L A°.ï7i&' N°. i iq \rryJig{c Céorint. T A L I E N ROMEN den itf September. Maandag heeft de Paus ineen feere^ te Gonfiftorie een algemeene Aflaat gepubliceerd dewelke cry morgen begin neemtn zal. Donderdag is de Marquis van Or^ mea MÏmfter des Konings van Sardinien van hier naar Turin gekeerd. Die dag wierd aan den Heer Negroni gSweezen Trefautier van de Apoftolife Kamer onder de voorige Regcering, een Ordre van de Ciimineele Congregatie gezonden om de volgende dag voor de Heer Fiorelli Secretaris van dezelve te compareeren ont ondetvraagt te worden over Zaakcn raakende de Apoftolife Kamer, en de Beneventda- nen, wiar op gem. Heer Negroni de volgende nagt gevlugt is. De Kar dinaal Coscia zeer geraakt van dat de Paus een Apoftolife Vicaris in zyn Aarts-Bisdom van Benereuto heeft aangefteld wierd eergifter niet minder getroffen, toen zyn H. een Rentmeefter of Hnyshouder aan zyn Emin. zond, om alle de lnkomften van gemelde Aarts-Bisdom te vor deren welke Revennen bewaard zullen worden tot dat de Crimineele Congregatie een flnalejjententie wegens de Befchuldigingen tegen dien Kardinaal gegeeven zal hebben waarom Hy zich zeer beklaagt niet geluyftert te hebben na de aanmaningen van den Kardinaal Cienfuegos, om het meergemelde A'drts-Bisdom aan den Paus overtegeeven, temeer om dat het waarfchynelyk is dat zyn H. Hem van dat 'Aarts-Bisdom zal afzetten. Onder de Papieren by den Advocaat Ifoldi, Auditeur van gem.Kardinaal Coscia, gevonden, toen Hy gearrefteerd wierd, zyn zeer veele Kequeften van kwaad gevolg, welke egter in diervoegen geteekend zyn, als of zyafoor wylen den Paus geaccordeerd waren geweeft waar om de Heer Fiorelli zich naar de laaftgemelde Kardinaal begaf, om aan Hem te vragen, of Hy deel had aan dieteekeningenwaarop zyn Emin. Neen antwoordede en zeide dat zulks toen Hy te Caftel-Gandelfo geweeft is, door den Advocaat Ifoldi, zyn Auditeur, gedaan was gewor den 't geen de Heer Fiorelli aan dien Advocaat gezegt hebbende, ont kende Hy zulks, en fehieef terftond een fchetpe Brief aan gem. Imin. die, dezelve niet beantwoord hebbendedoor een nog veel (cherper ge- volgt wierd in dewelke Hy verklaarde niet meet voor zyn Auditeur er kend te willen weezen 't geen aan den Kardinaal Coscia groote onge- ruftheid veroorzaakten Hem geweldig doed vreezen dat dien Advo caat nu veele Zaaken zal ontdekken die ganfeh verborgen zyn. De genaamde Giraud Plemontees, van wien men voorleeden week een Brief 'onderfehept heeft is gevangen genomen alzoo 'er in dien Brief ook een voor den Kardinaal Coscia was ingeflooten, dewelke de Gouverneur deezer Stad gezeegeld bragt aan den Paos die dezelve opende, en daar in onder anderen verfcheide Lotbriefjens vond van de Lotery te Genua, toebehoorende aan den gemelden Giraud die zich op deeze wyze van den Kardinaal Coscia bediende, om in dien verboden Handel niet ont dekt te worden. Zeederd is nog een andere Brief van Genua komende, geaddteffeetd aan den Advocaat Ifoldi, in handen van den Gouverneur van deeze Stad gevallen, waar in 'er meede een was voor den Kardinaal Coscia dewelke Hy weder gezeegeld aan den Paus bragtdie dezelve geleezen hebbende, aan den Heet Fiorelli Ordre gaf, om den Kardinaal Coscia te arrefteeren Men wil dat zyn Emin. met gemelde Republicq in handeling zouw zyn, om zich in haat Gebied te retireeren, en dat Hy dit Republicq aanraad, om Haar Kapitaal aan de Apoftolife Kamer op te zeggen en t'huys te haaien waar op het gerugt wil, dat de Paus aan de C imineele Congregatie geordonneerd zouw hebben tegen deKardi- naalen Coscia en Fini ten ftrengfte te ptocedeeten, als zynde overtuygr van Malverfaticnen zich in andere Landen te hebben willen begeeveu, om haare Petfoonen in zeeketheid te ftellen En alzoo die Eminentien ook befchuldigd zyn van conflderahele Sommen Gelds op ontleende Naanien in buytenlandfe Banken gelegr te hebben, wil zyn H. Hen ab- fölut noodzaaken dat Zy zich daar omtrent verklaaren. VRANKRYK. PARTS den 2j September. De Prior van de Feuillanten deezer Stad ecu oonfiderabele Somme Gelds, om Lyfrenten uytrekceren, ontfangen hebbende, is geëzileerd geworden dewyl zoodanige Negotiatie verbo den is. De Cure van Sri Sulpice 10 duyzend Livres van wylen den Her tog van Bouillon ontfangen hebbende, om die aan een natuurlykeZoon van gem. Prins overtegeeven en de tegenwoordige Hertog van die Naam ontdekt hebbende, dat die Overgïfte noch niet gedaan was, heeft den Curé genoodzaakt gem, Somme aan Hem te rug te gecven. NEDERLANDEN BRUSSEL den l Oftober. Vrydag is de Graaf van Maftyn met alle de Perfoonen, welke Hem vergeld hebben, van Nivelle hier te rug geko men. De Prins van Hornes is met zy»e Gemaalinne meede van zyn Landgoed van St. Paulus in het Attoisfe en de Prins de Ligne, nevens de Marquis de Los Rios, uyt het Gebied van Heenegouwen hier aange komen, om tegenwoordig te weezen by het Feeft vaa de verjaaiing der Geboorte vau den Keyzer 't geer. gifter na gewoonte gehouden is De Aartshertoginne heeft by die o.ccafie van geen een Ampt gedisponeett maat des narqiddags by de Proceflie tegenwoordig, en des avonds in de Comedie geweeft. Dc Wagens, om de Bagage van den Veldmaarfchalk Tan Zumjungen naar Weenen te voeren, worden gereed gemaakt. AMSTERDAM den 4 Oftobsr. Te Bourdejux waren gekomen Sam. LSÜing van Riga, Huytje Jobs van Koningsbergen, Jacob de Viies van Embaén, Will, de Jong van Fredtikshal, Gerrit Janflc en Willem Will. Tan hier en de Maas, als meede noch een Hollands Schip. 's GRAVENHAGE den s Oftober. De Hccreo Stjtaien van Holland ïn Weft-Friesland zullen aanftaande Woensdag agt dagen zynde den deezer vergaderen waartoe de Brieven van BCfchryving naar de t^fpeftive Steeden deezer Provintie zyn afgevaardigd. Daar is een PL A- CAAT van Haar Ed. Gtoot Mog. naar de refpeftive SteeJen afgezon den, om gepubliceert te worden, waarin onder anderen wörd gezegt p\At Wy niet minde» geneegen als verpligt zynde door alle be- quaame middelen over eenkoomende met den aart ia confti- t> tut'e van de Regeering deefer Lande en met de indulgentie welke wr meenen in (aaken van Religie te moeten oefrette'n omtrent Or,té goede Ou4cidaancn cji daar onder meede omtrent ék, welke onder hét helder ligt der Reformarie óngelukkiglyk blyven aanklceven de groove dwaalingen en fiipeiftitien van het Pausdom, tegen te gaan en te beletten het inkruipen, en verfpreiden, der gevaarlyke leeie ontrent de onbepaald» magt der Paufen in faaken niét alleen van Religie, maar felts van de Burgerlyke Regeerihg welke de Aanhangers en Suppooften van de Stoel van Rooirien poo'géz in te boeféttien aan de- felve Onle Roomsgelinde Onderdaauen en daar ncevens willende remedieeren aan de méenigvuldige klagten over de ftoutigheeden^ geP'eegt wordende door defelve foo in de Steeden als infonderheid ten platten Lande, in vilipendie van de Piacaaten, by Ons daar tegeit geëmaneert, goed en noedig gevonden hebben, by provifie en onver- mindetd de verdere voorfiening welke het gedrag der Aanhanger* der bovengeroerde gevaarlyke Leere en het aanhouden de: ftoutig- heeden van Onle misleide Onderdaanen fouden moogen bevonden «orden te vereiflehen te ordonneeren en te ftarueeren foo als Wy ordonneeren, en ftafueeren by dit Ons jegenwoordig Placaat. I. Dat voortaan geen Roomfche Ptiefters fullen moogen dienft doen noch eenige Priéflerlyke fun&ien oeffenen fonder alvooiens toegelaaten te zyn by lchriftelyke Afte van conlént óf toelaating t welke Afte fal verleent worden in de Steeden door de Burgermeefte-* ren, en ten platten Lande door de Heeren hooge Jurisdiftie hebbende, en, daat de hooge Heerlykheid is in OnféBoefem,doordeBailliuwcn, welke Burgermeefters, Heeren, en Baillitiwen fullen gehouden weeferf, hg prsrcifelyk te reguleeren na het volgende derde Aiticul in het ver- leenen der voorfchrceven Afte van Adihilfie. li. Dat geen Priefters als geboore Onderdaanën van den Staat der vereenigde Nederlanden en geen geordende Priefters nog Muné niken «n in het byfondet geen Jefuiten het zy geprofeffide, of van de mindeie ordres fullen moogen geadmitteert woiden maar dar dien aangaande fal worden gebleeven by de Piacaaten en Refolutieri van den 17 Atigufti 1702.zé April 170$.en zj Mey 1720. III. Dat in de ftem hebbende Steeden de Priefters fullen moeten, voor dat Afte van toelating aan haar fal ja-öogen verleend worden, verklaaren op haar Priefterlyke woord, in plaats van eede, in handen van Burgermeefteren4 en ondérteekenen ther haare gewoone handtee- 1 kening in een boek daar toe te noudeq dat fy een hertelyke afkeer hebben van het gevoelen der geenen welke leeren dat de Paus of eenige andere Kerkelyke Overheid, de magt heeft, om de Onderdaa- nen te ontflaan of difpenfeeren wegens Kettetye, of om eenige an- dere oorfaak van dén eed en gehoorfaatnheid aan de Burgerlyke Overheid, en dat men geen trouw en onderdaanigheid fchuldig is aan de géénen die in de Kerkelyke Ban en buften de fchóot van de Roomfche Kerk zyn: En dar fy niet alleen het tegendeel van die ftellingen gevoelenmaar na haar uiterfte vertnoogen (lillen ioboefe- y men aan de Leeden vanhaar Gemeenfchap, en defelve foo dód^haar voorbeeld, als door haar Leer, lullen veimaanen tot gehhorlaamheid aan de Staaten, en Magiftiaaten, als asn haar wettige Övérightid, en tot een vreedlaam en feedig gedrag. Dat fy boven dien niet fullen contribueercn met raad of daad, diredtelyk of indireficlyk, in eeniger manieren om door eenig Ingefeeren deéfer Pttivincie te doen defti- neeten belooven, of geeven eenig geld, of gelds waarde of wat het ook andeiy/oude moogen weefen aan of ten behoeve van eenige buitenlandiche Kloofters, Collegien Seminarien1, Kerken, of andere Roomfche Geftigten en Gemeenfchappen, of van de Leedch van dien, hoe ook genaamd En eindelyk, dat fy geenethande abfolutit nog difpenfatie van de Paus, of van nietnand anders, fullen veifoeken nog aanneemen, tegeii de boovenftaande haar verklaaring en ondertee- kening, of tegen eenig deel of lid der Telve, geen uitgefondert IV. Dat in de verdere Steeden en ten platte Lande de Priefters fullen gehouden zyn te prefenteeten aan de Heeten Gecommitteerde. Raaden van het Quartier haar bovengemelde Aften vin Admiffiebin- n«n den tyd van een maand na het verkrygen dctfelve en voor het pleegen van eenige Priefterlyke Funftien enïn der felvcr handen té doen en vervolgens te onderteekenen de Verklaaringin het boven- ftaande derde Articul gcnleld, waar van aanteekening fal worden ge- daan op de Voorfehi^eve Afte, op poene van nulliteit. V. Dit de Priefters welke fig fullen onderwinden eenige Priefter- lyke funftie in Kerken Huyzen of waar en hóe, her foude mogeq weefen, ionder te Weefen voorfien va'11 een foodanige Afte en fondei te hebben gedaan en foodanige vetklaanng en ondertéekening ftrlz len verbeuren voor dd eerftemaal een geldboete van vyf honderd gul- dens en voor de tweedemaalboven gelyeke boete fullén geconfi- neert worden voorde tyd vaneen jaar. VI. Dat de Roomfche Priefters reeds'in funftie zynde insgelv* fullen gehouden weefen te doen de bovenftaande fchrlftelylfe verkjfta- ringe, en onderteekening, binnen de tyd van den madnd na hét ema- '"neeren van het jegenwoordig Reglement én dat de geenen welke, daar toe gecitecit zynde, foude mogen «eigeren de vóorfcnreeVé ver- klaaringh en oaderteekening te doen fonder oogluiking fullen ge- bannen worden. VII. Dat de bovenftaande boeten fullen komén ten vóördeele vöot de eene helft van den Aanbrenger, wiens niam fal gefëcrétéett wor- den des begeereudé, en voor de wetftihelft in de Steeden van dé Hoofd- officier, en ten platten Lande van de BafHimv, aan welké, én aan deti Proeutetlr Generaal van Hólland, de calange, cn her véfv'olg der bóe- ten, gegeeven word bv preventie met fpeciaa! bevel aan den Ptocu- reur Generaal van Holland nauwkeurig té letten op dé prrcci'é nako- ming van dit Reglement én getrona-efyk te infotmeeten de HeereS Gecommitteerde Raaden in dé beide Qiiartioren refpeftfvelyck van alle contraéentleften ipkrnipingen, daar regens ftrydende, oök zyn Ampt naarftelyk waar té neeftien tegens de Ovérticetféts' aïs na be- hooren. VIII. Dat foo door de Herren Gecommitteerde Raaden a^i doof de Burgettpecflers vrfn de Stee'en, elk feo veel hén aangaat, een Ré" "gifter, of Nothtc fal gehouden wórdea vari de Aften V*h toélaa- ting van de Pliéfters ea daïT v'in «egéévcn Èi-trift «»n den Pro'ü

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1730 | | pagina 1