re
8
3
>:.%Z
lïjilllSïïnsïïïï!!!! publiek Bewindhebber zijn. fti) heeft het regt nice tan
s o-r:^ c-o *o w n m /-sa Burgcrfchap gccw Profesfor zijn gr<w* ooi zijne
r® f- 01 (-» a Mo»" J J» T3 M - 3 J
5.
o. 3 S
O 3
O Q.
en r> a
3 o
O o
O N
9 3
ea:
I 3 CS
1 O N D
o
S|aS„g
ȕi
Q ;r-[ro!Ae:3 a 1 w
s-^ggS-Sr-S-as!
c'SS-S'S--.2Ss-l
o o n ?r o *3
P I 2.n.„
O- C -n rj (j era re 2.*
LJ.j-j. 2 Jj £l Q. re re «Jf
405 2 2 B 1 S
pr cr re go [1 ow n>
^.2, 0^0?<5»ooa
2 °-" Sag g-S.g g O
es al S.S««S5 5SCI85"-
2,< g"-?irp0Se- r-a
S2.o"*^ 0
H 3 M re I CT 2 a«Yn
M O' W9 *22
■wezen mogen. Eindelijk is
van het grootfte gedeelte der
p-ft =-.? fr
u <3: c. o
=*•2.
I ÏJq (Taw
1 N S S O I
m" f d JJ tr NM „_--
P3 a a a d* m 1 13 2' o
D- »oicrE_<°-23S
=r 5f 2. o 9 A u
2. =- a. -a o
nz, ff» 3;
Of-" 3 r
3
<"S
CL.
:ïO^<n5'
OfT*0— rt=j- -» ■- - "-T re MNCfq
re^^jfSre B» 2 **i 3 3 2
^a;2m -t 2.™ IT rn 3" -i rt tn 05
2 3 p 2 3 0; 2 n *0 u era g
5 a 2 er - a re cl 2<
2 S 2 g I S CJL-S-s 2.?=-° s - 3
C3 a.3 5 S I
D re
i5Ö;
2 —5.S-.W 3
S re 3 er
r-. 03 Q- Ta <i
n a o - re r»
N 3 ft ft r_ Jt, 3 o
:"t^33fiO-n<
™33^ CTQW--
b ?|o CS-3
O er
1 0
S-03
3 3 -
Z s
re «""O CL" «a:2
3 CJl CO TO
Sa."* O a 2.^q
^"S^SS-S^ssb-
o er?
CL n o n>
3 o n. Vi_. gi, O-
S3,3 H
2 £.£2 S.a!2 2
O S S =r 5. 3
O S-OÏ H
&o - 5'
3 S 9-2
ar; 'B 'c 1 r
- O 0 w.1" 3 Z^-3-
2r
oo^a°2-
t o"5.
9 cr^
M 2
I
a.">
2 3
c q~ CL CL cl O. 3
wT3 jjootr^fw
a - O 3 3
O
O M
- *2.
o F 2
-2.?
*2 2 r
SS'SS'S
cn O
O. O
r»
2 2. to
3-ft fti
a cl N n _2
2 3 O O 3 2"«7 a
S o--«o<5 J S 2 <5
S»5!? SïLe. sa
„SaS£>flS,-5'o''>
*-< 3 1? _1! D, ï-, O n 1
o. 2 al^2
W n O" V>^> D B N 2 u
•r L- O <J O "J D
03 X.-1 O C ro C/3 rr OSl a
ni?"a"B2.<o* -TO to
5Socr«gO° co. 2
Ö5r?. ?S?3rï T»
o
2^ 2 03 CL S* Sr O M CLerq P 0 ft
C"B|;'tft20pti ta* S o -5
a -'örjq E.B^WD1»DOn
w 2 c CL TO 0 CL a c -r c
C3 1? 2.5. 2 D 0»^2 3 rt n ^.TO
„&S=-a-"s?&f.'»^8SS;r&
risBs^is^lss-'
ca. o m - ag o)N'Ij.
cl 2 3 0 _2.«*n>
S oSS «o 2 9
r -» r;
?T rs >-n '2.
r rr. c 2
o o H) r,. - p o
O 0 s.3 =53 S-j5 «5.
H C) H
o O era S f> - 2. 5
2 aï° f""1
g -^3*2.° - "^!a
;^ÏT"3!Ï
•-• e3 re o >4
C1-r n° e
CL CL o 2.
o«2
2"
n »7t. re
ö;O o-
ar:
CL o s, D. 2
<b r* L. Q3 3* u 1 O N CJ 3
0 5 3 S S 3 0 s
<"3 re"o®Scroa 3
2 a S. -a a.
B2too3-2cC0^ÏT
S 3 3 =TO
re* re O-ü:
B a 3 2 Cl: 9T
«IS-5
M-S^C-33S'S
SA?On« CL TO
a 3
B re
sr ir
re 2 re S O; O 2 J
<23tfiMre»
m o o n 1
-o s?r-
05
3 2 tö
0 J»
sSS
•saS
«8-r
'LaSlNg-
AA" E' O.
S <^d-2
- 5 s> 3 o
S S 5--| o
re ei. 2 3 -
r—sr^rejj 3
ö;»«&S<|3sS2.gTOg
"3S;;;ttc.- 2.S- SS:
-ar a
?5,oS"0»»5°«D.
®c"S:c jö
tto* N* S" 3 ""ï0 2 o reHre
«QNre^-co ?r 3 a a n
2 _re 3 o Cflsw 3 2
S-al ?32STOo.Sre<2a
r z o
O o KTO
S s 5"«
O
*-a:°
5T o h w
1= 2 A-S 3
ë.=rs3 3 3
H re o -•»
a -1 3 *c3
w 3 *a t> -t
n n o a B
£3 D O K"
w, 3 re p? 3 o
re 3 O" 2
fl X
p* o c
t» S" 3 c
0 TO CL cl
o 5 5"S S
2 re" O *0 0
re *T o -
a re n
B3 B f
O.B 2 w 1
talenten en kundigheden
de Catholijk uitgefloten
voordeelen van den Handel, van de meeste aanzienl
Bedieningen, en van de aan den vrijen mensch meest
geliefde Regt n. Ën waarom is hij daar van u (gefloten
Om dat men hem verdacht houdt. En waarom houdt rhen
hem verdachr Omdat hij onderdrukt is Ëenige lieden
denken dat de Cathol^ken het ocdervondene onregt nooit
zullen vfergeeten en uit dien hoofde willen zg niet dat
men hen herftelle Deze Staatkunde is zwak en misdadig;
daarom is het. dat de lafaards de verdediging der wreed.
2 2* O heid maaken. Volgens deze grondregels, zou de Verdruk
king nooit ophouden en de Volken zouden zicb altijd
van de weldaden des Vredes beroofd zien. Dat wij die
TO - menfehen iaten varen, en laat ons aan het Parlement zeg-
2 P*2 a- a SeD sPot Diet mec de ^esfen der geregtigheid koesterd
o 2 geene valfche achterdocht jegens de eisfehen uwer Land-
genooten denkt niet dat uw befluit de kracht der waar
heid of de proef der ondervinding verpletterd, want ziet
hoe dezelve U tegenfpreeken.
Onder de tegenwoordige regeering zijn verfcheide ver-
foejjelijke ftrafwetten afgefchaftea de Cathol^jken heb-
ben kostelijke vrijdommen bekomen. Hebt gij een voor^
beeld van het misbruik der voorregten tot welke zij
toegelaten zijn? Hebben zij als Magiftraten ontrouw ge
handeld? Hebben zij als Burgers gevaarlijk of nutteloos
geweest? Hebben zij als Soldaten geweigerd te ftrijden?
Hebben de artijkelen tan hux Geloof hen verhinderd om
2 2 pj2 o g* U in de gevegten b^j te ftaan Nooir! Wei nu, daar zij
re r? voorregten verdiend hebben welke zij genieten, welke
reden hebt gij dan om te gelooven dat zij misbruik
zuilen maken van die genen, welke zij verzoeken? Wij
nodigen U uit om de Catholijken te beöordeeien zo als
gij andere perfonen beöordeeien zoude, en zo als
wenscht zelfs beoordeeld te worden.
Indien Gij door hunne daaden door het gedrag dat zij
houden, overtuigd zijt, dat zij vijanden van de vrijheid
of van deconftitutieontrouw aan den troon ofverraders
.0 a van het vaderland geweest zr)o fluit hen uit, omdat
c -* o hunne vrijheid het fein van hunnen ondergang zou zijn;
maar van eenen anderen kantindien zij als dappere
Soldaten, als getrouwe Burgers, en eindelijk als eerlijke
lieden gehandeld hebben; ftaa hen dan toe het geen zQ
verzoeken. Deze daad zal U in het oog der geheele wereld
beroemd en onoverwinnelijk maken. De volksverëniging
bevestigd de onwrikbaarheid der Natiën. De troon zal
daar door eenen nieuwen roem verkrijgen. Oordeeld de
Catholijken naar hunne daden indien gij regt handelen
wilt; zo niet, fpreek van Kerkvergaderingen, die zij.
nooit gekend hebben en van gevaren, waaraan gij nooit
zijt blootgefteld geweest. Indien men eene ongeregtigheid
wil uitvoeren vindt men er gemakkelijk eene ontfchuldi-
glog van.
Maar hoe durft men de Catholijken van gevaarlijke
oogmerken befchuldigen kan men denkêo dat een volk,
hetwelk zich in den ftaat van verguizing zo ftandvastig
getoond heeft, in het oogenblik vaD deszelfs vrijheid een
verrader worde? Indien zij in den tempel der Conflitutie
ontvangen zijn, zullen zij dan trachten dien omver te
werpen deze veronderfteiling kan niet anders dan
valsch zijn.
Indien gij eenen armen reiziger ontmoet, van vermoeid
heid nedervallende blootgefteld aan de ftormen des
Hemels, en aan de wreede wisfelingendie de menfehe-
lijkheid overftelpen gelooft gij dat die man wanneer gij
hem een fchuilplaats aanbied en de verkwikkingen van
uw huisgezin met hem deeld, trachten zal de wdooplaats
S'B w den verpletteren? Deelgenoot Uwer weldaaden zijnde, is
c" ~2?~ bet dan niet van belang voor hem er de befcherming van te
2 ia: 2 n m° verzekeren? Hijdie volgens de natuur redeneerdzal
2.^0 cr jjraci,t jn deze aanmerkingen vinden maar hijdie alleen
naar ejgenzelvigheidhandeldzal dezelve verachten.
Wij beroepen ons niet op zulke menfehen maar op de
vrienden van regt, en tot die zeggen wgHerilel het
onregt der Catholijken bevrijd het Koningrijk van deze
verguizing, welke eene even zo laffe als laage ondeugd,
de bijgelovigheid, over het caracter eens volka heeft
verfpreid.
Volgens de jongfte berigten uit Zuid-America heeft de
Generaal Bolivar de volgende Proclamatie gedaan, geda.
teerd Angostura den ao November 1818.
Overwegende, dat het SpaanfcheGouvernement de tus-
f chenkomst der groote Mogendheden verzochtom deszelfs
magt over de vrge en onafhankelijke gewesten van Ame
rica weder te berftellen voegt het aan de waardigheid
der Republiek van Venezuela, om in het oog der geheele
wereld derzelver gevoelens en befluit te verklaren:
sro-l re Dat. hoezeer deze gevoelens en,dat befluit, reeds den
2 S re 3* 5 Julij 1811 zijn. bekend gemaakten voornamelijk fe-
dert dat zich de oogmerken van het Cabinet van Madrid
hebben doen kennen is het niet te min de pligt van een
2.®. Gouvernement, waar eene nationale vertegenwoordiging
b"o daargefteld is, dezelve op eene wettige en plegtige wijze
<*reS te herhalen en af te kondigen: en overwegendedat zij deze
v 3 vrije en ronde verklaring niet alleen aan de groote Mo-
«5*3 gendheden verfcbuldigd is, ter betuiging van eerbied en
m T 3 g hoogachting; maar ook dat dezelve noodzakelijk is ge-
n.*H.cl worden, om de gemoederen der Inwoners van de Repu-
2 bliek gerust te ftellen.
o\ n 2. Dien ten gevolge oordeelt de Republiek van Venezuela
P3 o bewogen door alle deze overwegingen, en de wil des
T Volks vertolkende het raadzaam om de navolgende ver-
^no g klaring te doen:
f re o.i. Dat de Republiek van Venezuela, uit hoofde van
de regtea der Volken is ontflagen van de Spaanfche Na
tie, en gefteld tot eenen Souvereinen vrijen en onafhan-
kelgken Staat.
a. Dat Spanje niet gegrond is in de terugeisfehing van
deszelfs Souvereiniteit over ons en dat Europa het regt
niet heeft, ora te ondernemen ons onder het juk te ver-
J
O
-rëï!.?
2 2
J&" O B
re q, w
M n IJ. M
o«55
3 CL -1 9T
H. s «n2
<3 re l. m
2 pr° a
O 2 f 2
ra a z
n C re O.
re Do
S tr- S
2 re 2
2 n
s-^-lagi*
-I CL
2?s|5§
"re 3
3 re
2 03 g 2
3 o
00
o 0:
ZO. M D
re CL Q*
2. Na 0 - S 2
^•Nprjcr 1»^ Cn 2.
3* Q 25-*c
re 3 rr c
PT!» T'
G plaatzen.
3 *Z
Ü1 O 5
-?1 9 2
3. Dat wg nooit verzocht hebben en nimmer verzoeken
zullen om onze inlijving in de Spaanfche Natie.
4. Dat wjj nooit de tusfehenkomst der groote Mogend
heden hebben verzocht, om ons met Spapje weder te
verzoenen.
5 Dar wij nooit dan gelgk rot gelijk met Spanje zullen
handelen» herzij in vreede of in oorlog, en volgens de
handelwijzen, welke alle de Natiën wederzyds de eene
voor de andere gebrniken.
6 Dat wij de tusfehenkomst der vreemde Mogendheden
niet anders begeeren dan om zich ten behoeve der men-
fcheiijkheid tusfehen beidm te dellen, met Spanje ie ver
zoeken een tractaat van vreede en vriendfehap roet de
Burgers van Venezuela daar te ftellen en te fluiten, ons
erkennende en behandelende als een? fotivereine vrije ea
onafbankelgke Natie, en eindelijk:
j. De Republiek van Venezuela verklaard dat wQ
federt den 10 April 1810 voor onze regcen ftrijden; dat
wg het bloed onzer kmderen vergoten hebben; dat wij
onze eigendommen en inkomsten opgeofferd, en eindelijk
alles gedaan hebben, wat den mensch dierbaar is om
zijne regten te herkrijgen, en dezelve in hunne volko.
menheid te bewaaren zo als dezelve ons door de Godde.
lijke Voorzienigheid verleend zijn. Het volk van Venezuela
heeft befloten om zicb onder hunne eigene püinhoopen
te begraven, indien Spanje, Europa, of cenige andere
Mogendheid, pogingen zouden doen om ona weder onder
het juk te brengen.
F R A N K R Y K.
PARYS den 5 Mey Eergister beeft de Koning dei
gelukwenfchingen ontvangen ter gelegenheid van des-
zelfs wederkomst te Parijs, zo van de Koninglijke familiei
als van alle de hooge Officieren van den Staf en hetj
Municipaal ligchaam van Parijs met den Prefect van de
Seine aan *t hoofd, aan welken het 2. M. behaagd heeft,
om, met woorden vol goedheid, zijn leedwezen uitte;
drukken dat de aanval van jicht, waarvan hij nog niet
volkomen bevrijd is hem belette om even als de vorige
jaren, zgn Paleis te verlaten, en zich naar zijn verlan*
gen, aan de ingezetenen zijner goede Stad ^Parijs te ver-
toonen maar," voegde de Koning er bij zeg hun,
herhaal hun dat ik met mijn hart altoos in hun midden ben."
Aan de Deputatie der Kamer van Afgevaardigden heeft
Zijne Majt. gezegd: Ik ontvang altoos met vermaak de
gelukwenfchingen van de Kamer der Afgevaardigden van
de Departementen. Ik befchouw haar als de mond van
mijn volk in de perfouele gevoelens welke zij mij betmgt.
Ik reken op de medewerking der Kamer om het goede te
vervullen dat ik in mijn hart heb.
De Koning van Spanjenals Grootmeester der Orde van
het Gulden Vlies, aaD de Hertog de Mouchy die Orde
vereerd hebbende, welke zijD Vader de Prins van Poix
had gehad, heefc de Koning, als vertegenwoordiger des
Konings van SpanjeD bem den 1 dezer in de troonzaal
met de geweone plegtigheden die Orde afgegeven.
Dien zelfden avond heeft Z. M. audiëntie verleend aan
den Prins Talleyrand, welke eerstdaags naar zijn Landgoed
Valer.fjy vertrekt.
Op dien zelfden dag hebben bij den Minister van Bin-
nelandfche Zaken een aantal Prelaten gedineerd aan welké
Zijn Exc. mededeeling gedaan heeft van den ftaat der
onderhandelingen met het Hof van Rome, betreffende dp
zaken der Gallicaanfche Kerk, Men verzekert, dat reeds
eene provifionele febikking overeengekomen is, en dac
onverwijld in de vacante plaatfen voorzien zal worden.
Ook verzekert mendat a2n de bij den Minister ter
maaltijd onthaalde Prelaten opgedragen is, om de verande
ringen in de gebeden en verdere plechtigheden der zalving
voor te dragen welke de veranderingen in de Staatkundige
Conftitutie van Frankrijk noodzakelijk maken.
Dat de dagbladen fpoedig gebruik weten te maken van
de ontheffing van cenfuur op den eerften dezer aan hun
verleend, blijkt aan de Gazette de France welke eergister
een vrij vigoureus artijkel heeft medegedeeldwaar in doj
Ministers maar geheel niet worden gefpaard, als verkéerdoj
wegen hebbende ingeflagen om zich fterkte te verzorgeo
en in deszelfs nummer van gister vindt men het volgend
artikel
Meu zegt ons: Gij geeft voor dat bet ftelzel van het
Ministerie het Koningfchap verderft maar uwe bekom
meringen .zijn zopder grond; want alles in Frankrijk is
rustig, de belastingen mnr^n Jc,^e,r.
««iTgéVuivcD^ nreh vraagt alleenlgk de ontwikkeling van
de Grondwet, enz- enz."
Waarlijk wij billen niet zeggen da* de vernieling vao
den Staat voltooid isen dat wij bereids in volle regee-
ringloosheid zijn; maar, om dat een ménsch nog niet op
den bodem vao den afgrond legtmoet men daarom be»
weeren dat hij niet op den rand is? Za! men durven zeg*
gen dat het Koniogfchap niet bedreigd wordtom dat de
omwenteling nog niet verder is dan met den aanval op de
Zwitfers."
Hier bg haalde de Schrijver aan dat in het Proces
verbaal van den 4 Augustus 179a een lid van de Nationale
Conventie voorftelde te decreteeren dat de Koning geen
Zwitferfche Regimenten voor zijne Garde meer Zoü kunnen
hebbenmaar de meerderheid van bet gezonde gedeelte
dier Vergadering bepaalde belooningen voor de Zwitfers,
en verklaarde dat zij wel bij het Vaderland hadden ver
diend. Zes dagen daarna 10 Augustus wierden z$
vermoord l
Door de zo evengemelde aanval op de Zwitfers, worde®
de petitien bedoeld die meer en meer bij de Kamer der
Afgevaardigden inkomen om de in onze foldij ftaande
Zwitzerfche Troepen terug re zenden, waartoe eeniee
onaangenaamheden hier en daar tusfehen Zwitzerfche
Militairen en lngezètenen plaats gehad hebbende aanleiding
fchijnen gegeven te hebben. Men gelooft evenwel niet
dat zulks gevolg zhl hebben, en bij dezegelegenheid worde
door een onzer Dagbladen aangemerkt, dat de Zwitzerfche
Troepen, die uit kracht der oude tractaten een gedeelte
vao de Garde onzer Koningen uitmaken, zich ten al feta
tijde cfoor hunne regtfehapenheid en moedige trouw
ondërfcheiden hebben; en mea geeft daar bij een ftaaltje
op van het fchoon gedrag, door hen gehouden, daags na
de wederkomst van Bonaparte te Parijswanneer op de®
21 Maart de Graaf d'AffryColonel der Zwitfers, dea
dwingeland fn het aanzicht durfde wederftaan en hem
eene les geven waarvan de bijzonderheden niet zonder
belang fcullen fchjjnen.
Bonaparte deed hem aanzeggen dat hij deszelfs Regi
ment daags daar aan in oogenfehonw zou nemen. De
Colonel gaf ten antwoord: Ik zal mijn pligt deen. Dien
zelfden dag liet h|j zijne Troep bijeen komen gaf
kennis van de ontvangene ordres en verzocht de Officiers
hem met vertrouwen te zeggen welk gedrag hij moest
houden. Officiers en Soldaten riepen te gelijk: dathet
welk de pligt gebied. Bonaparte, de Zwitzers op 22 Maart
niet in de gelederen ziende, zond door een Aide de Camp
ftipte ordres aan hunnen Colonel om op het plein van het
Carousfel te komen; doch deze antwoordde zeer koel
bloedig, dat hij geene ordres kende dan van den Koning
Na de revue liet Bonaparte den Colonel uitnodigen om
op het Kasteel te komeD. Hij begaf zich derwaards en
in de zaal der Marfchalken gekomen zijode, kwamen twee
Officiers bij hem en vroegen hem zijn degen af; die trok
bij indedaad maar ftak dien onder den arm en twee treden
achter uit gaande, zeide hij: laat de Jloutfle van U dien
komen halen. Deze omftandigheid onthntfte hen en zonder
verderen aandrangtlieten zg hem door, en hij werd fpoedig
bg Bonaparte ingeleid.
Cliet vervolg op de Kant tan dezt Blad*