Nooit meer verhuizen
Finale
D i Q
Leidse Courant -i
zaterdag 14 november 1992 *-j
door Erik Huisman
Met deze laatste Finale komt een
einde aan een 83-jarige Leidse Cou
rant-traditie: verhuizen. Het be
staan van de Leidse Courant was een
aaneenschakeling van verhuizin
gen. Na een rondgang langs zes
meer en minder statige Leidse pan
den verhuist de Leidse Courant
- eertijds geschreven als De Leid-
sche Courant voor de laatste
keer, met achterlating van haar
9 paam.
i kin 1971 lager, net als bij eerdere ver-
i huizingen, nog ruimtegebrek ten
grondslag aan het vertrek van het
et Kort Rapenburg naar het ruim hon-
>r derd meter verder liggende pand aan
de Apothekersdijk. Ton Pieters,
i 'omwegen'-bewandelaar en verha-
;t enverteller zonder weerga, be-
t ichreef het bij de verhuizing als: „De
a Leidse Courant is aan verkassen toe.
n Althans zeer vitale onderdelen van
)z deze uitgave anno 1909 als daar zijn:
I acquisitie, advertentiën, abonne-
v ,'menten en de mensen die dagelijks
k in stad en regio het actuele nieuws
0 aan de kook brengen, binnen het ka-
e der van de redactie". Aan het Kort
1 1 Rapenburg stond de nieuwsvoorzie-
or ning 'met de voeten in het water',
k wat Pieters verleidde tot de conclu-
ibi sie: „Nu schijnen de schaapjes der-
ra mate op het droge te zijn, dat er naar
iiXiets royalers moest worden uitge-
tvi zien".
r< Het water is echter gestegen, of, zo u
iu wilt, het droge land met de schaapjes
ie erop is gezakt. Hoe dan ook, de har-
De de economische waarheid is de on-
d derliggende reden voor de laatste
gang van de Courant.
C, Over geld werd in den beginne, bij de
r0 oprichting op 1 oktober 1909, ook
iv nagedacht. Maar het was bijzaak,
d „Wanneer wij de taak van de jubile-
10 rende N.V. en van de krant aldus re-
a digeren, weten wij ons gerugge-
n steund door de zwijgende instem-
ming van de godvrezende en ener-
gieke mannen, die haar vijftig jaar
ig geleden hebben opgericht, en door
at .de uitgebreide, wijdverspreide scha-
k re van aandeelhouders, die van meet
r af aan de oprichting mogelijk maak
ten zonder enige bijgedachte van
n winst of profijt", zo stond het in het
artikel 'Ter begeleiding van het Ju
bileumnummer' in 1959.
Oprichting
Er was al voor oprichting van de
N.V. De Leidsche Courant een 'Pers
vereniging' op poten gezet, want
men wilde op voorhand wel zeker
.weten of een katholiek blad voor Lei
den en omgeving überhaupt moge-
lijk zou zijn. Het zag er goed uit en er
(ging een circulaire uit naar de leden
van de persvereniging en „financieel
belangstellenden" met een uitnodi
ging voor een vergadering. De gees
telijkheid kreeg dezelfde circulaire,
maar een invitatie voor een aparte
bijeenkomst. „Vermits wij overtuigd
o# zijn, dat U met ons van meening zijt,
ig dat de oprichting van een KATHO-
los LIEK DAGBLAD voor ons gewest
li,(insluitend de vier Dekenaten met
nè directe omgeving) dringend gewenst
aj moet worden geacht, hebben wij de
oieer U uit te nodigen eene Vergade-
vaj ring bij te wonen, welke op Vrijdag
legden 26sten Februari a.s. zal gehou
den worden in het gebouw van den
R.K. Volksbond, Rapenburg no. 10,
te Leiden. In deze vergadering zal de
mogelijkheid van de oprichting en
[exploitatie van zulk een Dagblad be
sproken worden".
11 .Het bestuur ondertekende de circu-
itj laire en de dekens van Leiden, 'Al-
rel .fen', Zoeterwoude en Noordwijk te-
sti kenden voor het hebben 'gezien en
ne aanbevolen'. „Op beide vergaderin-
e i gen werd het verschijnen van een
katholiek dagblad als een behoefte
gevoeld, zodat op 1 oktober 1909 „De
Leidsche Courant" kon uitkomen".
Nieuw was het fenomeen Leidse
Courant een goede 83 jaar geleden
overigens geenszins. De naam Leid
se Courant en serieuze periodieken
uit het Leidse 'waarin echt nieuws
e ook nog waar was', waren al eeuwen
lang bekend. Oud-hoofdredacteur
n Leo Roozen deed in 1935 een boekje
re 'het licht zien waarin hij de voorlo
pers van de roomse versie van de
Leidse Courant beschreef. Het werd
djgenoemd als een van de oudste dag
bladen. En er werd serieus rekening
mee gehouden. Al in 1633 is er spra
ke van Die Leydtsche Courante. Het
conflict met de Spaanse koning was
nog niet uit de wereld en al meteen
zat het blad in de problemen. Ze ver
scheen als een „nieuwsmare" van
één enkel nummer. Twee „burge-
isl meesteren" werden aangeklaagd
d naar aanleiding van door hen geno
men „vexatoire maatregelen" (on-
eli nodige, onredelijke aanwending van
rechtsmiddelen) tegen de Remon-
eij stranten. Daar was destijds nog geen
lettergreep Rooms bij. Ruim een hal
ve eeuw later, in 1686, kwam er een
uigeregeld verschijnende krant van de
grond. „Den boekverkoper Daniël
van Gaesbeeck" kreeg consent, van
het Gerecht van de stad, om „een
al Courante in de nederduytsche Tale
te drukken onder de titel van Ordi-
ïgé naris Courantier der Stadt Leyden".
ai - Van Gaesbeeck had al meteen pro-
rii blemen. Hij moest reeds in het eer-
iu|> ste het beste nummer meedelen dat
.,al zijn correspondentenwerk niet
was binnengekomen".
Koffiehuis
tj-Het uitgeven van een regelmatig
verschijnende courant was sowieso
geen sinecure. De „opregte Leydse
Erik Huisman (32) is te jong om bij de geschiedschrijving van de Leidse Courant helemaal uit eigen ervaring te
kunnen putten. Hij dook daarvoor in het archief en neusde rijkelijk in jubileumnummers. Sinds 1986 werkte
Erik Huisman achtereenvolgens op de sport- en stadsredactie in Leiden en sinds 1990 op de binnen- en buiten
landredactie in Rijswijk. Hij zet zijn carrière voort op de binnenlandredactie van de Haagsche Courant.
Het eerste pand aan de Oude Singel 54. De eerste kranten
werd gedrukt bij Futura aan de Steenstraat.
In het pand aan de Steenschuur 15 was plaats voor een
rotatiepers en zelfs een huisbewaarder.
Vestiging van de LC aan het Rapenburg 10 hield in dat werd
ingewoond bij de Katholieke Volksbond.
In panden aan de Papengracht kwam de LC in een
behuizing die doortrokken was van religieuze bewoning.
Van 1971 tot 1979 stond de Leidse Courant met de voeten
in het water in een 'multifunctioneel' gebouw.
Aan de Apothekersdijk; voetballen met de toog in de
redactieruimte als doel.
Donderd. Courant" was een week
blad; later kwam er een „duytsche
Courant" die drie keer per week van
de pers rolde. Later bleef het bij de
„Opregte Maandagse Courant". Na
Jacob van Huysduynen, die de krant
tot bloei bracht, zette „den coffy
schenker Felix de Klopper" er na
aankoop van de krant in 1719 flink
de schouders onder. Felix had zijn
nering mee. In zijn, naar verluidt,
voornaam koffiehuis kwamen veel
kooplieden en deftige burgers. De
nieuwtjes vlogen daar rond en za
kenman De Klopper koppelde die
nieüwsstroom aan de krant. Zijn
produkt werd tot ver buiten de
landsgrenzen gelezen, getuige een
advertentie uit Zweden. De familie
De Klopper verdiende flink aan de
krant. Vanaf 1780 verscheen de
Leydse Courant vrijwel ononderbro
ken tot ongeveer 1860. De naam ver
anderde in die periode soms en ook
de schrijfwijze vertoonde aanpassin
gen. De door paarse en zwarte toga's
begeleide vergaderingen in 1909
bliezen de Leidse Courant, dit keer
weer in de vorm van een dagblad,
nieuw leven in.
Vijfjaar, van 1909 tot 1914, deed het
pand aan de Oude Singel 54 dienst
als onderkomen voor de directeur en
als uitvalsbasis voor het journalis
tiek gebroed. Het was geen grootse
toestand. De troepen bestonden
slechts uit journalist Aleven, die
daardoor meteen ook hoofdredac
teur was. Boven hem zetelde direc
teur Klompé. Het drukken was uit
besteed aan een bedrijf met de naam
'Futura', gevestigd aan de Steen
straat. De activiteiten werden vere
nigd in de volgende vestiging aan de
Steenschuur. De rotatiepers draaide
daar tot net voorbij het tweede lus
trum in 1920. Het was er qua ruimte
aanvankelijk goed toeven, zo blijkt
uit een pagina groot historisch 'ver
huisbericht' in de Leidse Courant in
1979. In het pand aan de Steen
schuur kon een huisbewaarder zon
der problemen worden gehuisvest
„en de commissarissen konden er
vergaderen om op gezette tijden bij
een glas sherry en met een stevige
Sumatra tussen de lippen, te waken
over de belangen van het bedrijf'.
In 1920 was alle ruimtelijke rek er
uit en trok de LC in bij de Katholieke
Volksbond op nummer 10 aan het
statige Rapenburg. Het pand vorm
de een „leuk werkmilieu, waar de
hele technische uitrusting, de admi
nistratieve en redactionele mensen
in pasten". Maar na zeven jaar
kraaide de 'rode haan' er victorie. Of
zoals Ton Pieters het destijds in zijn
typische stijl uitdrukte: „De heer der
heerscharen sloeg toe door middel
van een brand die in december 1927
het hele pand goeddeels in de as leg
de. Althans de Heer liet het begaan.
Iemand was de avond tevoren waar
schijnlijk onvoorzichtig omgespron
gen met vuur in de boven de krant
gevestigde tekenschool
De redding was nabij. Net als nu, in
deze economisch zware krantentij
den, schoot het Leidsch Dagblad te
hulp. Dé concurrent maakte „een
grootmoedig gebaar", De Leidsche
Courant mocht draaien op de pers
van het LD: „De LC kon blijven ver
schijnen".
Kamperen
Ruim een jaar werd er 'gekampeerd'
in een pand aan de Hogewoerd; het
was de opmaat voor een langdurig
verblijf aan de Papengracht. „26
maart 1929 brak de gloriedag voor
het bedrijf aan, aan de Papengracht
32, waar een hal ontstond voor het
technisch bedrijf. Men kocht machi
nes en een pers die horen en zien de
den vergaan als ze stonden te draai
en", meldde Tpn Pieters in zijn ver
huisbericht. Het pand aan de Papen
gracht 32 had een rijk-religieuze his
torie. Tal van priesters en zusters
woonden vanaf de 16e eeuw in het
betreffende pand en in de belenden
de percelen. Ja, daar gedijde de
roomse identiteit die de Leidse Cou
rant kenmerkte. Mr. Annie Verspril
le trakteerde de abonnees in 1959,
bij het 50-jarig bestaan, op een pagi
nagrote, overigens gort- en gortdro
ge, verhandeling over 'Huis De Gou
den Bal', de bijnaam van het pand
waar de gouden N.V. was gevestigd.
In het pand aan de Papengracht
overleefde de Leidsche Courant ook
de Tweede Wereldoorlog. „Onder de
Duitse bezetting, toen ook een gees-
tes verwarring dreigde te ontstaan,
bleef de Leidse Courant op haar
post, zij het ongaarne, maar op ver
langen van het episcopaat", zo werd
onthuld in de jubileumbijlage in
1959. „De toenmalige hoofdredac
teur, onze onvergetelijke voorgan
ger, de heer Th.B.J. Wilmer, werd
herhaalde malen in Den Haag op het
matje geroepen om meer in natio-
naal-socialistische geest te schrijven
en zich niet te beperken tot gods
dienstige beschouwingen! Maar juist
in die bewogen tijden zag hij het
en God alleen weet hoeveel goed
hij daarmee heeft gedaan als zijn
voornaamste taak, daarbij gesteund
door het episcopaat, de nadruk te
leggen op de vrijheid en, verheven
heid van het Christen-zijn, dat bo
ven de tijdelijke nood uitstijgt. In de
onzekere toestand, vlak na de oor
log, is het op haar post blijven van
„De Leidse Courant" niet gewaar
deerd, maar een gelukkige omstan
digheid was het, dat „De Burcht"
met als hoofdredacteur rector
H.L.J.M. Sondaal, haar voorlichten
de taak tijdelijk overnam. Op die ma
nier bleef de lezerskring welke
ook onder de bezetting volledig be
sefte aan welke kant de krant
stond bijeen, en werd de grond
slag gelegd voor een steeds stijgend
abonnementental'
Ja, de animo voor een dagblad van
katholieke snit was destijds nog
groot; zuilen stonden fier overeind
en de omvang van de ontkerkelijking
was nog gering.
Dekking
Twaalf jaar na het gouden jubileum
werden abonnees, adverteerders en
andere leveranciers opnieuw gecon
fronteerd met een verhuizing, de
vierde. En als je het verblijf aan de
Hogewoerd meerekent, de vijfde. In
middels had de Leidse Courant, on
der invloed van een crisis in kran
tenland, 'dekking' moeten zoeken
bij het in Den Haag en omgeving ver
schijnende katholieke dagblad Het
Binnenhof. Gevolg van die krach
tenbundeling halverwege de jaren
zestig was dat de redactionele activi
teit werd beperkt tot Leiden en de
regio. Het binnen- en buitenlandse
nieuws, de economische en kunst
stromingen en de wedstrijden en pe
rikelen in de Nederlandse sport wer
den verslagen in samenwerking met
Het Binnenhof.
Het was dus een select gezelschap
dat de overgang maakte naar het
huidige pand aan de Apothekersdijk.
In dat gezelschap was Heieen van
Brussel, familie van de bekende
speelgoedhandelaar. Zij zorgde met
haar komst voor een journalistieke
aardverschuiving: ze was de eerste
vrouwelijke ^redacteur. „Zoals de
planeet Mars ook nu nog ontoegan
kelijk is voor mensen, zo was het
beroep van dagbladjournalist dat
destijds voor vrouwen", verklaarde
ze in 1979 bij het 75-jarig bestaan
van de LC. Ze meende dat haar en
tree mogelijk werd gemaakt door de
ruimdenkendheid van chef-redac
teur Leo Roozen en het nijpend per
soneelstekort waarmee de redactie
kampte. Leo Roozen nam kort voor
haar komst voorzorgsmaatregelen.
Stuk voor stuk werden de heren re
dacteuren onder handen genomen,
waarbij hij benadrukte dat de tere
zenuwen en de ongeschonden repu
tatie van de journaliste niet bestand
waren tegen hun bloemrijke verha
len, gewaagde moppen en andere
verderfelijke taal. De maatregel van
Roozen sorteerde een dag of twee
succes. Daarna kwam geleidelijk het
normale intercollegiale verkeer
weer op gang.
Dat de tijden definit ief veranderden,
bleek wel uit de 'verbouwing' waar
mee de kersverse chef-redacteur
Willem Buyteweg enkele jaren later
werd geconfronteerd. In de tijd dat
Buyteweg in het Sijthoff Pers-ge-
bouw in Rijswijk de eindredactie van
de pagina's stad en gewest verzorg
de, toverden zijn redacteuren het
pand om in een huis van plezier,
compleet met gekleurde lampen en
sierlijke gordijntjes.
Afscheidskrant
Het is slechts een van de vele verha
len die zijn te vertellen over 'het le
ven achter de dagelijkse krantenpa
gina's'. In het pand aan de Apothe
kersdijk werd regelmatig gevoet
bald, met de doorgang tussen twee
redactionele ruimten als ideaal doel.
Fameus zijn de afscheidskranten die
werden gemaakt voor 'dissidente'
redacteuren. In die kranten werd in
woord en beeld een weinig flatteus,
vaak zwaar overdreven en verdraaid
beeld geschetst van de 'lafbek' die de
concurrentie ging versterken
Zo'n krant werd op vrijdagmiddag,
vlak voor de afscheidsborrel, in el
kaar gedraaid met stroken tekst, fo
to's en plakstiften, waarbij vervol
gens een zware wissel werd getrok
ken op het'kopieerapparaat. Wie ge
liefd was en/of lang bij de Leidse
Courant had gewerkt, kon rekenen
op een tiental pagina's; soms bleef de
inspanning beperkt tot een 'strooi-
folder'. Chef-redacteur Buyteweg
kreeg bij zijn vertrek zelfs twee af
scheidskranten. De eerste, een blad
vol lof en eer, werd hem aangeboden
tijdens de door notabelen bezochte
officiële borrel in hotel Nieuw Mi
nerva. Buyteweg slaakte een zucht
van verlichting. Meteen na de druk
ke borrel stonden 'zijn mensen' al te
werken aan de tientallen pagina's
tellende ware afscheidskrant. com
pleet met foto's van het afscheid in
Nieuw Minerva en vooral minder
vleiende verhalen en belevenissen.
Het redactionele leven verliep ook af
en toe in mineur. Zo zat Ton Pieters
eind jaren tachtig op een druilerige
avond diep in de put. Hij had uren
zitten tikken en was op een haar na
klaar met zijn portret van een per
soon of organisatie, toen na de eerste
donder van een onweersbui de
stroom uitviel. Ton was tijdens het
werk vergeten af en toe zijn penne-
vrucht in wording vast te leggen op
de computerschijf en dus was hij zijn
verhaal ter grootte van een halve pa
gina kwijt bij de eerste dreun. Drie
collega's wisten ternauwernood zijn
waterlanders te voorkomen; onder
troostende woorden als 'je weet toch
nog wel ongeveer hoe je begon' toog
hij andermaal aan het werk.
Eenzelfde tafereel speelde zich gis
teravond (nota bene vrijdag de der
tiende) af aan de Apothekersdijk. De
laatste artikelen voor de laatste pa
gina's van de LC gingen per compu
ter naar de pagina-opmakers en de
persen in Rijswijk. De computer ging
uit en de laatste redacteur deed het
licht uit. De Leidse verhuist nooit
meer en gaat naamloos op in het
Leidsch Dagblad.