Z WE E D E N. ÊÜt. Üft két öpper-Amaigt Öppénheithinfpeftte Öppenheim. 61. Te Ober-lngelheim maakt men tegen» de Declaratie en daar op gevolgde Kerken-deeling ptetenzie öp het Kodr der Gereformeerden 6z. Te Sauber-ScHwabenheim heeft men de Gereformeerden een fon dament van eent oude vervallenc Kapeile aangewèzen, binnen welkers Xingmuur de R. Kathol, een Schoolhuys geböuwt hebben nevens en dan de Gereformeerde Kerk, tot derzelvet groote iricómmoditeyt. 6), Te Groot-Winttiheim hetfr men de 4 Klokken de Gereformeer den afgenomen, dewelke in denOoilog verpand warén, en daar na door hun voor het grootftc gedeelte geloft zyn. 64. Te Ober-Ingelheim is den Gereformeerden van de Regeering be laft géworden, haar Klokken-geloy tenminftenopdcndhgvanVioUwé lichtmis, de R. Katholyken tot gebruik te gunnen. XIV, Uyt het opper-Ambagt Stromberg, InfpeftieSttOmberg. j. In alle Kerken van dit oppei-Ambagt, worden by alle R. Katho- lyke gelegent heden de Klokken dei Gereformeerden gebruikt. 66. Gelyk dan de Pafkoor te Neder-Hilbetsheim wanneer de Géie- formeerde Predikant hem hét geluy tot de ft. Kathol. Exequien hadde geweygeitdé deur van de Kerk met geweld heeft doen openen en door ayn Schoolmeefter doen luiden. XV. Uyt het opper-Ambagt Simmeren Infpe&je Simmeren. ij: De Kerkte Kieffélbaeh, den Gereformeerden by Kerke-deeling particulier toegewezen is Van den Keuivöift van Trier geflootenén noéh niet weet geopent. 6«. Voor de Kerken en Klokten te Guntêrshaufen en teLiefenfeld èlwaar nu alles ft. Katholyks is, en de R. Katholyken dezelve gebruy- ken hóewei die den Gereformeerden by de Kerke-deeling toegewezen xyn heeft men hun noch het minfte Equivalent niét geg en. 67. De K«k te Dentzen is den Geieformeetden particuli. 1 toegewe zen, mm by ruyling tuffchen Keur Palts en Baden, is van wegens Ba den het Simultaneum ingCVOCtt» 70. Te ftheinbelheim worden de Klokkende Gereformeerden pil- ftculier toebehoorende dc facit Simulumter gebruikt. fit Het zelfde is mede in December 1719 te Simmeren met hetgélny dér Klokken inde Gereformeerdegtoote Kerk ingevoert. ST^KHÖLM den Z7 Mey. Men ziet hier in Dtuk dé verzekerirge «e zyn K. H. Frederik den Etf-Frince van Héden Kaftel, Geneialifli- anus Van 't Zweedfe ftyk aan de ftyks-Standen heeft gegeeven toen tffit K. H. tot de Zweedfe Thtoon veiheeven wierd. Géduurende de tyd dat haare Majeft.myn hoog lieve Gemaalinne, volgens haare fchtyvens van den zr en 29 February als toen de ftyks-Standen gezamentlyk voorftellende, of dezelve wel zoude willen gelicveh myn de Koningl. Magt en \Vaardigheyd optedragen, opwel- Ae haare Majts. gedaane Propofttie, de ftyks-Standen gezamentlyk ge- apptobeert hebben, myn als hunne en't Zweedfe ftyks Koning te kro* ften en aan te heemen welke ftyks-Standen hunne aan myn betuygde «tere en genegentheid ik beloove met de ktagtigfte verzekering te er kennen en met het uytetfte vermogen hunner aller welvaart en op- fcotfsft te handhaven en vooittezettcn j als ook deze volgende Artyke- len na re komen. I. Zederd lk na myne aankomfte in dit ftyk, eenige nadere en meer grondige itenniffe van de zuy vere Evangeliiche Leere als va» gekreegen ftébbe, zoo bevinde ik my niet alleen geneegen om dezelve aanteneemen, en de Gereformeerde afteftaan maar verzekere ookiot het laafte uur rityn's levens daar in te blyven als ook of het God ge- liefdé myn nu zynde Gemaalinne met eenige Lyfs-Erven te zegenen dezelve als dan in de Lutherfe Religie te laaten opvoeden j waar mede jk ook in' allert deelcn conflrmecre en bekragtige haare Majefts. myn hoog lieve Gemaalinne, in 't Jaar 17x9 den iz Febr. ondergefchreven Vefzeggings-Schrift en gedrukte Regeerings-Form, aangaande de rey- tgeen onvetvalfchte Evangelifdie Leere, gegrond in de Prophetifcheen Apoftolifche Schriften in de onveranderlyke Augsburgfe Confeffie verklaard in L*bro Conctr.did, en (èdert het Jaar 1591 te Upfal door alle ftyk s-Stamden géapprobeert en aangenomen aan welke (na'r gefloo- tène ftyks Erf-Regt van Koning Guftaf dc I.) alle Succeffeursde Ko pingen van Zwcedenals aan een fondamenteele Wet verbonden zyn. Ik beloove dan ook desgelyks te onderhouden alle de Ryks-Standen van 't Zweedfe ftyk, de Edelen en Gceftelyken, hooge en laage, by de Voorn. Religie, Gods teyn en klaar Woord, en by 't regteen waare ge bruik der hoogwaardige Sacramenten te héndhaven en te befchermen, gélyk in de Regeering van Koning Guftaf de laafte en Koning Johan de eerfte gefehied is doch zederd de Jaaxen r $91 en 96 te Upfal door «11e eenparige toeftemminge geflooten en bekragtigtik beloove ook, «oölt eenige van dc Standen of Onderdaanen van het Zweedfe Ryk of ^eszelfs onderhootige Prorintien, hooge noch laage, een of meer, van waf Natie Stand of Qualiteyt dezelve zyn mogenaan te moedigen met beloften of dteygementenom eene andere Religieals de vooin. ftvangélrfche Leere aan te kleeven en te houden (by welke ik ook on- verandetlyk blyve) en die tegens alle Ketteiyen zoo veel mogelyk is Xyf noch Bloed fpaarende, defendeeren en handhaven zal. II. Dat niemand van een andere Religie, 't zy Paapfe Calvinifche éf Gereformeetdé, Anabaptiften Photianfch en andere Zwermeryen of eenige andére die hun tot dietgelyke of openbaarc exgerlyke Athe ïTmum begeeven zullen gebruikt worden in eenige P-yks-Ampten, in den Raad, in de Collegien, Op Sióoten en Veftingen in dit Land noéh des zelfs Steeden het zy in hooge of laage Bedieningen j veel minder moeten zulke gebruikt worden in de Kerken wf Schooien in 't byzon- der zal niemand van tea andere Leere geordonneerd worden tot Bif- fchop, Supper-lntendent, Hof-Predikant, Profeffbts in de Academiën, fteftor in de GymnafiePredikers of Dominees in de Steeden of Dor pen, Sohoolmeefters of andere Leer-Ampten, en wat verder de Jeugds- Informatiebehelfl}-op dat de Vergadéringe Gods in 's Vaderlands on- derhoorende Provintien, ongeturbeerd, in eene geftadige eenigheid, ter eere Gods en 's Lands welvaaien, moge blyve. III. Al dat voorfchieven is beloove ik in het Ryk en deszelfs on derhootige Provintien te onderhouden, en handhaven ik zal ook niet Joeftaan dat ecnig Beroep dooi de eene of andere zullen begeeven worden, alzoo zy hen aan de (byzonderlykj in 't Jaat i«j j en i«8« gedaane Religie- en Kerke-Ordres moeten houden, dewelke ook Van my volkomen word geratiftceeit en bekragtigtik zal ook dezel ve met goedvinden der Ryks-Standen laaten verbeteren en vermeerde- Zen en zuileh dan de GouverneursBiffchoppen, Super-Intendenten Co fcftorien en alle andere Magiftraats-Perfoonen, Hooge en Laage, zou wel op het platte Landals in de Stecden, ten allen tyden daar een wake J oog op houden, op dat die geenedie daar,tegen zouden mo gen doe» by tyd» ka» gtftiaft en bakt warden «po dat allee do ar <SoÓsf genadé in hunne voilcbmê én iegteerirs kan blyven 5 doch alzé hiér twee zwaatigheden te voorfchyn komen. t. Als Ambaftadeuts of Rezidènten van Uytheéttile Potentaten of Republitjuen (van èen and cc Religie zynde) die hiet naar toe gezonden worden hen vooreen tyi hier op houden of in 't kotr weër van hier vertrekken dewelke me» hunne Godsdienft doör veele oorzaaken niet kan beletten zoo is 't.» dat men hen hunné Godsd.enft, in haare eygen Huyzen, mét hunne go- zamentlyke Doméftlquen en Diénaars niet weygeren kan maar vry~ willig vérgunnén. z. Allé Vreemdelingen dié hier komen OK> hunne Negotie te dry venals ook alle andere Ambagts-Luydau, die hier ko men om haare Neéringé en Ambagten vóórt te zettenwotden desge- lyks vèrgunt hunne Godsdietift in hdaté eygen Huyzen te mogen ver- ïifchten |zOo lang hét in privato en zonder aan iefnar.d eétiige ergërnie te géven; gefehied) en mogen daar-en tegen geeneVergadéringen noch Leeraars heymelyk noch openbaar in deéze Landen noch in hunne Huyzen komenonder wat prstext hét ook zyn inagop poene als de Plaeca^tèn behelzen ook zullen hunne Kinderen (indien ze Burgere willen worden) hen na deeze Lands-Wetten en Placcaaten reguleere* én in dééze voorn. Cbriftelylte Religie opgebracht worden Zoo ook ienaand hier in deeze Lande of deszelfs onderhootige Provintien (va» wat Religie hy ook zyn mogte) bevonden word die met woorden of werken Gods WoOid of deeze onzè Chriftelyke Leere verfmaade of Verachte Zal die dan als een Gods-Laftéraar (gelyk voorfz. ftaat) van zyn Ampt en Bediening afgezetof anders,, nadat de cmftacdig- heden zyn aan zyn Leeven zonder genade gêfiraft worden, IV. Beloove ookniet alleenig tot myn laafte uurmyn hoog lie- véndé Gemaalinne de groot magtigfte Vorftinne ULRICA ELEONO- RA, Koninginne van 2weeden, der Gothen en Wenden, 5cc.te eere» en met,alle refpeft in waarde te houden maat ook met de fchuldigfte eerbied en dankbaarheid te erkennenhaare Koningl. bcwezene gunfte te mywdards en de bevótderinge tot de Koningl. Throons-verheffinge. V. Zal óofe nooit eenig Vorftendoib LandStadSlotof Zeën't door Erfdeeling, Donatien of Veriuyliiigen van 't voorn, ftyk fepa- reeren, op dat hét Koningryk Zweeden en de onderhoorige Provintien altyd als een Lichaam onder de regeerende Koningen mag zyn c* ruften dog als het God zoude gelieven myn nu zyndo Gemaalinne haare Majeft. de Koninginne ULRICA ELEONORA met eenige Lyfs-Erven te zegenen"dan is het dar de Erf-Votften (die tot de Re geering niet en komen) geen Vorftendommen zullen gegeven worden, als wel in voorige tyden tot groote fchade van het Ryk gefchiod is a maar de Princen zullen vergenoegt zyn met den inkomft van Pennin gen a's hen dan door confent van de Ryks-Standen toegeiegt zal wor den ook zullen de PrincefTen, als zy uytgehuuwlykt worden, haare ge- woonlyke Bruyds-gavc ontfangen. VI. En alzo ik tot het Zweedfe RyVs-beftïering geneegen benale ook myn en de Standens regte vetftand met de gezamentlyke Ryks-J Standen (als magt hebbende) de ordies en vcrordeninge tot hét alge- meene beft te vordeten, alzo verzekert ik hier mede deeze aan myn op— gedragene Koningl. magt, met het uyterfte vermogen, tot bevótderin ge van het Land en algemeene beft, als ook tot een yders welvaaren, te willen gebruyken en myne Authoriteyt in de herten der OnderdaneB door alle mildaadigheyd en regtveerdigheyd confirmeeren desgelyks myne Regeering vooSIt zetten en tereguleeren na het goedvinden dee Standen en hssuuliubtJ, j- leden Jaar door de Standen gefondeert ïi^eweelt, doch nu tot hunne zekerheid en welvaaren verbetert en geratiticeeit zyn. VII. Ik kan ook geen beter noch kiagtiger getuygenis aan deRyks<- Standen of Onderdanen van deeze triyne oprechte meening geeven, atrf de walging voor de zoo genaamde Souverainiteyt, dewelke, gelyk met» klaarlyk ziet, groote fchade en metkelyke verzwakking aan 't Ryk toe- gebragt heeften óp dat zoo een fchadelykc Verkiezinge nu en in hec toekomende geftuyt en te niet gemaakt mag worden, zoo vetklaareilc ook zoo wel als de gezamentlyke S.yks-Standen verklaard hebben dat die geene die eenige propozitien of voordellen zouden doen tot zo® een Verkiezinge niet alleen als een Ryks-Vyand maar ook als eet» Land-Verrader zonder genade geftraft zullen worden, waarom niemant 't zy Geeftelyk of VVeereldlyk zullen begunftigt wotden met eenigr Adminifttatie ofte Ampt in dit ftyk't zy groot of klein voor en al eer zy, na dit Formulier, hunnen Eed afgelegt hebbenvan hen nooit met zulke fchadelyke Verkiezingen te bemoeyen. VIII. En verder tot voorkoming van eenige fufpiéie aangaande de Souverainiteyt, zoo beloove ik, dat zulke zaken van aangelegentheid» die de Ryks-Standen in de Regeerings-Form aanneemen en verklaren» in't Kabinet niet op het Tapyt zullen gébtagt worden en alzoo her de Overheid onmogelyk is, alle zaken in hunne omftandigheid te vat ten, zal niemand om zulks voortekomen op poene van zyn Ampt te verliezen hem onderdaan eenige zaken van belang de Ovcrheydvooc te dragen, maat zulks in den zittenden Raad doenen meeft voor eea godvreczend en rechtzinnig Koning, die doch altyd dei Ryks-Raadcn meening en fentiment over zulke en dietgelyke zaken van Confequen- tie, inhaalt, die dan na de plutaliteyt van Stemmen, de voorn, zaake» afdoen en vonnifTen, het welke beter is op zoo veele, als op een «enig Overbeids-Perfoon te laaten ruften. IX. Ik bekragtige ook eenpaarig met de Ryks-Standen, niet zonder»! veel minder tegen; hunnen Raad^het Ryk te znllen regeeren j en dae ik nooit hunnen raaddie zy eenpaarig beftuiten met ongenoegen maat fteeds met welbehagen aannemen zal. Blyvcnde daarentegen de Ryks-Standen verplicht als'er rets tegens de Regeerings-Form, fon- damenteleWetten, en der Standen vlyheid mochtc gebeuren ofte voor vallen, zulks dan te verantwoorden. Desgelyks verzekere ik ook nooit op de Ryks-dagen eenige Propofitien voor te zuHen (tellen, die eenig- iints tot krenkinge hunner Deliberatien zouden konnen (trekkennog ook nooit eenige van hunne famenfprekingen raadsplegingcn of ie- folutien ten kwaaden op te neemen j maar daarentegen een yder va* hun, als een opregt Patrioth, houden en erkennen, en de zulke, als Va derlands getrouwe Mannen fteeds met myne gunit en genade beloo- oen en zoo ook eenige van de voorn. Mannen geduurende den'.Ryks- dag, door de eene of andere met woorden of daden beleedigt wierden zal zulks als dan na Rechten geftrafc wotden desgelyks konnen ook geen Affeflooren van de Ryks-dagen in hegteniflë genomen worden ten ware men hem byzondere en groote Criminele zaken te laft leyde 9 doch of zulks mocht komen te gebeuren zal men ten eeiften behoot- lyke keunifle daarvan aan de Ryks-Standen geevei». De Standen zyi* ook niet gehouden of verbonden, belangende hunne Verkiefinge, maat zullen de vrye keur hebben om zoodanige te kiezen als zy bekwaam zullen oordeelen tot hunne Gedeputeerdens öp de Ryksdagen en ook zelfs om op de Ryksdagen het geheym aan de Gedeputeerden te 01- dvaneeies desgelyks komt het de Ridderlchap «b Adel meede t«c

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1720 | | pagina 2