c I N°. rjr. E D E. L E Y D E N A F F I C H E S,, A N N O, N C E S AVIS DIVE R S ADVERT ENTIEN, AANKONDIGINGEN B E R I G T E N AVi 8 ia. T DE E N VAN L U N D I L E io AOiTi MAANDAG DEN io AUGUSTUS. DECISIONS JUDICIAIRES, concer- nant le COMMERCE. Cour de Cassation. SUITE et FIN de la Cause dt Louise Dorthe. Le Code de commerce veut que Tetat de faillite suit ex- clusive.raent le propre du commerpant (437, C. C.11 ae permet pas dit M. Locréque eet état soit confondu ïvec la -déconfiture du particulier insolvable. Ehbien! n'im- forte, si les juges criminels peuvent se rendre juges de ces questions-ils placeront en état de banqueroute frauduleust tel qu'un tribunal de commerce refuserait de déclarer en faillite. Notre espêce fournit ua triste exeraple de cette erreur. Louise Dorthe ne fait aucune espèce de commerce: elle «'était ni pouvait étre co"rtière ni agent de change dans le sens de la lo 1 Cite.- «t«it wn, oimplo iirtpcrque dans l'ordre des régies du Code de commerceet cependanc on a décidé qu'elle était banqueroutilre frauduleuse On ne s'est pas même donné la peine de décider qu'elle était en état de faillite. M. l'avocat - général a pensé que la banqueroute-fraudu leuse est un crime déterminé et puni par la loi; que la jus- tice répressive doit done le poisrsuivreet examiner dans tous ses élémens constitutifsque la banqueroute fraudu leuse emporte nécessairement deux idéés-celle de faillite tt celle de fraude que les deux faitsquand ils sont réunis dans un même acte d'accusationsont done également de la- compétence -de;la justice répressive. Conclusions au rejet. Arrêt. La cour, attendu que Faction publique est tssentiellement indépendante de Taction privée, hors les cas oü la loi peut avoir expresaément ordonné une disposition contraire; que la juridiction.d.es itribunaux de commerce ne 1 peut étre saisie que par las parties- privé.es que si le juge- ment de ces tribunaux sur le fait de la faillite était un préa- Jable nécessaire a l'exercice de Taction publique sur le fait de la banqueroute frauduleuse, il s'ensuivrait que l'exercice de cette action serait soumis .a l'arbitraire des intéréts pri vé?ce qui„serait directement contraire i la loi; que la •banqueroute-frauduleuse n'est pas une circonstanceune -mo dification du fait de la faillite; qu'elle constitue un fait -principal, sqr lqquel le ministère public peut agir.^quoique «tribunal de commerce, qui n'est institué .que pour les RECHTERLYKE BESLISSINGEN raakende den KOOPHANDEL, Hof van.Cassatie. VERVOLG en-SLOT der Zaak van Louifa Dorthe. Het Wetboek van Koophandel wil dat de ftaat van faillispt- mentbij uitfluiting, het eigen zq van den Handeldrijver 437 W. v.' K. Het gedoogmietzegt de Heer Locré dit die (laat verward werde met de ongcrcdderdheid vèn den Par ticulier die onvermogend is om te betaalen- Wel nuhét doet er niet toe, indien de crimineele Rechters zich Rechter* over die Vraagftukken kunnen maaken zullen zq zodanig iemant in ftaat van bedrieglijk bankroet plaatfen, welken een Rechtbank van Koophandel -zou weigeren in ftaat van faillis- ment te verklaaren. Ons onderhavig geval leverd een droevig voorbeeld op vat» dïe doöling. Lotiïfa Borthe doet geenerlei foortvan Koophandel; zij wis niet pn' v.On I,-— -m-I-J-....—i nnoh U/isfel - agente in den zin van de Wetzij was blootlijk een Koppelaarfteron bemerkt in de orde der regels van het Wetboek van Koophan del en evenwel heeft men beflist dat zij bedrieglijke Bankrot- tierjler was. Z-elfs'heeft m-en zich de moeite niet gegeeven btn te ver klaaren-dat zq in ftaat van faillisfement was. De Heer'Advocaat- Generaal he-efrgedachtdat het bedrieg lijk bankroeteene door de Wet bepaalde en geftrafte mis - daad is; dat de beteugelende Justitie dezelve'derhalven moet vervolgen jen onderzoeken in alle deszelfs conftitutive beginfe- lenp'dat het bedrieglijk bankroet noodwendig twee'denkbeel den met zich voerd, dat van faillisfement en dat van bedrog dat de beide daadzaaken wanneer zq in eene zelfde Acte van befchuldiging'vereenigd zijn, derhalven gelijklijk in de be voegdheid-zijn van de beteugelende Justitie. CoHclufien tot verwetping. Arr.e-st. Het Hof, gemerkt de publieke Actie we zenlijk onafhanglijk is «van de private Actie, buiten de ge vallen waar in de Wfitsuitdruklqk- eene tegenovergeftelde be paaling kan hebben geordonneerd; dat het Rechtsgebied dèr Rechtbanken van Koophandelniet kan ingenomen worden dan door de private partijen; dat, indien het gewijsde dier Rechtbanken oyer de zaak van faillisfement een noodwendig voor-Yereischte-was tot de uitoeffenïng van de publieke Ac tie over de zaak van bedrieglijk bankroet, er uit zou volgen, dat de uitoeffening dier Actie onderworpen -zou zijn aan het willekeurige van de private belangen het geen regelrecht te gen de Wet zou aanloopen dat het bedrieglijk bankroet niet is eene omftandigheid.eene wijziging der daad van het faillis- ementdat hetzelve een principale daad is,'over welke'btt

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1812 | | pagina 1