E
D
E.
E
D E N.
A®. zSis.
A F F I C
A N N O N
H E S,
C E S
ADVERTENTIE^,
AANKONDIGINGEN
B E R I G T E N
AVIS
E T
DIVERS
D E
I K°.
E 1ST
VAN
VENDREDI LE 24 JUILLET.
VRYDAG DEN 24 JULY.
DECISIONS JUDICIAIRES, concer-
nant le COMMERCE.
SECONDE SUITE de la cause de la Societi Cardon
GodetDclepine ct Comp.
Considérant, sur les bénéfices, qü'aux termes de I'article
8 du titre 4 de l'ordonnance de commerce de 1673 qui régis-
sait la Société Godet, Delepine et compagnie, tout associé
en commandite est obligé au paiement des dettCs de la Société
jusqu'a concurrence de sa part; que le mot partembrasse
fonds et profits, mise et bénéfice; que, participant a tous les
profits en raison de son intérêt dans la Société le comman
ditaire doit en supporter toutes les pertes a proportion qu'on
n'estime profit réel de Société que ce qui reste de gaintou
tes pertes déduitessur tous les profits des diverses affaires
ou opérations de la Société contractée comme dans l'espèce
pour une série d'opérations et pour six années consécutives,
ses opérationsles unes heureuses et les autres desavanta-
geuses se compensent mutuellementet ce n'est qu'en balan-
$ant töüs les resultats particuliers de chaque annéeque
l'on trouve le résultat unique et véritable de toute la durée
de l'associationrésultat final, qui seul apprend s'ily a ef-
fectivement bénéfice ou perte et d'après lequel le comman
ditaire conserve ou rapporte ce qu'il a retiré par anticipation
de la caisse sociale; que les bénéfices annoncés par des in-
ventaires partiels ne sont que des bénéfices présumés, repo-
sant sur la supposition de la solidité et fixité des valeurs qui
constituent l'actif, valeurs qu'un accident peut d'un instant
l'autrealtérér ou détruire; que ce serait aller contre la na
ture dés choses que d'hdmettreles sommos touchées par an
ticipation sont des bénéfices, quand l'ensemble des résultats
démontrent qu'il n'y a pas eu de bénéfices; qu'enfin, si le
commanditaire, conformément k la règle stricteattendait
la dissolution de lk Société pour avoir des répartitionsil
n'en obtendrait ni ne pourrait en obtenir la Société étant en
faillite; qu'il répugne k la raison et a l'équité que sa posi
tion devint meilleure et celle des créanciers plus desastreu-
se, par ce que, ne consultant que son avantage personnel,
il aurait anticipè des répartitions basées sur des bénéfices
incertains.
Considérant, quant aux intéréts de la mise, que le sort de
ces intéréts est inséparable de celui des bénéfices, puisque
les intéréts ne peuvent se prendre que sur les bénéfices dont
ils font partie, autrement ils entameraient la mise qui doit
toujours demeurer intacte pour les créanciers
La suite ci-aprhs.
RECHTERLYKE BESLISSINGEN
raakende den KOOPHANDEL.
TWEEDE VERVOLG tan de zaak der Sociëteit
Cardon GodetDelepine en Coinp.
Overweegende-, over de winften datingevolge de bewoor
dingen van Art. 8. van den 4den tijtel der ordonnantie van
Koophandel van 1673, welke de Sociëteit Godet, Delepine en
Comp. beheerdealle Geasfocieerde bij Geldfchieting vcr-
pligt is tot de betaaling der Schulden van de Sociëteit tot het
beloop van zijn aandeel; dat het woord aandeelinfiuit fond-
fen en voordgeleninleg en winst; dat de Geldfchieter, in alle
de profijten deelende naar gelang van zijn belang in de So
ciëteit, er alle verliezen van moet dragen, naar evenredig
heid; dat men geen wezenlijk Societeits - voordeel acht dan
het geen aan winst (over (blijft, na aftrek van alle verliezen,
op alle de profijten der onderfcheidene affairesof verrigtingeii
van de gecontracteerde Sociëteit, zo als in het onderhavig
geval, voor eene reeks van verrigtingenen voor zes agter-
eenvolgende Jaaren; derzelver verrigtingen fommige gelukkig
andere nadeeligliaan zich onderlingen het is alleenlijk mét
alle particuliere uitkomften van elk Jaar te balanceerendat
men de eenige waarachtige uitkomst kend van de geheele duu
ring der Aslociatie; eindelijke uitkomst, welke alleen leerd
of er indedaad winst of verlies is en volgens welke de Geld
fchieter behoud of terug geeft het geen hij uit de Sociale Kas
heeft getrokken; dat winften door partieele Inventarisfen op-
gegeeven, niet anders zijn dan geprefumeerde winftenrus
tende op de onderftelling van de beftendigheid en vastheid van
de Waardens, welke den activen ftaat uitmaaken; Waardens,
welke "een toeval van het één oogenblik tot het ander kan ver
anderen of vernietigendat het een inloopen tegen den aart
van zaaken zou zijn, te admitteeren, de fommen bij anticipa
tie genoten zijn winften, wanneer het gezamenlijke der uit
komften aanwijst dat er geen winst heeft plaats gehad; dat,
eindelijk, zo de Geldfchieter, overeenkomrtig den ftrikten re
gel de ontbinding der Sociëteit afwagtte om verdeelingen te
hebben, hij er geene zou erlangen noch kunnen erlangen,
zynde de Sociëteit in faillisfementdat het tegen reden en bil
lijkheid aandruischt, dat zijne gefteldheid beter wierd, en
die van de Crediteuren ramgfpoediger om dat hij niet dan
zijn perfoonljjk voordeel raadpleegendeverdeelingen zou
vervroegt hebben, op onzekere winften gegrond.
Overwegende, aangaande de intresfen van den inleg, dat
het lot dier interesfen onaffcheidelijk is van dat der winften
vermits de interesfen niet kunnen genomen worden dan op de
winften waar van zij een gedeelte uitmaaken anderzins zou
den zij den'inleg aantasten, die altijd onaangeroerd moet blij
ven voor de Crediteuren.
Het verto Ig fi ier >ta-