V ?.°-a AiNyriN 6 rt a 2 a o cL 3 2 7 c - U- O w OS. P. re a -■ 5 9 Wtt" a 5-3 S 3 g cr o a r» a rt-T> -» ;T a a. s; 3 N. 5 a re -*• a. B iz -» n a r» 2. 5* er b ts 2. D. S c o O* gjf- c s a S 1% w3 5 S B B 95 cr js, J:ry«3 *-*rtr s»!:!so" 3 is n ;-s.5's'!l L. rT rt re O tl' u. O re a T t« N n re a ■- eflOra^oa?^, vervulling nog alerbatrder voordeeTec voor het vervuïg 3 w-^-re 2 S 05 beloofde. De oude handen, welke tusfchen Frankrijk en 2 5 7T 3 75" S* o 2! deD ^e''* Stoel bedonder op nieuw toegehaald de rac-t 3 55 «N 3 o de leer eo met de kerüjke wetten ftiijdige artikelen, die 0 ronder weten van Uwe Heil. gemaakt, en zonder zijne n> o,2 -* bewilliging afgekondigd waren, vernietigd; eene nieuwe, 3 3 sr voor het welzijn van den Godsdienst meer voordeelige T.' 2 C5 2 circumfcriptie der Bisdommen; derzelver vermeerdering £L 9 o' a gS*r - u. a -• 2 «r A - 2 0 2 3 3 a 3 cl. 3 rs <*n C -• 3-Vo -I 0 n n o 3 O 3 2. - O <"ia -ï! r? 3" rt ra re o» ag er n 2 3 C- .-» 1 O a rt> B 2. 3-2 3 1 5 O re 5' o o o o -«re^oreB^ loS^nS» B - 5* re 3 rt D Q_ 2? 0 o rr n> J® cr <J B 2. re Q. B u w re 3- ore <<<^s5-*prjjqo*ON O rt- re I» 2 0 3 5 ?i.*§3 rrD 0 3-S*'» 5S r B m a 5 iü - »S. =5 a\r - re a:, J? "r a o cr ?r 2 O g 3"". 1 B rt f\ o; •a T3 r o s s - rt - aj-iu; rë' 2- re =r rt B <n Na O g P> i £L> b£=-, 52 cr 2 o. Ö2 -s-o r a 3 5 a-" M N 3- 2 g re n rt S>3.S;«i 2-* O. u Cu n *- 3- O 2. O S s 2s D rt JJ 63 U H A O- B 3 -* 2. rt a 5 a - 2 S a =r- ö:C: o evenredig aan de behoeften der geloovigen in zoo verre de omftandigheden zulks toelieten; het herftel der Zetels, welker oorfproog tot de oudfte tijden opklimt en de fchooofte herinneringen voor den geest brengt; de verze kering vao het vastzeilen eerer betamelijke begiftiging voor de Kerken; het genomen befluitom, op eene ongevoe lige wijze, werkzaam tot het berftel der rampen vaD den Godsdienst tez^Jn; de benoeming van Bisfchoppen, hunne bevoegdverklaringde vereenieiDg van de Franfche Bi>- fchoppelijke waardigheid, alles verkondigde, dat de Gal- ücaanfche Kerk nabij het einde harer maar al te langdu rige beproevingen was en naar een zoo Berk verlangd herftel voortfchreed. Reeds begon het Christenvolk den Heere te loven en geheel Frankrijk zong eeoen nieuwen lofzang van vreugde en dankzegging Doch, helaas! Allerheiligfte Vader, de vreugde onzer harten is verdweencn onze juichtoonen zijn in weekla gen veranderd, toen wij getuigen waren van de tegenwer kingen, welke ons omringd hebben, en van de tallooze hinderpalen, die men, onder allerlei gedaanten, heeft vermenigvuldigd om ons re beletten de vrucht te fma- ken van eene weldaad, welke, met het geloof, de goede zeden Beunpilaren der Troonen en der Maatfchappjj moest doee herbloeien. Deze buiteneemecne overeeo- 2 '33 o o komst is gefchorst geworden de dooi Uwe Heiligh. uit- *d S 3"o. gevaardigde aanftelüngs-brieven voor de Bisfchoppen zijn Sre tot nog toe niet afgegeven Te vergeefs zijn wij werk- 7;a. i S' zasm geweest, om alle wolken te verdreven en alle hio- 2 <re* dernisfen uit den weg te ruimen; te vergeefs hebben ?T w 2. a. onze Bern Hoen hooren: onze pogingen, onze vertoógen, onze fmeekingen, ja de opofferingen, waar aan wij ons wilden onderwerpen, alles is vruchteloos geweest Het diepBe ftilzwijgen over de zaken van onze Kerk was het eenige antwoord op onze fmeekfchriften. Eindelijk heb S.fl beo WÖ n# 200 veele eo 200 lanêe vertragingen, bijna c 5 0 aiie hoop op redding verlooren. Id waarheid, Allerheiligfte Vader, en wg kunnen zulks 2®» a 5" 2 a liet zonder de diepfte droefheid zeggen, federt het a oogenblik, dat heldere dagen de ftormen fchenen te znl- len opvolgen, welke ons federt zoo veele jaren gefchokr - L J JJ_ Jl. rl a. 1/ a.l. m i. C 1 n lr.nlf u o IS.Co b 3 a J c n - s-n.3- - - 3*re rt re 2- S a:2-2 B a 55 5-3 5 SE" OJN JT< rt o Q. O rt 3- *-3- a =r -1 Ss.s^SS.-g.^ IbII-g-;:?s S g- 2 O H. 5- 3.8-aS s-sï g- 3 g-re hjdden. is de (l»at der Kerk. verre v»n licb inFunkrjjk n te verbeteren, beklagelijker geworden eo wordt zulks nos vin dig tot dig. Niet alleen hebben wjj geene ver- ligting in de zwairce onzer fmarten gevoeld, mazr de zelve hebben nog zwaarder op ons gedrukt, en de tj)d is misfchieu niet verre af, waarin het, als het ware, on- mogelijk zal zjjn, onze bonwvalien te herrtellen. De kerkelijke tucht verüaauwteen groot aantal Bisdommen wordt niet toereikend genoeg beftuurdde geloovigen dwalen als kudden zonder herders, de geestelijke urrig- tingen kwfloen het Priester-ambt verzwakt door verlie zen, welke niet hetileld worden door een klein getal kweeke liogen der kerk dikwijls in hunne toeping verhinderd verontrust in hun onderwijsof ontmoedigd door het vooruitzigt van de behoeften en de verdrietelijkheden die ben in de uitoefening van den heiligen dienst wach- teo. De Godsdienst wordt van alle kanten aangevallen; "3S-sTS'ï"00-<ba230,<<0-»!'°'eL deszelfs vijanden veteenigen alle hunne krachten tegen ë.jl-ïSösSoïêü'lÏB5' denzelven, en (lellen zich niets minder voordan out ?nat»Os;2.-,a-re»;w-re—Ht.n in it.r eertHda zoo christilk en zoo celoovig Ko o B ?3 ?.|i ■y ra - 5 S 1 2 ?-■ a 2 - 2 3 "T s- 3- S" i5 s=rre 2 33?; O en-re - »re j, 2.2. N~reN !T3o'"o33J i3. FO.C: 2. 3 Sto „2 8 O er0« g„§_.= 3s:;w7=-=:S!rssslg E-rtr 2" «rtMau- tr* a GfS re 2 5 prsr dien in die eertijds zoo christ^jk en zoo geloovig Ko ningrijk te vernietigen. De poddelooze boeken worden io menigte verkocht en verfpreid; de verderfelijke l^erftellingen planten zich als een invretend kwaad voort; de befpottingen de befebim- pingepde lasteringen worden om ftr$d uitgeftort over de Apostolifche namen, over de volijverige zendelingen, welke, met een zoo zigtbaar goed gevolg, de terugkeer **"»3 *-SSrtOrtrt5jrtrt«c S ns.5S S-5.< - 13-55 3-S fg" ÜrTrt»2. ij3 g;3 tq.^0 cn n. o. -.^reg - S2.__2.2t3g. tot het geloofen dienvolgens tot d>n vrede en het gelnk O m WJ—^5.® rt m I........ LokL.. - 2 2 a n Oo°"3 2" o; O «a 2. n 3-0 1 ff tr 11 3 o n.o -■ rt 2, 2.^0.0-0,3 er^-rB-o—ortrtagggOn^O rt 5 S S S *13 O s ^^^rt^rtB3 »"a ?NNrt° JJ D. w irtrtrtBortw n O a K"2." rr3 o-s-s prediken. Tot ovorroaat van hartzeer hebben wö open lijk uit beteugelende wetten den naam van den Gods dienst zien verbannen "s en aldus den hoekfteeu, zonder welken geen tnaatfchappeljjk gebouw kan beftaanzien verwerpen. Pe Bisfchoppen welke de Bisdommen be. fluren die welke tot de thans opeoftaande Zetels zjjn benoemd, niet eenftemmig kunnende handelen, onder worpen en gekweld door dezelfde reglementen, welke eene vreemde tirannieke overheerfebing had ingevoerd tot den alleenftr^d gedwongen, zullen onmisbaar bezwij- ken, en, binnen zekeren bepaalden tjjd misfehien kor ter dan dien welke door de overheerfching daartoe was beftemdzal de Kerk van Frankrijk inrtorten, om zich nimmermeer op te beuren. Ach! hoe veel gronds hebben wij niet, om met den Gods tolk te zuchten, en, even als hij, fchreijende te zeggen: Tot welke droefheid zijn wij dan gebragt, en tot welke befebaming zijn wij vervallen! De vijanden «rt<rt>??TJ? S?rt hebben de hand op het beiligfte en het weofchelgkfte S: 3 Z-Sj^pLS,® ooder 0DS ge,e2d5 ZÖ hebben hunnen mond tegen ons geopend, op hunne tanden geknarst en gezegd: wij zul- len hen verjlfnden. Onze krachten zijn uitgeputonze Priesters beftaan niet meer, de grijsaards vallen voor de poorten van het heiligdom ter neder, en de jongelingen vervallen derzelver plaatfen niet." Onze Kerk gelakt naar de dochter Sions, zij doet fleebts eene ftervende 3 ftem booren. a Bij zulke wreede fmarten voegen zich wreede ongerust heden en bovenmatige belemmeringen In dusdanigen 5? ftaat van verval, zijn wij geroepen, om een middel tegen zoo veeJe rampen te zoeken, doch wij ziJo, hoezeer met leedwezen, verpllgt te zeggen, dit fpade vertrouwen is o op zich zeiven niet volkomen genoegom het middel sr tot deszelfs krachtdadige toepasfiDg aan te bieden. Na ons onbekend te hebben gelaten met de beraamde ontwerpen, om de bepalingen van het Concordaat van 1817 en de daaruit voortvloeiende Bnllea te veranderen, na ons in het vorige jaar eene vermindering van Aarts, bisfchoppelijke of Biafchoppelijke Zetels te hebben voor. gefteld, welker herftelling de eenige zwarigheid fcheen te zijo die zich toen aan de uitvoering der tusfehen Uwe Heil. en den Koning gefloten tractaten opdeed, duidt men ons thans eenklaps deze uitvoering als onmogelijk aan door onoverkomelijke hindernisfenmen verkondigt ons dat men nieuwe onderhandelingen heeft moeten be ginnen; doch men laat ons onbekend met deze hinder, nisfen welke wQ nimmer als onoverkomelijk befchouwd hebben en met het onderwerp dezer nieuwe onderbande lingen. Men zegt ons, een groot aantal Zetels niet lan ger onvervuld te zulten laten blijven hergee-n men als de driogendfte behoefte der Franfche Kerk befchouwr terwijl óns het dringendfte en noodzakelijkfte voor haar toefchtyntecu vastea eo behoorlijken Hand voor dezelve _l *3 B 3 £"„-=■2 S S<n«3S|;S- I SSïïSS-! *- O u B- cl a 3" -1 rtrt^.-- BQ- - "35? ïSO;;?; *t3 O a» r? 3 w O 2 3 5. e - o 5°5 o^sfs- u. bSS3". 3 >2 cï-q 90- n J?" Gi s o 2 f3»;,',ïss re l "3.5 2.5»i"V5|s»is 3 ^si :c o re a 2 PN^ *r3S5«r»Sa* art rt -t N o «7 UL 0a3. o O"? -B re q. 2*_rt q 3 N J 33 3 aö' rt g^B.0 =r a C53 F*re - S,1* ^oSrrtOr» - 5 j» o* a -1^ r» s" 2 n er I -1 is o rt 5S - d n al rt r> 5 -ï -• 2-—. fc_ n?0^qoO B- rt - NÜ O. »n a- ISl'-oreïSs re re3 i* n 2 2. rt rt e-"s- sl to jiINSSÏ3 v5^3aS£0 n o a 3 te verkrijgen, welke haar in ftaat ftellen zalaan nieuwe ftortr.en warneer die tnogten opkomen het hoofd te bie den dusdanig zou b. v. de ftand geweest zijo waarin het Concordaat van 1817 dezelvs geplaatst zou hebben; inte gendeel is men voornemens haar een provifionelen ftaat te geven, welke ,zoo die at niet definitief wordt, haar een groot aantal jaren, zoo niet op den cever haars ondergangs. ten minlle in eene fmartelijke en vernederende onzekerheid kars houden, vooral wanneer men die zelfs maar provifioneel, order het juk vao zoodanige der organieke artikelen houdt, welke ftrjjdig met de leer en de wetten der Kerk ziln teeen welke artikelen Uw Heil. zijne ftem zoo dik wijls heeft verheft en welker vernietiging dezelve bij het jongfte Concordaat, heeft bedongen. Daarenboven, met ons de wijze van tot dezen provifionelen ftaat ts komen, niet te doen kennen, laat men ons het vermogen niet, om over deszelfs overeenkomst met de Kerkelijke voorfebfiften te oordeelen. Voor het oogenblik komt het er enkel en alleen op aan om de 50 Zetels welke vóór bet Concordaat van 1817 beftoDden te vervullen; en intusfehen is het be wezen dat de uitgeftrektheid van de meeste dezer Bis- dommen te groot voor de magt der Bisfchoppen. ea dienvolgens als fcbadeljik aan het welzijn der geloovigen is erkendwij zelve hebben, op eene aan ons in het vorige jaar voorgelegde Confultatie, geantwoord, dat eene vermindering Her Zetels tot het getal der Departe menten, niet dan fchadeljjk aan het heil der Kerk kon zijn, offchooD wij de daarftelling van dezelve aan de hooge wijsheid overlieten van die twee Doorluchtige Hoofdenwelke door zoo veele onheilen deugden en wonderteekenennoodwendig vereenigd moesten zijn. Men verzekerd ons, wel is waar, dat Uwe Heil. geneigd is, om deze provifionele fchikking te magtigen maar, onder verfchilleDde voorwendfelswelke wij niet in ftaat zijn te beöordeelen, heeft men vermeend, ons geenerlei ftuk, geenerlei acte, waarin deze neiging, deze toeftem- ming is uitgedrukt, te vertoont; weshalve wij nietjurst weten, hetgeen door Uwe Heil. wordt verlangd, hetgeen dezelve heeft afgeftaan, en welke misfehien de voorwaar den zijn waarop de Coccesfien die gewis door dezelve niet zonder leedwezen ingewilligd zjjn gedaan zijn ge» worden. Niettegenftaande onze verzoeken en onzen aan drang is de Pausfelgke Brief, dien wij weten, dat door Uwe Heil. over dit onderwerp is gefchreven geworden, ons niet in handen geftelH. Ongetwijfeld begrijpt Uwe Heil. reeds door deze een voudige opgave, hoe moegelijk de toeftand is, waaria wg ons bevinden, en hoe moeijelijk het tevens moetzjjn. om de, van alle zijden zich vertoonende klippen te ver mijden. Duizend Brgdige gedachten verdringen zich ia' onzen geest; het tegenwoordige doorboort ons het hart, de toekomst verfchrikr ons. Naar welken kant wij onze bUkken wendenontdekken wij gevarenwelke partij wij ook kiezen, komen wij in de noodzakelijkheid, om den Koning te bedroeven of den Paus te dwarsboomen of de geloovigen zonder hulp re laten, ofte ligivaardif de dierbaarfte belangen der Kerk a^n derzelver lot over te laten. Wij vreezen verfcbribkelijke Wapenen aaa onze vijanden in handen te le.verenhunnen haat, hunne kwellingen hunne berispingen op te wekkenwant zij zouden niets meer verlangen, dan, met eenigen fchija vao reden, ons eigen ongeluk aan ons zelve te kunnen toefchrijvenen ons beleedigend te zeggen: Uw onder gang Israëlkomt van U zeiven." Wij vreezen nog meerhoe weinig men zich ook van de gewone voor- fchrifteo verwijdere van ons op nieuw aan verdeeldhe den bloot te ftellen Godsdienstige twisten en fcheurin. gen, nog jammerlgker dan de vervolging zelve, op tt wekkenten minfte vreezen wö eeoe verdeeldheid te vereeuwigen waar aan de afkondiging vao bet laatftc Concordaat een einde zou gemaakt hebben. Dit is Allerheiligfte Vader de droevige toeftand tu welken wij geplaatst zijn. Aller oogen zijn op ons ge. vestigd de geloovigen zijn oplettende de ongodsdiens tigheid is nagaande; menfehen van allerlei gevoelen» hebben eenigzins eene Regtbank over ons opgerigt waarin zü zich gereed maken, ons gedrag te beöordee len; en wjj hebben, zoo als de heilige Jan Chryfojiomui, van den Apostel fprekende, zeideeene naagtige en hui. tengewone hulp noodig, om ons een juisien maatftaf te doen houden ten einde den fchijn niet te hebben van de wetten des Koniogrgks in ons voordeel te doen aanwen» den, wanneer wij de verdediging van de Leer en der geestelijke tucht op ons nemen zoo mede om niet be. fchuldigd te worden van de zuiverheid van het geloof te bederven en van de tucht te ontzenuwen, door ons te beijveren om het bewijs te geven, dat wg de Wetten van den Staat niet willen fchenden. Wij moeten, op het voorbeeld der Apostelen van Jezus Christus, eene en andere verdenking van ods afwenden even als zij trachten de achting en eerbied te winuen; even als zij werkzaam zijn, om den naam van redders, van behoeders, van weldoenders van het raenschlgk geflacht te verkrijgen. Maar, Allerheiligfte Vader, het hangt v«d ons ieder in het bijzondernoch zelfs van ons-gezamenlijkniet- tegenftaande de innigfte overeenftemming bij oos heerschr niet af, eene zo moegelijke taak te vervullen, een zo zwaren last te dragen; het hangt van ons alleen niet af* om met de aan Bisfchoppen beramende eer uit een zo neteligen eo zo belemmerenden toeftand te geraken. Een hulpmiddel blijft oos overijverig omvatten en grepen wij hetzelve als het onbewegelijk anker des heils aan: dat is, om, op het voorbeeld van onze voorgangers-, oos, zomogelijk, nog vaster san den Apostolifchen Stoel te hechten; om beftendiglijk, onder den invloed eo het beftuur van ons Opperhoofd, voort te gaan, om, met vertrouwen te vragen, met blijfebap te omvangen, met eenparigheid uit te voeren, hetgeen de Stedehouder van Jezus Christus op aardeen de Prins der Bisfchoppen vermeeDeo zal, in het belang vao den Godsdienst, te moeten beflisfen. Alsdan zal de Heere in de heilige bij eenkomst geprezen worden; dan alleen zullen onze klagten eindigen, onze traanen zullen niet meer vloegen, onze werken eene beloooing hebben gevonden, en onze ver wachtingen vervuld zijn. Op deze wgze dan, AHerh. Vader, met de fmart ver- vuld welke ons dreigt, en met de onzekerheid, die o»s verontrust, verheffen wij onze ftem tot U, wij nemen toevlugr tot Uwe Heil., op dat dezelve ons duidelijk en vrijmoedig zegge, hetgeea wij in deze omftandigheden moeten deoken en moeien doen. In den perfoon van Sint-Petrus, is tot U gezegd begeeft U in volle Zee;" dat is te zeggenvolgens de uitlegging van Sinr Ambrofios, onderzoekt de diepfte verfchillen Wg fmeken U# ons met uwen raad te hulp te komen ons met uw ver- ftand re verlichten ons door uwe magt te verfterkeo.; wg fmeken U niet alieen als het hoofd der Kerk, in welke C Utt rtrtolg op d» Kant ma Jczt Bladz.y

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1819 | | pagina 2