LEYDSE
N\
C O li A N T.
sl-^l II
£l
il 8 |IS'
A*. 1814.
WOENSDAG
Wfl WILLEM, bij dc Gratie GodsPrinfc van
Oranjc-NasfauSouverein Vorst der Vertenigde
d Nederlanden enz. enz. enz.
in tile de genendie deze zullen zien of hoo-
ren lezenfalutdoen te weren
Alzo Wfl in overweging genomen hebben
dat vere der van oüds belfiande bepalingen
omtrent de Militaire 's Lands Gronden en Ge
bouwen in het algemeen, en bijzonderlijk ten aanzien
van het bouwen en aanleggen van Woningen Tuinen
Boomgaarden of andere Gbilichten vah welken aard ook
in den omtrek der Vestingen, Sterkten, Postenen Liniëo
van defenfie gelegen, door lengte van tijd, 0r.geheel niet
meer geobferveerdof zo zeer uit het oog verloren wor
den dat daaromtrent veelvuldige misbruiken plaata 'heb
ben welke behooren te worden tegengegaanen dewijl r-
bet ook voor onze Ingezetenen van belang isdat die
bepalingen aan hen worden herinnerdten einde zfl zich
niet zouden blootftellen aan de nadeelen' en verliezen
welke de overtreding van dezelve te «eniger tHd hun
zoude kunnen veroorzaken
Zo is het, dat Wijl den Raai van State gelioord, en
met gemeen overjeg van de Staten Generaal dezer Landen,
hebben goedgevonden en verdaan, geljjk Wij goedvinden
én verdaanby dezete arrederen de navolgende bepa
lingen: ...v
Art. 1. Als Eigendommen van den Stut worden aange
merkt alle Gronden en Gebouwen, welke, in den loop
der laatde vijftig Jaren, tot de Fortificatiën hebben be-
hoord, en gevolgeljjk alle terreinen, waarop eenige Wer
ken van defenfie zijn aangelegd geworden; ïlle Wallen,
Borstweringen. Grachten, bedekte Wegen, Glacien of
geavanceerde Werken alle Pleinen, waarop Militaire Ge j
bouwen gedicht zyn, voorts alle Linicn, PostenRe-1
tranchemeDten. Redouten, Dijken, Sluizen, Kanalen en
hunne Boordendie in hét voorz. tjjdviktot eenige
Vestingwerken hebben behoord:'
De bovengemelde Eigendommen van 'den Staat zyn van
bet resfort van het JJepartement van Oorlogde concert -
met zodanig ander Département van algemegn beduur of
Van adminidratie ais d'aarbjj onmiddeljjk ni'ogt zijn ge-
'coucerneerd zullende mitsdien zodanig Departement
daarover nimmer geheel of gedeeltelijk kunnen befchik-
Iten zonder voorkennis van dat van Oorlog hetwelk ook
daaromtrent geene dispofitie zal kunnen nemen zonder
de belanghebbende adminidratie alvorens te hebben ge
hoord; terwijl, in cas Van verfchil, de taak aan onze
bedisfing zal worden onderworpen.
,3. In alle Vestingen van den Sfiat wordt als Militaire
'aLands grond aangemerkt de gchecle oppervlakte, bé-
grepen;
u. In Vestingen, van bedekte tVegen en Glacien voor-
zien, tusfehen den voet van Het Binnentalus van
den Hoofdwal eo den teen bin den bedekten weg-
enzo deze van een Vdórgragt la voorzientot en
met den buitenboord van deze Gracht. De Terre-
pleins der Bolwerken zijn biet onder begrepenvol
gens eene getrokken lijn door de keelen van deeene
courtine tot de andere.1
b. In Vestingen zonder bedekte IVtgtn of:. Glacienvan
den Binnenileén des Hoofdwals tot en met den over
boord der Gragten van deenveloppen of Buitenwerken.
0. In Vestingen zonder eenige Buitenwerken van den
binnenvoet des Walgangs tot aan en met den over
boord der daarortrgelegene Gragtén.
d. Eindelijkindren er zich acfiter den binnenvoet der
Walgangen, ScheiDoten Benhen enz. mogttn be
vinden zullen ook deze llronken grondsmet h,nh.
ne Boomgewasfen en andere Opliillcngerekind
worden tot deMilitaire 'sLanlii gronden té behooren.
3. Alle onbewoonde Forten mitsgaders Redouten,
geavanceerde Posten RetranchementenLiniën e'h'Bat
terijen zijn geheel Militaire 's Lands gronden met allege
zo achterwaarde als voorwaarde en ter zijde gelegene gron-
denf, bij derzelver aanleg door het Gouvernement aangekogt.
Op de bewoonde Forten, enz. zqn de bepalingen toe-
pasfelyk, in Art. a vermeld,
4. In alle Vestingen, Forten, enz. waar de affcheidin-
gen tusfehen 's Lands Militaire gronden door Vesting
werken of Militaire Gebouwen geoccupeerd, niet duide
lijk en behnorifjk zijnzullen dezelve door de Officieren
van de Genie, met overleg der plutfeigke Beiluu,ren
eens en voor altoosdoor goede kenteekenen worden be
paald.
De Procesfen -verbaal hier van znllen door de Direc
teuren van de Fortificatiën, met de wederzijdfche conli-
deratiën der belanghebbenden, aan het Departement van
Oorlog worden ingezonden ten einde daaromtrent, op
•voordragt van het gemeld Departementdoor Ons te wor
den befiist-
5. Van alle Gronden, binnen de hiervoren bepaalde
limieten begrepen, die door de Gemeente-beduren of
floor particulieren in dgze oogenblikkeq mogten geoccu
peerd of gebruikt worden, zullen de bewijzen van eigen
dom of van het regt tot gebruik', binnen den tijd vgn zea
niaanden van de dagtekening dezer Wet af te rekenen,
aan het Departement van Oorlog met de confideratién
der Directeuren van de Fortificatiën, moeten worden in
gezonden.
tie verfchillen, omtrent de wettigheid,der geproduceer
de bewijzen van eigendomzullen door Onsop adviji
vin den Hoogen Raadworden beflist.
Ten aanzien van de vernieuwing van voormaals ver
leende eoncesfiën tot gebruik op den duur en onder bil-
lijke verbanden, zal het Departement van Oorlog aan Ons
de nodige voordragten doenten eindedaartoe termen
zijnde dezelve bij voortduring te blgven verleenen.
Alle reclames van dien aard zullen na expiratie van
den geflelden termijn van zes maandenals onwettig aan
gemerkt en buiten effect gehouden worden.
6. Er zullen voortaan geene Betimmeringentuiienof
Beplantingen up «enig gedeelte van *1 Lands militaire Grez-
DEN 30 NOVEMBER.
0„ ;-s-S.Ï
ï*0 iS-s ükfs
V h J* u# 5
dü O 1- e» D
I
,C3
den kunnen aangelegd worden zonder .daartoe verkregen
regt, hetzij bij aankoop, M*zij bi) huur of bij c.onces-
fie, door het Departement vin Oorlog met de verei§chte
formaliteiten gewettigd; doch nimmer zahziïlksonder
eenige voorwaarde hoegenaamd in de ^nabijheid van Pul
ver-magazijnen, kunnen worden toegedaan.
7. Het zal aan niemand, dan aan de daartoe geregtigde
Militairen, of van wege den dienst der Fortificatiën ge
ëmployeerde en daartoe geautoriseerde Perfonen vrijftaan,
eenig ander gedeelte daarvan te bewandelen, dan de ge.
wone paden of de Walgangen en zodanige Pleinenwelke
voor de pasfage onvermijdelijk moeten gefchikt hlyven.
Ook zullen geene Runderbeesten, Paarden Schapen
óeiten Varkens of 'Ganzen ter beweiding ergens op
*sLands Militaire Grpnden worden toegelaten ten ware
Op .die gedeelten, waarop zulks kan dc Pachterr» in de
conditiën expresfel|jk mogt zijn vergund.
De Beesten, welke tegen dit verbod, op 's Lands Mi
litaire Gronden mogten gevonden worden, zullen dadelijk
in Schutftallen of verzekerde bewaring Worden opgeno-
ipen, tot dat, jiopr derzelver eigenaars de fch^den aan de
Werken 'toegfcbrkgtzullen vergoed zijnbbven en be
halve eene Geldboete van tien Guldensten voordeele
van die genen diedeze ongeregeldheid zullen aange-
bragt hebberi, en ten gevolge van wier aangifte de san-
daling van het Vee voornoemd zal gefchied zijn*.
8. Alle Voerlieden van Vrachtwagens en andere.Rij
tuigen zullen gehouden zijn de Barrières Bruggen
en Pop.rten, van 's Lands Vestingen en Snerkten nimmer
anders dan by den flap hunner paarden dóór te rijden,*
alle degradatien door hun toedoen daaraan veroorzaakt,
zullen te hunnen kosten worden hërileldes derzelver
Rijtuigen en Paarden zo lang »n verzekerde bewaring
gehouden worden, tot dat die. vergoeding van fchadc
voldaan, of daar voor de vèreischte cautie zal zijn ge- c
fteld, behalve de betaling eener boete van drie Guldens,
ten voordeele van de Wacht, die de ontdekking gedaan
beeft, en ten einde niemand van-,dat verbod eenige ig-no
rantie ptetenderezal hetzelve kan den ingang der Bui
ten-Barrièresin leesbare Lettersop een afzoüderlyk
daartoe beftemd Bord, wordèp uitgedrukt.
9. Alle BuitetiplaatfenStallingen Huizingen, Boe
gen-Woningen, Schuren ofGetimmertenvan welken
ïitd ook alle Tuiningen Boomgaarden Dreeften en
andere Beplantingen, welke zich bevioden op den af-
ftand van 300 goeden der Steden of Plaatfen, diein
den loop der laatfte vyftig Jaren tot Sterkten hebben
gediend of mèt Fortificatie-Werken zUn omringd ge
weest, en thans gerekend worden tot de Vestingen
Sterkten en Liniëo der eerfte en tweede clasfen te behoo
ren, zullen, zodra Wg zulks, voor de defenfie van het
Land, onvermijdelijk zullen oordeelen, op Onzen last
afgebrokenverbrand \of vernield wordenZónder dat
'da«r voor eenige .vergecdibg van fchade aan de Eigenaars
zal worden toegelegd, evenmin .a|s waren deze voorwer
pen door den Vijand vernietig^
Voor zo verre, evenwel, tijdens den aanleg dier Ves
tingen, Sterkten en Liniën van defenfie, zich reeds bih-
hen den bepaaldenk,ring van 300 Roeden zodanige voor
werpen bevonden en deze nog werkelgk bellaanzal
daar voor bij eventueel noodzakelijke vernietiging van
'sLands wege, eene billqke fchadevcrgoeding aan de
Eigenaren worden toegedaan-
10. De bij Art. 9 bepaalde afftand van 300 Roedenzal
gemeten worden elk volgt:
a. Voor Vjtitingen Sterktep ,.tnz. met bedekte .Wegen
omgeven uit den rand van derzelver Borstweringen
b. Voor Vestingen Sterkten enz. zonder bedekte We-
genmaar met Enveloppen of Buitenwerken uit den
Buitengragt boord dezer Werken, en
e. Voor VestingenStérkten t enz. die geene bedekte We
gen* Enveloppen of Buitenwerken bezitten* .uit den
buitenboord van de Gragten des Hoofdwals,
it. De Eigenaarenof Bewooners van zodanige voorwer
pen, in Art. 9 vermeld, welke thans nog binnen den be
paalden kring van 300 Roeden va$ de Vestingen van de
eerfte en tweede klasfen bellaan, zullen daar aan geene
verdere'vertimmcringeh Tnogen doen, dan nodig zijn om
hunne eigendomriién te houden in den ftand waarin dé-
zeiv« zich bevinden. V
t)ê eerts aan#ezende Officieren van de Genie in.de be
doelde Vestingen van de eerfle en tweede klasfen zullen
naauwkeurig acht geevendat aan dit Artikel ftiptelijk
worde voldaan.
Ingeval van overtreding» zullen zij zich daar over moe
ten adresfeeren aan het plaatfelijk Beftuur het welk als
dan dc nodige maatregelen daar tegen zal in het werk (lel
len en zich, ingeval van vêrfchlldaer ovei( den Se
cretaris van Staat voor d$ binnenlandfche Zakefii adresfeeren.
ia- T$n einde evenwel den Landbouw in den gemelden
kring van voorfzf Vestingen Sterkten, enz. zo min mo
gelijk te belemlfierenzal hpt .voortaan (echter alleen
op bekomen verlof van het Departement van Oorlog
overeenkomstig het hier navolgende softe Artikel, aan deOp-
gezetenen vrgftaan tusfehen dc 100 en 300 Roeden van
dezelve, houten Woohingen en Getimmerten met'daken
van riet of ftrrfo op tc rigtes zonder Metzelwerkeo of
onverbrandbare Stoffen en Materialen, dan alleen b'.'t
kleine Yzer en die Bouwftoffenwelke voor de Schoor-
ep Haardftcden .onvermijdelgk vèxeischt wordeqgelyk
ook voor de fteenen Fondamenten en Voetingep', mits
deze|aatfte niet hoogerdan één1 voet boven nc oppervlakte
van het Maaiveld optrekkende, en bijgevolg, op geene
heuvelen of de geringfte verhooging van het terrein.
Tusfehen de Vestingen, enz. en de eerfte 100 Roeden
gemeten als in Art. 10 bepaald iszal hoegenaamd geene
Betimmering of Beplanting mogen worden uitgevoerd.
13. In de nabijheid der bouten Wooningen en Getim
mertenin* het voorgaande Arrikel vermeld noch ergens
elders binnen den bepaalden kring, zullen eenige andere
affiuitiogen van Tuinen of Erven gedoogd worden da*
tiet vertv'g ¥p ie keu: van dm MUd*.)
2 taw
M Ulfc
t fc O-
s™ z* r?
oc"13 fle'a o 5.
£5 B S-8*;5
rt E c -c a
M D u je S
r- S Zij - Ji - j~y
c o J; u d 1: 0 ws*
s o b n u o -"z c 0 r
g
B 'ï?"*3 O c 41 9 «i
J2 5 "O a g 5^
5 O
>Se
5 C 'oö O
v o. u p. O. o
o c c
0b<,sc®-=«
1 f!s«
r - S 5 3
Ar G M-f3 -
C V ft» C t-r
5 eS'5 B
O p. V- co Jj;
T5 i> 2
•o t p
5 '5 5 c cc.s-5= s.f 3-0
6 -O O S)T3 m S. O C S da E "p- 5 0£
t üS^-j S"2 i 5's'ë-
- C^CSSS-
S 5-2.= g-5
c 0 -O -C O e> - e-^
5 -ï S E I -^-5 :2
n uUp C ^*3 C - c c 9
ScB S 'Su
'"?u- w - -Uwa-S 73
,*5if
E •- Vu. W |T -
<U G O
o o» <U
5 eC S n g-o
W Cu U 0> -5 t- G b*
I "J O <U J s g NI
- cv - 2 g o ca "z U
-O P- dï c w P- n
'li W 1 cVu,
JD.'-Ct
C 4> T2 -
-* -a *o *5 5?—1
L p -
h C L -
O r* r. b— iu mm
- p.E c g
H 4»
bc'Z N s
C R» -p
5C"r,^t-C~Out
- - Jr £3 - C -
.B c o u P d „^3 .2 .0
C N c - 03 0»
uu-ucCGC o HO.£KPw.C>
u rt w a> CL— 43 o J- O K
c O.T3 -O O^TJ W -0O4»
5^ S 0
n bo - n
4- O u
k c M c 25
11* >w sa n u O O-r ;r3>
-'SgJ'|S^a-2-=2^
e o bo *2 o IS
"s- 2 «■?-.*Jii
2"H°i -T.H
Oj> S U u 2
s JI s; a£3
l,"5 Sr n p S 2 irj}
e23gs-««
o o.
biH C2.5g-M«
^isaass-SS
- G Q B, «O .V
1*5 5 l.-St-S"
00 rt u
-
s t
00^
^.2 ~<g-sgjs g
Ca3 un -*••*-> C tD o O *U W
«co rt -C e e.»
>V-J2 Sm - M N o o *2
OC.C3 uG B Ji M
2 !r^3. s E 3 z 5 5 S -
3 'j ,j Si f a. u 03
y yj-UM1*; s c oc6-
5-f.5S (2
o c «i
P c u L - n cau i.>uM
u 5.". o" ■t" O o 00
M-oa-zi c >*e*o "O 0
u e -Wh» -GO
r-, r7 G C - r- G G - V OÏTJ O-
°e
co
o c «J
c~P -
o I
c p o
o'at
S'5'
•"i S "-2
■Cr Q
"^00^5'
Sïc
- -5gt
l
f 2, a 5 cu -o
Xi o
£2
Ja
X Uw
o<
gj; Sis a..
0 "d 2 SJ c *C e p
c «lu-c o c 3 tc
<2 C <U C, O r S* C
£-2-~3 0.0 5" C -
1 S ,-■£ - -E 3j 5 sZ
•sS-^g-ifsS-SS.^»2 "a
9 t: 3 9. js 5J M
P-O Ss G
Lu. 'ïr u
tc tc 13
1 - C r- H
JS O i
5 o es'-H.aSo
13 O
S?."«e,i5ë"a »fï
5 o 4J ,uCs c o'C CS «73 eo tf
"SS«-»S 22 a r -