LEVDSE
z w E E D E N.
z
0
z-tH'
ICS
A". i S19:
V R IJ D A G
OOST-INDIEN.
VERVOLG BATAVIA den 30 January. Door
Hunne Exceil. de Commisfarisfen - Generaal zijn
benoemd tot Hoofd-Commies bg den Ootvanger-
Géneraalde Heer II. L. Senn van Bareel. Tot
Superintendent over het Vendu-Departement
de Meer J. Bvan Liebehcrr en is voorts bg die gele
genheid deCommisfie vaD Super-Intendentie over hetzelve
Departement, bij beflüit van den 11 Julg 1817 benoemd
geweest, onder dankbetuiging voor derzelver diensten,
van de verdere waarneming ontflagcn.
Zijne Excellentie de Secretaris van Staat, Gouverneur-
Generaal-van Nederlandsch Indien heeft, bij onderfchei-
dene befluïtende navolgende benoemingen en plaatfiogen
gedaan als:
Bij den algemeenen StafTot Kapitein - Adjointden
Kapitein A. de Winter.
Geneeskundigen dienst. Tot Chirurgijn der 2de Clasfe,
de Chirurgijns der 3de Clasfe G. van Zuijlen en li. Ver-
brugge.
Bij het 5de Regiment Infanterie. Tot aden Luitenant
a la suite, den eden Luitenant D. J. Botichius Meurs
Bij het -nolle Battaillon Infanterie. Tot eerfte Luite
nant de 2de Luitenant Webbelt. Tot 2den Luitenants
den 2den Luitenant Bthm en den Sergeant Warendorp
van dat Battaillon.
Bij het Hifte Battaillon Infanterie. Tot iften Luite
nant, den 2den Luitenant Ebbctis. Tot 2de Luitenants,
den Ooder-Adjudant S'ehoonackervan dat Battaillon en
den Sergeant-Major van het 23de Battaillon Delian.
Bij het i^fle Battaillon Infanterie. Tot irten Luitenant-
Major den eerfteo LuitenantSwent Tot I ften Luitenant,
den 2den Luitenant Blanke. Tot 2de Luitenants den
aden Luitenant van Geen den Onder-Adjudant Halvemaan
en den Cadet van het Militaire School Bakker.
Bij. het Battaillon Pionniers. Tot 2den Luitenantden
Cadet van het Militaire School W. Rde Sturler.
Bij het ~de Regiment Husfaren. Tot iften Luitenant a
la suite, den iften Luitenant MartiniTot 2de Luitenant
a la suite den 2de Luitenant Rafeux.
Bij h^t Corps Bengaaljche Lanciers. Tot ifte Luitenant
a la sujte, den iften Luitenant J. Revius.
Voorts zgn op derzelver verzoek honorabel uit Zr. Ms.
Militairen dienst ontflagende Major Mullervan het
5de Regiment, en" de 2de Luitenant Hayihga9 van het
22de Battaillon.
EXTRACT uit een Particulieren BRIEF van STOCK
HOLM den 18 Mey. Gy hebt U tot mij gewendtzonder
mij te kennenenkel op mijnen naam. als liberale fchrij-
vcr: Uw vertrouwen doet mg eer aan; ik zal hetzelve
niét misleiden ea U als een vr^e Scandioaafdie de
waarheid even zoo zeer als de vrijheid bemind antwoor
dt. Gij wilt-zekere berigten hebben over de geruchten
van Oorlog tusfehen Zweden en Rusland Denemarken
Pruisfen en kortom in bet geheele Noorden. Geruchten
welke de Duitfche en Franfche Aristocratie van verfchei-
de kanten met zoo veel welgevallen verfpreiden. Zalke
berigten kunnen geheel en al de oogmerken begunftigen
van dusdanige onverbeterlijke Aristocratie; door beften-
dige verfpreiding derzelve mogt gij zelve daaraan kuünen
geloven; misfehien zijt gfl daartoe reeds geraakt. Men
weet dat derzelver voedzel uit herfenfehimmen en mis
leidingen beftaat. Wacht U wel van zulke geruchten
verder voort te planten, die in de holle en kranke her-
fenen der duisterlingen van het Noorden en Zuiden ont
daan zijn.
Zweden heeft geen lust oni zijne Naburen aan te randen;
het verlangt van dezelve niets noch wil deszelfs grenzen
niet uitbreidenoverigens geven deszelfs financien ook
de middelen niet aan de hand, om aan eenen aanvallenden
Oorlog te denken. Wil men dan Zweden ia zijn binnen-
deelen aanvallen? Tot welk doel? uit welk belang?
Zoude hetzelve wegens de regèling eener afrekening met
Denemarken, of wegens een gedeelte der fchulden van
Noorwegep zijn? Dit is echter eene 'oorlogs - zaak van
zeer geriDgen aartdie geheel tot het gebied der On
derhandelaarsBerekenaars en Diplomaten behoort. Een
Oorlog welkenen deswegens ondernam zoude weldra veel
grooter fommen verflinden dan het Betwiste capitaa! be-
draagd. Onze Noordfche ftreken zgn niet rijk. Het
kostbaarfte metaal voor ons, hetgeen wij in overvloèd
bezitten, is het Ijzer; dat kan oogenbliklijk de armen
van honderd duizend eri meer Burger Soldaten wapenen.
Wanneer de vreemdelingen ons een gehaat juk wilden
opleggen, wanneer wij or.ze vrijheden, en alles wat ons
lief is verdedigen moesten, zoo zouden alle onze kin
deren-toefnellen, en wü zouden even zoo veel ftrijders
als mannen tellen. Die ftrgd zoude den aanvaller weinig
Uitzichten voor de toekomst opleveren. Ons land is vol
gebergten, die van diepe afgronden doorfneden zijn. De
Zeeën Vloeden Stroomen en Engtens zouden bij iederen
tfap onze vganden ophouden; en wanneer de Natuur ons
rgkelijk van Thcrmopijlen voorzag, geloof ik, dat het
tegenwoordig geflacht ook eenige Leonidasfen zou ople.
veren, om dezelve te verdedigen. Ik ken dezelveü
er zullen zich zulken opdoen en onze Soldaten zullen
even zoo getrouw hunne Aanvoerders aankleven, als deze
het hunne wapenbroeders zullen doeD.
Het zal zelf niet nodig zgn. om den een noch den an
der onder onze oude Rijksheeren noch oüder onze Kamer-
heeren of Cabinetsleden te zoeken. Die Dwang - weelde
der Hoven, die fierad-en der Zijkamers, zijn in het opeoe
veld niet altoos zo nuttig. Onze tgd behoeft zuike ver
dedigers niet. En zonder die geenen te bezwaren welke
oude Heereo betreuren, die oude gewoonten en oude
b'trekkingen behouden die met verrukking de altaren van
h;jr despotismus weder willen oprigten om de Hooge-
priesters van Afgod-heelden te worden zal het Vaderland
talrijke dappere verdedigers vinden dieniet alleen bereid
zijn. om van deszelfs weldaden te leven, maar ook voor
hetzelve te ft er ven. Gij zult zulke lieden onder alle clasfen
N°, 73,
CGU#KNT.
VA-" :t
D E N. IS.
N i].
g a E? 2 .2 -3 o z t
- 2^2 s-Si
- I ■S S .T C
KJ V B ru 3 li U
=5-2 S 2 Z.
a *- S
'cm,
w cj_£ N N 5z
,11 A I* t) fi J I, n N
Ou. C 1CJ OJ hn *~-
eo t£i c te bo e 2r m
SCSI's 1 SBÏ-Si«|„s
vi m ~.S-X S-o
J s
s O
O O
.1 2
ON™ c u
- -a aj P
- - -O
der famenleving vinden; bij onze goedé landliedër, bij
onze be-zitrers van goederen, hij onz,e berg- en hutbe
woners die in hecgebeel geëne klederen met Herren dragen.
De eer is niet uitwendig op hunne borst gehecht, of. in
hunne knoopsgaten gevestigd maar zij gloeir in hunheri
boezem, en doet hunne harten voor Vrgheid en Vaderlaöd
kloppen. De blaauWe Kinderen f zo als de Zwèédfche
Soldaten onder Koning Karei XII. genaamd werden
hebben eeDige Erven nagelaren. Hun geflacht is in dfe
joogfte oorlogen-onder den laatfteD Guftaaf, niet geheel
uitgedelgd; eo dit geflacht zal verre beter als élk ander
door roemryke daden de zuiverheid van deszelfs oorfprong
en wettelijkheid doen blijkeD-
Wolk woord ontvalt mij daar even! In den naam der
wettelijkheid, zeggen de Duitfche en Franfche aanhangers
van het Leen-ftelzel zal Rusland Oorlog tegen Zweeden
beginnen. Wij veroorloven ons die ultra - wettelijke Hee-
ren te vragen, wat dan aan onze wettigheid ontbreekt?
Een Prinsdie door de vertegenwoordigers van het
Zweedfche volk op den Rgksdag te Öerehro wettig be
noemd, en wiens benoeming door het volk zelfs bekrach
tigd is, beheerscht thans op eene conftitutioneele wijze dit
land. Als Kroonprins volgde hij reeds wettig den Prins
van Augustenburg; als Koring volgde hij niet minder
wettig den Koning Karei XIII. die hem als Zoon had
aangenomen. Alle Europefche Mogendheden hebben hem
bij zijne troonsbeklimming als Koning van Zweden erkent.
Geweld van- wapenen heeft deze erkenning niet vergezeld.
Onder welk voorweodfel zou zich Rusland in iets mengen
waar over thans geene vraag meer is Heeft Zweden
voor de wettigheid van Iwan de wapenen opgevat? Heeft
het zich in die onderfcheideDe veranderingen geraeDgd,
welke wegens de troons-opvolging in de onderfcheidene
Stamhuizen, die thans in Europa regeerenplaats gehad
hebben De Hemel behoede het zich ooit |in zaken te
mengen die hetzelve niet aangaan. Men laate ook daar
tegen Zweden vrij en rustig in zgne Gebergten.
Wat de Oorlog tusfeben Zweden en Rusland, de eerfte
aanleg tot dit febrgven betreftzo befchouw ik dezelve
bg de leeftijden der beide Vorsten, die de beide Rijken
beheerfeben als onmogelijk. Zg hebben zich onderling
leeren kenoeD en waardeeren. De Grondwetten welke de
Koning Karei Johan verklaard heeft, om het welzijn, de
waardigheid en onafhangélijkheid van Zweden te verdedi
gen zijn dezelfden, welke Keizer Alexander openlijk te
kennen heeft gegeven. Het caracter der beide Souvereinen
moet de duurzaamheid der vriendfehap waarborgen die
federt langen rijd tusfehen hen beftaat; en die vriendfehap
zalzo wij hopen nog veel laDger dén vreede en de rust
van ons Vaderland waarborgen.
S P A N J E N.
MADRID den 30 Meij. Sedert het tïjdftipwaarop'
Ferdinand en Ifabella begonnen zijn met het inrigteD van
eene Militaire Zeemagt in Spanjenheeft dit Rijk zich
nimmer in zulk eenen beklagenswaardigen toeftand' be
vonden dan waarin hetzelve thans verkeert. Öm zich
een juist denkbeeld van zaken te vormen, moet men tot
het jaar 1796 terug gaan toen Koning Karei IV. de ón-
begrijpelijke zwakheid had om met de Franfche Repu.
bliek een aanvallende en verwerende verbintenis te fluicen.
Het is van dat tijdfrip af, dat de rampen van ons Zeewe
zen niet hebben opgehouden. Dezelve was toen faamge-
fteld uit 85 Liniefchepenwaar van er 20 van 80 tot 130
Stukken. Zes - en - zestig bevonden zich daar van in
dienst, en de meesten der overige moesten gerepareerd
worden. Het getal der Fregatten Corvetten en andere
ligte Schepen waren geevenredigd aan dat der Liniefche
pen. De Mariniers beftonden uit twaalf Battaillons ieder
van duizend Man, en de Artillerie uit twintig Brigades,
uitmakende drie duizend Man compleet. De drie Militaire
Havens van Kadix Carthagena en Ferrol baddea ontzach-
lijke Timmerwerven, Arfenalen en Magazijnen, welks
van al het noodige voor den Zeedienst opgevuld waren
die van Carracas vooral trokken de verwondering naar
zich van alle de vreemdelingen, die dezelve bezochten.
OD7.e verbiodtenis met Frankrgk, eo de önregtvaardige vgan-
delijke invalwelke daar van eene der noodlottige gevolgen
geweest is heeft alles vernield. Onze Zeemagt is vernietigd,
onze Arfenaien zgn ledig, en men zal in ae Magazijnen
geen Timmerhout meer vinden om Hechts vier Oorlogfche-
te bouwen. De Infanterie en Artillerie zijn gebezigd ter
verdediging van het Vaderland en men ziet van die
fchoone Corpfen niets meer dan de droevige overblijffelen.
Het Departement vanFerrol trok van Navarre buitengeraeene
eiken Boomen voor de bouwing der Schependie van
Kadix en Carthagena hadden dezelfde bronnen, in de vier
Koningrijken van Andalufiëa thans zijn die Bosfchen,
om zo te zeggen verhield. Het eiland Cuba verfchafte
ook eene groote hoeveelheid eiken Boomen die men te
Carracas bezigde: deze bron mankeert ons ook, door de
ontoereikende transport - middelen en doordiende Zeeën
door Kapers onveilig gemaakt worden. Vaneenen anderen
kantbragten de Hollanders ons uit het Noorden Rond
houten, Vlas en andere voorwerpen; doch deze arrive-
menteh zijn thans zeer zeldzaam. Het is dus dat, door
eene reeks van ongelukkige omftandighede.n, de Spaanfche
Zeemagt in verval geraakt is, waar uit dezelve .bezwaarlijk
weder zal opkomen. Daar uit is tfoortgevloerd -dat bet
Gouvernement genoodzaakt is geweest :zich tot Rusland
te vervoegen, om daarvan eenige Schepen; tot. cje groote
•Expeditie te verkrijgen; doch ongelukkig beeft, die hulp
mee aan de gekoesterde verwachting beanUY^Qtdty want
die Schepen zijn, in weerwil van alle de daar aan gedane
reparatiën van een zeer flegt maakfel. Zodanig zijn de
oorzaken, welke meer dan een ja.ar het vertrek van/de
groote Expeditie naar Zuid - America vertraagd, hebben
de Nakomelingfchap zal moegelijk geloven dat de wapening
van een Spaansch Esquader meer moeite werk.ep omflag
gekost heeft, dan' er voor twintig faren nödig wa$, ornrffo
Liniefchepen en 30 Fregatten uit' onze havens te doen lopen.
Het Gouvernement heeft viij jorrge berigten uit de ver-
fdiüleode };edeeheo van Zuid-America ontvanger.; dewijl
(,Het vervolg op de kant van itze Bladz
ba to
'a c X il o W TJ b8
SS 13 «oSywSS ai»
V° n u O M Jr HJ
- J
•-Silo
!r:a a." a
f» <a
'r'
cj S
i rz E
g <0 c
aan
O O O
O
Oaii?
p.' 2 W» O "U,
c u h, Cu-- w iu c o 27, a
O, W> o e-a 2>
°8-5.B-ips|TS|fciBSS«J
'O o G acü O C£h'
n
O S o GOJ
e O 0 L_ O
O e
J 2 s
fe E S 5;
O 5
O O) 5 1>
il «O
'c cj M-a
-.5? S n
5 o
8 R.
o a> w 0 u. 1
X4 N O t
Hl C t
M OJ C
o J; u e J
rt 1X3 i
a
Si S
a 73 bo f.
E 'Z
a>
P Xi
,2Ptj
X W o
N p-a-Ö
-
1 s
o g E
3 x x v.
s 'X OW
QJ'fl P
feO ra 5 as
O) E3 o CJ
cK u
«-a a) a
'«-.«--CO
«O CJ
c u
51 O n o ca 3
- -) o x
5 - O'S-S
CU
O C "C
Si cj d
2
3 6
3 OJ
- a
2 -a ■S •-
CJ TO tj Cl
Sgs g 2
B-*
n TZ 'C r« O
£sil
c w "5
3
o
5 --
■o o "C n
*c
ïSsï
l> Cj't3
Q> Q CJ
CJ
*u 'O
ba a
,Si o p o
E-a W N
p c
S -- O g.'B s J
to:-t? u
So u. -
•5 z p 7
"2 *- S
'i
•S.P a
5 g g S i
'Z a c O
CJ cj a» a>
XX S
cj
Q a
«3 C
S -P
ra CJ, ~-
O cu n.£
a. c
N CJ o ra
iï E
E S;3_
W
M O f4
O; 'S H JH
a-o
1_ _II CJ
O O - TO
cj -a c
X W O
S2 c
cj cj :D
X bi x O
cjbo
2 ?- '5
Cu
P 0 E
OJ taj
G M o
n
S.S-; r
O, a -P
O - «ui
ba cj
•g o 2 2
«1>
CC -o
a c
cj ra
a
O
g O
V3 r.
CJ P
Sé
E u o
'o 9
'r. °2
^•s -
g s
S 0 s
b
OJ 33 «u
o a. X
;e? N
N
ed
Z
Z
H
tr<
U—t
a
t-i
o
O
ci
O
ïl-s
.'SS
:a a o e
X
P CJ p
CJ C ^3
CJ QJ CJ c
"O X
„ÏC* CJ 5,
cj o
Ld ,g-.C O
n X e> c u
l-stss
c es o
v! o 5) 5 rt O
x «u» c <3
w X A»
CJ
bay* a»
u
I cs ra
CO
-Is
o ■- -3 a
1 -S
X O M
C X
.2i n 510
•ÏN--
l_ CJ -Q
K.-P
p S
P
S- U.
a>
CJ
s
O ra '•-* s O
rZ ra g o
E S og
Cd O g
(d O rw, a
S P- - Q
ra
CJ M
iH
'E éi "2
N." g?
- w-a
p a P 5
o <u cn
-a*j
M u u "3 - CÖ*-
*S ra So O bfl-a S CJ
1 D S N - n
x 3 au
3 c ,aj X O 5 -a «- ra ra
S.2-0
3-° JJ-qO O S g
O q 0 O o TJ ra o
-S
- s - JS S H .2
is s-s s-g.
§'3 J g,» s'2 5
g.2
a a u -- w a
O M JJ -c-, ~Z
■v O g-a J 3 u
S '"'3 u
2 o w Oi CJ 2;
2 c» 3-°.
p. - ''P'- iS' ,y
ra w o ra XC
-•3 S"3 „-§u>5^g
1 SS.2 ~JÏ
.2,
arsgg=ïi?-s
3 "O v O cj J
gXaiS =s„ 2-
z Wt-w a
a <iu
bO
.2
Ti cf-
cj cj
g -M.
t'-D ba P
g2 Z"
QJ JJ O M
gl|?:S
CJ CJ- b»
X CU
c v ^-2 2
s -
5= I S i
'S-i-l
o-r
c -P
S§2'
3-gg
3=S°2
O CJ- fZZ,
N X O
- -
-»"0'
o a
•o
cj
1 ra' B-
a S e."0:
o ra c>
ra 3
3-' - s
«v -.t: «t
o
O' cj
~3 tO
X p o