k» 1810. C I N° 44- A F F I c II E S, ADVERTENTIEN, ANN 0 N C E S AANKONDIGINGEN E T E N AVIS 1 VERS B E R I G T E N DE VAN l E Y D E. LEY DEN VENDREDI L E 10 A v R 1 L- VRYDAG DEN 10 APRIL. NANT LE COMMERCE. c o v r d Cassation 'fycfiff fpttyn billet a ordre porti lit signature d'unou de Uifi/urs individus negotiantsil est riputi simple promesse 'jf rdtyonci point la valeur fournie. .jpans ce cas le tribu- vl ie commerce est incompetent pour en connaltre. Code If,Comujetcc, Article 188O $ibitle, Fabric,aat kGand, a traduit Vaneste père é.t Mar- yi Vaneste Jils, devant le tribuual de commerce de Cour- tai, en paicmcnt due billet a órdre de lasomine de 228 (lo ins de Brabant. .Ce billot avait été souscrit par Vaneste ire, au profit de Jon fils, mathand sellieret celui-ci avait endossé au profit de Sibille sans fake mention de la tleur fournie. jVaneste .père, se fo,adapt sur cette circonstancea demar.- son renvoi (du tribunal de comnietce devant le tribunal 'té ad Mai i5to, jr.3emeat.qui, sens avoir égard au dccli- itoire, a 'icondamne Vaneste père et fils au paiement du bil- !t dont ils'agit. Sur rappel, Vanestepère dit qu'aux termes de I'article 1S8 Code de Commerce, tout billet a ordrc doit énoncer la lleur fournie; que par I'article 187les dispositions dn Co- e relatives aux Jettres de change sont rendues communes IX billets k ordre; que l'artlcle 157 exige également que Indossement éuonce la valeur fournie et que I'article 636 lut que le tribunal de; commerce soit cenu de renvoyer les ptks au tribunal civil. .le a8 Juillet tSlo, arrêt de la Cour d'Appèljde Bruxelles, jni déclare que ie tribunal de commerce a incompéterament ilgé, et renvoie les parties devant les Juges civils. Attendu qu'un des caractères cssentiels des billets k ordre ijt, d'après I'article ,188 du Code de Commerce, l'cnoncia- ion de la valeur re?uece qui ne se rencontre pas dans l'ef* ?et dont l'intimé réclame le paiement; qu'aiqsiet malgré fli'au mayen.de ce qu'il porte de payer k ordreVaneste ftls l'aitpu passer k l'intimé ou k son ordre, l'effet susdit n'en £tait pas moinsrelativement au souscripteur une simple ptomesse, constituant une obligation purement civile,et que l'action qui en pouvait résulter pour Vaneste fils n'était de la compétence que des tribunaux civils. Pourvoien cassation pour fausse application de l'att. 188 du Code de Commerceet violation des articles 636 et 637 du néme code. Le demandeur disait, qu'k la vèrité la valeur fournie de- EECHTERLYKE BESLISSINGEN, RAA- KENDE DEN KOOPHANDEL. HOF VAN Cassatie. Offchoon ook een Biljet de tekening bevat van een, of van verfcheide Handeldrijvende Perfoónen, wordt het als eenvoudige fchuldbekentenis geacht indien het de geleverde waarde niet uitdrukt. In dat geval is deRechtbank van Koophandel onbevoegt daar van kennis te neemen. Wet- boek van Koophandel Art. 188.) Sibille, Fabrikeur'te Gend, roept Vaneste, Vader, ea Martinus Vaneste £oonVoor de Rechtbank van Koophan del teKortrjjk, tot betaaling van een Biljet aan ordre, ter l'omraa van 228 Brabandfche Guldens. Dit Biljet was onder- fchreven door Vaneste, de Vader, ten behoeve van zijn Zoon .Koopman in Zadelwerk, en deze had hetzelve geëndosfeerd ten behoeve van Sibillezonder melding te maaken van dc geleverd) ■waarde. Vancs;e, Vader, zich op deze omftandighcid grondende, eis cl: t dcszelfs renvoi vah'de Rechtbank van Koophandel naar de Burgerlijke Rechtbahk. Den 2f Mejj 1810. Gewijsde, hetwelk, zonder te letten op het deelnatoir, Vaneste, Vader en Zoon heeft veroordeeld tot betasting van het onderhavig Biljet. Bg hel Appèl zegt Vanestè Vaderdatvolgens de bewoor dingen tan Art. 188 van het Wetboek van Koophandelalle Biljet aai ordre de geleverde waarde moet uitdrukkendat bij Art. 187de bepaalingen van liet Wetboek, betrekljjk deWis- felbriévea fëmeen zijn gemaakt tot de Biljetten aan ordre dat Art. 157/m-gelijks vorderd, dat de endosfecring de geleverde waarde uitdrukten1 dat Art. 636 wil, dat in het geval, waar in een Wisfelbriff flegts als eenvoudige fchuldbekentenis wordt getekendde Rechtbank van Koophandel gehouden is dc partyen naar de Burgerlijke Rechtbank te verwijzen. Den 28 July 1810. Befluit van 'tHof van Appèl teBrusfcl hetwelk verklaard dat de Rechtbank van Koophandel onbe voegd heeft uitgeweezen, en verzend de partyen tot de Bur gerlijke Rechters. Gemerkt., dat een der wezenlykile kenmerken van Biljetten aan ordre, volgens art. 188 van het Wetboek van Koophan del, is de uitdrukking van de ontvangene waarde, het geen in 'tBiljet waar van d.e gedaagde betaaling vorderdniet wordt gevonden; dat dusen in weerwil dat'Vaqestede Zoon, uit hoofde dat bet bevat te betaalen aap ordre, het aan den Gedaagden of aan zijne ordre heeft kunnen pasfeeren, het voorn, effect daar om niet minder betreklijk tot den Onder- fchrijverflegts eene bloote fchuldbekentenis waseene lou tere burgerlijke vtrpligtirjg uïtmaakendeen dat de Actie die er voor Vaneste de Zoon ujt kon voórtvloeijen, niet van de competentie was der Burgerlijke Rechtbanken. Beroep in Casfatie, uit hoofde van valfche toepasfing van art. 188 van het Wetboek van Koophandel, en fchending van de art. 636 en 637 van hetzelve Wetboek. De Eisfcher geide, dat, wel is waar, de geleverde waarde

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1812 | | pagina 1