0
N Z
Tiïc-r van reóe t-k "zn bekwaam vervuld door deo eer
waardigen .collega dien ik opvcJg,. eq yiie de Itappep
drukkende van' zijné doorluchtige vnprjan,ivr^ jy.^i de
niodellen heeft" a Hue we zén ter navolging in eer.e loop
baan wvann ik, hcnce- ufefoenxiiet kunnende tr.ven, ren
irvbftén de Actrfen' hunner 'oridervibding. te bast zal nemen.
Reeds hebben /.ij mij -geleerd ri2t, om de inwendige
weiten welke tie Ka-rn'rr zich heeft cpiel'egd re doen
aaarkomen, ik het voorbeeld der onderwerping moet ge-ven
welke de wetten vorderen, dat ik met onpartijdigheid"" de
oxde mo et - hfttvri h a vlcx-, welke ODze discusften verlicht, en
die vrijheid .van denkwijzen, welke, de perfonen eerbie
digende d$, zegepraal der waarheid verzekert.
Getrouw aau deze beginfelen zal ik de andere regelen
voor mijn gedrag zoeken in den wil der Kamer, en ik durf
hopen tifct hsrA .welwiUöudbeid en roijne zorgen om die
te verdienenoe eerfte band de.r volkomen vereeniging
zullen uitmaken, welke tusfehen onsvoor bet geluk der
Franfcheü moet heerfchen.**
De Kamer deze- Aanfpraak in diepe ftilte en met blik
baar genoegen gehoord hebbende werd befloten die te
- doen drukkenwaar na men befloot den Koning en .de
Kamer der Fairs bij twee boodfehappen kennis te geven
dat de Kamer zich had geconftitueerd. Vervolgens
werd op voorftel van den PrefiJeot befloten om den Heer
Angles, die als ouclfte Jid der vergadering, provifioneel
als voorzitter gefungeerd bad, hij eenen brief te bedanken
Voorts henoeende. de Kamer drie Commisfien, eene ter
opftellipg van het dank-adres, eene tot de petitiën en
eene Commisfie van Comptabiliteit.
Van la Fleche wordt gemeld, dat de opfland, welke
onder de jonge liJden vaq, het Kweekfchool aldaar heeft
plasrs gehad zie puze Courant van den 14 dezer door
het bezigen van beo iiiengen maatregel, om vijftig jonge
Heden weg te zenden, gedempt, en de orde en rust geheel
herfteld is.
Nog geltadig verfchaft de Aanfpraak des Konings bjj
de opening der Zitting van het Wetgevend Ligchaam en
de tegenwoordige toeftaüd van Frankrjjk ftof aan -de
Schrijvers der ODclerfcheidene Dagbladen. Zie hier op
bóedani'ge wijze die Aanfpraak behandeld wordt in het
Dagblad de Minerve een der vrjjmoédigfte van de zoge.
jnaamde hberajen of ooafbanglüken bij het daar van gege
ven verflag, „door den Heer Benjamin Conftanr, wien het
mislukt is om tot Afgevaardigden yerkozen te worden.
M De Aanfpraak van den Monarch bewijst op nieuw
deszelfs verkleefdheid aan het Charter. De vrienden van
het Charter hebben alzo niets te vrezen voor hunne vry-
heden. De vijanden van het Charter zijn deeenige, welke
reis te vrezen hebben dat is alleen wettige maatrege
lenondej waarborgen, en cocftitutionele vormen; want
wile Hemel behoede mij dat ik regeD eénige party willekeu.
rige maatregelen zoude inroepen. Wij zullen dus de Ha.
..ven binnen loopen werwaarts wij federt zo lang het
'fteven hebben gewend. Ik lees rn de aanfpraak-dat de
xegeering rekem op de medewerking der Kamers, om de
gevaarlijke beginfelen re beftrijden. Welke mogen toch
wel die begiDfelen-zijn zijn het andere dan de rampfpoe-
dige befinfelen van het Charter'c welk Koning Lode-
wïjk XVIIJ. dragelijks meer en meer bemint? de gevaar
lijke beginfelen zijn de exceptive wetteo de afwijktngèn
van het maatfchappelyk verbond, de aanfligen tegen het
•wettig'gebruik van ons denkvermogen; deze beginfe-
len zijn de clasfificatien van fuspecten de epuratien en
de categorien. Ik lees van zekere lieden, welkeonder
het masker van vrijheid, door regeeringloosheid tot wille:-
ïceur zoeken te komen. Welke kunnen toch die lieden
zijn? Waar is die regeeriogloosheid Die lieden zijn de
zodanige, die alleen ten hunnen voordtele de waarborgen
der wet inroepen welke zij anderzins geredelijk opfchor»
ten, welke het, masker der vrijheid gebruiken, om dé
zodanige, welke hunne gerucht makende, dóch niet tal-
Tyke factie niet genegen zijnaan ketenen te leggen.-
Waar is de regeeriogloosheid anders dan in eene regee
ring, waarin de agenten van de uitvoerende magt de
beveelen niet gehoorzamea welke hun gegeven worden/
cn in 't geheim zich van deze conftitutionele ongehoor.
zcaraheid eene verdiende maken, enz.'* 1
Op eenen geheel anderen toon zjjn de aanmerkingen van
het Dagblad le Publicistewelke daar bij den vorigen
ftaat van Frankrijk herinnerden de oorzaken van oo'ze
rampfpoeden opgeefj in de volgende bewoordiogen
De opening der zitting van de Kamers was met dat
ipcgednld verwacht, hetwelk de dringende behoefte in.
boezemde van onze beftemming gevestigd te zien; onze
beftemmingen zijn gevestigd.
Eertijds, in de groote gevaaren dés Koningryks was
het tot den troon, tot den gebeiligden perfoon des Kó-
■uings dat het Vaderland deszelfs befchouwingen deed
opklimmen, en uit de hoogte der Majefteit van den troon
daalden de vertroostingen en de veiligheid af. Die tijden
zijn 0DS weder gekomen. In 1816 vertrooste de Ko
ning onze elenden in 1817 heeft hy ons de bevrijding
beloofd van ons grondgebied; heden tegen de losbandig
heid en tegen de eigendunklijkhcidwelke er het onfeil-
baar loon van zijn zouhet is de waarborg van onze vrij
heid welke zijn Koninglijk woord ons komt te geven;
het dankbaar Frankrijk ziet eensklaps en zonder terug
keering de bekommeringen verdwijnen, welke het had
opgevat.
Neen de ondervinding der dertig eeuwen van de om
wenteling zullen voor Frankrijk niet verloren zijn.
Welke waren de oorzaken van onze rampfpoeden ge
durende dat groote tijdvak De omwenteling leerd ons dat
.zelve in alle tme tijdperken.
De omwenteling is geboren uit de drie eeuwen welke
dezelve vooraf gingen; zij zou regelmatig en gelukkig
geweest zijn indien men aan de belangen en aan de rech
ten door eeae bovenmatige befchaviDg verkregen, fpoe-
<Jig genoeg een wettige uitdrukking had gegeven; en wan
neer eindelyk de onbuigzaame noodwendigheid der dingen
zich iu derzelver verfchriklrjke waarheid geopenbaard had,
lag ons ongeluk voornamelijk daarin, dathet eenig wettelijk
ca wettig middel hetwelk kon gebezigd worden werd
overgelaten aan de toevallen van «11e driften, es van alle
onervarendheden.
De Generale Staten werden geopend, en nog konden zij
Frankiijk redden maar het Gouvernement twijffelde aan
zich zelve, aan zijne billijke rechten en aan zjjne ftei*kte.
Dat was een afftand; die werd aangenomen; de conftituee-
rende vergadering werd het Gouvernement.
Schouwtoneel de grootfte bedenkingen waardig
Voo-rtnaals zochten in de volksbewegingen de gemeene-
b'sten hun heil in een tijdelijk Dictatorfchap. Hier,
is Jic-t voortdurend Dictatorfchap van het Kooingfchap
Ju i-velk zelfs zijne bundels verbrijzelde en tot de volken
y.cide: mijne zending is niet meer U te redden.
Dus ging de msgt maar niet de mogendheid van bat
&ox!ogfchsp over u de C«nftjt«e:rende Vergadering.
Die Vergadering, noodwendig zVvakker daa het Kooing
fchap, kon noch zich zelve noch de menigte regeeren zij
kon zelfs hare zwakheid, zo als die was, aan hare
Opvolgers niet legatceren.
De wetgevende Vergadering erfde dns het Gouverne
ment, en bij haar werd neg het overfebot van'het zievj-
roogend koningfehap gevonden. Deszelfs magt was r.iet
meer dan om hetzelve te vernielen, erf het verdween voor haar.
Maar nog zwakker zijnde dan de conflitueèrende Verga
dering, kon zij niet anders dan de menigte oproepen, om
zich zelve tc regeereu of liever om den laatfteo afgrond
te delven.
Zo werd dan de Conventie Souvereine, niet om op te
bouwen maar om af te breken. Vóór haar bevondt zich
de menigte met al derzelver driften en jjltuitigheid 4 voor
haar bevonden zich ook de Legers van Europa, met hunne
onvoorzichtige en onvermogende bedreigingen. Om alstoen
de menigte tegen die vreemde Légers voort te ftooten
moest men aan .dezelve de waarborg geven van eeoe ver-
fchriklijke wil van wandaden en van geweld. Het was de
fchrik; de fchrikt laatfte eindpaal der zedelyke vergui
zing van eene magt van den troon in de menigte ver-
vervallen. Deze febrikbarende voprtgang lag in de onbe
weeglijke orde van de natuur zelve.
Volg nu de uitwerkzels der regeeriogloosheid na in eene
militaire republiek van 12 honderd duizend ftrijders. Een
krijgsman verheft zich op de roemrijke zegetekens, cn
met de hand aan zjjn zwaard, zegt hjj tegen zjjae Wapen
broeders: lk ben het die de meester is. Zodanige waren
Marius en Sylla, zodanige Julius' Cefar en Octavius
zodanig Cromwel, in minder van ons afgelegene tijden,
zodaDig nog, in weerwil onzer? liefde voor de vrijheid,
of onze haat tégen willekeur, de eerfle Soldaat, welken
de heerschzügt en de roem op de zelfde paden zouden
voeren, indien ons monarchaal Frankajjk eene vermomde
republiek konlie worden.
Zodanige gevaren zullen door de wijsheid en rustigheid
des Konings beteugeld worden. De losbaodigheid mag nog
morren maar de vrijheid zal haar onderwerpen, om datzy
fteuozel hééft op den troon en de tfoon op ha3r rfeund.
Onlangs heefc men hier eene zelfinaord gehad die al
met vrij veel bedaardheid fchijnt begaan te zijn. De Abr
Grandbois 75 jaaren oud voormalig Aalmoefenier
van Madame de Francs, alhier, heeft zich onlangs
bet léven benomen. Deze Geestelijke had een inkomen
van 5°30 francs b$ was zonder zwakheden en leefde
afgezonderd met eens oude Go'uvernante. Afkeerig van,
het leven zonder den minden fchyn van hartzeer, had
hjj op zekeren nacht zich door kooien trachten te.
verflikken; doch de Hoorn had hem fl chts eene ligte:
ongerteldheid veroorzaakt. De Gouvernante des. morgens
in haar meestCfs kamer komendewerd van fchrik be
vangen, en gaf'een hsr'den fchreeuw. De Heer Gracdbois
zeide" tegen haar b'e'daardelyk beklaag u niet; ik heb u
bij testament 2000 francs'gemaakt voor uwe goede dienften
ènv over de 2cJo francs lyfrente. Sedert dat oogenblik
natn zij haren rheestér in acht, en zorg/ie' vooral dat hij
aan 'geene kooien kon komen; maar, óndanks bate zorgen,
hééft hij zich meester van een mes weren'te maken,
waarmëdë;hö zich den hals afgefoeden heeft, en in afgrijs-
felïjke fmérrën gettorven is.
'Eéff^aanral Franfrhé Reizigers is thans bezig'om het
Domein onzer kundigheden uit te breiden.
7~Qn~der'déze''ijverig? reiziger^ verdiend in de eerfte plaats
genbeind te .worden de Kaptein Freycinei .commandee-
rentje 'de Corvet VUraniedie zich naar het zuidëljjk
'Halfrotjd rigt. Hö is belast ojn aldaar de uiterljjke ge-
jJaarité "van den Aardbol te bepalen', onderzoek te doen
naar de veranderingeo van de ma'gneet-naajd, en naar de
hoog'fte graad der magneetifche krachten; zich aldaar over
te .geven aan mveteorólqgifche verrichtingen, en aan de
ajgemeene naturfrkundeweike betrekking hebben op de
béfpiegeling der. aarde, en eindelyk aan waarnemingen
van" ile natuurlijke hiftorievooral ter opzichte der die
ren. De jongfte^ontvangen berigteo waren van de Kaap
de Góéde Hoop geteekend: de Equipagie genoot eene vol
maakte gezondheidèn de geleerds Zeeman maakte zich
gereed om zjjne belancrijke zending te vervolgeo.
Wy zullen vervolgens noemen:
I De Heer Lefchenault de la Tour, Directeur *van
s'Koniogs Tuin te Pondichery, die in het hionenfle ge.
deelte der Indien eene nuttige en belangrijke reis heeft
ondernomenop kosten van het Gouvernement. Deze
geleerde natuurkundige heeft reeds vóór eenige maanden
met het Fiiiitfchip le Golo het eerfte deel van eene me
morie, over de in den omtrek van Pondichery gekweekte
planten naar Frankrijk gezonden, in welke memorie hij
zich bepaald om het ftelzel van Landbouw dier (treken
te dosrv kennen, als ook deiellendigen ftaat van den nijve-
ren Landbouwer de gebreken van den Indiaanfchen
Landbouw, met de mogelijke en noodige verbeteringeo.
Hij heèft met hetzelfde Schip de verzamelingen van dieren,
die hjj tot den dag van deszelfs vertrek heeft kunnen bijeen
brengen, aan het Mufeum van natuurlijke" hiftorie, ge
zonden.
2. De Heer August van Sc Helaire een jong en uitmun
tend natuurkundige in 1816 uit Frankrijk vertrokken
die in Brafilien reist voor het belang der natuurkundige
wetenfehappen en die aldaar de zending, welke hem is
toevertrouwd ftandvastig en gelukkig voortzet. Er zjjo
te Parijs kisten aangekomen door hem voor des Konings
tuin afgezonden. Dezelve bevatten vier en twintig Zoog-
dieren, honderd een en dertig Vogels, twee honderd en
vijftig Schulpdieren en Infecten vijf kruipende dieren en
twee pakjes met Zaaden. Alle deze voorwerpen zijn in
goedeD ftaat, en zulten onmiddelijk de gallerijen van het
Mufeum verrijken Men fchat, volgens een eerfte onder
ligt, dat bijna het derde gedeelte van deze ftukken nog
niet in onze verzamelingen gevonden wordt, en ('.aaronder
verfcheide, die nog nooit befchreveo zjjn geweest.
Een Konin2 Schip in de maand Maart 1817 uit Frank-
rijk naar de Zeeën van Japan vertrokken en hetwelkmen
fpoedig terug verwachc zal over die landen derzelver
voortbrengfelen dé zeden dier volken en den ftaat hunner
befchaving, nieuwe, even zo zonderlinge als nuttig® be*
grippen mededeelen.
Eindelyk meld men ons, dat eene Expeditiegecom.
mandeerd door den Kapteinj Philibertop het punt is om
van Rochefort onder zeil te gaan om de verfchillende
Staodplaatfen der Oost-Indiën te onderzoeken. De Admi-
niftratie van het Mufeum der Natuurlijke Historie te Pa-
rjjs waaraaan de Minister van het Zee-wezen een Huis
houdkundige Tuinier gevraagd had, om die expeditie te
vergezellen, heeft de Heer Perrotell daartoe aangewezen:
zijne zending is om in het andere halfrond de voorbreng-
felen van dit over te brengen, en daar uit dié planten
over te voeren, welke aan dej verzameling van des Konings
Tuin ontbreken en in de hoii lyke huishouding vanFraok.
Het vervolg op de Kant va* deze Klad»»')
a
p
o
r a
Sc-s
OJ O
CJ C
ta
Q
eC
w
ïfl
•o
ej
1
E
rt
Sr
3 c r
O O
e a
w o
tfi-8
c*o S
•- -
V O.
8~ Sü o
n éi 03 c 2 ft»
u u j; B n
E
H 2-3
5 S .5 J i
CJ TJ
V
o
n -a
•W C IO< -Tj O B - «-
Z. N <u M
c Q c
CJ a> ca
fto zt pq
D
ai 1
PQ
°5o
F o 5 p, o Jj
S| 2-5 a^>-S
w c a
E 00
a>
g g 2 S
I B
«C 1. u o
u S?3»} E o a
OB5.. §-oB
o -
N U. t. ET3 Q
toC>
O a>
.2? O - C N
3 ^313
E "E. H W O
-• JZ «J
-a
<u
T
Z |*a
Z Z
E c
■S-S
■S sl
SS 5
c w
o b
O - g
a a *-
ca n JJ oj c O
a/'-«
*J u U
c 'o
E P ra c
c F x: o <u ,S
r -c "a
.r-t CJ
-c O N! 2 N -
cj s- a
EO C bDCj
c «i C M
J" Cl N ra o
3 H T. o
3 C v
o oj a o» a>
*f
- C
C - S 3
O c- T3
O -N <U
CJ CJ
-C CJ
c o
O 3 X3
O
S
2 «OM
2
A) U
a O o
c a
>os
c 3
3N.-J 0J U L 1
O l. dl 01
CUB^C C w B O
ÏW E
-
0 O u t)— f«' 11
2 ?rac? a rs -J
'z _?E_. P. M JJ s o u
J
JZ, F a
o rr -- t*
i "3 o.
2
2 -P
o:s- t s -
'Si-sSÜ:
SC
V. «5
o ei ej 2 'c ïV
CJ</>®oEN .>T3
o.* - 0a
oJ
■C
O CJ
CJ CJ cj LI
O O
F -c o o o
S g O
r NJ CJ •- T3
M? 01'
O
jO
fto OJj03 t3 O Jj s 'JJ 2
■l£X* „"2
- u 0,2 - "o 1; o F. e -
o 3 cj
dl
^-3 Z Cu'.
Q. C' TJ
w U NJ -C
rs O - C
S* 2. «*-
Q c
-
J ca
c
cj "a - Q O
~z -.o" c 2 5 2 S
T! c •- - Ti
Cj' CJ Cl OJ C3
5 S c S? s Si 3 S 0
- nr2 2 2 2
=0 O
t-p o
S qj
O O
O U 4J
O "B o,
o 2 tï
2 .rt cj a «J <u
„mi. o o p *r
"_t2i-§OÏw
w H. ir. 2- "3
n. 2
«j
CS
Crt .'C? J
4j
».2 S:E
Z
e 5 2
Bgïï
~tj J3CJ° T3 o,C
H»
O
O Z. CJ
0^3 S
ïS^scS"» 3 I C a 2
U c t u n 4, VI
.2 far "o
<u
Cj w
si
1.^ 2
c.2 c"3 -
2. •- - 0
o 3 c
CJ S N
"TJ O II
F 5 - c
N S
CJ <u
OJS-
*ac'3-Q™c--.>3
oSSa^'-asS
ja 5^NCwa>h"0
-a - a> O? cj -o a
OJ *u o j: «3 -r-»S o
S - J o
|gs-3s|,3£g§|.S>°^?N
h. *^3 ta-o-a^ a a e»C- .2 .2.