«f Ï- ffa8 Ssj:'8
■Hh&m
E'SSVïf'SgS™* f3l £-8
r!;-I|S^:?S^| 2?Ö
a.<r, g
re 3 -
- a s«
S 0 3«g' eg - w S-S o* er
ft jrHaK5 S-S-3-sS:2
3 2 sr o 2 o o R0*L
ccSwo-s3°c 2*«
u-«^c-3 5*» 5»
2*Ö.-=r,lLrecrq3a a w A
£L a 2^300.3 N
cr 3 asjc - a jf™ a
5 2* a. - a C:
o S*/E' 3 a
0 I—- A A Jq A
1 -t a era J.*» c a 3 -a
O. -t 3 re J5 C jq rrj -• Z.
A 3 b-s 2
-»• 2 50 0 -A 2
frtrAoesOyr^oOaS a w r*
8-3.??^
fc a: t P5?
P3
CU3
- O
a - ?r«a- o-< 3
j3 «2. 002
5.0
2.-0
n
2
2. co"
2
1 2«>. 3
3 ft 2 a
5 3
rrro Q. 33x9 3 »i
"5-f sj H-3-
- c 5 =s
a 7? a
2 3^
-1 n A
a-
3 C-
r S n
-
f" v 2 S' 2
2 3-rq jgjSa
3 2 s - J
feó -1 A
5 S. 3 c g s-- - -
J*:,t. 3.22 3
C re. - O
3 tj2. - A
ft G.O
®-= *T*
w 3 5T
&.a 3 2 A
S xs 7- sr o
e.S
ft' A Jf s,
o n. 3 !m 2
s«_=p
xq "i.
JT ft a i j»
r3.*;
ffa
SSgS-^^»?-0
E"H prS.^
-"So&frg-a:»
ï?3;a";5j
y2-Ss a* Sr-.
jHsf
R- a
ïrór i 5 Jf
S?s.= s UU
Ci.*3 3 v.* 3
r, 3 2
a a s* 7:
S 3* a O
W gn u M ft V9 C« 'k
2 -a 2 x a
7 -A V» U. a.
IHlIil
a. - c. ->
Ci. u 3
2^sSo?t?
SsS-^sI
c -
O T)
3 W 3 2
Se<rfs»5.
rr o c - -
c 2. -r a
|s-= 3s-"
a -J a cl e
£:Na:;ï
2.
pre, A 3 r?
V.2 o Q. a*
B 1 A n
3 O
2Nar»3ao.M^"»»^N«*><N3
S^Z'SS - EÏ5 »::o 5"§;s
»i3:3;sejr!_s »sj™n;0
ïfi's'Vï-JliüSSS
□.«- o 2" a 2 S~ x2
- NO;05ftn;< a o a to
£|.S S§ 2 I pox.aS" <3 a
^:a2a33*n=ta2. 2.<X Q. r*
oS.&s'srSgs.srg.^s^ss.I
i-5.3:§-:3f?5S3.«3(?3-
^1 g o 5 S"°
AO S-
B -5 -
A 2
-Hi £41
u J fr* a
■i<3 o 8 S"° 3 Crq S 3 *3:
•t>«3 o-oo_ -A »»5.3E:O
•»"2»rr'^o_S&,5<-03q<A2
o re* _3§ 2»2-©-5
2." 1 r«S;<a'nj3«.
1» o I |S a a H O-O.®W-»^A^
OQ.aoa« - "<*rtaw0rea
3«2-N!.S55 •'«B 2. A
A a S mi M O 01 iA e3» a
S3sS;^?fsa5a»»=|S9.-
n2«H=. 5_a"3a;2"* 2a*
rr <s 1 n 5 2. a"J2.* N
t::N h-A o«3.«r3r
0"3Ö:3 5? a-*'» 2 0 0
.atv- AT«3-ia*OA3a*
K^^°S- ^«re=7a°
3 S 3^a 3 2.S a 3 «*2
o <|3:f iS-r-g^;3-0^
2*O.<;3*O-»3 ^o.nïcro2.?»
C. <»3 Aart
jr-^A 3 3 N -re 3 n Ö"*?S*C
A 2 o. B jf 2" w 2 2 a A a*
2. a ,«2 a a o, 3 a o a*
ojftl!,*c!.- =£2
2 =l Is'g ï?3 s§
^".g3?28i-s<a-r^|
^«a-a-S'oo^g,.?" °a JoO
S a3'<il 3-55^ Js- 3
o 2 11 fli 2 ,-w. rr 1
- 2 W o 3 2. S-0" x A 0
1 m r- 2 Cr A
r -- H« A a-.
^.g.piS-s"g-^<<?3
O t- z 1 ft A O 1 A rx,
oóa«w3-ooo--ft
t"3 lï?2onïZo<22
-e 2 o*< ~s% B §-3.a.q
5.S S 3^
ju 2- A
•q 2 tL*
S rr a' 2 n
si
ro &>fg 2 -
.'{I!
I A 3
^A
A 3"
rrC
OT n J
A - era A. 3 s N '2 N
5'^.rt 5 T3 ol^Ca Cu°-
9!2« ••«"A c
£-as
(S- fi
U U A W "A
W-^A CL o" 3 A- Q. M 2 5 2. o- 'A 2.
?*a-3&?2?5fSS'2S'.»«-
MANIFEST van D«N KE^ER VAN fc US LAND.
^V; Alexander, de Ifte, bij dt gratie Gtds ATe»-
ier Zelfibehecrfcfier van gansch Rusland '««z «nz
b» De gebeurenisCenw^lke in den loop van dé weini
ge jaren der pas begonnen eeuw, in de wereld hebben
plaats gehad, zyn zo baitèugemeen belangrijk en groot
dat dezelve in de gefchiedenis van het menschdom on-
Bitwischbaar moeten blijven Öerzelver bewaring in hei
geheugen van de tegenwoordige en tockomftige Geflacbten
is noodzakelijk en heilzaam. De hand des Heeren be
fchikte en beftuurderigtte en leidde dezèlve lang»
Hem alleen bekende, doch voor het oog des fterveliogs
ónzigtbare wegenópdat de verwoesting des mensch-
doms een einde neme, de bezorgde harten en gemoede*
ren gerost gefield, en orde en rust uit den ftrijd en de
verwarring geboren zouden worden. De Almagtige heeft
den euvelmoed ter neder geftort; de Alwijze heeft de
duisternis verdrevenHijdie de bron van barmhartig
heid en genade isheeft den ondergang der menfehen
uit de verblinding hunner hartstogten ontdaan, verhin
derd. Wij zullen derhalve de reeks van alle die gebeur-
tenisfen kortelyk doorlopenwij zullen die ons Volk
bekend maken, niet uit ijdele eerzucht, maar tot des-
zelfs heil en gering. Dat het de werken Gods en van
zijn oordeel leze, opdat het van liefde tot Hem ontvlam
me, en„ met zijnen Keizer, uit de diepte des harten en
der ziele uitroeper Niet ons, 0 Beert l niet onsmaar
uwen naam alleen zij de eer Zo moge de nagedachtenis
van het geen verrigt is, van gedacht tot gedacht, be
waard bleven.
Die fchrikkelijkebloedige, alles verwoestende,
thans door de goede Voorzienigheid des Allerhoogilen
gelukkig geëindigde Oorlog kan, noch in deszelfs oor
zaken noch in de talrijke menigte van -deszelfs Leger
benden noch in deszelfs zo dikwijls veranderde omllan-
dighedenmet eenigen anderen uit de wereldgefchiede-
nis vergeleken worden. Het is «en kwaad, dat in den
diepden afgrond der hel voorbereidter verfchrikkelijke
beroering, en verdelging der geheel» wereld ontdaan en
10c dien trap van geweld geklommtn is, tot welks berei
king de ondoordringbare raadsbefluiten Van den Aller-
hoogden hetzelve bedemd hadden. Er is iets bij uitdek
wonderbaars en onbegrijpelijks in de oorzaak en in'het be-
gin van dezen krijg, die onophoudelijk fmeulde, van
tijd tot tijd ontvlamde, fomtyds uitdoofde, doch, om
flechts met nieuwe kracht en woede te ontbranden, grooie
en hevige vlammen te verwekkendan plotfeling wederom
in zijnen iieikften gloed te verflaauwen, uit te gaan, we
der te ontgloeien en weder uit te gaan. Deze Oorlog,
reeds van deszelfs eerden aanvang", aan eene hoog roode
van vyur en verpeste dampen zwangere wolk gelijk,
onttlond niet uit de toevallige twist van den eenen Staat
met den auderen, ontdond niet om weder uitgebluschc
te worden neen maar om zich na de uitroeiing van
alle door God in het menfcbeiyk hart geplante deugden,
met al de daaruit volgende onnoemelijk» ellenden te ver
zadigen en niet dan in het vergoten bloed der ganfche
menschheid uitgebluscht te worden. Er is een door de
ondeugd geteeld zedelijk wangedrocht, hetwelk, in de
van Go$ afgevallen harten der menfehen genesteld, met
de melk van dwaalleeringen opgevoed, en in de gehei
menis der arglistigheid en logen gehuld, langen tijd,
onder het mom van kennis en verlichting van Land tot
Land omdwaalde, en, terwijl honig van deszelfs lippen
droop, het zaad van tweediagt en bederf in onervaren
harten en gemoederen ujtllrooide. Dit wangedrocht, in
zijne eerde kindschheid vol boosheid en listin meer
gevorderde jaren wreed en vermetel, ftortte zijn eer He
vergif uit op de plaats waar het geboren was. Een volk
hetwelk het in zijnen fchoot wiegde en door deszelfs
hoogstverderfelijken adem aangeftoken werd treedt
Godsdienst en Troon en Wet en menfche'ijkheid met
voetenvervalt tot tweedra|t losbandigheid en bar-
baarschheid berooft, geefelt, pijnigt zich zelve, en de
eene euveldaad op de andere de eene fchanddaad op de
andere ftapelende met den moord van zijn* Monarch en
van al wat edel en goed was bezoedeldkiest ein
delekvooreerst als zijnen zaakverzorgervervolgens
als zijnen Keizer, eenen vreemdeling van de laagfte af
komst. Deze vreemdeling, te midden va» de woede der
bruifchende driften des van God afkeerig geworden volks
op den troon geftegen fpeelc aanvankelijk de rol van den
meest .geveinsden huichelaar, geefr zich uit voor den
herfleller van regt en orde, voor den verdelger van het
uit de ondeugd en het ongeloof voortgefproten ondier
hetwelk met dezelfde klaauwen waarmede het den fchoot
Van Frankrijk, zijne moeder, openfeheurdede ganfche
wereld dreigde van een te rijten. Doch plotfeling treedt
bij op, niet als verdelger van dat monster, maar als eer
lie en voornaamfte voorvechter en befchermer van het
zelve. Op het innigst met hetzelve door geltjke gezind
heid en overeenöemmende gevoelens verbondenvol ver
trouwen op den gelukkigen voortgang der door hetzelve
reeds ver uitgebreide zedeloosheidwelke hem den weg
tot het boogfte toppunt van aardfche grootheid banen
moest, vol eigenliefdevol verachting jegens het geheele
menfchelijke geflachtmagtig door de menigte zijner on
derdanen trotsch op de begocheling zijns volks verza
melt hij een talloos Leger, en werpt zich met ongeloofe*
Ijjke grimmigheid op nabij en verafgelegen Staten om
dezelve te vernietigen-
Het geluk verzelt alle zijne fchreden. De eene Mo
gendheid na de andere buigt zich voor hem. Stroomen
van vergoten bloed verfchaffen hem de heerfchappij.
Wettige Regenten (lort hjj van bunne Troonen hij ver
deelt en vormt nieuwe Staten, en fielt over hen, onder
den naam van Koningen, vafallcn aan, uit zijne familie
genomen en bem onderworpen. Hij vangt den krijg aan
Op dat bi) door plundering de eigendommen, door ge
welddadige Confcriptien, door het bezetten van Vestin
gen en Kasteelen en door bovenmatige Brandfchntingen
Steden en Landen, niet flechts te gronde helpen, maar
ook zelfs na het fluiten van den Vrede, met onbeperk
te magt over dezelve heerfchen zou. Hij fluit vrede en
verbonden om flechts met fchandelgke verbreking van
alle TraCtaten door onophoudelijke afperfingen en dwang
middelen, zijne geallieerden uit te putten, hunne krach
ten te verlammen en hen vervolgens, door eenen nieu
wen Oorlogin de fchandelgkfle boegen der laagfte fla-
vérnij te.flaan.
Zelfs welk eene ongehoorde daadzaak! ter-
wijl hij rttet den eenen Staat kryg voert, beoorloogt hij
met de onderdanen van dezen Staat, eenen anderen; ja
dwingt hen zelfs om de wapenen tegen hun eigen vader
land op te vatten, en noemt het verraad, wanneer zij
hun geboorteland getrouw blijven Met zodanige onmen-
-fchelyke middelenen kunstgrepen, welke hij met bedrei.
ling van fchrikkejjjke ftraffen de vernieling van den
h*it gemaakten roof, de taal van bedrog en leujen en de
fteta van boogfnaed en iriilekenr deed gepaard gaan,
lukte(het hein niet minder door het geweld zijner wapfr»
nen magtig te worden din hij door teiigellooze doof
heid en wreedheid vreefeiijk was. Met dezeö door bloed*
Vergieten of door list of bedreigingen verkregen gelukki
gen uitflag nam zijn trotfche euvelmoed al neer es
meer toe.
Hij wil zich zelfs een regthetwelk den al to a gti gen God
alleen toekomt, de oobegren de al leen heerfchappij der
ganfche wereld, toeëigenen. Een Onzinnig, maar de»
niet te minder bloedig verderf aanbrengend ornzetteud
voornemen l Het geloof en de godsvereering waren hun
nen geheeien Ondergang nabij. Door God zeif aangf*
ftelde Vorsten moesten van de magt afzien, om hunaé
onderdanen te regeren. De Volken werden veroordeeld,
om geen eigen vaderland te hebben, veroordeeld, om
wetten, taal,, vrijheid, eigendom, handel, zeden, ge-
braiken en deugden te derven. Verlichting, wetenfehap-
pen, handwerken, kunften en nijverheid, kortom allé
bemoeiingen van menfchelijke vlijt werden in de vroé-
gere duisternis ea b'irbaarschheid terug geflootenwaajr-
uit zijin den loop van verfcheiden eeuwen» dOor oneié-
dige pogingenen proeven, het hoofd opgeheven haddeé*
De algemeenè flavernij moest algemeenen nood en alge
meeneverdelging aanbrengen. In dit zijn roekeloos God
beleedigend voornemen geen bloed ontziende, geene wet
tige magt erkennende geen volken-regt achtende ver
mat hij zich Zijnen roem op den jaihmer en de ellende
der ganfche menschheid te gronden er., eene Godheidgfc-
lyic, zijnen zetel op het graf van het Heelal te vestigen-
Van deze zwijmelende hoo|te vah bovenmenfcbelpk»
hoop en bedriegelyke dweeperij fioeg hij zijnen nijdi-
gen en gierigen blik op Rusland neder. Opgeblazen doof
veelvuldige overwinningen en de onderwerping van vele
Landen, hield hij hetzelve wel niet voor onverwinnelijk
maar echter geducht en magtig genoeg om zynen verdeN
felijken aanflag op de onderwerping der ganfche wefeldl
gerigtzo niet geheel te-verhinderen, dan echter moedij
tegenftand te bieden. Om derhalve dezen nog eenigen
fchutsmuur der vrijheid te verbreken en neder te ruk
ken vereenigt en fpaot hij alle zijne krachten indwingt
alle onderworpen of van hem afhankelijke Landen en
Volken zich met hem te verbinden, en met deze fchrik-
bare Iegermagt, beftaande uit dé Volken van twintig kij
ken, nadert hy fteeds vol leugen en bedrog, en zelfs,
terwyl hij zich reeds tot den naderenden kamp toebe
reidt fteeds nog met de verzekering van de voortduring
des Vred'es de grenzen van het Rusfifche Rjjken valt
dadelijk zonder eenige oorlogsverklaring met dolle
drift deszelfs provinciën in. Even als een van hét ge
bergte aftlroomende rivier, werpt zich deze geweldige,
in zijne wreedheid 'oomelooze veroveraar regelregt in hét
harte des Rijks. Op zijnen marsCh iedere fchrede met
bloed koópende fnelt hy de dorpen in, beroofd en ver
nielt ze, ftt?ekt ftelén in brand, verandert Smoiensko in
eenen puinhoop en dringt door totMoskou, hetwelk b||
aanrde plundering en vlammen ten prooi geeft. Hy zege
praalt, ftapelt den renen gruwel op den anderen en hoont
de ganfche menschheid en alles wat heilig op aarde is.
Welke koop bleef er toen ter redding over? Indien
geheel Europa niet in llatt was dien ontmenschten boos
wicht tè wedertlaan, toen hy nog zo magtig niet was
hoe kondé men dan verwachten, dat het op zich zelve
liaan Je reeds zo zwaar gewonde Rusland zich thans al»
een bolwerk, dezen roekeioozen zou kunnen tegenltellen.
nu hij, trotsch op de krachten van fchier geheel Europa,
op het hoogfte toppunt zyner magt ftond? Maar, wac
volgde er O hemelfche VoorzienigheidZwaard en
byl en h<?nger en koude vereenigen zich ten fchrikke-
lijken verderve yan de met.onftui:raigheid ingedrongen ea'
met fchrik uit Moskou vlugtende vijanden. Noch getal,
noch tegenweer, noch vlugt kan hen; redden. De Wraak
Gods kwam over hen. Niets helpt hun de achterlating
van al hun geffchutvan alle hunne wagens met kruid
roof en buit opgevuld: hunne paarden Horten onder he»
neder. Zo groot het aaotai hunner Troepen bjj den in-
togt was i zo groot is de menigte hunner lykeB by dea
uitcogt. De wjjze, waarop zij uitgeroeid zynis ont
zettend. Doode, door raven afgevreten ligchamen verri».
den de fchrikkeiykfte wanhoop nog. op hunne verfti)fde't
gezigten, en zelfs de hand des doods kon het marteledl-
gevoel niet^uitwisfehen hetwelk, by het laatfte rogché-
len. bij hen verftjjfdehet gevoel ovér de ontheiliging''
der gewyde Tempela eo andere naamlooze misdaden t Dus
vergingen zij allen!
Hun Bevelhabber alleendoor de fnolfte vlugt dea
ondergang en de gevangenfehap ontvliedende, ontkomt
met eenige zijner Legerhoofden en fnelt naar zijn land.
Ruslands Krijgslieden, hun Vaderland gered hebbende,
fchieten toe, om- ook Europa te bevrijden. D. Volken,
onwillens tegen hen gewapend, vefheffen zich, op hét
zien dat de Rusfen met vriendfehappelyke gezindheden
naderen (laan moedig op, vereenigen zich met hen, en,
de ketenen der flavernij verbrekende, keeren zij blijmoe
dig hunne wapenen tegen hunnen eigenlijken vijand.
Aan eene door ftormen uiteengedreven maar dog
fteeds dreigende zwarte onweêrswolk gelijkverzamélt'
en verfterkt hij zich weder, en trekt andermaal ten fti^i
de uit. Op nieuw vlieten rookende ftroomen bloeds ea
is geene foort van menfchelijke ellende, van menfchëly-
ken nood in f:aat zijne ontmenschte ziel tot vreedzame-
gezindheden te ftemmen. Zijn trotfche euvelmoed die de
wereidheerfchappij beoogde zijne toomelooze vernie
lingswoede verfliauwden zelfs toen niet in zijn hart,
toen hy, io vele bloedige flagen op bet hoofd getroffen
overal verjaagdgedwongen was naar zijne verdedingloo-
ze Hoofdftad te viugtes Ook déir nog rust bij zich uit,
verzamelt nog eens een Leger, verwerpt nog den aange
boden vrede, en brengt eindelijk, door nieuwe infpa-nnin*1
gen, door nieuwe nederlagen, zich en zijn Volk tot-
eene geheele uitputting, en ftort eindelijk van den ge-
roofden Troo^in zijn vorig niet ter neder. 7
Dus valt het reuzengebouw der dvringelandygeduren
de eene geheele eeuw voorbereiddoor zeventien jaren
voorfpoeds in veldflagen en zegepralen voortgezetop
heuvels van bekkeneelen en geraamten op boopen asth
en puin van (leden en landen opgetrokken, en *c welk de
wereld meende in te zwelgen, dus (lort het fn, om nooit
wéér te herrijzen en zulks binnen den tijd van één jaar!
daar verfchijnen Ruslands Helden, als bevleugeld, ver
fchynen, met het oog der Voorzienigheid op de borst,
met he: Kruis in'*t hart, van Mofcow eensklaps voor de
verwatene muren van Parijs. Deze trotfche Hoofdftad,
bet nest van oproer en muitzucht, van tweedragt en alle
menfchelijke bedorvenheiddoor angst en vrees getemd,
opent hun de poort, en ontvangt hen als redders als be
vrijder» met opene armen, en vrolyke verrukking. Ver
delgd wordt de naam des vreemden Roovers, verpletterd
de hem opgerigte gedenkltukkenen Lodewyk XV11I. al»
C Bet vervolg op de kant van deze Ü.Wa,)