5- g 3 tf a* 4 N •n P J =•-• C ft r* 3 3« 5 J ui n 4 3 O W O S SO/'» O 3 2 „3 a - 2*o.ï N a 3 o o< JJ - O 3 (Jj 0 S^-oï^r» O. =,a.^3oa^?<;0 5 n 5* 3 9 3 -• 2 52s* 3 j? c i o O *- <5 3 CU *3 8 3 3-5 <f5 5--S a2 3-3 3 Ir» 5 r pa 3 N "1 ni 00 _- - -j 3 n> -» J~ClW 2 CL.r.T.'» O n 5 -s-2«*2"F t -. 5; 5 Br 2 -3 O* 3 S '"^w "n Z Z ■m 2,$ S 3^5 3 £Lo 3 3 E. —^2. 3 N 2* ft 3 2 S'c; »gwe;-o.3^ p2. <T> O tot» ^3 - ^•Na|.g> g." Wif a 5 Sa»« a «•SSs-ls3 nS33 £=rS I'tfi &f g-l'S Ï2rr?r3aSa7 5" **v*n worden v op eene hoet* van honderd'Guldens zul-' ^3 q lentJé naar aanleiding vari dat getal' Pa af dén de aanflag .r»*~ o o Jq opgemaakt en ten name van het hoofd des Huisgezins ter ■§•-?. 3 r» legger worden gebragt- v w 3 S 2. Andere Perionen, te zamen of afzonderlijk^ wonende o n 2 5 2 welke verkiezen gecombineerd Paarden te houdetf tot ge- e^3 3'3 ^.-a, meenfchappelyk gebruik; en om met én door eikanderen - Jj' •«- w 5" 5 gebezigd en aan^efpafinén'tè wórden, zullen-insgelijks 3 a2.3w et gehouden zjjn'het geul der Vooffcbrè.v£n Paaïaen «niet te. n a.o-5' folitfen, maar dez*elvc-«met e!ka:nderë'n aan té keven, al-; 3 2 2 - n> N g o-o ±n W g iS1' W 3 3 - s 2- rè 2 2 3 2 ~,r> 3 3 s-^g5»- - O» -1-3 3 2ft2o' E -■ O. 3 S a.o 1 «r mede op eene boete Van honderd GuldensZullende deze Paarden, als ètn getal Pa_ardeo uitmakende, ten name van de BelastinglcnulJigen ier Jegger gebragt. worden. - Voor zo verre de iaangïfte. der voorfchrevene Paarden in hét geheel niet wordt gedaan, zal.de nalatige Belas-, tingfcfiuldige vervallen in"*dé bjjeteby Artikel 22. dezer Wet tegen verzwijging geftar.qeërd. •-, Art. Aanfchtijji'ng van Paarden na de Befchrijving. 1. Indien lem.irid na herdoen der Beschrijving eenig- Paard of Paarden aanfehaft, f.e:'ge.tal der aangeg<;yene- Mh33:ö:5 vermeerdert of dezelve tot eenig ander gebruik wil be.'' peg""® zigen tvairddor die Paarderi aSn'-.een'é hogerfr cfasle _on-; de^hevig worden dan die'waar voor hijj 'dezèlvé heeft aan gegeven zal hij daarVvan binnen den tijd van acht da-., gen. aart'bef Kantoor van '"den Ontvanger zijner Gemeente fehrifttflijke aangifte mdecen doenop verbeurte der boete bij 2 van Art 22. dezer Ordonnantie^ g'e'itafueërd te^en;; overtreding van deze bepaling.. §a Zodanig Ingezeten weifeef" te rekenen van den tijd zijner primitieve aangifte i tot uUÖmo Ju-ntjdaar aan; volge.nde ih de vooriV'breven: termen is vallende^zal- a 3 voor dusdanige Paarden over eeff-gCheél Jaar befchreven. o g* worden. aó •X'"- <5* 3. Zodanig ItfeVzeteltj, welke 'het"getal zijnet Paar- 2.0 den vermeerdert ot" van eenig inderhetwélk aan een" n - o- 3 -- w w. 2 ,hoogcr impost onderhevig is'i gebrflik. hiiaakt in den^ 3 «3;^ 2 3 S-Sïi >°*-v i°°P van het tijdvak, .tn'sfchea; primo Julg en ultimo1' o3on2^3s i=?r September, zal deswege maar voor een half Jaar beichre- q3 3. 3 n't 2 7. 3 J1 ven worden en in de maanden Octgbey November en ^-,-<0.-3.33^ -4? o. December voor dat lappend Jaaf.vgeheel yry zyp. 4 Ten einde de fuppïetoire aangave in deze Belas* - A rraTnkaOila 7111 IA Tl KÜ /lp SS» - --3 .S, O N c B fl 3 s-*VJ IaHaIf!ss35 °2>S.?-3a'3g^o2S|-- 3 h <t o. 2 g ^3 at B*sj r~ *T3 rtt 3"^' =>r >2 CL7"5"* 2, - r.. 's-Iss. 3 2. s V - Sriï» S o'S 3 I l-r> 3 I 0 zelve'te bezorgen ten Kantore van dën Ontvanger der Gemeente, waar in zg ieder refpecFi^e.Hjk Bün Verblijf hebben'" n 4> n 5. De aanflSg^hvódrc"fpru(tendé tiit deze fuppletoi- re aangavèn"moetén worden geregeld en ingevorderd,. 5. overeénkomlVig de bepalingen bij Art. 31 dezer Ordo'n- o -''Tïanfie yasfgédeld. u v. 2 Art.' 18 Affïhkfjfti'% "ban TadHèn 'na de befchrijyïng. 'Paarden ter zake van Iterfgevallen verlating van Be 'röèp"Bedrgf, Ne- ing of uit hoofde van andere omlfan- dighedep afgefchaft wordende of dat dezelve in eene mindére^^betrekking gebruikt worden en daar door in ::tene lagëre klasfe vetvaJlen zak aan'den Belastingfchul- mmmm'digeTp'tiië" zulks betreft of deszêlfs Rec.htverkrygehdèp J. op'1 zijne.01'«ifVtoe ingediende Reclamatie, op den voet als ïtij Art;'^ vah de'zevÓrdor.antfie 'iV bepaald, na dat de J*tÜiTfpriülr opjiSezelvé te zgnen Vodrdede zal"'zgn ge- 1 fchied/ ivotuen te kped gedaan dé hélft der belasting -voor Fed^r' der in/dit'Arr. vermelde Paarden, fietwelk, O c« c 3 M J— o 2 o x -• 3- 2 2 =*2 N Q. ftJ- ■n. 3 N -t d w 2?V- I ='S 'tSs" ï;;-- - S"iS (Siilio.BjIsl|5sSae;'3 O. o? 3 S 8-3 -r| s. Bt Z.2 J 0.3 2 <w o?< s-°# 2 1 rt> 2 3* <5 3 H Ot, v-W Nv '.3 ra e O 5° 1' 5 ci 3 N?"ï3 >=r 3? t-b r ff? I r2S primitief was aangeeeven gewor'cleh., 3 «.O's7" 3.'EL Art 19. Aangifte van Paarden iff vaste,^liu'ur± De genen, welke Paarden van een* Stalmeèster vè'r- buurder van Paarden geftadig in huur of tot hiin uitflui- tend gebtuik hebben, hetzij zulks gefchied bg denzelf- dén ofwel bij obderlcheidene Stalhouders, zullen ver- pligt zgn dezelve Paarden als eigen Paarden op te ge- verimet bijvcfeging der namen en woonplaarfen van dus danige Stalmeesters of Verhuurders van Paarden. Art. 20. Vrije Paarden 'Van de belasting op de Paarden zullen zijn vrijgefteld Z* o_2/s:--S* 'de Rijpaarden die de Militaire "Officieren tot uitoéfening tj *rï~o* vatl hunne functien verplig^zijn té houden, doch verder en anders niet. en in geene'gevallen voor zo veef dezelve tot'het befpannen van Rijtuigen worden êcbrufkt. Art. si. VifitdtienS De Contróleurs en Ontvahgers der 'directe 'Belastingen 'of derzelvér AdfiUentenzullen, bg het *'doen der Be fchrijving de bevoegdheid hebben, oin vén'de belasting- fchuldigen de aanwijzing Van Hunne Paarden te vórderen. Desgelijks zal het de voormelde Ambtenaren of hunne daartoe géqualificeerde bedienden verzeld van éen*'Deur- waarder der directe Belastingeri of, bg afwezéndheid van 'dezen/"geadfilleerd mèt een* bode, of éétiig ander perfooh tot geregtelgke explbiten ^équalificeerdte allen tijde, van zonnen - opgang tot zonnenondergang vrij- ftaan vifftatien /e doen op en }n alle'Stairèn en Weiden ten einde de aldaar zijnde Paarden met de gedaane aan- r giften te vergelijken, en zullen in beide gevallen de be- 0 a-jj B'n Iastingfthuluigen verpligt Zbn aap 'Ze'voornoemde Amb- 33 33 sn3d? 'tenaren aanwijzing te doen van cle plassen, waar hunne o "1 S"* Paarden zich bevinden, als ook van de baarden zelve. 7-2 "Art 22. Voorzienihgen tegen het Verzwijgen vin Paarden* of het koenvan' Valfche opgüven. Alle de genen, die bij het invullen "der Declara- toireiizullen trachten, door verkeerde öpgaven of ver zwijgingen, den Ontvanger hunner G'dmeente te mislei den of onder eënig pretext hoegenaamd hunne verplig- tingeh ten asrf2tea van deze belasting, te ontduiken zullen vervallen in eene boete van vier honderd Guldens voor ieder' op "te geven Paard,'welk door 'hen zal zgn Verzwegëir of vérke rdelijk aangegeven. 2"3 3 'a De. zodanige welke Paarden door'hen na de primi- gtive befc'hVrjving aangélêgd, verzwijgenof andere, waar- -■ 2Lvan eenen hoögeren Impost verfchuldigd is, niet con- form deze Ordonnantie aangeven, zullen in de boete ver- vallen van vier honderd Guldens voor ieder'Paard, ter kwader trouw verzwegen of niet behoorlijk aangegeven. 3. Wannéér iemand'bevonden wordt voor de tweede rèï/e of meermalen in 't?e^en te bebben gefraudeerd, zal de zodanige verbeuren* eene boete van acht honderd Gul dens voor ieder op tè geven PSardhetwelk door hem zal zijn verzwegen. 4. En zal niemand zich aan de voorzieningen, bij dit Artikel vastgefleld kunnen onttrekken onder voorwend- fet van geen Declaratoir ter invulling te hebben ontvan gen, daar dusdanige bela$tingfchuldige in dat geval, verpligt zal zgn eene fchrilteüjke en door hem getekende N ft. S» O rto S J Stro S'SrSaSr^llSl. 3- Ï^«ï;Ï,s: 1:5 n> n 3 ,zj *1-a3 r>N A C/i 3 <w C M Q-n 3 S'2 2 2 ?t*^2 n' T n •-t 1 1 a a a m m M O* n v u a l.'J D o cr- £j 5- ■ft-K-; a -v n> o -1 3 n 3 1* •I Z io»n"o^>_3 ,S. -xj c. 'S "'l ö- N 3 2 s 5 -5 s 5 s-1 3 o <-» Q- n in n 3 2 CLa £-(Tq CL! Nf'.3g» 3^ w - 0 a 2. a. M 2 n - 2 a 3 a 1 »i ft 3 n -f. 3 o-e.-» a -i» ÏEa;- 3".O'2«T "5^ 3 3 O u N rj Tl 2 3 JJ' sa.n 3 m f* t 2/ë =f 3 M S e: n t M- 3 2. 3 o N S-g fff- -5 B Z. n, n. bj S M b cn a -t o» CL. n S*3 3 Pi S 5.5 2-3 8-5 s n< Omb 3 2,1 7 5"| 5»: cri> r» 3 jpgave^ijnër Pierden airi den Ontvanger zijner GemeenÖ^ tegen behoorlijk rc9u te doen geworden. Art. 2J. IVte tot de recherche en aangifte van ge pleegde fraude geregtigd en verpligt zijn. Tot de aangifte van gepleegde fraudes op ciezën Im post word elk en een iegelijk, he.t zij yvie hij /ij, urn* .dezen, fpeciaal gequalificrerd; wanneer die fraudes ont dekt worden door. paituulieren;, zullen. d^ejVe. daarv^fi opmaken verklaringen, onder preientatie V'v'n ei Je^ en^ door Lands bedienden relazen op den -eed a^n den Lao- de gedaan en zullen 'die verklaringen of relazen wordeji ingezonden, aan den Contió eur van het Di'.nkt, die aan den bekeurden door eeren Deurwaarder v n zijne l.tTceu- ring zal doef kennis geven, met informatie, dat hy,.picb deswege bg "hém ('ontrÖleur vervoegen kan, indien hg eenige befz\varën daarlegVri.;rhogt hebben 'in te brengen. De Controleurs zuilen voorts de aanhaling onderzoe ken en, da Vrtoe termen vindendemét den bekeurden mogen 'tranfigéreri onder approbatie van d^p Advocaat Fiscaal, dér' Middelen té Lande "in huh.n'e Provincie. Wanneer de bekeurden, binnen veertien dagen na de in zending van het relaas zich niet bij den otltrókur vervoegd hebben, of deze ook geene t-rmen tot t.ans- acuie vind. n mogtzalhüjhet relaas of de verklaringen aan gemeldén Advocaat-Fiskaai ter vervolging doen toe komen Art. "24. Aan wien de vervolging der gepleegde e fraudes is opgedragen. .Tot de vervolging der gepleegde fraudes-worden alzo gequalificeerd de Advocaten - Fiscaal der Middelen te Lande, in de ref&ective. Provinciën, op den voet ea overeenkomstig hunne .inftr-uctiën. en de Wet van den 4 Janu'arij 1814, No. 31.-Czie Staatsblad d'Ao. 1814, No- 4 O welke Advocaten-Fiscaals mitsdien de actiën daaruit yoortvloeijende zullen inftituëren voor de Gede- puteerdë ^titéb! dér Provintiën. en acs noocls in appél voor' fiet "Hoog Geregtshof van Finanticn en Zeezaken. De boeten, uir deze vervolgingen vo rrfuruiter.de, zullen verdeeld worden in maniere als nader Hoor Ons, op voordragt van Onzen Secretaris van Staat voor de Fi nanciënzal w>rden bepaald. Art. 25. Bepalingen, omtrent bezwaren Wannéér ^eeriig B'eiastingfchuidige dacht verkeerdelijk befch'reven of te hoog belast te zijn of wel ter zake van affbhaffing van Paarden veroorzaakt door fterfgévallen _het verlaten van eerfig Beérij'f, Nering of. uit hoofde van andêré ióörzakenbevoegdheid te hebben tot het indienen van beZWaren zal bij, in geval van affchiffing, uiter lijk binnen eene maand na dat die affchaffing zal heb ben plaats gehad, en in de andere gevallen, 'binnen drie maanden* te rekenen van den dag, waarop de Belasrings- ktdiieren .zullen zijn executoir verklaard waarvan bin- ^iien dfië dagen na Ket ontvangen ,derzelv,eaan de In- gezetënen van iedere Gemeente, d^or den Burgemeester ofSchou.l, óp de gebruikelijke wgzé, zal worden ken nis gegeven,) zijne recJa> atie op ?egel gefchrevenen yotrrzien van een DupLcaat - qukantie dé.r betaalde ver- tchénen.fïyaalfde. gcdee'tenahmede van een extract van zijnen aanflag in liet Kohier, indienen bg«..den Contiföleur van het "Diftrict v«n Controle, alvyaar.de Belsstingfchul* dige woonachtigis behoudens zijne verpljgting tot voortdurende betaling der verfchenen twaalfden, op dc daartoe door den Ontvanger bepaalde zitdagen. De Controleur zal de bij hem ingediende reclamatiën met zgn advijs inzenden aan Directeur der directe Belastingen Jn de Provintiënen deze,., met bgvoeging van zijn advjjsaln den Gf^'üvérnëur., welkè de gemelde reclamZtlè'fi gemüniëerd mét de beide voornoemde advij* ftn brengt ter deliberatie'Van Gedeputeerde Staten. 'T)ë Gedeputeerde Staren der Provintie zullen over alle de ingekomené'rëcfartiatien uitfpraak doen, en hunne be- tlisfjngefl fan den Gouverneur hunner Provintie ter hand (lellen welke dezelve aan den Directeur der Directe Be lastingen zal doen geworden, teneinde, naar aanleiding, der voorfchrevene uitfpraak, de v«reischte Ordonnantiën van ontheffing ten behoeve der Reclamanten op te maken ot hun van *het in Hand blijven v^n'hunnen primitivea aanflag kennis te geven. Wanneer echter aan den Directeur.bg het onderzoek der reclamatiën, uit het "acfvys van den'Controleur of sn derzinS, zal komen té'Slgken, dat er in den aanflag van den BèfastingfcKurdigen ontwijfelbare erreuren hebben 'plaats gehad, zak de gemelde Directeur de'bevoegdheid hebbén den'Ontvgnger onder wien de'Belastingtchnldige resforteeff, te au'oriferenom van denzelven, hangende de delibéVatien der Gedeputeerde Staten,over zijne inger leverde rpclamatienaar mate van déü aard der begane Èrreuren geene betaling hoegenaamd verder te vorderen, of wel alleen zodanig gedeelte van den primitiven aanflag, als het bedrag der belasting zoude geweest zijn, wanneer de aanflag rigtig gefchied ware. Art. 26. Het for meer en rdn den Legger van 'hit Belasting- kohier. I. Uit de.ingezamelde De'claratoiren van aangifte zal, voor jedere Gemeente door den Ontvanger in dezelve onder toezigt van den Controleur dar directe Belastingen worden opgemaakt een Legger waarin nevens den naam van ieder daarin tt brengen Belastingfchuldigen zal wor den befchreven, zo wel het getal der Paardenwelke de zelve in gebrnik heeft., als het emploiwaartoe die Paar den beftemd zijn; dat is eene precife aante?kening tot wel ke de onderfcheidene klasfen bij dezq.. Ordonnantie in Art. 1 vastgefleld, ieder van zijne Paarden behoort; ver volgens zullen de Controleurs in de daartoe beftemde kolom uittrekken het montant' van,.ieders aanflag in dezé Belasting, voor zo verrè; de hoofdfom betreft, welker hoegrootheid door de to'ëjasflng van het Tarief op de voorfz. ter Legger gebragte Paarden wordt aangegeeven. a In alle de Gemeenten van dé onderfcheidene Provin ciën, zullen de Leggers, vóór 'of uitteriijk op den 15 Fe- bruarij vbü elkën Jaarein gereedheid moeten zijn, en, na vooraf door den Controleur en Ontvanger te zijn ge- teekend .door ëerstgemeldenaaiV den Directeur der di. "recte Belastingen worden ingezonden. Art. 27. Opmaking der Beïastings-kohieren. De opmaking en uitgifte der Belasting-kohieren is bij. zonderlijk opgedragen aan den Directeur der directe Be lastingen welke daarop den aanflag van iederer. Belas, tingfchuldigen in deze Belasting zal brengen, beftaance uk de hoofdfom, benevens de Gaarderloonenbij Art. 2, bepaald, en Iaatflelijk zodanigePlaarfelijlce verheugingen a[s bij bijzondere befluiten aan de Gemeenten tot be- flrgding haver behoeften zullen worden toegewezen. Ar|. 28. Executoir verklaring der Kohieren. Op de Kohieren de post van iederen BelastingfchuldL gén. op den voer als bij' Ark. 27. dezer Ordonnantie bepaald, gebragt zijnde zullen dezelve gevifeerd door Het vervolg op de kent van deze Bladz:~) 7 ^Te Lcyden by it Wed. ANTL-IÖJNY bï KLOPPER en ZOOÏv op de fireede Stmt

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1815 | | pagina 6