itii:
Am:93'
v
L E Y D SE
MAANDAG
JV
,Va Cü fc «Tö
TVJ° A c>ï®-5 ',if3 C'ï
IN 6 O a«- -5.S a-3
COURANT.l.,
J3tl
*-» 5 tj O
•i afst-g
DE AI 14 JANUARY. iffji'<§e
Rainzig willens en blindelings te laatetj meedsfleepen door 4j is
de vèrwoeftcnde ilroom vati Ongeloof en Ongpdiftety, gE g »:3
Wy vertrouwendat zulke Metifcb.cn adder Ons niet aan te^Jjj «na-S
treffen zyn; of, zo z,y er zich bevinden, dar hun'getal te ge- - c ja :fe
ring is, om in eenige aanmerking' té komen, in vergelyking g,'g
van de-veel grootere meriigte dér geehen, diehoe .vérfchil-*505 t-i
lende van Begrippen zy voor liet overige gpuden rhpgctj zyn yj<*
r o'.N:'' - r o fÏJ—j 4» ld r
het ongcftoofd genot van cene vryp Godsdicnfto'effe.ningvan c« v
die', niet ter zydéftëlliigvan alIc'bVzóndcrehaait' en'.ifguhft; J5 «ié 'a*»*" TI a
aan alle Ingezetenen .Harten en'Hdndéh'gpddétr inoetéo doep'sj V- RlE <r. 'C E-,1 jg> g%
üuzS
DEUITSCHRYVING VAN DEN DANK-, VAST-en
i. BEDDE-DAG IS ALS VOLGD
EDELE .MOGENDE HEEREN!
at .de Lotgevallen der. Volleen door een Almagtig
Opperivcezen volgens het- eeuwig Raadsbtfluit
zyiicr oneindige Wysheid en Goedheid geleid eii
bclliert wordenis cene Waarheid die Ons deRee-
de,en dc'Openbaaring beide leergneene Waarheiddie Ons 0
..te golyk aantoond het naauW verband", dat tulfchënden Gods-Ruft en, goe^e prde., Ygiljgneid', en eene wel gerégelde;Vry- 3
I dienil en den Staat plaats heeft, én het welk in aUe-tvden heidOp haarén regtbnprys weeten te waardeerén. Doch ,-c
door de Veritandigften en Deugdzaamftcn onder dcMcnfchcn Wy moeten het rekeneh ónder de by'zondere.pngelukken der
t .zo wel erkent is, dat zy eenparig bcgreepen hebben, dat Tydendie WybeleVfen ,"'daf déVoorrtandéfs eerier Leer, die c
eoac-, Burgerlyke Maatfchappy zonder Godsdienft volftrékt voorheen niet 'dan afgryzen en verfoeijén zoiidc hpbben itjge- Ji g -2
niet;b9'.\a?n kam - Onze febrandere en godvrilgtige VooroU- boezemtonder Onze Ty'dgénotén hebben nfögen vinden Aan- 5,
Jcrs "hebben dien noodzaaklykén irtvlbed van het Geloof aan "hungers en Bewonderaars; dieom zich een naani te maaken. g
cene de Menfchelyke zaaken befticrcnde Voorzienigheid niet gefebroomt hebben geheele Natiën vi„„.
II - 911 aan tje onderlinge betrekkingen tuffchen Volks-gehoor-kj de te dompelen, dm hunne dwaaze invallen
iaamheid aan -
,yn door ineer -
1. geiwigtjgfgJfiL..
- Waarheid vnji het zelve overtuigd waren.. Trouwens zV I rédenen op tót vrées.voof het toefcoméudé, en, droefheid "E g .1: 2 5
willen dat, behalvcn die-algcmeene. kenmerken der Godlyke i'o'vèf het tegenw.oórdige- De tdéftand yin' dit Gemeehebeft*S e 'Jï ®f
'i Oppcrheerlohappy., die in:de.GefchiedeniiTen van alle Natiën ,zo wel ah.thvygn^eheelEuropa,irfaebéfyk1 e'li onzeker. ISig-r«°jïJ;.'Jtb
K te vinden'zyn, er geen Volk is, wiens Jaarboekeü to mee- r 'Het ïs onniogelyk té vóórzienhóe lange Wy'béVfy^ zullen SaS-St?
nigvtrldige en zigtbaarê. blykea .opltevèren van de- bewaa- blyven van de Onheilen v-jü ténèn'alilÜ yönieie'ndén Óofjog, zj~
rgilde Ifsnd des Allerhoogften, als.dat-van Nederland. -i:., is-. it-ju-jzw u..jC k„'Jèi ilaXÜIL^k ji.
f' Ónder die hiilzaame inrigtingen van Onze vroomc Voorva-
deren hehpotX Vóór waar het loliykgóbfuik dat-Wy van de
zelve hebben ovèrgcnómen, cn waar aan Wy-tbanSópmiéuw
vpldoen, doof by dezer plegtigegelcgenbeidwederomjopcn te'
leggen den .toeftand,van dit Gémeeiiebelt, eri'-de menigvul
dige redenen-, <die Óna moeten, aanzetten óm Ons voor, dén
Tlirogn,.,dér,(ïodlybe genade ter neder te werpen. Indien
Wy ooit door gew-igtige beweegredenen tót hek vervullen vaii
die-Plicht geroepen wierdenzo is hét .tegenwoordig. Wan
neer Wy Onzen wandel geduutende het nu afgeloopen Jaar met
aaiidagt overweegenhebben Wy zekerlykgecnvecde,om Ons
te kunnen vieijón, datidie aan den Alb'eftierdcr der Waereld
wclbehaagiyker is.-geweert. .dan Je yoorenen evenwel zyn
Wy door zyne onverdiende Barmhartigheid al wederom ge-
fpaarti ja' zelfs met aanhoudende Zecgcningen en Weldaadcn-
begunfiigt; en het zoude eene ftrafbaare ondankbaarheid zyn
dezelve uit vrees yan in herhaalingen te vallen, of van bofchul-
digd te worden Onzen toeftand in een al te gunftig. dagliclit
voor te ftcilenftilzwygende voorby tc gaan. Wy genieten
nog die zelve'Ruft en Vrcedezo van binnen als van buiten,
waar over Wy. Ons zedert eynigc jaarenniet tegenftaandt
dé kommcrlykeomftandiglieedendie in byna geheel Europa
plaats haddentelkens, by gelegcntheden als deze-, hebben,
mogen verheugenen die voor den Bloei e» Weivaart van dit
gezegend Land-zoo onontbcerlyk zyn. Wy zyn nog ia 't bezit
van die wezenilyke Voorrcgten, waar aen.Wy tot nu toe op
goede gronden Ons tydelyk geluk cu wel zyn hebben toegc-
fchreeven. De Wetten worden als nog onder Ons geëerbie
digd en zon.der aanzien van Perfoatnen uitgeoeffend. Alle-
de Ingezetenen, van den geringftea tot "den meeft vermogen
den,hebben op dcrzelverbefchcrmingicene gelykeaanfpraak,
«liworden ook door dezelven in ccncngelyken graadbeivaard
by hunnen Eigendom, hunne Vtybeid,,Veiligheid, Eer en
goeden naam-. De Conftitutie van. dit.Gjemeenebeft hoeft 'door
verfcheidp gewigtige fchikkingenwaar aan in vroegere tyden
langvijugteioos gearbeid is, en die niet dan na veelvuldige en
moeijclyke raadpleegingen haare volle beftag hebben gekree-
gen-,.. onlangs .eene nieuwe vaftigheid en duurzaamheid beko
men,. De,Eendracht tuftchen de Bondgenootcndie den Baiid
VapOns.Gemeencbeft uitmaakt, is daar door niet weinig be-
vorderd, en Wy mogen daarom ook met des te meer geruft-
heid de aangenaame hoppe voeden,, dat het geen aan dieheil-
zaamc maatregelen nog ontbreekt, wel haaft met eenen gelv-
ken uitflag zal kunnen worden tot ftand gebragt. Einde-
Jyk hebben Wy geen reede om Ons over de vermindering van
0nz,en Kóóphandelover de afneemejnde Voorfpoed van Onze
Volkplantingen, of over het opdroogen van eenigen anderen
Voornatinen Bron van Onzen overvloedte beklaagcn.
Doch, Wy 'kunnen en moeten het niet ontveinzen, deze
gunftjge pmftandigheden worden door anderen van eenen
/gantfch verfchiilenden aart en door zorglykc vooruitzigten
getempert. -
Na dat. de -goede verftandhouding tuftchen de machtigde
0 Naabuuren van den Staat herfteld washebben Wy eensklaps
vi het vuur van den Oorlog, wederom zien ontvkimmen; en
in de laatfte Tydenmet eene pnvoorzienc en fchrikverwek-
J' keude fnelhcid de Grenzen van Ons Vaderland hoe langer
Vj lioc meer zien naderen. Het is waar. dat de on
*1 Wymét z.o. veel zorg, zedcr.t het bogiH der
'1 ben zoeken in acht te neemen.Onsvpor all
M <en kant-der talryke Legers die Ons.qmringden
>9 moeten beveiligenen tot nog toe ook dadely"
01 vrydheeft.
->£•§>
b e
c -p
t o ttS rzr
S «wo-B*
é'g Q O
tl B
sL U
pc i- 4;
e
ütJwj
sls
&1
j* 3 O C
t C 4j
és o JS P 9
w'l-R
e-r.itlé.
c.-E
n c» 2
s i S E
Uil f-s s
t- éiiir
BpHi-, 4 ATlérhöb'gftbt'i...DP H
dén, maar blyve'ii'even.buitenfpootte, cn.bciicmep Ons die ji Lffiaja
kragt en ftandvaftighHd 1 die vo.orgi injfydén vaii gevaar -
moeten dienenom moedeloosheid tif4tcjiveeren enSdle ver
mogens tot béholnl Van dé gemëene 'zaal: fé ifcién ih'fpannénj
Die gevaarlyke ónverféhilBJ;heicl voor den <>o^*di,enftvèaar—
uit de grootfte Onheilen moeien gebopi'ah worde*.,' verfprei4
zighoelangcr hoémeef. Meteen w-oofd', «ito Ge'weetca kan:
Ons het getuiganis niet geevendit Wy ojS' den w'egVan Dcngd
én Godvrugt eenige Sétyientlvkc vofdcfingheh?ien gemaakt.
Het is uit ernfcjge ovêtwéeging van dit, allesdnf Wy go«'>
'gevonden hebbèn.' eêrfeicalgemeonenrt ANK-y'^VfSJJénilfeEi.
DElfAG uit te fchryvën o»er alle de Gëumïerdc Prbvikciuh l
o -3
ez;
ren einde Wy .Omrit! tegenwoordigheid van GoÓ Alïnagfig '-
mogen vcreenigenom Zyne onvcrdréidé L'aUgtrfóedighód--^&0.
te vieren en te loovén, onder eene opregté en oot'mocdigè
Baiydenis Onzer Zondenmet- een Waaragtig Vóorneejiich
van beeterfchap des Leevcnsde vefgèeviiig' Ohz'éf Over-*
D j, v 5
dereBcfehyrming van het Op per v.'
zVimagtige biddende, dat het Hom 1
Wolkendie over Ons tydelyk Welvaarén
maal te verdryvenen de Gevaaren, die
dreigengenadigiyi van Ona af tc wendende verf iehtingen gi.
van de Hooge Overheid en de Maatregelen 'die'doór Dezelve =V§
genomen worden, oni onzer aller Veiligheid eti Wélzyi te n2
bevorderen, te willeb Zegenen; 'een einde té maaken van de.vTïo £.5 ?fA. 5"s •- rr
Tweedragt die Ons vérdeeld; Onze Godsdienft, Vryheid én »ffi5's|d£
Conftitutie te befchermenen Zyne Zegeningen nit te ftorten -3 S;«VpE u-'£-Sï3 c c
e-
3.
2
K 0
IrO- - T"' ZT y
Voorzienigheid af 1
flier van de Hoogc 1
Volkeren, dezelven 1
gen met eene dubbelde 1
vaftigheid en onafgébrookenA
zyn; en dat Zv in hunne geWigligc Poften mogéftzyn-enbly-'
i-n« irnnrutftrtinn V«n tlrt/aMnKtihiT »n t/orrrnimran' iiati
.call's ló'
r-8
'•-SS-XA C «i
;S
..Dan het ontbrak niet aan,;Vyan,den en Benyders van Mcvrouwe de PrincefTe, hROgftdesfelWGemaalih'ne, voorde "libj-c'S
a Onzen Ruft e* Voorfpoed, die Onsmet eenen aanftaadden.Zvne Doorluchtte Hoogheid denHeefé Erf-Priticeen h,oogft-'~'K,? E'5 JS >5 g
Vyandlvken Aanvalen geheele .pmkeej-ing van Onze tegénilj iteszclfs Koninglvke Gehiaaiinne', én de verdere AfftaVnme»
dl wooFdig zo gelukkig geveftigde Copftitutie bedreigden. EcnP 1 liWgen van dat Doorluchtig Huisdaf ZV fteeds itlógen blyven
ge weinige uitgeweeken en ontaarde Landgenooten ,'en »n- 1 overdekt door de befcherrtiende Hand des Alierhriogftéiidat
nl derc kwaadwillige of dweepzuchtige Nieuwigheidzoekers-,- zy met *s Hemels befte Zegeningen mogen bcgunfWgd' worden
c' hebben zich niet
'KJ IvkeGefcbriften
e1 lurgér Oorlog
2 -e- El
jj -fc E tl v J-
onzinnig genoeg, om Ongebondenheid en Rcgeertnglóos- 1 tezuiVérén en door Zyne Gepade het Vóflrbeeld -dejl
Sheid te verkiezen boven ten reedelykeen met de Menfche- A beid hifiiner Leeraars ftigtelyk éH heibzaiirf-të htaakén', ten
■lvke onvolmaaktheid beftaanbaare Vryheidom de Vei-: efide dezelven mogen worden ainge'rtioedigd iSTfunrte lofly'ke
lighcid van htmnt Eigendommenja bun I.eeven zelfs bloWf- plichtméatige Poogtngen"om tégèn- te gaan de (ioute iau-
te (lellen aap de willekeurige overheerfching van eene bande- r .ndingcnvan eenige waansvyze Philófophen tegen de eeVft»
O looze Be.enjgte, -r- om in plaats van onder eene zagte Re-nl .«Jruadhegiafalan vandén- Godsdienft Lieden, die*a-d«c
jeering, Godsdienft en Verdraagzaamheid, gepaard te zien I (liu Kwtig'tp ■it iicrdt Blaètyik.