'Waarom zouden wij treuren, laten wij liever koekjes eten 2d Finale Leidse Courant zaterdag 14 november 1992 Willem Scheer (41) heeft als weinig anderen de nieren geproefd van de Leidse Courant. Hij heeft op vrijwel alle redactionele afdelingen gewerkt. Eerst als stads- en gemeenteraadsverslaggever, vervolgens als binnen- en buitenlandredacteur en als redacteur geestelijk leven. Sinds enkele maanden is hij verbonden aan Cicero, een veertiendaags magazine van het Academisch Ziekenhuis Leiden. Binnenhof zorgde in Den Haag v ni de berichtgeving uit binnen- en tenland en de LC-redacteuren ren, onder verantwoordelijkheidihi de Binnenhof-hoofdredacteur Fra gi Plug, uitsluitend nog belast met verzorging van het region Eerder in dit verhaal hebben aangegeven dat de ideëel-christfie ke grondslag voor deze activiteit sc betreft de Leidse Courant-reda zo ongeveer eindigde met de pen A nering van hoofdredacteur Roos Hoe stond het in deze met Het I nenhof, waarheen ik in 1975 huisde? Ook deze redactie bleek gin jaren zeventig in hoge mate o kerkelijkt. Een handjevol oudere dacteuren was nog praktiserend I ,R tholiek, maar de grote en jon n: meerderheid moest van de Kerk w haar dienaren niets meer hebt* si Voor zover de godsdienst ter spr4m kwam was dit uitsluitend in badii ie rende zin. Op vrijdagmiddagen wi zi nog wel eens een gregoriaans Crq H aangeheven, maar dan toch loul w uit balorigheid. De enkelingen die ei zondagen in de kerk de geloofsbe d< denis nog beaamden, lachten d|d< maar zo'n beetje mee! g* Op de inhoud van de Leidse Cc 0 rant, vanaf 1965 dus voor het gro oj ste deel bepaald door de redactie v n; moederblad Het Binnenhof, had J geloofsafval zeer duidelijk invlo re De Leidse regio-redactie bleef a: di dacht houden voor de lokale pn st ter- en kloosterjubilea, maar meer inhoudelijke kerkelijke richtgeving was teruggedrong naar een soort eigen thuisland ai -di ter in de krant, genaamd 'Kerk re Wereld'. Een rubriek die door al abonnees zeer frequent werd te raadpleegd, en 'geprezen, mi.w waarvoor de redactie hoegenaa ai geen belangstelling had. Slechts b: calamiteiten van het kaliber 'P, r overleden' mocht kerkredact Koos Bovens tijdelijk zijn hok E voor berichtgeving elders in b krant. Na de begrafenis diende v echter terstond weer terug te kei n De Binnenhof- en Leidse Cour h* hoofdredacteur Frans Plug wer c 1976 opgevolgd door Jaap Hallei li. die de huidige en dus laatste ho g redacteur Jan Leune tot adjunct V: noemde. Het was dit duo dat aan b verschraling van de godsdienst g berichtgeving een halt toeriep. A te tergrond hiervan was niet eeni n naissance van de christelijke ins b. ratie, maar de commerciële noc zi zaak van een produkt met een ei? d gezicht. Vervaardigd door ongelo L ge, zoniet anti-gelovige redacteur^' waren de twee kranten steeds mef d: gaan lijken op hun neutrale cona t renten. Terwijl hun bedrijfsecoi -ei mische positie nog altijd zeer m ri kei, om niet te zeggen noodlijde fd' was. Deze twee factoren samen zo d< den op zeker moment, aldus «R hoofdredactie, bij uitgever Sijthftc Pers de vraag kunnen oproepen .it handhaving van Het Binnenhof? e: Leidse Courant nog wel zo zim ,S1 was. Eind jaren zeventig is toen 1 'E sloten de godsdienstige berichtj k ving flink uit te breiden en tegel R kertijd het eerder al ingezette sti k ven om ook protestantse abonne aan de krant te binden, danig te i g' tensiveren. k Levensbeschouwelijk l De rubriek 'Kerk en Wereld' kr« b boven in pagina 2, een vaste en pi E minente plek in de krant. In de i fl' terdagbijlage 'Finale' verschen s< meer en uitvoeriger levensbescho u welijke artikelen. Halverwege de ren tachtig kreeg 'Kerk en Were! Ie er een tweede redacteur bij. En n L weer later werd twee keer per we h plaats ingeruimd voor een levens» P schouwelijke column. L Het is tegen deze achtergrond d g het verdedigbaar lijkt de Leidse Co b rant vanaf eindjaren zeventig aant n duiden als een commercieel-christ k lijk produkt. Gemaakt voor ed c christelijk publiek, voorzien van a n uitgebreide berichtgeving over i z christelijke kerken, maar geschi ven door een overwegend ongoi dienstige en veelal zelfs anti-chrisl n lijke redactie. Een constatering d n het zij nogmaals benadrukt, de i 11 thenticiteit van de wel degel r christelijke enkelingen die aan 'r Leidse Courant hebben meegewfl s allicht onverlet laat. Maar een constatering die wèl v v belang is voor de vraag hoe treuig we moeten zijn bij het verscheid van dit dagblad. Auteur dezes mo v erkennen dat hij zijn ogen dro fh heeft kunnen houden. Waar ideal C worden geknakt, waar auteurs wi t' den gefrustreerd in het uitdrag 11 van geestelijke waarden, is er plai voor boosheid en verontwaardigii p Waar een commercieel produ - s wordt opgedoekt wegens gebrek a belangstelling, dient men de tege v slag met nuchterheid te aanvaarde j Spijtig voor de abonnees die gesti waren op de kerkelijke berichtj K ving. Maar niet het eind van dev reld. Waarom zouden wij dus tre ren? Laten wij liever koekjes eten! door Wiuem Scheer m Oprecht Wie met journalisten spreekt die in Ui t v* X die late jaren vijftig verbonden wa ren aan de LC, ontkomt niet aan de indruk dat de geciteerde passages 3|^ oprecht gemeend zijn. Ongetwijfeld de van de be- wustzijn van sommige jongere re- foto Tjerk Heringa dacteuren al binnengedrongen. Chef-redacteur Wim Buijteweg (links voor) was in de jaren tachtig de bezielende aanvoerder van de redactie in Leiden. Hij slaagde er geregeld in om op hoofdredacteurSLVc J "Roozen^vas onorthodoxe wijze de aandacht te vestigen op de Leidse Courant. Buijteweg is thans hoofdredacteur van alle huis-aan-huisbladen van Sijthoff Pers, - en is nog steeds - een gelovig waaronder de Leidse Post. Naast hem Pieter Evelein (toen stadsredacteur, thans freelancer), achter hem Paul van der Bijl (toen stadsredacteur, nu katholiek. In 1972 verbond ik me werkzaam bij het ANP), aan de Leidse Courant en het moet in het hieraan voorafgaand decen- nium zijn geweest dat de LC-redac- i 1 §f; J1 1PTIISHIBW?Mrf* JT, tie het christelijk geloof in haar ik^ÉÉj^ih' jL' i 'ff,lï '3^'} -- y. Schepper is kwijtgeraakt. Begin ja- fejflj. :ji'P h BW ren zeventig in het redactielokaal op j: ij l» het Kort Rapenburg was van enige v 'i ,'V-s christelijke oriëntatie onder de daar II f>-~ "f-j ~<is werkzame twintigers hoegenaamd L ,'|^S geen sprake meer. Hun engagement betrof niet de eeuwigheid, maar de /ÊjÊjfaf*1--.. '"""T" maatschappelijke ordening hier en ;j)l,:: A I nu. Gemeenschappelijke overtui- m¥W M 1 ging was dat deze in linkse zin moest |- rj F B I worden hervormd. li jir WBÊw 'c' v i'fll (I - r Voorkeur De partijpolitieke voorkeur ging overwegend uit naar de Politieke Partij Radikalen. de voorloper van Groen Links. De tolerantie ten op zichte van politiek andersdenken den eindigde zo ongeveer aan de rechterzijde van de linkervleugel van de PvdA de toenmalige poli tieke oriëntatie van de eerste man aan het Kort Rapenburg. Naderhand is deze chef-redacteur weer teruggekeerd in de boezem van de christen-democratie, zoals ook de meeste anderen zich van hun eer- tijdse voorkeuren hebben bekeerd. Maar de christelijke inspiratie, zoals verwoord in het jubileumnummer van 1959, is in het redactielokaal van de Leidse Courant niet meer te ruggekeerd. Zeker zullen er in de af gelopen 20 jaar individuele LC-re dacteuren zijn geweest die een Onze Vader, en bij grote tegenslag wel licht ook een Wees Gegroet, hebben gebeden. Zeker ook heeft de cultuur katholiek Ton Pieters, twee jaar ge leden door ziekte journalistiek uit geschakeld, tot het eind van zijn loopbaan zijn invloed doen gelden op de LC-kolommen. Maar de redactie als geheel heeft tot het maken van een christelijke krant om der wille van het christendom nooit meer eni- Archieffoto Frans Plug (zittend) werd hoofdredacteur van de LC na de fusie met Het Binnenhof. Jaap Hallewas werd later directeur-hoofdredacteur. foto mllak konvalinka foto mllah kovaunka Jan Leune, tijdens het schrijven van een van zijn Willem Scheer (links) bij het in ontvangst nemen laatste artikelen als directeur-hoofdredacteur van de Jaarprijs van het Voorlichtingsbureau van de Leidse Courant en Het Binnenhof. voor de Voeding. Hij kreeg deze prijs in 1983. Zo gezien is de Leidse Courant haar bestaansgrond al 20 jaar geleden kwijtgeraakt. En zo gezien is de pen sionering in 1969 van hoofdredac teur L.C.J. Roozen vermoedelijk de beste markering van het eind van de Leidse Courant als christelijk-ideëel dagblad. De periode daarna lijkt aangeduid te kunnen worden als christelijk-commercieel. Kansels Voordat we hierop ingaan eerst te rug naar het begin, naar 1909. Tot oprichting van de N.V. De Leidsche Courant (toen nog met sch) werd in dat jaar besloten tijdens twee verga deringen van vooraanstaande ka tholieken in het gebouw van de R.K. Volksbond aan het Rapenburg 10. De daarop volgende maanden wer den de katholieke gelovigen in de de kenaten Leiden, Alphen aan den Rijn, Zoeterwoude en Noordwijk van alle kansels opgeroepen de oprich ting te steunen door één of meerdere aandelen van 25 gulden aan te schaf fen. Het succes van dit herderlijk ap pèl bleek zo groot, dat al op 1 oktober de eerste katholieke Leidsche Cou rant van de persen kon rollen. Het eerste redactielokaal was gevestigd aan de Oude Singel en de eerste re dacteuren waren priester-studenten die het groot-seminarie (Bijna) had den voltooid, maar ter elfder ure tot de conclusie waren gekomen over onvoldoende roeping te beschikken voor het geestelijk ambt. Deze eer stelingen bevielen goed en nog de cennia lang bleven de groot-semina ries, meestal het groot-seminarie in Warmond, optreden als leverancier van gemankeerde kapelaans/leer ling-journalisten. Uitzondering op deze regel waö een jongeman die in 1923, op 19-jarige leeftijd, tot de re dactie toetrad en ook nu nog zeer vi taal is. Hij heeft ons verzocht zijn naam niet te noemen, maar naar hij verzekert was hij „zeker tot 1945" de enige LC-redacteur die zijn oplei ding niet op het seminarie had geno ten. Deze oud-collega herinnert zich dat het aantal abonnees in de jaren twintig rond de 9000 schommelde. De totale redactie van De Leidsche Courant bestond toen uit zeven man, een sterkte die tot ver na de oorlog is gehandhaafd. Men werkte hard, vrijwel uitsluitend in stad en regio, en maakte voor de binnen- en buitenlandse berichtgeving gebruik van persbureaus zoals Belinfante en Vaz Diaz. Vanuit een katholiek ideaal? Zeer zeker, aldus deze collega, waarbij men zich allicht ook weer niet moet voorstellen dat de redacteuren elk artikel aanvingen en afsloten met gebed. Er werd gelachen en gevloekt en er werden volstrekt seculiere kelkjes geledigd in gemeen overleg met de collega's van het (neutrale) Leidsch Dagblad, de (protestants- christelijke) Nieuwe Leidsche Cou rant en het (socialistische) Vrije Volk. Ook het beschikbaar stellen van een verslag aan een collega, werkzaam bij een andere krant, die verhinderd was een bepaalde bijeen komst bij te wonen, hoorde tot de goede zeden. Dit laatste werd aange duid als het uitwisselen van 'blauw tjes, naar de blauwe kleur van het carbon-papier. Duim Een alternatieve uitweg in dergelij ke noodgevallen was het zogeheten 'schrijven op den duim'. Hierbij wer den bijeenkomsten die men niet had kunnen bijwonen, beschreven aan de hand van enerzijds de agenda of het programma en anderzijds de vrije inspiratie. Volgens deze metho de vervaardigde, naar zijn eigen ge tuigenis, de in de jaren dertig ver maarde LC-redacteur Frans Schnei ders eens een verslag over een feest avond van een katholieke muziek vereniging in de lokaliteit Oud Hor- tuszicht aan de Witte Singel. Ly risch, wervelend, geestig kortom prachtig. Pas na het verschijnen van de krant bleek hem dat heel de feest avond op het laatste moment was af gezegd. Frans Schneiders in een 25 jaar later op schrift gestelde terug blik: „Eerst iemand uitnodigen met een heel programma erbij en dan de zaak niet laten doorgaan. Ik vond dat geen stijl. Hadden ze me dat maar moeten zeggen". Een zekere luim kan de vooroorlogse LC-redacteuren niet worden ont zegd. Maar dat neemt niet weg, zo getuigen nu nog levende collega's uit die tijd, dat het bevorderen van de katholieke zaak voor iedereen heili ge ernst was. Zozeer dat men ook in de Duitse dictatuur in de jaren '40 - '45 onvoldoende reden zag om de verschijning van de krant te staken. „We moesten kiezen tussen twee kwaden", aldus een toenmalige LC- redacteur. „Helemaal stoppen met onze voorlichtende taak of deze voortzetten en hiervoor de prijs betalen van concessies aan de bezet ter. In overleg met het episcopaat besloot hoofdredacteur Wilmer dat we op onze post zouden blijven. Dat is ons na de oorlog niet in dank afge nomen. We hebben een verschij ningsverbod van een jaar gekregen. Een periode die is overbrugd door de uitgave van het blad De Burcht, on der hoofdredactie van rector Son- daal". Hoofdredacteur Th.B.J. Wilmer, ja renlang tevens fractievoorzitter van de KVP in de Leidse gemeenteraad, overleed in 1949 en werd opgevolgd door L.C.J. Roozen, die het roer in handen zou houden tot 1969. Het is onder het bewind van Roozen ge weest dat de Leidse Courant zich ge noodzaakt zag haar zelfstandigheid op te geven en de krachten te bunde len met het katholieke Dagblad Het Binnenhof in Den Haag. Directe aanleiding was de noodzaak voor de LC om een nieuwe pers aan te schaf fen, in een situatie waarin de finan ciële middelen hiervoor ontbraken. Structurele oorzaak was het be drijfseconomisch te geringe draag vlak. Het aantal abonnees bedroeg in die tijd rond de 12.000. Het Bin nenhof in Den Haag telde zo'n 30.000 abonnees en ook dat getal werd al als ontoereikend beschouwd voor een zelfstandige dagblad-uitga ve. Zou de samenvoeging van de twee kranten een basis opleveren die wel voldoende solide was? „Twee zwakken maken nog niet één ster ke", zo waarschuwde hoofdredac teur Roozen tijdens de bijeenkomst in restaurant De Knip in Voorscho ten waarop besloten werd tot fusie met ingang van 1 september 1965. Naar de redactie toe hield Roozen de moed er niettemin in, en de woorden die hij op de dag van de fusie sprak ter vertroosting en bemoediging, zijn sindsdien niet meer geweken uit het idioom van voormalige LC-re- dacteuren. „Waarom zouden wij treuren?" aldus Roozen vanachter zijn bureau in het redactielokaal aan de Papengracht. „Laten wij liever koekjes eten...". Waarna hij met zijn grote handen een royaal familiepak pindakoekjes openritste. Sijthoff Pers Nog geen vijf jaar later echter bleek zijn zorg zeer terecht te zijn geweest. De b.v. Westerpers, waarin de Leid se Courant (inmiddels zonder sch) en Het Binnenhof waren samenge gaan, kon het vege lijf alleen redden door toe te treden tot het Sijthoff Pers-concern, zij het met volledig be houd van de journalistieke zelfstan digheid. Dat wil zeggen dat de twee kranten konden voortgaan op de weg die zij in 1965 waren ingeslagen. De redactie van moederblad Het Na 83 jaar, en een in commerciële zin langdurig ziekbed, is de Leidse Courant nu dan toch echt aan zijn eind gekomen. Moeten we treurig zijn? Of opgelucht omdat verder lij den de krant bespaard is gebleven? Wafris het eigenlijk dat ons is ontval len? Op donderdag 1 oktober 1959 vierde de Leidse Courant haar gouden jubi- lèum met een extra uitgave, waarin de bestaansgrond van de krant nog eens expliciet werd geformuleerd. 'Ter begeleiding van het Jubileum nummer', luidt de kop boven een on gesigneerd essay, met daarin deze passage: 'Het leven heeft bepaald geen zin, noch voor jong, noch voor oud, in dien het gestadig doorstroomt naar de zwarte kolk van het niets. Het heeft alleen zin, wanneer het uit mondt in de eeuwigheid, wanneer het een doel heeft, en dit doel is, door alle louterende verdrietelijkheden en opbeurende feestelijkheden heen: de ontmoeting van het met rede en vrije wil toegeruste wezen, de mens, met zijn Schepper. Van dit christelijk optimisme, dat voor iedere mens bestemd is, te ge tuigen, vormt de bestaansreden van een katholiek of protestants dag blad, en van 'de Leidse Courant' in 't bijzonder'. Verderop in het stuk wordt er met nadruk aan herinnerd dat de oor sprong van de Leidse Courant 'geen andere is dan de eer van God en het waarachtig heil der mensen te be vorderen'. Aan die oorsprong wil de krant trouw blijven, zo betoogt de auteur, die er uiteindelijk, en niet zonder humor, rond voor uitkomt dat de Leidse Courant 'een mantel organisatie van de Roomse Kerk' is.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1992 | | pagina 30