a La première i'dnttion que l'on peut titer de cette observa tion .Vest que si la marchandise a été remise h la disposition du réceptïonnaire et que le prix du transport ne soit pas en core acquittéle voiturier est fondé a en exiger un re^u,. qui devicnt pour lui un titre accessoire, et en quelque sorte indispensable; car si l'on nous disaitque, n'étaqt pas payé sa lettre de voiture est en ses mains pour réclamer ce qui Ini est dti nous répondrions que la reception de la marchandise n'a qu'i être nice, il faudrait qu'il eütrecours a une audition detémoins, a une procédure longue et dispendieuse, pour la faire constater. II nous semble done que, dans le cas précité, on lie peut lui refuser tin re^u.. Mais nous sommes convaincus qu'on ne peut pas le lui re fujér davantagelorsque les deux conditions indiquées par la loi sont remplies. La loi a voulu que lorsqu'il a livré la marchandise, et que le transport lui en a été payé sans re striction, il n'y eiit plus d'action contre lui pour(raison des dommages et intéréts aux quels auraient pu donner lieu le re tard d'arrivée,' on les avaries des. objets rendus./Le récep tionnaire est alors ceasé avoir reconnu le bón état de- ces mê- mes objetset s'en ètre contenté., en un mot, en avoir pris liitraison. C'est fort bien mais ce menie destinatairemuni d une iettre d'avis de l'expéditeur et d'une copie de la leave dec voitureénonfant les marchandises qui lui sont adressées par tel voiturier, n'aurait qu'h attaquer ce voiturier pour tui iivper cesdites marchandisesqu'aurait a ré.pondre ce dernier, n'ayaut plus en main ^'original de sa lettre de voiture?. Ce seraitde la part du-premier, tin trait peu délicat, et B-uis voulons bien croire qu'il n'a-rive jamais cependant il suitit de la possibility, pour'établir comipe incontestable qu'on ne doit pas refuser au voiturier un re^u des objets par lui livrés s'il le réclame. On le peut d'autant moinsque, d'après 1'art. 103 du Co de de comm'erce, le voiturier est garant, de la perte des ob jets et des avaries. II lui importe done d'être en mesure de constater au bésoin ou a l'expéditeurou au commission naire chargeur, qui lui ont confié ia marchandise, qu'il l'a jendue er ltvrée h sa destination, fidplement et eu bon état: <o(, le moyen le plus sur. d'établir cette preuye, est un regu du. destinataire, Ajoutons que par 1'art. 101 du même.:Code, la lettre de voiture forme un contrat entre l'expéditeur et le voiturier, ou. entre l'ejtpéditeur, le cominissionnaire et le voiturier. Commence comraissionnaire et le voiturier peuvent-ils éta- bHr qu'ils ont accompli ce con-rat, la remise de la lettre de voiture ne leur laissant aucune pièce justicauve i leur dispo sition Un refu formel peut seul leur procurer cette facultè. Concluons done enfin qu'on ae peut le refuser dans aucun cas. Onurouvera peut être que nous nous sommes trop étendus sur, un sujet de peu d'importanceet qui, dans la pratique du commercese règle tout naturellement par l'usage. Notrs en- demeurens d'accord i mais cela n'empêche pas "i'ita.blir le point de droit, sauf erreur. Bulk tin de Commerce. De eerde afleiding die men uit. deze aanmerking kan trek ken, is, dat zo dc koopmanfehap Is overgegeeven gevvordei ter dispofitie van den Ontvanger, en het vervocrlcon nog nie is voldaan geworden, de Voerman gegrond is een ontvang blijk te eisfehen het geen voor hem een bijkomend, t eenigermaatc onvermijdelijkbewijs, iswant zo men 0 zeidedat, niet betaald zijnde, de Vragtbrief in zijne handi is om het hem verfchuldigde te vorderenzouden wy a woorden dat de ontvang der koopmanfehap alleenlyk te 0 kennen was hij zou toevlugt moeten neemen tot een verhc van getuigen tot een langwylig en kostbaar procedeere om zulks uit te manken. Het komt ons dén voor dat menin het Voorgemelde g valhem geen ontvangblyk weigeren kan. Maar wij zijn overtuigd, dat men'hem zulks ntet meerd- weigeren kanwanneer de beide door de wet opgegeeven co; ditien vervuld zyn. De Wet heeft gewild, dat wanneer ij de koopmanfehap heeft geleverden het transport derzeli zonder eenige bepaaling aan hem betaald is, er geen aq meer tegen hem zou zynuit hoofde van fchade en intetif fen waar toe de vertraagde aankomst of de befchadigingen *1) overgebragte voorwerpen grond zouden hebben kunnen geevfi De ontvanger wordt alsdan geacht den goeden (laat dier zei de voorwerpen erken4 te hebben, er zich mede vergenoeg; met één woord er leverantie van genomen te hebben. Dati zeer wel; maar die zelfde ontvanger, voorzien van een adv| brief van den expediteur en een affchrift van den vragtbrn de koopnianlchappen uitdrukkende, die hem met zodanig Voerman geadresfeerd, zijn, zoualleen den Voerman behoe» aan te fpreeken om hem die gemelde Koopmanfchappen leveren; wat zoude laatstgeinelde antwoorden, daar hij k origineel van zijnen vragtbrief niet meer-in handen heeft! 1 Wij bekennen, dat het van de zijde des eerstgemelden el gantsoh geen kiesfche trek zou zyn, en willen wel geloovei dat het nooit gebeurd; evenwel de mogelijkheid daar vanl genoeg om als onbetwistbaar vast te Hellen, dat men dl Voerman geen ontvangblijk moet weigeren van de doör hé geleverde voorwerpen wanneet* -u,, Men kan zulks te .minder doen, daarvolgens Art. i van het Wetboek van Koophandel de Voerman de waarborg van 't verlies der voorwerpen en der befchadigingen. Hetj voor hem van belang in ftèat te zyn om des noods te dj blijken, of aan den Afzenderof aan den Commisfionaris inl derdie hem de koopmanfehap vertrouwd hebben dat dezelve getrouwelijk en in goeden Haat aan derzeiver befte ming heeft verzorgt. Nu, het zekerfte middel om dat ben daar te dellen is een ontvangblyk van den befteraden vanger-. Laat ons hier bij voegen, dat bij Art-. 101. van hetzeli Wetboek, de Vragtbrief een Contract tnaakt tusfehen Afzender en- den Voerman, of tusfehen den Afzender, Commisfionaris en den Voerman Hoe kunnen de Commisfionaris en de Voerman doen büjr dat- contract te hebben vervuld daar- de overgave van vragt hun geeneriei bewysftuk ter hunner verantwoord laat Een fenneele ontvangblijk alleen kan hen dit vermo,' geeven. Laaten wy dan, eindelijk, befluiten, dat men k hetzelve in generlei geval kan weigeren. Men zal misichien oordeelen dat wij ons al te breed ui' laaten hebben over een onderwerp van gering belang, en f welk in den loop des handels natuurlijk door het gebj, wordt geregeld. Wy ftemmen zulks toe; maar dat belet niet om een j van rechten behoudens beter onderricht, daar te (lellen. {Bulletin de Commerce.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1813 | | pagina 2