L E Y D S C H C O U R A N t Y <3 G S 1 O T D E Van Maandag den 4 December 18x5. N°. 145. Wij WILLEM, bij de Gratis GodsKoning d?r Nederlanden'^ Prins \>an Oranje. - Nasfau Groot- Hertog van Luxemburg enz. enz. enz. Op het aan oris gedaan verflag dat de vrijwillige giften ten behoeve der verminkte 'Verdedigers des Vader- landsof van de naastbeftaanden der gefneuvelden gedaan, 'eene aanzienlijke fomme bedragen en dat hetvolgens het i gevoelen der Commisflen, welke met de inzameling en be- waring dier gifcen belast zijn nuttig zijn zoude door i,'Ons gezag eenige algemeene regelen vast te ftellen en te bekrachtigen naar welke het beheer en het gebruik der reeds aanwezige, zo wel als der r.o^-jMdgE^SSj^é dra- .gen penningen voortaan 'o£ een' eenparigen voet zoude kunnen plaats vinden Gehoord de confideratien en het adyies van Onzen Mi nister van Binnenlandfche Zaken; Hebben befloten en b«fluiten: {-• Art. 1. De bijdragenten v.oormélden einde reeds ge daan, en veider gedaan zullende worden, zullen tritflui tend beftemd zijn en aangekend worden ten behoeve van "de verminkte Verdedigers en van de nageblevenen der £efneuvelde Verdedigers des Vaderlands, welke, ter» tijde van het bekomen hunner wonden tot een der 'Corpfen van 's Lands Armee of eenïg ander Corps met de verdediging des Vaderlands belast, behoorden om het even van waar dezelve perfonen oorfpronkelijk af komstig zyn. a Door gefneuvelde of verminkte Verdedigers, .welke op uitdeeling uit dit Fonds zullen kunnen aanfpraak ifca- kenof aan hunne nageblevenen aanfpraak geven, wor- den voor zo veel de krachten van het Fonds tegen ver wachting niet toelaten mogten daaraan eenige verdere (trekking ce gevondiegene verftaan welke in een der gevechten, tot daarftelling van Nederlands onafhanke lijkheid, of tot handhaving van dezelve ,.fédert de laat lte dagen der maand November ièi3 i tót op het eindi gen van den tegenwobrdigen Oorlog gevoerd, derzelver wonden zullen hebben bekomen; terwgl, wanneer met éene genöegz-ame verzorging van al dezelve, tevens het verder onderfteunen van nog overgeblevene verminkten uit vroegere Oorlogen en van^die welke in de volgende Oorlogen eene verminking onafergaan mogten, zo wel als van der gefneuvelden nageblevenenof na te blijvenen bij die gelegenheden, geheel 'tïf ten deele zoude kunnen 1 gepaard gaan Wij met genoeftn zien zullen .da^. het tegenwoordig Fonds daartoe, voor zo,verre het (trekken* de zal zijnen door deszelfsbeftuur meest billijk en gepast geoordeeld zal wordenin de tweede plaats mede dienstbaar, wórde gertiaakc. 3. Voor zo verre echter de gefneuvelden of vermink ten, een deze bedoeld, zo vele eigene middelen mogten hebben nagelaten of bezitten dat uit de jaarlijkfche in* komften daarvan, gevoegd bg hetgeen uit 's Lands kas, pf eenig Fonds aan dezelve, uit krachtu der Militaire of andere bepalingen mogt worden toegekend, in der zelver onderhoud, of dat van hunne Weduwen en Wee yenop eene genoegzame onbekrompens wijze mogte Zijn voorzienzal alle aanfpraak op dit Fonds ophou den als welke in dat geval regtftreeks ten nadeele der wezenlijk hulp behoevendenen alzo tegen de klaarblij- kelijke bedoeling der edelmoedige gevers zoude inloopen 4. Dé GagementenPenfioenen of Toelagen onder eeni- gen naam, uit krachte der Militaire of andere inrigtui- gen verleend of te verleerien zullen echter op zich zèl- ven aan het genot .uic, ^et Fonds geenszins hinderlijk zijn, daar het dè w.ézênJijke ..bedoeUng van deszelfs op- vigiing is, om,.boven hetgeen van 's.Lands wege of uit reeds bellaande failitaire cf and-ere Fondfen wordt toe gekend het lot dier ongel-ukkigen zo veel mogelijk te verbeteren ten einde zo veel de krachten van het Fjnds zulks toelaten zullen, te maken dat derzelver toe lland uit het financieel oogpunt befchouwd niet minder dan te voren zij. 5 De hoegrootheid, der jaarlijkfche toelage aan de ge. regtigden refpective'gk te doeh regelt zich met inacht. neming dar krachten van het Fonds, in dc eerjte plaats naar de hoegrootheid der bezoldigingwplke door den gefneuvelden of verminkten, tén tijd£ van het bekomen zijner wonden, als Militair uit- S La'rfds kas werd geno ten, of aan den M litairen rang »- waarin hij diende, verbonden was welk verfchil van bezoldiging in eene biilgke evenredigheid het algemeen verfchil van uitdee- ling tnsfehen de onderfcheiden clasfen der deelgeregtig- den zal uitmaken; terwijl voorrsin;,de tweede plaats de mindere of meerdere behoeften van den een' bovem*1 den anderen in dezelfde clasfe geplaatst-;- dooreen minder of meerder aantal kindeieh te zijden ias'te of andere wet tige oorzaken ontftaan den grpnd' van :een billijk en evenredig verfchil van uitdeeling tusfehen de geregtigden van dezelfde clasfe onderling zal opleverenvolgens den maatftaf, door de algemeene 'vergadering, of, op auto- i.fatie van dezelve, door het Hoofdbeftuur van het Fonds nader te bepalen. r 6. Dezelve algemeene Vergadering zal, voor-zo verre de uitgeftrektheid van het Fonds zulks maar êénigzins üitvóprlijk maaktorder ftellen op de inrigting' van een Invaiideb- Huisia hetwelk de verminkten immers een g'e-dVeire. derzdlvein (lede van distributief in geld, huisvesting en voeding genieten zijnde .Wij. ten volle bereiï'-'onuten* zó heilzamen maatregel door den af- ftantf-var: Lands localen die daartoe zouden kunnen gemist wcrdeny te onderfteunen en te bevorderen. 7. In alle gevaLwofdt Óns de bevinding der algemeene vergadering medegedeeld ten aanzien-'van de grootte van het Fonds en het getal "der deefgereg'tvgden alsmede' hare bepaling nopens'deo maatllaf. dèr uitdcelingen aan h n die in het Invaliden - hu'is niet mogten kunnen wor sen opgenomen. 8. De jaarlijkfche toelagen, aan de deel geregtigden toe- gewezen, wnr-Vx "an hen refpectivelijkop vastgeüelde tijd lippenL.t ;j «n tens hetzij in onderfcheiden ter mgnenuitbetaald, naargelang dat zulks meest voeg< zaam zal worden bevonden, en tegen overlegging var zodanige bewgsftukken als nodig zullen wogden geacht» 9. De toelagen worden niet verder uitbetaald dan tot de geheele maand ingefloten waarin een genot hebbende door tlerfgeval of andere omftandighedeu ophouden zal •geregtigd te zijn, en de drie maaiiden5welke op de ge zegde maand volgep zullendaarenboven. 10. Aan het genot uit dit Fonds is de verpligtin^ Ver bondenom, gedurende hetzelve genot, zich met er woon binnen dit Rijk te bevinden. 11. Het wordt.aan de genothebbenden exprësfelijk ver- bóden-, om, gedurende de.rzelv'er genot, eenige Aalmoe- zén te vragen of aan te nemen gelgk mede het rondlóo' pen'op Kermisfen en Jaarmarktenóf bij andere gele- gendheden, met Orgels of andere Muziek-Inftrumenten of met eenige voorwerpen hoe ook genaamd, tzr vertoo ning om geld, terwijl zij, bg contrarie handelwijze iu een of ander dier opzigten van dat oogenblik af, met de daad van a'llb genot zullen verftoken zgn; wordende de Plaatfelgke Befturen.bijJ'deze gelast, wel inzonderheid te doen toezien dat geen Deelgeregtigde tegen de voren- ftaande bepalingen handele, en aangemaand om, bij de 'ininste ontdekking van het tegendeel, het Hoofd - beftuur 'daarvan kennis te geven, alle? behoudens de geftrenge applicatie der ftraffen, tegen Bedelaars in het algemeen vas'tgefteld of nog vast te ftellen. 12. Voor zó vepl de ten behoeve van het Fonds reeds opgebragtc, en ifqg Verder op te brengen fómmen aan gaat, waarvan niet dadelgk of iort daarna gebruik be hoeft geraaak^t te worden, zal er telkens t?nfpoedigfte eene belegging, in Nederlandfche Fondfen gefchieden ten einde de Renten daarvan inmiddels en zo lang men ovex het Capitaal dier fommen zelve niet behoeft te dispone. ren(, alsmede tot ftgving van het Fonds te doen dienen. 13.'. Het Jj'ónds wordt voorts onderfteund en tot meer- deré uitbreiding gebragt door de contributienwelke ten behoeve van hetzelve, jaarlgks of op gezette tgden zullen gefchiedenw-aactoevoor zo verre zulks niet reeds gefebied isde gelegenheid ter aller plaatfen zal worden verfchaft. 14. Het opperbeheer van Ü61 Fdnds Zal-worden uitge oefend door eene algemeene Vergadering óf Afgevaardig* denjaarlijks op eenen vastgefteldtn tijd en voorts zó dikwgls ah de omftandigheden zulks vorderen mogten, in de Refidentie-plaats van het Hoofdbeftuur, en op dè convocatie van hetzelve, bijeen te komen. 15. Deze Vergadering zal beftaan uit de compareerende Afgevaardigden der fiietna te melden Hoofd, of Qiftrict^ comrnisüën welke bevoegd z§h leder.een Lid üit huó midden daartoe te committeerenen voorts uit de Leden van het Hoofdbeftuurwelke als zodanig mede voor Le den van de algemeene Vergadering zullen worden gehouden. 16. Dezelve maakt de algemeene verordeningen, welke tot het doelmatig beheer en het beftuur van het Fonds noodzakelijk zijn, en doet Ons daar van verflag. ■17;'£ij 'benoeiiit de- Leden van het Hoofdbeftuur en Bepaalt nader de werkzaamheden van hetzelve. 18. Zij doet, door middel eener ten dien einde te be noemen Commisfie, de jaarlgkfche algëinèene rekening van het Fonds examineerenopnemèn en fluitenont vangt yan het Hoofdbeftuur een jaarlgksch algemeen ver flag van den (laat van het Fonds, en maakt wijders in alle verdere opzigten de meest doelmatige inrigtingen tót inftandhouding en veidere uitbreiding van hetzelve. 19. Namens en van wege de algemeene Vergadering en volgens de bepaalde vérordeningen, wordt voorts het da gelijks beheer en. beduur van het Fonds en van alles wat deze inftelling betreft, opgedragen aan een binnen Am- fierdatn gevestigd Collegie het welk den naam van Hoofd beftuur dragen en uit twaalf Ledenalle binnen ge zegde Stad1 woonachtig, beftaan zal. 20. Aan hetzelve Beftuur is bijzónder opgedragen het onderzoek e'n beoordeefftrg der' regtmatigheid van een ieders aanfpraak .op het Fonds ten gevolge der informa- tien en aanwijzingen daaromtrent van het Departement van Oorlog te bekomen^ en./der bewgsftukken-welke ieder reclamant verder indierieriirtogt; zullende het Hoofd beftuur bij gemelde onderzoek en beoordeelingzo wet als ter executie der bepalingen van Art. 21 en 22, ook, letten op de voordrag-ten en rapporten van de plaatfelgke Coramisfiên aan de Hoofd- of Diftrict-comrnisüënen doof deze aan het Hoofdbeftuur te doen- 21. Hetzelve plaatst ieder Deelgefegtigdcn in de clasfe waartoe dezelveingevolge.-de' genotene Militaire bezol diging, zal behooWp en -regelt wijders het bedrag der uitdeeling aan de belanghebbenden nader, overeenkom», tig hunne bijzondere omftandighedenvolgens het be paalde bg Art. 5. 22. De veranderingen welketen opzigte van het ge- drag-der uitdeeling, bg een of ander Deelge|-egtigde tefc gëvotge van eventueele wettige vermeerdering of vermin dering van behoeften, zouden mogen nodig zijn, worden almede door het Hoofdbeftuur bepaald en geregeld. 23. Hetzelve zorgt, dat.de. üjtbètaling der toegekende uitdeelingen regelmatig' plaats hébiiebepaalt de tgdrtip.- pen daarvan, en de wijze en vereischtedaarbij te obfef- veerenen aütorifeert alle bepalingen, welke voor het Fonds moeten gefchieden. 24. Hetzelve draagt zorgdat de belegging van niet geëmplogeeide of niet eerlang fe emploijeeren Gelden", ingevolge Art. 12, ten fpoedigfte en ten meeste voor- deele van het Fonds plaats hebbe en maakt de vereischre bepalingen en maatregelen, omtrent de zekere en getrou-' we bewaring en verantwoording der daarvan voorkomen de Fondfen en vaa alle Effecten en Gelden van dit Foncfs in het algemeen, zonder eenige uitzondering, hetzij dat die onder het Hoofdbeftuur zelve, hetzij onder de Di- ftricts- en Plaatfelgke Cammisflën mogten berusten. - •25. Aan deszelfs zorg is ook inzonderheid aanbtvölec het neemen van de meest gepaste maatregelen, dis tej:

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1815 | | pagina 5