1 fi 5i|?'s A°- 1818 L EYDSE V R ij DAG RAPPORT van de Centrale Afdeeling over de bij de Kamer aanhangige jinanciëele 'Wetten uitgebragt in de zitting van Krijdag den 23 Januari). Edel Mogende HEeren Drie ontwerpen van Wet zijn op den 13 Novem her jhaan de Kamer overgelegd geworden, ftrckkende tot regeling: 1. der Staau-uitgaven over 1818; 2. der vermeerderde Staats-uitga- ven voor het jaar 1817, en 3. der middelen te voorzien in 'tRijks financiëelen toeftand. Bij deze ontwerpen was gevoegd een ftaat van verge lijking, tusfchen de raming van 's Rijks inkomften over 1817, en de thans geprefumeerde opbrengst derzelve evene andere Raming vin 's Rijks inkomften over den jare 1818, en eeni rekening van ontvangsten en uitgaveaover den dienst van 1816. De Centrale Afdeeling zal de eer hebben U Ed. Mog. de aanmerkingendoor de verfchillende afdeelingen op deze ontwerpen gemaakt, voor te dragen, en daarbij de orde der voorgeftelde wetten zelve volgen. Rekening der ontvangflen en uitgaven ever den dienst ran 1816. Met deze meent men eenen aanvang te moeten maken. De Afdeelingen hadden verlangd dat bij dezelve reke ning een ftaat gevoegd «zoude worden, bevattende al de nog op den 31 December 1816, te ontvangen of te beta len fommen ten einde den financiëelen toeftand van het Rijk volledig te beoordeelen. De fupplementoire rekening, welke dienvolgens over gelegd is geworden is aan eene afdeeling onvoldoende toegefcheenendewijl dezelve de irekeningen der jare X813 tot 1816 niet bevatmaar Hechts melding maakt van het geen tot 1816 behoort. Eene andere afdeeling heeft ge noegen genomen met de gedane mededeelingen heeft verlangd, dat hetGouveroexent zoude verzocht worden «elkens eenen dergeljjlren ftaat bjj deszelfs fjaarbjjkfche rekeningen te voegen, Eerjle ontwerp ran Wet. Het eerfte ontwerp van wet ftelt„ de uitgaven voor het jaar 1818 op 74 raillioenen terwijl-de raming der in komften van hetzelfde jaar Hechts eene waarfchjj olijke «ontvangst van 67 en I half millioenen aanbiedt. Al de afdeelingen zjjn getroffen geweest over dit on- «lerfcheid cusfcken de uitgaven en de ontvangsten van den Staaten hebben eenparifljjk den wensch gaüitdat de eerfte met de laatfte in ovcreenftemming moeten gebragt worden- Zelfs is door twee afdeelingen opgemerkt-, dat de ge wone inkomften niet op 671 millioen kunnen berekend wordendewijl men van dezelve moet aftrekken de bui tengewone ontvangst van 700,000 guldens voor borgftel Jingendewelke terder moeten befcWowwd word*" als eene rentgevende geldleening, en welke in de amortifatie- kas behoorden geftort te worden om tot vernietiging «Ier fchuld te ftrekken. De ioo.oco guldens voortfprui tende uit den verkoop van Domeinen onder het Fransch kefiuur kunnen insgelijks niet in rekening komen in eetien ftaat van de gewone jaarlijkfche inkomften. De wijze, waarop de verfchillende afdeelingen haren Wensch uitgedrukt en met rédenen geftaafd hebben, en «lie, waarop zij gedacht hebben, dat het verlangde doel zoude kunnen bereikt worden, is eenigzins onderfchei'den. De volgende zijn de voornaamfte aanmerkingen, welke «p deze beide punten gemaakt zijn. Eene afdeeling, doordrongen van de noodzakelijkheid, cm de uitgaven door de ontvangften te bëftfjjden welke laatfte niet wel kunnen verhoogd worden, hoezeer er kennende, dat de Kamer de middelen, om de uitgaven ie verminderennier naauwkeurig kan beoordeelen, heeft voldoende beweegredenen vermeenen te vinden', om zich te overtuigen, dat in het algemeen de wijze van beft uur te kostbaar^ is naar evenredigheid van de opbreng ft en van her Rijk, en heeft dienvolgens haar Verlangen te kennen gegeven, dat het Gouvernement de vermindering der uitgaven in al de takken van beftpur in ernftige over weging mogt nemen. De meerderheid dezer afdeeling is verder van gevoelen geweest, dat eene der oorzaken van het jaarlijksch te kort, beftaat, in de weinig opleverende w$ze van orga- nifatie der indirecte belastiogen. Dezelfde afdeeling heeft vermeend, met betrekking tot de raming der behoeftea van het Departement van den "Wateiftaat, op nieuw re moeten voorbrengen de aanmer kingen en vragen in den loop der vorige zitting gedaan. Deze aanmerkingen betreffen de kosten der Binnenland- fche Scheepvaart der Rivieren ea Kanalen, en der Brug gen en Wegen, welke niet afzonderlek, volgens de Pro vinciën waar de werken gemaakt moeten worden zijn aangewezen, maar Hechts volgens de Rivieren de Ka nalen en -vv.- -™»*3£Lpe dezelve behoorea. Deze glo- den weïke'.'flüfthtUIU ?rov^" cirle autoriteiten uitfluit, ei dir seheele vak van Minillerie afhankelijk maakt .is «at. de v0"* gekomen Orijdig te zijn met de belangen der Inge ze te, ncn. en met het bepaalde bj) art. 219, 220, »2I en .225 «VY%al,„g van dit laatfte artikel, hetwelk bet oyer, fcliot var. den opbrengst der Tollen eener Provincie, na aftrek der komen van onderhoud toewijst aan uitgayen van dergeliikcn aard in diezelfde Provincie, kan niet uitgeroeid worden, indien de begrooting der daartoe betrekkelijke behoeften niet afzonderlijk de Provinciën, deze T- eiker moeren verngt worden, aanwijst. Twee sti.'ere sldeelingen en eenige leden eener derde hebben irfgelijka bun vetlangen te kannen gegeven, d*t de bepaling vetvat tn art 219 der Grondwet in wer king mogt gebragt worden en onderfebeiden werkzaam, bcden r an bet Miniflerie van den Watetflaat aan de Pro x-irciale Autorirehcn opgedragen. :N°. 13 COURANT. DEN 30 JAN ÜA RIJ. c n O ra I'S VTj SS «--E tj) A ■M l ;- - ut» w ;i«5 9 c -P 1. *T3 z -O C "u fw IT V U -® Bl'jj Eene andere afdeeling even eerls aanmerkingen, makep. jj; 6 g j a a der uit- o ,1 tl h !r c de over de noodzakelijkheid om de begrooring r gaven te verminderen hèëfc met leedwezen eene ftrtic king tot vermeerdering in al de kosten van beftüur befpeurd. Dezelve heeft opgemerktdat het var, des te meer gewigt is, de uitgayen op eene gelijke hoogte te brengén met de ontvangften, daar het rijdftip nadert, door de Grondwet vastgefteld, tot de invoering van eene tienjarige begrooring, in dewelke voorzeker géene de inkomften overtreffende uitgaven zullen kunnen plaats vinden. Zonder in bijzonderheden te treden welke aan de Staten - Generaal vreemd zijn, heeft dezelve, als bij zonder voor vermindering vatbaarvermeend te moeten aanwijzéa de uirgaven voor de Departementen van Oor log én van den Waterftaar. De afdeeling is van oordeel geweest, dat men niet genoeg kon aandringen, om van Z. M. wijzigingen in de begrooting van 1818 te verkrij gen of ten minften de ftéllige verzekering dat de ^no dige, orders zullen gegeven worden, ten éinde, Voor het vervolg, het evenwigt tusfehen de uitgaven'kirde ont vangften te kerft ei iep. Eene afdeeling heeft vermeend', de ftellige begeerte te moeten uiten, dat, ten einde het veorgeftelde doel. na melijk de vermindering der uitgaven, te bereiken, Z. M. zoude verzocht worden, in Hoogstdëszelfs wijsheid te overwegen, of, door de vereeniging of affchafffng van eenige onderafdelingen va» Minilleriële Departementen, niet eene gedeeltelyke bezuiniging zoude kunnen Verkre gen worden. Dezelfde afdeeliag is van oordeel geweest, dat nien de vermeerdering van 6oo,oco gl. voor de werken aan het Niauwe Diep en het Koegras beftemdj-, waardoor art. lp van de 3 afdeeling van het 13 kapittel tót züik eene hoogte gebragt is, niet kan voordellen, zonder het be wijs bij te br.engen van de noodzakelijkheid of Van een zoodanig nut dier uitgaven, dat de ongunftige tö'eftand van *s Rijks Financiën tégen het doen cierzelve niet op woog, en zonder den toeftand der werkenen de daar aan reeds bèfteede fommen te doen ke»nen. Deze aanmerking is vap toepasfing óp vërfcbeldép an dere artikeien. Eene afdeeling, hoezeer Verlangendedit '7. M, drin gend verzocht mogt worden, óm Eichgedurende den loop van dit dienstjaar met de vermindering der uit gaven te willet bèzig houden, indie'b dit werk niet mét vrucht voor het jaar -1818 konde ondernomen worden, is van oordeel geweest d«t 'de gewoaé 'uitgaven dé fom van 65 millioenen niet moeten te boven'gaan, ert dat de 9 millioenen met welke alzoó de £evraagde 74 millioe nen voor den dient van 1818 behóórden vermiödehd re worden, zoudeB kuoneo gpvooden #ordea^ Op het Algemeen BeftuuV. 2°. Op het Dcparietnent van Oorlft* o». vermindering oer lummen voor de verfchillende arrikefeh' van uitgaaf welke alle fchgncn gebragt te zijn tot een maximum de wezen/gke behoefte te boven gaande. Men heeft deze.puntèn öp de Volgende wgze ontwik keld, vooreerstbedragen de fommen Vóór onvoórziene uitgaven meer dan 1,6oo,ooO gl. zodanige onvoorziene uitgaveo komen voor zelfs ün rainioè'Q der beboefté'u voor de Ijijzondere Provinciën. Intusfchen behoorden deze ónvoorziéne uitgaven te ver minderen naar mate men Zich van het tijdftip dor ves- eeniging verwijderten nïar mare de verfchillende ad- miniftratien hare o'rganifatie hebben ontvangen. De adminillratien wordenrhoe langer hoe kostbaarder kapittel 6, ifte afdeeling, art. 1 s en 5 benevens de afdeelingen II— 20 kunnen tót béwjjs van tiet gezégde ftrekken. Vervolgens is voor het Departement van Oorlog gebragt eene fomme van 22 millioenen. Men berekentdat dit Departement, geiurende de jaren 1815, 1816 en 1817» 110 112 millioenen gekost heeft. Intusfchen vindt menin de rekening der ontvangften en uitgaven over het jair 1816, van de 29 millioenefi welke daarvoor waren toegeitaan, Hechts 7 i 8 in uitgaaf gebragtv Vaij de 60 millioenen voor 1815 toegeltaan zij0 on geveer 211 millioen 'in de rekening van 1815en iets meer dan 17 millioenen in die van 1816 in uitgaven gebragt. Het Ministerie van Oorlog l'chijnt dqs een overfchot te moeten opleveren en dè'uitgave van dit Departement voor yerminderiog vatbaar te zijn; .Eindelijk fchijoen de honderden van artikels welke dé raming der uitgaven uitmaken jaarlyks te' ftijgen. De- zelve vergelijkende roet de wezenlijke uitgavep in de re kening van 181É aangewezen, vindt men rusfehen de gevraagde fommen, en die, welke uitgegeven ztfo, eea aanmerkelijk ouderfcheidhetwelk, wel is waa^ge deeltelijk daaruit' vöortvloeitdat al de te döene beta* lingen niet geregularifeërd zijn doch waaruit ïnep niet te niin het gevolg tróktdat dé aaovrageo in het alge meen te hoog zijn. •F*ae afdeeling, overtuigd dat de Qlrg*Wu culten süryWMfc rsawx WW; pende., d,t het tijdftip can de invoering v»o de tiew,ns« h-prtiottng nadertheeft vermeendmeer ^zonder de a ti'itls te -moeten aanwijzen, welke aan dez.^Ive t fehijnen eene vermiodering te moeten onderpaan het i. dl-nvMven» nn zonder iets te dezen opzljte te willen !S;, dat dezelve vermeend heelt den wen.tj ,e mvten atten dat verfcheiden iiminlftratien veteen- v.nlKd ",f vereenlpd, 'de kosten van het Departement van Ovrlog het «rfoneel der bureau* en de j»rwed. d 1 dor ü--cmploije«tien verminderd en de vetMljfkosten if^efc-ha-ft rmièeu worftëp. w. DeitVde afdeeltnp is van oordeel, dat de Het vervolg op de lian{ van dszs 3.ad ft .t; .2 j! n t* VI-v t,£,= ~C'5:ó c e u -ST ft V-S Siai S •lla'lïJfr'P'IHf Ï.-5? J £8«R|3 'S I l-S■è'.a>ï',5iïe« - S.-I -«Sis t - Ji O «.CS 2 O M c 2 -o - tj C W <U ÏTr, - - CJ- V S.5So-5aJioft.S Kitc.-a E bxC. B CO 9 S OA "O Bï^ u C *- O ej c o c Jü o t> C* bx> 2 "a# 5 - •o 'O T •oe rs'ft'C'MBO'' «5St=S,su:BgE;:g£..-i O Ctj -5 O, T - - 5 s®-? êI »S=S»SS.5ta5 5i ÏSiïJïS'-Mi.'ï tijdigs? M eO"wl«c''a®2flB <1 bti 1. ïz^4 «5 Z - v S és*o 'Si - v 3 e a N e 8 S-fo rr. t. a - o S at -'HSPf-oJn-e ft m a ft tf a» ft y rs a 2 3 -8 P 4» *E*w S .ft N tJ O* •r. w c -a t: c ti a c» e v U I- ^3 a p n !S® «i JB s -c M -s ft, 0 w «v w e y, «-■ 5 o"?5s r - s °^- 5 grS-SS 2A2=g t*■'.eer eUf ft .ft X (S O "O -O >T3J«S'r-' M -j«.o c c c c 'Z c P 'JE-a'CT-* - t 3 «E- o.'g H SI s" •»t"h w fso C O c a <u C -O - Sa E u 5 S -E O Q* b M Z w> *5 ft o OOJNÖ oj *o ft o a T'Sï'SïsSiS-sl.- «.'"fH'Sisalss oa^ftfCc8ftSfc-®*'8w e 5 - Z%2 9-27* M ft V "O tjJ ft p s|SI SS-"55 5grn'fla52 ft; j. 0 ,r£Si i u &*S63l 5^111 ■i°&isS5-?f 5S| 4» k flt? u sS ovBïïSïï»! ÏS„SS-i3t5i-S£Or?luS S"°"5-Se5".'. 3S- |ï"-d ««>5 o-o s y E "5 m X3 «u>.ft Baa-Jw ca.« 1. wSa c T3 S 5 S S:5fi ..eg-S>8 o 0 Jf Sc ta *j '••Si S |5 B,S 2 - iu -a H B-o 1. m v c *r n u o c «j 4» i O ^eO O O fc. ft .5 - -ft ï-5 Si?-- i-5|v g j?§ s' 5 g O o *«.2, 'm C W w t ■~XZ 2 l^-iisls 2 --S 4--. 3 1- w c o - U 3 4 .:5^óoacc, o - C S^-4»ft-«SiïCfc.c"fs,r'V,rS:>T3 ft c y =s5.!l':s5? 6 c O- O hiC 5 a 11 0 8*2£*zglo%S= 5^7. *2 -5 t - ét S rn C w s i.s| >a;.o -"So M u -o Jr t 0 2? e y o B6-4* y ,s c .ft a -O w 42 *- 41 aj 4,-0 O o u. Bt -I O {I 41 CJ- 53 O «ft *?3r o «-j o 5 O t ft 3 o Q tl O I**UsS5Sss

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1818 | | pagina 1