(.4 N. O z'ic No. li. A*. 1813. A F F C l IS6. 22. H E S, I C annonces E T A VI S D I V E R S D E E Y D E. VENDREDI LE i? F E V R I E R. A D V R T E N T I E N, A AN K O N D IG I N G E N E N B E R I G T E N VAN E Y D E VRYDAG DEN 19 FEBRUARY. JURISPRUDENCE COMMERCIALE. Cour. de Cassation. F I N. Et d'après cela, ils reproohaient a l'arrêt dont est ques tion, une violation manifeste de ces différens articles, puis- qiu-'il n'attribue d'effet k cette obligation et notamment le droit de conférer hypothèque et de prendre inscriptionque du jour de l'entier remboursement de ces traitesen bor- nant Péxistence de ce double droit k ce qui avait été payé en argent au moment même de la stipulation. Le défendeur a combattu ce dernier moyenen supposant d'abord, ce qui n'est pas puisqu'il n'a jugé qu'une pure question de droit, que cet arret avait décidé en fait, que nulle preuve opposable h un tiers ne démontrait que lé re- couvrement de ces effets avait eu lieu et que les emprun- teurs en eussent alors touché le montant. II en a induit que cet arrêt avait pu juger ensuité que l'hypothèque consentie n'avait pu avoir d'effet qu'au fur et a mesure du remboursement de ces traitesdécision conforme au prescrit de la loi 11, ff. de rebus creditisqui ne tient le prêt en argent pour consommé que du moment oü les valeurs en or ou argent données k l'empruuteur pour les vendre, sont vendues. 11 a soutenu que le prêt de 305,000 fr. n'avait jamais été consommé, ainsi que i'a décidé l'arrët en question, par le défaut de tradition de la somme qui en était l'objet. En conséquence', il lui a paru impossible qu'il exlstat un prèt conditionnella oü il n'existait pas mème un prêt quelconque; ce qui l'a conduit k dénier la violation des articles invoqués a l'appui de ce dernier moyend'autant mieux que ces articles sont purement relatif^. k des actes parfaits dans leur substance, et seulement snspendus dans leur exécutionavec lesquels il ne faut pas confondre.l'obli- gation dont il s'kgit A l'égard du second arrêt, contré lequel est dirigé le second pourvoiles demandeurs en ont poursuivi la cassa tion, d'abord comme étant la suite ét la conséquence du premier arrêt sans entendre toutefois attaquer la disposi tion qui a statué en leur faveur sur la question de compen sation opposée par Pinot. Us ont cependant fait valoir, en outre, un moyen per sonnel a ce second arret, et ils le fondent sur la violation dés deux degrés de juridiction en ce que la cour impériale .C Voyez No. 18. HANDEL - REC HTSGF.LEERDHEID. Hof Van Cassatie. S L O T. Dien ten gevolge wraakten zij in het onderhavig Arrest eene opehbaare fehending dier onderfcheideArtijkelen nadeniaal het aan die Obligatie geene uitwerking toekend en voornaamlijk heÉrecht om Hypotheek te verleenen en infchrijvitig te nee- men dan'van den dag af der geheele inlosfing dier Tratta's met- het bepaaleu van het aanwezen van dit dubbeld recht tot het geen in geld was betaald geworden op het oogenblik zelve van het verdrag. De Verweerder heeft dit laatfte middel beftreéden met voor eerst te onderftellen, het geen zo niet is, vermits hetzelve maar eene loutere questie van rechten heeft uitgewcezen dat dit Arrest met de daad had beflist, dat geenerlei bewijs het welk tegen een derde kon gefteld worden, aantoonde, dat de inning dier Effecten had plaats.gehaden dat de Afleeners er als toen het bedrag van hadden ontvangen. Daar uit heeft hij afgeleid dat het Arrest vérvolgens had kunnen wjjxen dat het ingewilligd Hypotheek geen uitwer king had kunnen hebben dan naar gelang der inlosfing dier Tratta's; beflisfing overeenkomftig het'Voorfchrift van de Wet 11 ff de rebus creditis welke de leening niet voor voltooid houdt, dan.van het oogenblik waar op de waardens inGoudof Zil ver aandenAfieener gegeevenom die te verkoopen verkogt zijn. Hij heeft beweerd dat de leening van 306,000 francs nooit is voltooid gewordenzo als het onderhkvig Arrest zulks be flist heeft-, bij gebrek van overlevering der fomwelke et het voorwerp van was. .Het heeft hem mitsdien onmogelijk toegefcheenen dat er eene voorwaardelijke leening aan wee/, ig was,daar waar zelfs hoe genaamd geene leening belfond.; het geen hem gebragt heeft tor het ontkennen der fehending van de Artijkelen tot ftaaving va* dit laatfte middel stang.voerd, des te meer, daar die Artijke len louter betreklijk zijn tot Acten in derzeiver heftaan vol maakt, en alleenlijk gefchorst in derzeiver uitvoering, met welke men de onderhavige Obligatie niet moet verwarren. Ten opzichte van het tweede Arrest, waar tegen het tweede beroep is gedirigeerd hebben de Eisfchers de caslatie ge vraagd, vooreerst als zijnde het vervolg en gevolg van het eer- fte Arrest, zonder evenwel te verftaan, de bepaaling aan te tasten, wélke tén hunnen faveure geftatucerd heeft over de questie van compenfatie door Pinot geopponeerd. Zij hebben nochtans daar te boven een perfnneel middel té gen dit tweede Arrest doen gelden en zij gronden zich op-de- fehending der twee trappen van Reehtsgeb eddaar in dar het in 1

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1813 | | pagina 1