a
0
0 -
gjoeteri opmerken. Deze Geestelijkheid, tvelke mes sa*
ophoudeüjk roe* de-zwartfte kleuren affchildert, die men,
a]s (leeds eerzuchtig werkende, om hare vorige eerbewij-
zingen eo voorrealige rijkdommen te herwinnen, voor-
(lelt, beantwoordt de befchu l.;iginj:en van feare vijanden
jjet anders, daD door haar Opperhoofd te fmeeken om,
asn de belangen van den Godsdienst, de beianeeu van des-
zél/f bedieoareD op te offeren. Hetgeen haar fmart veroor
zaakt is het vooruitzigt vao welhaast het goede niet meer
ie zullen kunnen verricten. Ongevoelig voor hare eigen
j3üipen vraagt zij zelfs h''t behoud van het over-
fchot harer a» moede nier. Zij vraagt, dar het haar ver
oorloofd zij, het volk te verlichten, deszeifs ellende te
verminderen, het kwaad te heiflellen, hetwelk de leer
der ongodsdienfligheid aan den Staat heeft toegebragreo
die eeuwige banden te hernieuwen, welke de Volken en
de Koningen moesten verbinden. Hare klagten zullen ein
digen, warneer het gezag niet meer fchijnen zal, zich
fflet hare vijanden te verdaan om op de eer hiedwaardigfle
bediening fmaad te werpen; hare tranen zullen oiec meer
vlteijen wanneer zij de tranen der ooeelukkigeD zal heb
ben opgedroogd; bare werkzaamheden zullen voltooid
zijn, wanneer zij de bouwvallen van deniGodsdierstden
eeoigen onwrikbaren grooöflag van een Staat, herfteld
li\ hebben."
Geheel anders wordt daar over gedacht in het dagblad
le Ctr.Jlitutionclhetwelk zich op de volgende wijze uit
drukt
„De CardinalenAartshisfchoppen eo Bisfchoppen
kekwaam-veiklaarden en Benoemden hebben aan den Paus
eene-uitdrukkelijke klagtover het gedrag van het Gou
vernement is de zaken der geestelijkheidiDgezonden.
Deze klagt, van de rede-vetfierfelen eD gedwocgene aan
voeringen ontdaan bepaalt zich tot eenige hoofdpunten.
1. De Franfchc Geestelijkheid hoopte, bij 's Konings her-
ftel op den Troon, weder in hare oude voorregten, en in
alle hare door den tijd geheiligde regtente treden. 2 Haar
fmart was te hevig toen zij zag. dat alle hare verwach
tingen niet vervuld werden. 3. Sedert zij hare luister
rijke vatwachtingen heeft te leur gefield gezien, wordt
de Maatfchappö ontbonden; de grondwettige leerllel
2els behouden de overhand de goddelooze boeken
worden in menigte gelezen eo verfpreid, er bellaan in
Frankrijk noch zeden, noch godsdienst, noch geregtig-
htid meer. 4 In dusdanigen llaat van zaken, gelooven
de gezamenlijke Cardinalen, Aansbisfchoppen en Bis
fchoppen geroepen te zijn om geneesmiddel tegen zoo
veele onheilen te zoeken. Dienvolgens vragen zij dat
men de Geestelijkheid beviijde van den proviflonelen toe-
ftaod, waarin zij zich bevindr; dat men hun zeer juist
de beflisfing van den Paus doe kenner, ten ei»de door
bet Gouvernement niet bedrogen te worden. 5. Verkon
digen zij, dat zij armoedig zijn, en bieden den Heil.
Vader bef overfchot hunner armoede aan. 6. Eindelijk
beloven zij den Paus beflendig en allèea onder zijnen
invloed en beftuur, hunne loopbaan re zullen vervolgen.
Dit is de getrouwe ontleding van deze herderlijke aan
bet Hoofd der Roomfche Kerk gerigte aanklagt. Na dio
gelezen te hebben, vraagt men zich zelveoof er in
Frankrijk geene wetten meer beftaan? of de Geestelijk
heid nog eene orde in den Staat is? roet moeite is een
gedrag te begrijpen, hetwelk de hoofden der Gallicaan
fehe Kerk onder het overalpisch despotismuseoop
deze wijze, is tegenftand en, om zo te fprekenin
«pftand tegen bet Charter en de Regering des Konings
fielt. Wat bedoelt mee? Welke vermetele ontwerpen
zijn er dan beraamd gewordenom bet conftitucioneel
ftelzel om ver te werpen en ons in de< regeringloosheid
te fterten Wat zouden Bosfuet eo Fenelon van dezen
geheelen afftand der vrijheden van de Kerk yan Frankrijk
en der regteo van den Troon zeggen? De vragen over
dusdanig onderwerp verdringen elkander.
Midlerwijl werden de Onderhandelingen voortgezet en
verkregen eindalijk in zo verre hunbefljg, dat de Heilige
Vader in een Cocfiftorie, op den 03 Augustus gehouden
910 het Collegie der Cardinalen de volgende Aanfpraak deed;
Eerwaarde Broeders!
De ijver, roet welken wij gearbeid hebben is u be
kend eerwaarde Broeders want wij hebben u dien bloot
gelegd in de aanfpraak, die wQ u, in het geheim Con-
fiftorie van den 8 Julij 1817 hebben gedaan, tot het aan
gaan van eeoe overeenkomst met den AHerchristelijkften
Koning, teneinde, door middel eener gelukkige fchikking
der Kerkelijke zaken in het Koningrijk Fraokrijk, io de
zaligheid der Gelovigen binnen dat Rijk te voorzien, zo
als onze apostolifche pligten ons als eene wet voorfebrij
ven als mede ter voldoening aan de wenfehen van den
AHerchristelijkften Koningdien wij zo bijzonder be
minnen mitsgaders aan die van alle weidenkenden
doch het is u evenmin onbekend, dat de uitvoering dier
«p den II Junij 1817 gefloten overeenkomst, thans nog
gefeborst is en dat de gelukkige gevolgen welke wij
ons daarvan beloofden gedwarsboomd en vertraagd zijn
gewordenniet zonder ons de hevigfte fmart te veroor
zaken. Immers, er werd, in den naam des AHerchris
telijkften Konings, ter onze Jtennisfe gebragt, dat de op
het Kodingrijk drukkende lasten, en welke de daarftelling
van 93 Bisfchoppeljjke zetels niet gedogen, gelijk roede
andere belerfelen, welke zich tegen de uitvoering dier
overeenkomst hebben verzet, Z. M. genoodzaakt hebben,
tot het uit den weg ruimen derzelvezich roet ons tever-
ftaan, en tot het verzoeken van eenige verminderingin het
geheel der zetels wier oprigting hij gevraagd had. Met die
oogmerkheeft de Allerchristekijkften Koning zich tot
het Apostolisch gezsch gewend opdat deze vermindering
•op de best mogelijke wijze zoude tot ftand komen, in
het oog houdende de omftandighedenin welke zich het
Koningrijk bevindt, en overeenkomllig de, bij de heilige
Canons voorgefchreven regelen. Daar ons niets zo zeer
ter harte gast als het inöogften dier overvloedige vruch
ten, welke wij ons van de voormelde overeenkomst heb
ben beloofd, en te zien, dit de Kerkelijke zaken eindelijk
©p eene duurzame wijze in het bloedende Koningrijk
FraBkijjk geregeld mogen worden; daarenboven de be
geerte koesterende otn aan Zr. Ms. verlangen zo veel
de pligten omes Apostelfcbapa bet toelaten te voldoen,
zo deden wij hem te kennen geven, dat wij ons niet aan
eenige vermindering van het getal zetels zouden onttrek
ken indiea de belangen vip Kerk en Rijk het volllrekt
voiderden.
Nochtans, wetende, dat de bepaling der nieuwe grens-
fcheidingen tfan de Bisdommen naar de plaatfelijke ge-
fteldheid en het gemak der Gelovigen als ook dat de
vereischte werkzaamheden tot het ten uitvoer brengen
van de gevraagde vermindering der zetels niet binnen
korten tjjd konden tot ftand gebragt worden; onderrigt
pp worden zijnde van dea ongelukkigen llaat der Kerk in
Frackryk, en van den Weduwen - (laat van verfcheidea
dezer zetels» zo bobben wij geoordeeld, dit onze Apos-
rolifch* zorgvuldigheid ons ten pligt maaktemiddelerwijl
ter hunner hulp tc komea, en eenig tijdelijk hulpmiddel
bi) de liand te nemen, om, zo fpoedig mogeiijk, in hec
kwaad te voorzien, waaronder de KerkeD in Frankrijk
van hare Herders beroofd chaus zuchten. Aan ods, bij
het nemen van dit befluitvoorgedragen zijnde, om,
door dit nienwe blijk van Apostolifche toegevendheid
den hinderpaal uit den weg te ruimen, die, gelijk men
aan ons vertoond heeft, onrftaat uit de daarftelling vao
92 zetels in de tegenwoordige omftandigheden des Ko-
ningrijks; ook ten doel hebbende, om ten behoeve der
Kerk die voordeelen te bekomen welke wij ons uit de
gemelde overeenkomst hebben beloofd, na rijpelijk, en
gedurende een geruimen tijd, deze g3nfche zaak te heb
ben onderzocht, en die, verfcheidene maanden lang, re
hebben behandeld hetzij in de ten dien opzichte door
ons gefchreven eo ontvangen Brieven hetzij door eeoe
uit uw midden gekozene Congregatie te raadplegen, en
na het Hetuelfche licht re hebben afgefmeekt, zie hier
de bepalingen, die wjjgefchikt geoordeeld hebben te
nemen om die zaak tot een einde te brengen. Wij heb
ben derhalve befloten, inmiddels, aan de Aarrs-Bisi'chop-
pen eo Bisfchoppeo welke thans de Keiken in Frankrijk
beduren (en, zooder die geeneo uit te zonderenwelke
w$ in ons Cocfiftori® van den eerden October 1817
tot de nieuw opgerigte zetels hebben overgebragtde
faculteit te laten, om de thans door hen bezette zetels
te behouden, en in dien tusfehen tijd bij voortduring
hunne Bisdommen te blijven beduren, zonder dat in
derzelver grensbepaling, noch in derzelver betrekkingen
met den Hoofdzetel, onder welke zij thans behoren,
eenige verandering worde gemaaktwy vergunnen insgelyks
aan de Bisfchoppen. welke Canoaoiek bevorderd zijn tot
de zetels die vóór de omfchrijving van 1817 bedooden
het vermogen om die Kerken voor een wijl te g3an be
duren bionen de grensbepaling eo in den (laatwaarin
dezelve zich thans bevinden. De zaken aldus geregeld
zijnde, nfoeten de Bisfchoppen die wij, met goedkeuring
van den Allerchristely kften Koning, tot de, bij on/.e
Apostolifche Brieven van deo 27 Julij des jaars 1817
opge/igte zetels geroeprn hebben, zich noodzakelijk van
de uitoefening der Canonoieke inftelling die zij beRomen
hebben, onthouden, toe dat de gevraagde vermindering
dier zetels bepaald zij.
Om tot dit ontwerp over te gaan, zullen wy het op
de volgende wijze behandelen:
Wij zullen tan de Aarts-Bisfchoppen en Bisfchoppen
Titularisfen der Bisdommen, welke vóór de Bulle van
1817 beftonden Brieve* in den vorm van Breves zeoden,
en zullen hen gelasten de uitoefening hunner jurisdictie
op alle de plaatfen hunner respective Bisdommen, mirs-
gaderi binnen de uitgeftrektheid der grenzen welke ieder
dier Bisdommen vóór de voormelde Bulle omperkteo» te
blijveo uitoefeneo den Aart-Bisfchoppen daareoboven de
tnagt geveDde om provifiooeel tot hnnne Suffagranen te
erkennen de Bisfchoppen, die vóór dien tijd, aan de
jurisdictie van huniren Hoofdzetel onderworpen waren,
en de Bisfchoppen gelastende provifloneel het gezag der
Aarts-Bisfchoppen, van welke zij vóór dien tijd Suffra
ganen wtren te erkennen. Wijzulleo insgelijks Brieven
bij wyze van Breve», zenden aan elk der Aarts-Bisfcboppeo
en Bisfchoppen, aan welke wjjoa het Concordaat van
1817, de Kaoonnieke inftelliog hebben veileeod voor
zetel», welke vroeger dan dien tyd beftondenen wij
zullen bun te kennen geven, dat zij. zonder verwijl,
bezit van hunne zetels hebben te nemen en provifloneel
die Bisdommen te beduren in de uitgeftrektheid der
grens - bepalingen met dezelfde betrekkingen tot den
Hoofdzetelwelke in werking waren vóór de uitvaar
diging der Apostolifche Brieven van den 27 July 1817.
En opdat de, vóór de omfchrijving van 1817 beftaande
Bisdommenwelke thans vacant zijn niet langer van
den bijftand der Herders verdoken blijven, zo zullen wij
de Caoonnleke labelling verleenen overeenkomftig onze
Apostolifche Brieven van den 27 Julij 1817 omtrent de
omfchiyving der Bisdommen in Frankrijk aan de,
door den Koning, tot die zetels benoemde perfoonen,
nadat derzelver proces in den gewonen vorm zal zijn
geïnftrueerd en op deze wijze insgelyks worden tewerk
gefieldten aanzien van de Kerken, welke, io dien
tusfchentïjddat is tot dat eene nieuwe omfchrijving
op eene duurzame wijze geregeld zal wezenzullen
komen open te vallen.
Vervolgens zal elk der Bisfchoppen door ons tot de
bovengemelde Zetels te verheffenals mede de zodanige,
welke wij tot de in het vervolg open te vallen Zetels
zullen voordellen almede van ons brieven in den vorm
van breves ontvangen, waarin wij hun zullen betekenen,
dat, hoezeer zij de canonoieke inftelling, overeenkomftig
de meergemelde apostolifche brieven, van den 27 Julij
1817, hebben bekomen, zij nogtans provifloneel hunne
Bisdommen zullen moeten beduren, binnen de grensbe
paling en roet de betrekkingen tot den Hoofdzetel zoda
nig als die, vóór de door ©os daargeftelde omfchrijving
beftonden.
Eindelijk wat betreft de Bisfchoppen, die, op de be-
noeming van deo Allerchrisrelykften Koning door ons
tot de, bij onze apostolifche brieven van den 27 Julij
1817, nieuwe opgerigte Zetels zyo voorgefteld dezen
zullen wy gelasten, zich middelerwijl, dat is te zeggen,
tot zo laog de vermindering der Bisdommen waarvan
wij hier boven gefprokeo hebben, nog nier bepaald is,
te onthouden van de bjj ben ontvangeoe canonoieke in
ftelling gebruik te maken.
Aangaande de Kerk van Avignon, welke, bij aposto-
lifdhe brieven van den 27 Juljj voormeld tot een Aarts
bisdom is opgerigc, dewijl het niet mogelijk is, by bet
nemen van dezen provifioneleo maatregel dezelve als
Bisfchoppelyk te befchouweo zo zullen wij haaruit
dien hoofde ouder het beftuur dea Vicarisfen-Kapitula-
risfen laten; of wel, indien de AHerchristelijkften Koning
zulks liever verkiestzo zuilen wij aan den Geestelijken,
dien de Koning ods verklaren zal voornemens te zijn tot
dien Zetel te benoemen, een' titel in partibus infideiium
verleeaen en wy zullen denzelven provifloneel het beheer
over gemelde Kerk, binnen de Bisdoms-grenzen en met
de betrekkingen tot den Hoofd - zetelwelke vóór de
apostolifche brieveo van den *7 Julij 1817 beftonden
opdragen.
Zodanig is het ontwerp, dat ons, ten einde eenig tij de-
lijk hulpmiddel aan de dringendfte behoeften der Kerken
in Frankrijk toe te brengen, onze kennelijke toegenegen
heid voor die Kerken voor den AHerchristelijkften Ko
ning en voor de geheele Franfche Natie heeft ingegeven,
en opdat niemant kunne achterdocht opvattendat d«
provifionele befchikkiogen die wij, gemerkt de kracht
der omftandigheden vermeend hebben indien tusfehentyd
te mogen nemen, altijddurend, of ten minfte voor veele
Bet ver wig 9p de Kant van deze Bladz.)
;s"
o
3 a ea u w
5 «U C£ C
"3 5 -a
j y
<- s
O 1
w O
O-
5 c
-S -
9
■s N
s P
ïï-* O
sx
w o
ai _c
TJ C
«- I
Wtó
'Z s
a- x:
ai 1- 1
o tJX O
ai O o
-c o tJ
5 .5 ïs?
11 MO
ja -3 o 2
S Z
g
a
i s a j-
o»
a o -M
ai -a o o
3J
C C D
J g -S .5 O
S x x 2
Sd E
fe «I
u n M
8 5 <3 8
C a O 5 -5
5 a o T 1
O
5® ss
ud u es 06
m a g c P
cs o j= 'S -3^
o-i-rï
o O •- J= -O -3
x> o 3 0»
O" a a T. H
a» T3
*r a a
a> <u
n <u Q 2
"O y Y.
11 5 «J
O Sigr
«I
5 S S -'fa S.S
-«SaasffasS
rt<L> m C 0 "rt
^3 a <u
- «-Ofix 1*?.2
n °;!?u uN
-o 5 a
w iï,8 11 g
-5«-2 3
O-— r> Ol 33 a>
O 01 3 OJ» U a
f6 o r
o 04 a, o» s
oi ta
o
;l lsi5 - S
4. -o j: o v. c«
"•O u u b M
o—
"«51 t-S i S
- Ir
:c? "O
N Df! - u u
01 o - a>
u W Ui U aj
3 C 1 c 5
m r -a c;«a«
3 C v t-i ^3
Ml et C
60 V "O .2
'5 -3 0 13
gS--S:5:6?
°-.-c3CO-a
- y M
mS 3 o S' o w
c— MOirLw-aoj
C <U 05 u.
o M "3 4»
- o u a<
>=oï"5--e8^
8>-=?'dS.S„«
y 3 -o - S 0
80 •S'»,c a
aiac»o"3t»5c,,2
li c w c
•Ï-'S S
N u£13^ Si *3 A
a x? o a p. a
c: 32 T3
X kO«-00
S 41 4< 3 J-O'" CM
-3 -C o
-a w c v c:
0 ~Z w -C "a> 5
41 m ra 0 r-1*
25 "I8
-* 5 a w -ra
O 3J - Q
M
3 Ï5
C o O o« w.
s -s--s
x aS
•- S s
C*sl'U o 03 y a
l; Q, U d
3 N E
0> a Q
- 2
.S y cs y *i
j= <u - 3 -a
«8-8 ?N nïs
C N jj B.M
o w M j" y
r. M
«O QBÏ<«
C«x: C£ 3
y-— m u u - o rt
3<«-a^X) at ci
o o
M
y 2
c y y
LI o -a w ja y
o o co
•n a» M -a
H 5; o '3
y N '-
X
C 33
TJ X? y X
N -
:c?a a
J :s» 5 -
B <- J-
y y a y 33
-
-a H 3 -
ox
'Z jo
2
y 8
O
TJ U
s
O
J y k fc.
~o N y
y
A. TJ 0
o a y a
S o
o o.^ c
w y
-■8»!
8 2 =L g
SS Sl°>
M - 5 - o
y o 5? y
2 o y *5 m
4i 3 "O N
6U3 y
c y x
-a X3 o-
ai -° c
®J u »j 2
JZ *SC
•e-= s
5 p?
J?5
-in
00®
y
a e
y 3
3 O
y
y ai
«u o x
>Q a
it v it
-2 a y
-
- y y 3
C T co 3.J=
H
c
o33
- be n a
Cu a, ^4 3
j> y c >h
p M J3
a - u f. p3- a «J
y .2 Ji *5 n 1—
TJ TJ T-t c 3 w
y a fc, iJ
•a ZX
t a 3 -
y y .hi •z?"~ 0
«2i
y 0 y ZfZ?-* a
■^Ss!ss
2 8 8
I*-S- -
Jj.s.3
g - ..""So
■r> y y
I ■5"" g
y c -o w sz .2 y
t||*F
cj u c y y b.
N y "3 -3 X3
a
at JT
3 TJ jö C3 -i
ICy 3 y p a Ti'" - V
C ODCyc:ay
2 X, O z
«yy o o 'jz
'Z w y - c
y o.y c c -r
o-aoJ=3 yyo^-tj;
y cs c X7 y c
-uisz:.
»- C
J O y -a C Ct
Oü O
s *-sa
.S~S-S
y w c ox— 5
k W K/ I- c TJ
c
a f-a
a a o a.'^
a S&1-S-
y°T3nXQ3:^y~
k
to w
to y
y c k.
y
y w
^*TJ O
•c a y w
oj a y
y S3
5 s
M 5
•n -? 1
«2*
E g
c. -
E fi"
J y
c y tj :c? e
- c£
a k 5
oj y öt
- a :c
1 e v N
at z. t
0
2
N y s t
2 y-S^ O
a 52 .f.£B
>"Sa'°N1ü
ÏS°
?L-.5>SÏcf -
mM SZ /-• D
cyy-5 yyyy
e - m -o 3 ,^=^y
- a «x?
y y
6 -o i
y 3
-
2.
I - O i
,TS
1» n S
3 5 E 5
.'«til
.S.94 -U 1
S|S
'Ml 8
f c N .r^ 3
2 c y,C y
0"0 HT3
c
y O
d
a
o a