N N O N H E S D I V E R S ADV E R T ,E N TIE Mt aankono1 gin g e n B E R I G T E N A®. 1813. I A F F I C C a tig-! A cht ent by I AVIS no- ea f ide U D, yn co. CES ET. E Y" D E. LUND I LE 1 FEVRIER. E N VAN L E Y D E -N. MAANDAG DEN 1 FEBRUARY, 1 JURISPRUDENCE COMMERCIALE, Q u est ion .pc Commerce. -- F I N. Les personnes chargées de régler ces grands intéréts sont pénétrées du desir de rendre justicemais ne sont pas d'ac- cord sur les moyens a prendre pour arriver a ee but.. Elles ii'ont pas voulu consulter des gens ,dont Fopinion pourrait itre infl uencée par des considérations particulieres. 1 C'est sous lë voile de Dauonyme qü'elles désirent .a'éclairer jur la question de sayoir - 4t Si la liquidation a faire doit embrasser. la totalité des i, vins mentionnés dans Facte social, ou seulement ceux j, qui ont été exportés pendant ia durée de la société En autres termest4'S'il est juste et raisonnable que les 1 associés partagent les bénéfices considérables qu'ont pro f duits les vins exportés, et que Louis supporte seul les L pertes énormes qu'ont laissées ceux qu'il a été obligé de revendre sur ,les lieux?" ObservationsQuoique longuement développée, l'exposi- tion de la question n'e présente pas toute la clarté que l'on pourrait désirer. Dans plusieurs momens on ne sait si c'est Louis ou Pièrre qui agit, et a qui l'on a affaire. Pour éviter tout quiproquo, nous allons nous fixer sur les deux points que présente le résumé nous ne sommes cependant pas certains de remplir entièrement l'attente de l'abonné qui nous a adressé ceste question. Suivant l'art. 183a du Code Napoléon, la société est un contrat par lequel deux ou plusieurs personnes convien- nent de mettre quelque chose en commundans la vue.de partager le bénéfice qui pourra en résulter." II est bien évident que quand la loi dit que la société a pour objet de mettre quelque chose en commun dans la vue de partager le béntücècela comprend de même et récipro quement la perte. L'art. 1843 du même Code dispose que 44 Ia soeiété com- mence a l'instant méme .du contrat, s'il ne désigne une autre époque." II s'ensuit que, du moment de la formation de l'associa- tion les objets, mis en société appartiennent a cette méme cociétésont en. commun, de méme que les risques de p»rte et de gain, jusqu'a ce que le seciété soit dissoute ou sa du- rée expiree.; moment oüpar la liquidation, le sort ulté- -rienr des de.nrées qui xestept lui appartenir est déterminé. D'après l'art. 1845,, 44 chaque-associé est débiteur, envers la société, de tout oe;qu'il a promis d'y apporter." I On doit done considé<e.r. .jjue.si l'un -des associés a pro- ,sjais de mettre dea vins dans la société, ces viiis doivent, en HANDEL-RECHTSGELEERDHEID. Vraagstuk van Koophandel. SLOT. De perfoonen- met de regeling dezer groote belangen gelast* zijn van het verlangen doordrongen om recht te doen, maar zijn het niet eens over de middelen om dat doel te bereiken. Zij hebben geen raad willen inneemen van lieden welke door eenige bijzondere bedenkingen kunnen afgeleid worden. Het is onder-den fluijer der naamloosheid dat zij- verlangca ingelicht te worden over de Vraag om te weeten Of de te doene liquidatie moet gaan over het geheel der Wijnen in de Acte van Sociëteit vermeld, of enkel over die, welke geduurende het beftaan der Sociëteit zijn uit- gevoerd ..Met andere-woordenOf het billijk en redelijk isdar de Gegsfocieerden de aanmerkelijke winden verdeelen welke de uitgevoerde Wijnen hebben opgebragt, en dat Lodewyk alleen de zwaare verliezen dra-ge welke die geen hebben agtergelaatendiehy verpligt is, geweest weder,op de plaats te verkoopen Aanmerkingen. De voordragt van het Vraagflak, offchoon in 'tbreede ontwikkeld* vertoond al de duidelijkheid niet, die men zou kunnen verlangen. Op verfcheide oogenblikken» weet men niet of Lodewyk of Pieter werkzaam is en net wien men te doen heeft Om alle mistastingen te vermijden zullen wjj ons bepaalen op de twee punten welke de fefumtie opleverd; en evenwel zijn wij niet zeker de verwagting van den Geabonneerdendie ons hetVraagfluk voordraagt, geheel en al te zullen vervullen. Volgens Art. 1832 van het Wetboek Napoleon, „is de So- cieteit een contract waar bij twee of meer perfoonen over- eenkomen om iets/» 'tgemeen te brengenmet het oogmerk om het voordeel dat er uit zou kunnen voortvloeijen te verdeelen." Het is klaar, dat wanneer-de-Wet zegt, dat de Sociëteit ten voorwerp heeft iets in 't gemeen te brengen, met oogmerk om het voordeel te verdeelen zulks vair zelfs en wederkeerig het verlies begrjjpt.- Art. 1843 van hetzelfde Wetboek bepaald dat de Socie- teit begint op het oogenblik zelf van het contract, indien dat geen ander tijdflip opgeeft."" Daar uit volgt, dat van het oogenblik der formeering der asfociatie, de voorwerpen in Sociëteit gebragt, aan die So ciëteit ibehooren, in 'tgemeen zijn, zo wel als de gevaarèn van verlies en van winst, tot dat de Sociëteit is ontbonden of derzelver duuring geëindigd oogenblik waar op door de -vereffening, het verder lot der Waaren die aan dezelve blij ven toebehoorenbepaald-wordt. Volgens Art. 1845, „is ieder Medelid debiteur jegens de Só- cieteit van alles wat hij beloofd heeft daar in toe te brengen.1 Men moet dan overweegendat zo een deT M edele dér heeft - beloofd Wijnen in de Sociëteit re brengendie 'Wijt,ca daar i»

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1813 | | pagina 1