Y .L E D E. L E Y D E N. A V I S DIVERS A D V E' R *T E N T I E N, AANKONDIGINGEN B E R I G T E N A®. 1813.. A F F I C H v S, AN NONCES E T D E MERCREDI LE 6 JANVIER. l E N VAN WOENSDAG DEN 6 JANUARY. JURISPRUDENCE COMM ERC'IALE. 'Question d e Com me r c e. Pierre de Lilie se trouve déja lid d'affaires avec Melchord de Madrid. Jean de Perpignan est également lié d'intérét et d'amitié avec le même Melchord: ce dernier fait demande dans l'espace de cinq k six anpêesde marchandises a Pierre .de Lille, avec ordre dc les adresser a son ami Jean de Per pignan k qui il donne ties instructions sur le moyen a em ployer pour la rèexpêditio» de ces mêines marchandises. La dernière affaire en 1808 J fut la consignation a Jean de Perpignanpar Pierre de Lilled'une balle de marchandi ses en lui annon9antpar la lettre d'avis., .èfre d" ordre et pour le compte de Melchord de Madrid. Cette balle parvint k Jean, lequelsuivant l'usage établi, en fit l'expèdition par un voiturier qui en déposa en ses mains la valeur esti mative pour lui ètre remboursèe par Melchord a la récep- tion, avec la prime convenue. Jean étaft dans l'usage de faire remise de ces mêmes sommes déposéesen lettres de jphangeafin que son ami de Madrid fut nanti de ia somme dépqjsée, ii la reception de la marchandise. A l-'èpoque de cette dernière expeditionJean se trouvait créancierpour une plus forte somme, de Melchord, il se contents d'en .crêditer son compte. Quelque temps aprèsles communications avec Madrid „sont interrompuescinq mois se passent sans pouvoir avoir des nouvelles. Dans eet intervaliePierre demande a Jean s'ila fait 1'expedition de cette marchandise. Jean lui répond j affirmativemeilt. Une des personnes de la même maison de Pierr? passé a Perpignan, et lui l'ait la même demande. Jean lui fait voir la correspondanceet il est suffisamment con vaincu de cette expédition. Les Communications avec Madrid se rauvrent; on apprend la mort de Melchordla veuve se dèclare en faillitedes syndics sont 'noirrmés. Pierre de Lille veut savoir si la balle rdexpédice par Jean de Per.pignan, est parvenue011 ne trouve rieu qui leprouve; en conséquenceles syndics en délivrent line certification Muni de cette pièce, Pierre de Lille vient réclanier k Jean de Perpignan la somme qui lui avait èté déposée fors de l'expédition. On demande si Jean a sufTisamment rempli le mandat de son mandataire Melchord de Madrid, et si Pierre a droit ti'exercer cette vé- clamation Observations. II faui bien considdrer la qualité respective de chacune des parties qui figurent dans cette affaire: c'est de lil que ddpend la solution de la question. Melchord fait One demande de marchandises a Pierre suivant les prix HANDEL - RECHTSGELEERDHEID. Vraagstuk van Koophand el. •Pieter, vau Rysfel, bevind zich reeds in zaaken verbon den met Melchordvan Madrid. Jan van Perpignan is ins gelijks in betrekkingen van belang en vriendfcliap, met den zelfden Melchord. De laatsrgemelde vraagt in den tijd van vijf k zes Jaaren Koopwaaren aan Pieter van Rijsfelmet or dre om die te adresfeeren aan zyn Vriend Jan van Perpignan aan welken hij onderrigtingen geeft nopens de middelen om herri de wederverzending dier Koopwaaren te doen. Dc laatftezaak (in 1808was de copfignatie aan Jan van Perpignan door Pieter vanRijsfel van een Baal Koopgoederen met hem bij den Adviesbrief te berigten dat het was op ordre en voor reke ning van Melchord van Madrid Die Baal komt bij Jan van 1 Perpignan die.naar de gevestigde gewoonte er verzending van doet, dooreen Voerman, die in zijne handen er de begroo- telijke waarde van overlegt om van dezelve weder bij de* ontfang door Mel.chord te worden gerembourfeerdmet de ge accordeerde premie. Jan was in de gewoonte om remife te doen v£f die zelfde overgelegde fommen in Wisfclbrieven, op dat zijn Vriend te Madrid onderpand zou hebben voor de overgelegde, fommebij den ontfang van de Koopgoederen. "Op het tijdvak dezer-laatfte verzending bevond Jan zich Crediteur van Melchord voor een gtooter fomhij vergenoegde zieh met zijne rekening er mede te crediteeren. Eenigen tijd daarna waren de gemeenfchaplijkhedcn met Ma drid geftremdvijf Maanden gingen er om zonder dat men tij dingen kon hebben. In -dien tusfehentijd vraagt Pieter aart Janof hij de afzending van die Koopwaaren gedaan heeft. Jan geeft een bevestigend antwoord. Een der Perfoonen vaa het Huis van Pieter gaat door Perpignan en doet hem dezelfde vraag. Jan laat hem de correspondentie zien en hij is ten voe len overtuigd. De gemeenfchappelijkheden met Madrid raken weder tJjfen men verneemt de dood van Melchord; zijne Weduwe ver klaard zich failliet; er worden Sijndics benoemd. Pieter va$ Rijsfel wil weten of de Baal door Jan van Perpignan vèrnonden te regt gekomen is; men vind niets tot bewijs; dien ten ge volgen geeven de Sijndics een Certificaat af. Van dit lluk voorzienkomt Pieter van Rijsfel van Jan van Perpignan de fom aféisfehen die bij de verzending bij hem was overgelègt. Men vraagt of Jan het Mandaat vau zijn Mandataris Melchord van Madrid genoegzaam voldaan heeft, cn of Pieter recht heeftdien eisch uit te oeflfenen'? Aanmerkingen. Men moet ter deege in acht neemen de res pective hoedanigheden vau elk der partijen, die in deze zaak voorkomen daar van hangt de oplosfingen van het vraaglluk at. Melchord doet eene vraag van Koopgoederen aan Pieter--

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1813 | | pagina 1