0 r N «TE w* .'/v 1814. LEYDSE, Heden ziet men MAANDAG ®s GRAVENHAGE den 19 Maart. Slhier publiek het volgende Stuk: ONTWERP van .eene, GRONDWET voor. de VEREEN"lGDE NEDERLANDEN. EERSTE HOOFDSUK. Pan den Souvereinen Vorst. Artijkel i. De Souvereiniceic der Verèen'igd'e Nederlanden 'is en blijft opgedragen aan Zijne Koninglijke Hoog heid WILLEM FftEDRIK, Prins van Oranje- Nas fa uom door Hem en Zijne wettige Nako melingen te worden bezeten, erfelijk, over eenkomstig de 11a te meidén 'bepalingen. 2. Voor wettige Nakomelingen van den Souvereinen Vor-1 worden gehouden alle de zodanige welke gefpro- ten zijn uiteen Huwelijk, aangegaan met onderling goed vinden van Denzelvcn en de.Staaten Generaal. 3. De Souvereiniteit verlferft bij regt van eerstgeboor te, des dat de oudfte Zoon van den overleden Vorst of wel het .Mannelijk oir van den oüdften Zoon by repre- fentatie opvolgt. 4. Bij untilentenis van Mannelijk oir uit deri óudften Zoon gefpróten vervalt de SouvereinitèTt aan diens Broe ders of hun Mannelijk oir, insgelijks bij regt van eerst geboorte en reprelentatie. 5. Bij geheele ont.ftentenis van' Mannelyk oir wordt de Souvereiniteit geërfd bij de Dochters of derzelver Nako melingen op gelijke wijze als voren. 6. Bij ontftentenis van Nakomelingfchap uit dén tegen- woordigen Souvereinen Vorst, Prins Willem Fredrik van Oranje - Nasfau vervalt de Souvereiniteit aan deszelfs Zuster, Prinfes Frederika Louifa Wilhelmina van Oranje Douariere van wijlen Carl George August Erfprins van Brunswijk Lunenburg, of haare wettige Nakomelingen uit zodanig nader Huwelijkals doof Dezelve ingevolge Art 2. mogt worden aangegaan. 7. Indien ook de wettige Nakomelingfchap van deze Vorstin ontbreekt, zal het Erfregt overgaan op het wet tig Mannelijk oir van Prinfes Carolina van Oranje, Zus ter van wijlen Prins Willem den Vijfden en Gemalinne ▼au wijlen de'ii Prins van Nasfau Weilburginsgelijks bij regt van eerstgeboorte en repiefentatie. 8. Wanneer byzondere omftandigheden eenige verande ring in de Erfopvolging mogten noodzakelyk maken is dé Souvereine Vorst bevo'egd daaromtrent eene Wet aan de Staaten Generaal voor te dragen. 9 Ingevalle er geen bevoegde Erfopvolger volgens het tot nu voorgeftelde mogt beftaanzal de regeerende Vorst yerpiigt zijn een Opvolger aan de Staaten Generaal voor té dragen. 10. De Staaten Generaal deze voordragt goedgekeurd hebbende, zal de Souvereinë Vorst als dan dien Opvol ger ter kennisfe van den Volke brengen, op de wijze Vaarop alle andere Wetten worden gepromulgeerd. 11. Indien door onvoorziene omftandigheden zulk een Opvolger niet mogt benoemd zijn vóór hei overlijden van den regeerenden Vorst, zullen de Staaten Generaal eenen Opvolger benoemen, uitroepén en aan den Volke bekend maken. 12. De Souvercifie Vorst geniet eën Jaarlijksch Inko men van Vijftienmaal Honderdduizend Gulden, op de wijze bij de twee volgende Artijkelen bepaald; en er wordt wijders een behoorlijk Zomer- en Winterverblijf voor Hem in gereedheid gebragten onderhouden. 13. Bij de Wét kan worden bepaald, dat aan den Sou vereinen Vorstdes verkiezende, tót gedeeltelijke vol doening van het gemeldè Jaarlijksch Inkomen in vollen eigendom, als patrimonieei Goed, zal worden oVergegee- ven zo veele Domeinenals een zuiver Inkomen van vijf Tonnen Gouds of daaromtrent öpbrëngen. 14. Het overige gedeelte van dat Jaarlijksch Inkomen wordt gevonden uit het Vruchtgebruik van daartoe na der te béftemmen Goederenof uit de eerfte en gereed fte penningen van den Lande. 15 De Souvereine Vorst en de Prinfen én Prinfesfen vin den Huize genieten vrijdom van alle perfoneele Las ten en befchreven middelenmét uitzondering van de V rponding. De Gebouwen échter tot Derzelver gébruik of Woo- ning bcftemd, blijven ontheven van alle rcëele Lasten. Geene exemptiën van confumtive Middelen zullen door Hen noch Hunne Hofhoudingen genoten wordeu. 16. De Souvereine Vorst rigt Zijn Huis uaar eigen goedvinden in. 17. De oudfte Zoon van den Souvereinen Vorst is de eerde Onderdaan van zijnen Vader. Als Erfprins wordt Hem gegeeven den Tijtel van Ko- ninglijke Hoogheid. De overige Prinfen en Prinfesfen van den Huiie blij ven voeren den Tijtel van Doorluchtige Hoogheid. De Erfprins ontvangt in deze hoedanigheid uit 'sLands Kas eene Jaarlijkfche fom van Honderdduizend Gulden te rekenen van den tijd, dat Hij den ouderdom van agt tien Jaaren zal hebben bereikt. 19. De Souvereine Vorst is meerderjarigals Zyn agt- tiende Jaar vervuld is. 20 Ingevalle van minderjarigheidftaat de Souvereine Vorst onder de voogdij van perfoonen uit het Vorstelijk Huis en eenige aanzienlijke Inboorlingen vin den Lande. Deze voogdij wordt vooraf beraamd door zijnen Voor. ganger en de Staaten Generaal. 21. Indien de fchikking, betreffende de voogdijdoor onvoorziene omftandigheden te voren niet mogt gemaakt zijn wordt daarin door de Staaten Generaal op dezelfde wijze, als in het vorig Artykelvoorzien, met overleg, zo veel mogelijkvan eenige der naaste Bloedverwanten uit den Vorstelyken Huize. 22. Bij het overlijden van den Souvereinen Vorst verga deren de Staaten Generaal zonder eenige oproeping. De Leden, welke zich, na verloop van agt dagen r.a den Sterfdag in de Reftdencie bevindenopenen 'de buitengewooue Vorgadering. ff, ;U- COURANT. DEN ai MAAR. T. 'f Wsl&ysa h ï-.< rS •-.O c o o A -WJc! o s'285-sa 3 leo U - w -o Y c O w rd G y f lf1 5,ï'i '2 w u c r ,2 9 4» (y O' OU, C iZ U C C C3 C 0 *Z C w'fc - a be 5 O T3 55 23. Geduurende de minderjarigheid van den Souverei nen Vorst, wordt het regt der Souvereiniteit waargeno men door één Regent. Deze Regent "wordt daor den Soüverein?ti Vorst en de Staaten Generaal te voien benoemd. Op gelijke wijze mag worden vaMgefteld de opvolging in het Regcntfchiip tot de meerderjarigheid van den Erfopvolger toe. - 24. Wanneer door onvoorziene onmandigheden by het leven Van den overleden Vorst, geene fchikking omtrent hét Regetitfchap zelve gemaakt is wordt daacin door de Staaten Generaal voorzien. Ingevalle de bepaling omtrent de opvolging in het Rè- gentfehap niet mogt gemaakt zijn wordt die Opvolger door den Regenten dc Sra.ten Generaal gezamenlijk benoemd. 25. De gemelde fchikkingen omtrent een Regenrfchap hebben mede plaats ingevalle de Souvereine Vorst bui ten ftaat geraakt de regeering waar te neemen. Wanneer aan den Raad van Staate zamengefteld uit de Léden, daarin gewoone Zitting hebbende, en de Hoofden der Ministerieele Departementen ,,jia een naauwkeurig ge- meenfchappelijk onderzoek gebleeken is, dat zulk éen ge val beftaatroept dezelve Raad de Staaten Generaal by- een ten einde daarin acHtervolgens de vastgeftelde bepa lingengeduurende hetbeftaande gevalte voorzien. 26. Wanneer de Erfprins in zodanig geval meerderjarig is, zo is Hij van regtsvege Regent. Indien Hij alsdan nog minderjarig is, zal het Souverein gezag -in dit en de aadere gevallen, bij Art. n en 24. omfchreeven worden uitgeoefend door den- Raad van Staate, zamengefteld 00 ftezelfde wijze, als bij Art. 25 is vermeld, tor dat daaromtrent door de Staaten Generaal zal zijn voorzien. ■27. Indien de Souvereine.Vorst geene der fchikkingen bij Art. 9 20 en 2.3 veimeld met de Staaten Generaal be raamd heeft, verklaren deze plegtiglijkwelk geval er beftaat, en voorzien daarin vervolgens op de gronden hier voren gelegd. 28. De Souvereine Vorst legtbij het aanneemén der regeering in de Vergadering der Staaten .Generaal., den volgenden eed af: Ik zweer dat Ik eerst en bovenal de Grondwet van de Vereenigde Nederlanden zal ondeihouden en handhaven, en datlk wijders de onafhankelijkheid van den Staat,, de vrijheid en welvaart .Van des- zelfs Ingezetenen, met alle mijne krachten bevor- deren zal." Zo -waarlijk helpe mij God Hlmagtig. Na het afleggen van den voormelden Eed wordt de.Sou vereine Vorst ingehuldigd by de Staaten Generaal met de volgende plegtige verklaring: Wij zweeren, dat wij, krachtens de Grondwet van dezen Staat, U hulden en ontvangen als Souverei- nen Vorst., der Vereenigde Ne.derlandendat wij Uwe hooge en fouvereine regten zulien bewaren en onderhouden, U getrouw en gedienftig zullen, we- zen in de befcherming van Uwen perfoon en ftaat, en voorts alles duen, war goede en ge-róuwe Staa- 'ii ten Generaal fchuldig zijn en bchoóren te doen*" Zoo. -waarlijk helpe ons' God Almagtig. 30, De beèediging van den Souvereinen Vorst, en de in huldiging bij de Staaten Geueraal zullen plaats .hebben in de Stad Ainllerdam als de Hoofdftad. 31. Na datdeze beëediging en inhuldiging door denSou vereinen orst zullen zijn ter kennis gebragt van de Sua ten der Provinciën of Landfchappen brengen déze aan Hem hunne hulde toe., in; maniere als .volgt H Wij zweeren^ dat wij U, den wettigen Souvereinen Vorst der Vereenigde Nederlanden fteeds gehouw en getrouw zullen zijn in de befcherming van Uwen perfoon en ftaat; dat wij achtervolgens de ver pligtingerl ons bij de Grondwet opgelegd, de be- velen door U ofte Uwentwege aan ons gegeeven zullen gehoorzamenvoorts alle tMe Dienaaren en Raadenin de nakoming van dezelve zullen hel- pen enbijftaan, en wijders allés doen, wat getrou- we Onderzaten aan hunnen Souvereinen Vorst lchul- dig zijn en behooren te doen." Zoo -waarlijk helpe ons God Almagtig 32. De Souvereine Vorst pleegt alle de daaden van de Souvereine waardigheid na de zaak in overweging te hebben gebragt bij den Raad van Staate. Hij alleen beflist en geeft telkens van Zijn genomen Be- fluit kennis aan den Raad Aan het hoofd der Stukken wordt gefteld: De Souvereine Vorst der Vereenigde Nederlanden, den Raad van Staate gehoord," enz. De Leden van dezen Raad worden zo veel mogelijk ge kozen uit alle de Provinciën of Landfchappen De Sou vereine Vorst benoemt dezelve ten getale van niet meer dan twaalf en ontflaat hen naar góedvinden. Zulks nouig oordeelende fteld- Hij eenen Secretaris van StaatVice Pre- fident van den Raad van Staate aan. 33. De Erfprins is van regtswege Lid van den Raad van Staate en néémt zitting in denzelveft wanneer Zijn agt tiende Jaar vervuld is. Het ftaat den Souvereinen Vorst vrij aan de Prinfen van den Huize zitting in dén Raad te verleenen. Het getal der gewone'Leden ondergaat daar doorgeer.e vermindering. 34. De Soii'vereine Vórst benoemt dc.r verkiezende) buitengewone Staats Raden iri gelijken getale met de ge wone, zonder tractemenien' roept hen iti denRaftd. of neemt hunne gedachten in buiten denzelvcnnaar Zijn goedvinden. 35. De Souvereine Vérst fielt Ministeriele Departemen ten inbenoemt derzelver hoofden en ontflaat die naar goedvinden. Hy roept* zulks geraden oordeelende, een of méér der zelver tót bijwonihgdér deliberation van den Raad van Sxate.'- Hij vermag wijders eenen Raad van Koophandel eff van Koloniën in te Hellen. i, 36. De Souvereine Vorst heeft, hij uitfluitrng- het ifp-1" p beftuur over de Koionicu en Bezittingen van den Staat ao-itre. werelddcelen- -Q r. C y o u 2 r 'C r- Cit C «.5,^ 5 c.x 4. o "3 <L>. bJO Ni 5= OjcCS, tr; CS 11 C t_ zj B t3 -ö c- 1, C C- c-o «o CJ O ty tol - >0 a> 'B P .n*Z c 5 c *5 0 Dfli O o> oS 41 4l *2 T" e "Tj.-O O S CO U- - - K *0 -O s- rj 1- »- 0.C..5 - 10 S Jl: 5 g s -A-', 2.;=, «L» 7; C ÉJ 'G?, _J >r A- i_| <L» »«5- r/3 O -- «s y 1» e: - c >-$ - c X p* t; ij eoV." .- c. -1 =--i<'2zS ■o--? - i ££-~ H'ca! «j ovov. w I s c "•2 0-0*~T 4» V- «Bg1öl"5.s-55->£AsS!4e h.C^'3 «- <- >c 03 0 *ir 3 o 0 -3 c S v a>v - r l-6ru»-tQA3f-vr;c— '5 Ari 'Z. oS E 2 "ÖJ 3 .S c rj E 3 o-tfi ntjrö VJ ^3 CC ••SvTgg'JïgS^.ëS| sg'lllli'lS-s-stft-.slI e ai a S s 0 5 B Z 3. ,2 .r-S5 9 Ê"1 r'SOo, I 3^^.Sg S.S-3 4.4» A, >r- O O 4< w tv O 5J.* 8 SS g-g Slgs C s o5=2«. ÏKnl ol ;0 O. c O k* C 4>T^ '2 0 2 3 v p 2 oZ *-1 - o 8S|I SigJfSalSSl s i 2 t> a s I s-l <u O 2-^ 3?: E w c '5 0 êj .-n il» j uS 2 w 00 «T- cl o O S3 i S? 4. tc-3 E" o 2 £>zioS« 4> s: c. ID g ri C -^5=04» .3 - - - 3 SC 4> o rj 3 z o A "Z VJ rs 4* £i- Z jz c ^DTO 4^-3 s s »ïa SA a,*.? s g '°j - |<S-S t S -- b f52 «•- 4» a s F n •S M e 5 r. CJ ZJ zA tc'c g f -< Jl P. "3 4» CO -3 S n jrc M E o o e 2 CJ o ■- -• - Ht; ijl l «si ej Z\ r» C£ r* -- -3 B j .ta Etj'Scs" w S 1 f a ,®J v 14 j u S 2^ o .5J 5 5 a.2 2 -tt ZJ - t v <S r, Si, '1' "-mm c r- 1 O CNCN rt C z rv. N.-T1 r: a c W -3 - Q •y a 2 T-. 0 -O s U- - s'S 5_r S - C-SS fe s ..Si 5 s 52 S3s e - a,s s a 3 S - Sft) - c S h» u's si: ritl 'K"3^-'*lWr-'4ua> a E P -3 3.Z Z c5 5 n5"2-^ O a oi-s° c tr. a k - £_i 1» p 77 U 41 O 0 bC O 1/^ h O 5 -E O ^3 c sis," 41 tiO r3 Z c ito-: o ,kCJ r-" 4» f/3 4» 3- J OJ f S <u w - 2 g S O 2-- <S.> ht lf 41 M 13 1 V3 - 3 n a to «-I 4» y fc O w n Kfl Al V E 4» Z O CJ c5!|és^=l £J4 ÏCJ _u - 2 c o O o. v» C M VJ O

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1814 | | pagina 1