is van leugens en lastertaal, welke niet dan mijne verontwaardiging en verachting verdienen.-* Daar uw dagblad van gister hetzelve in eenigen deele fchjjnt te bevestigeo volgens de berigten welke gemeld uit Brusfel ontvangen te hebben verwagt ik van uwe regtvaardigheid en onzijdigheid de plaatfing van dezen brief in Uw dagblad. Ik verzoek U mijn Heer, de verzekering aan te nemen van möne bijzondere Hoogachting.** Parys den 25 Jan na rij 1820. Boers, oud Lid van dc Regeering van Zutphen Kidder van de Orde van den Belgifchen Leeuw. Van Marfeille meldt men in dato 23 Januarij, dat Hare K. H. de Prinfes van Waleswelke lleeds onder den naam van Gravin Angela'Oldi reist, naar Toolon ver trokken is van waar zij zich over Zee op de,Brik la Marlt welke ingelijks uit deze Haven naar Toulon vertrekt, naar Livorno zal begeven. Het fchjjnt dat het verblijf van H. K. H. te Livorno van korten duur zal zijn, en dat zij zich onmiddelfjk naar Romen zal begeven. Haar gevolg beftaat uit 13 peifonen. Wij vernemen in de daad door een brief van Toulon dat H. K. H. reeds den 2lfte aldaar is aangekomen. Het blijkt uit een brief van Kadix van den 15 Januarij, dit de opfland der troepen is voortgekomen uit een bevel om 6000 ihan ter verfterking van den Generarl Morillo te doen vertfekkèn hetwelk eenige Opperhoofden van Regi menten mishaagde welke dus niet verkozen te gehoor zamen, en de foldttèn tot rebellie hebben overgehaald; dan, behalven dat het getal der opflandeïiogen reeds zeer géfmolten 1» zjju er nog 3 k 400 van hen gefneuveld,- bfj het ondernemen van eene vlugt. De 5 pCts.j zijn 75 fr. 35 c.dc Baok-Actiën f432 fr. 50 c. NEDERLANDEN. TIEL den 30 Januarij. Het inundatie-water is fèderc èergister roeitelgk aan het zakken, zodat verlcheidene Huisgezinnen in dezen omtrek en hoger op, weder nasf hunne woningen terug keeren. Everwei blijft de behoef;» aap óodeifland groot. Men Verneemt van Bommel, dat f ei volg op de Kant van dc** Elad^.lf toe o O O L. b»,t; 0 ft» as o g O o Ö-3 H13 l"° S j; 5 5 js i> Oi ^2 S3 "O -XI bt o M id O «13 fs* 'JZ *a as «fl- O "T. <u ■HZ c a SI 5 s «5 s I&i s Jii"Süs 5 Ssr E o -a "^"3 »Zs!S|«3- w rn T? 35 a."* a fj, O OW-,<2* O u H W M «JJ 'k w u H J3 O S 9 3 a o S# JA -si S 5 •tj 5 o v ja X E O 2 C O 3 - s> o r5 B r: t* o O nc ^3 '5 - "3 «j -a o o wo u o a .«•«i-'0' •;j,lsSos'S s S"°|i?£ «-5 Cd u - O a c r. - o g "3 o 2 o c r. u .""a^'^aoo ï8"..:5i»*.TiiS8-flu ëïjap .sssfc2s,-'8 I gS I ?d w s ïOu :c? Jj d2 «Q w'1 o0 5.2 p t J CÜ u B-q O -3 uid grj mXf %S g c_ s - 8* Br'8 a a w fc'®>5=,Ö5cLSlÓ*3^ giS |g, O 0^5 -O *5 M *2 w S - S O W O o« z°Z •S DTSW - O - i, q u ta n .2 - M M Q "O T3 o <U P. s s.0-?*5 H oS"1" WUMQ.—Oj otd a g-o g 0 a a .wm V <i N v D. m al k -2S 0 C3 o v 5 a 3 W O» - r\ n X? oj w - •if o. m «j c o g BTJUOO - - .,58? |«s u-, .2 O QJ O Z a «So£ B x: M 25 co Si 0 ï-s SoS 6 - ïïiïoo",;» MN Oj..nN M 4) S 2 o él g§p o =5- i'a -c ca {3« »4lBÖ-j« 1--a.es g>j;s nisfi C 'S M a S> «D t* tuOTJ JA a Bay C 3 L H 0 S s v» •- «3 o -a ocm •- O cn O O w S 1» c S-g «J e, •B -T3 «n O "3 ja T3 ^3 00»- fc. o t •M v (O *TJ M 2"°T ïf m - O*0 Si 0 O W a 3 ës*8-2s?8 I p) O W S "3 ■ei Ï'SI.I.N-2 A- 7 js w T»1 h y m 'm 8 'E 2 S 2 «JS a M - .5 3 2 r c, <u <u N 3-ë S s"2 -o-n-nrfa®» S» d 11-5 S .S,i 12B a - V -MO fe 5? o ScQ o. 3 51013 6^.35-. -||-? S.-S y fe 0 Z fe b 44 tod u c ^3 Nïi'eïB -üi-ï-s Of C CE? D »-a a *-0 3d o 0 <0 T3 Z O Bd J O 2 a a 5 --2 (UO.wp 3 *-» c c "O JS V 4CO O o M 5 fe 5 5= a a »- m - j- u n 1. u '-t; •a a «u "3 N -J Q c 2 -3 -o 2C W c tor k 1- v fsj 4 Z 00 i a, s sz ;s:"r o y 2 -c i. i u V O toO O 2 O MSoun> -TJS ft» xs •-? ~T o ro.Sic» b!S« 3 N.O 5-3 S s •3 "S «4» o u Sf-0 5 g S s °*a - M 2 M-S JS Z2 0 Cu o a t. i: co Q Q a- «NJ4 S f O >- 2 a"?. 2 *3 -~ b S a 2g^p.n^w 0 «>£6 .fl-0''0«oco,uP«* c H 4- B O Q n O-S ÖQ> S-Ó3 --s T* - s. 4» k C ri "8 T3 jo öa toc y U O Si;r-**-fs"s^seU«5 - <-», 2 CL k k, w W M I U L. 'W>&0.WCSEo2°ae-S0^ 71 tl 3 2 J= -t* A 5 w BÜJ4? 4»^ J. uN \».s r ao""3öC~ c; p S 8U 3 4» C C B ]5 Al |pNlSQo!isSfi^ •8 -3 P. 8 2 *<*3

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1820 | | pagina 1