De strijd van Conny Braam
Het winkelcentrum dat er al was
Zaterdag
2 Leidse Courant
i zaterdag 14 november 1992
F
'Operatie Vula' is het 'spannende' waargebeurde meisjesverhaal over het
naar Zuid-Afrika smokkelen van geld, wapens en mensen. Conny Braan, die
het boek schreef, vindt dat ze een belangrijke rol heeft gespeeld in de strijd
tegen apartheid. 'Ik was de spil'.
door agaath garschagen
Conny Braam (44): „Ik ben nu ge
woon kwaad en teleurgesteld, weet
je. Als ik kijk naar die klootzakken in
Zuid-Afrika die nog steeds aan de
macht zijn, dan word ik misselijk.
Het zijn misdadigers die ervoor zor
gen dat het land naar de knoppen
gaat.
Het was mooi geweest als 'Operatie
Vula' een happy end had gehad. Dan
die ervoor moest zorgen dat het land
werd bevrijd, stond weer met beide
benen op de grond. Pijnlijk en cy
nisch tegelijk. Ach ja, weet je, de
zwarten zijn ook slachtoffer.
Maar noem me geen gedesillusio
neerde activiste. 'Operatie Vula' is
een klein stukje Nederlandse ge
schiedenis, in het rijtje: Spaanse
burgeroorlog, het verzet in 1940-
1945. Eindelijk is er weer eens spra
ke geweest van internationale soli-
was het verhaal, mijn boek, echt af dariteit. Er zijn mensen opgestaan
geweest. Maar Zuid-Afrika is lelijk;
zoveel geweld. Het idee van de be-
vrijdingsstrijd: even de tanks door
de straten en dan hup democratie
daar geloof ik niet meer in. Het
duurt allemaal zo lang in Zuid-Afri
ka. God, wat word ik
daar moe van. We ko-
men er wel hoor, uit
eindelijk.
Ik kom waarschijnlijk
wat moe over. Maar ze
hebben mijn vrienden,
mijzelf ook zo'n pijn
gedaan en ze doen
mensen nog steeds
pijn. Echt, heel erg.
Als ik kijk naar Chota,
Little John, Klaas de
Jonge, naar mensen
die mee hebben gedaan aan de ope
ratie. Chota, mijn vriend Ebrahim
op wie ik zo verliefd was, is Chota
niet meer. Hij is gemarteld met ge
luid in de gevangenis en is nu een ge
broken oude man. Hij luistert wel
naar me, maar hij reageert niet
meer. Kapot, helemaal kapot. En
dan de grote Sipho die zoveel heeft
gedaan voor het African National
Congres. Hij woont in een krot, hoor
je-
Toen ik de laatste keer in Soweto
was, een paar maanden geleden,
moest ik me verbergen achterin een
auto. Er is zoveel haat jegens blan
ken, zoveel frustratie omdat er sinds
de vrijlating van Mandela drie jaar
geleden nog steeds geen democratie
is. En driejaar is ongelooflijk lang in
Zuid-Afrika als je zwart bent. Heel
lang.
Maar ja, moet je voorstellen. Daar
lag ik dan onder een deken in zo'n af
tandse wagen. Me te verstoppen
voor zwarten voor wie ik zo hard heb
gewerkt. Pff...de Conny Braam,
voorzitter van de Anti Apartheidsbe
weging Nederland en niet onbelang
rijk onderdeel van 'Operatie Vula'
Operatie Vula:
'Eindelijk
weer eens
internationale
solidariteit'
wilden doen dan alleen een
girootje schrijven. Ik wil ook dat ie
dereen mijn boek leest. Om daarna
te kunnen zeggen: 'Potverdomme
weetje, ik ga iets doen voor de Koer
den, de zigeuners, de joden of andere
zielepoten die onder-
drukt worden in plaats
van machteloos toe te
zien hoe ze kapot ge
maakt worden."
Trots
„Dus ik ben ondanks
de pijn toch ongeloof
lijk blij dat Ronnie
Kasrils van het gueril-
laleger Umkhonto we
Sizwe mij in 1986 om
hulp vroeg. Anders
had ik dit allemaal nooit kunnen
zeggen. 'Vula', zei hij, 'Vulindlela:
open de deur'. Eindelijk, dacht ik,
eindelijk kan ik meer doen dan al
leen maar demonstreren en pamflet
ten verspreiden.
Letterlijk zei hij dat het ging om
comrades van het ANC in balling
schap van een nieuwe identiteit te
voorzien, zodat zij het ondergrondse
verzet konden coördineren. Boven
dien moest ik ervoor zorgen dat
blanke Nederlanders naar de front-
lijnstaten en Zuid-Afrika gingen om
onderduikadressen in te richten.
Pff .weet je. Ik bibberde vafi span
ning, ik wist dat het andere koek was
dan ik ooit eerder had gegeten.
Het eerste wat ik deed was mensen
om me heen verzamelen die me kon
den helpen: Arjen van de Grijn, die
grimen kan als geen ander, de kos
tuumontwerper Yan Tax, een tand
arts, een psychiater, ingenieurs,
computerfreaks. We veranderden
mensen: van oud naar jong, van dun
naar dik. Onder mijn vloer thuis in
Amsterdam had ik een computer
verstopt waarmee ik contact had
met het ANC, tot Nelson Mandela
aan toe, en een paar toffe meiden
van de KLM hebben me geholpen om
computerschijven met codes naar
Zuid-Afrika te smokkelen.
Ondertussen legde ik contacten met
mensen die de onderduikadressen
wilden verzorgen. Daar ging veel tijd
in zitten. Ik moest er zeker van zijn
dat iemand het werk aan kon, daar.
Dat hij geen 'nee' zei tegen de gewa
pende strijd.
En als hij dan uiteindelijk toehapte,
moest er nog van alles gebeuren. Ie
mand moest getraind worden, hij
moest weten dat hij gevolgd kon
worden, hoe een gesprek te voeren in
codes, van wapens op de hoogte zijn.
Ik had daarover de nodige documen
tatie verzameld. De KGB en de CIA
hebben weieens wat gepubliceerd.
Trouwens, ikzelf had ook ervaring.
Achtervolgingen, praten in codes? Ik
draai er mijn hand niet voor om.
foto Maurice Nelwan
Bang ben ik nooit geweest deze ja
ren, niet echt. Ach, nou ja., weieens
een beetje. De keren dat ik in Afrika
was, als als ik weer eens op iemand
moest wachten in een doodstille
nacht. Dat gekraak en geknisper.
Andere geluiden dan in Nederland.
En nadat Joy Harden haar werk had
gedaan: twee vrienden van mij opge
blazen in Mozambique. Ik had haar
ontmoet als overenthousiaste acti
viste uit Johannesburg op het strand
in,Maputo. Ze verzamelde geld voor
kinderen uit de townships. Ik was
echt ontroerd door haar. En toen
bleek dat ik het helemaal mis had: ze
was een doodordinaire infiltrante.
Dat vond ik wel een eng idee, dat ik
me zo had kunnen vergissen. Dat
vertrouwen is gelukkig eigenlijk al
leen maar die keer met haar be
schaamd. Hier in Nederland nooit.
Voor je eigen leven ben je sowieso
niet bang. Je wist: als er met jou iets
gebeurt, Conny, dan heeft dat hele
vervelende gevolgen voor 'Operatie
Vula'. Ik was in Nederland de spil
waar alles om draaide. En dus mocht
ik niet bang zijn voor mijn eigen le
ven.
Zelfs niet tijdens de moordaanslag
op mij die ik ook beschrijf in mijn
boek. Ik gilde van de pijn in die ho
telkamer in Harare, ja. Ik had een
zwart jasje aangetrokken dat was
behandeld met gif. Stom, stom.
Maar angst? Nee.
Pas later, toen ik hoorde van een
ANC-agente dat ze het echt op mijn
leven hadden gemunt, ben ik gaan
rillen. Maar dan nog vooral van
kwaadheid. Dat ze mijn zwakte had
den ontdekt: mijn liefde voor kleren.
En ik was razend op de dokter die
naar me kwam kijken, toen ik zo
ziek was. Die man zat met zijn han
den aan me. Overal. Dat was dus
geen dokter. Dat was the guy who
came to finish the job.
Nee, angst is het goede woord niet
voor mijn gevoelens toen. Ik heb me
veel meer eenzaam gevoeld in de tijd
van de operatie. Ik mocht met nie
mand en dan ook echt met niemand
over de zaak praten. Weetje hoe dat
is? Voor mij: vol leven, wild, extro
vert. De mensen die meehielpen wis
ten alleen bepaalde onderdelen.
Nooit het geheel. Mond dicht, zwij
gen dus.
Naar Klaas de Jonge heb ik daarover
ook een schuldgevoel overgehouden.
Ik heb van hem echt afgedwongen
dat hij zijn mond hield. Maar potver
domme: hij werd blind aan een oog
nadat onbekenden hem in 1988 de
rekening presenteerden voor al die
acties tegen het apartheidsregime.
Zijn weekendtas was met gif be
werkt. Ik kon zijn veiligheid hier
niet garanderen. Toen is hij naar
Brazilië gegaan om les te geven.
Wat dat betreft ben ik blij dat de ope
ratie vorig jaar door Nelson Mandela
werd beëindigd. Eindelijk heb ik
om stil te staan bij wat ik mi
heb gevraagd en wat ik van mi I
heb verlangd.
Ik ben ook moe, merk ik. Toen 1
dela vrij kwam dacht ik: hèhè,
nen een jaar zijn er verkiezin
Ons werk heeft zin gehad. Ma
zo stom. Toen het ANC en De
al bijna om de onderhandelings I
zaten werden opeens een hele
mensen gearresteerd die met Vu
maken hadden gehad. Dat is zi
pisch voor de toestand in Zuid-
ka. Het ene moment denk je: noi
kan het ieder moment afgelopen
met dat blanke bewind, de econi
dondert in elkaar, er is geen inte
tionale steun meer voor apartl j
Het volgende moment moet je
drie stappen terug doen. Koml
Klerk weer met een schandalig
stel".
Schrijven
„Ik trek me nu wat terug van hel
tiefront. Voor mij even geen st|
meer. Hoewel? Als ik onrecht zit
de televisie dan denk ik al snel: s|
op jongens, pak de wapens. En i
wil ik helpen.
Ach ja. Ik blijf wel voorzitter vac
beweging, maar ik wil pieer tijdK)!
te schrijven. Over mijn ontmoq
gen met Zuidafrikanen. Hoe ik ai
jaren zestig op kamers ging in ^r
sterdam en al gauw een tik vanjvi
revolutie' kreeg. |e
Ik ontmoette bij een vriendiroe:
Broek en Waterland Berend, je
Zuidafrikaanse boer, een mijnvyl
ker die gruwelijk kon vertellen de
de wantoestanden in de mijnen,ei
was mijn eerste echte vriend, Je
hem en een zwarte balling ging ïfce
de Bijlmer wonen. Contacten meju
ANC ontloken en met Berend naa
te ik de Anti- Apartheidsbewe^il
Nederland op. Mijn leven werdfco
rijkt door die man. En ook later iR<
andere Afrikanen. iru
Mensen die strijden hebben ietsis
zonders. Ze zijn vaak intens, prbo
tig, bijzonder. Zuidafrikanen re
ben dat ook; ze zijn een apart Ibu
waard. ya
Ik ga naar Zuid-Afrika om het Ida
te schrijven. Berend woont nu dda
Tessel, mijn dochtertje, gaat zc
voor een paar weken. Dan vertiW
zij en blijf ik. Schrijven, schrijve^e
ontladen. Haha...ik hoef eindtee
mijn mond niet meer te houden Jan
fri
of
de
Eindhoven had altijd
iets deerniswekkends.
Het wilde zo graag bij
de grote wereld horen,
maar verder dan een
krampachtig pogen
kwamen het niet.
Ondanks PSV, de
Bijenkorf en het
Evoluon. Maar
eindelijk gaat het
gebeuren: het nieuwe
winkelcentrum de
Heuvel Galerie geeft de
lichtstad iets van allure.
door Casper Postmaa
Jos van Kemenade, oud-burgemees-
ter van Eindhoven, noemde zijn stad
eens de minst Brabantse van de pro
vincie. Een even terechte, als ook
voor de hand liggende conclusie
want Eindhoven bestaat eigenlijk
maar pas. Ja, sinds een eeuw is er
Philips, maar wie verder achteruit
kijkt ziet niets. Breda en 's Herto
genbosch waren al steden met patri
ciërshuizen en kathedralen toen
Eindhoven nog een gehucht was dat
nauwelijks boven het kreupelhout
uitkwam. Rond de eeuwwisseling
woonden er niet meer dan 5000
mensen.
De rijkdom van de gouden eeuw en
de weelderige Vlaamse invloed heb
ben Eindhoven onberoerd gelaten.
Met zijn 200.000 inwoners een stad
tegen wil en dank. In zijn ziel nog
dorps, maar wel meegesleept door de
wereldomvattende ambities van het
Philips-concern. Die onevenwichtige
groei tekent Eindhoven nog steeds.
Rond en in het centrum brede auto
wegen geflankeerd door industriële
bebouwing en ongenaakbare kanto
ren en hotels die nimmer de indruk
wekken lekker op hun plaats te
staan. Altijd is er te veel ruimte, of
weer een onverwacht tochtgat waar
door de wind het publiek als herfst
bladeren door de straten jaagt.
In dat huiveringwekkende decor
wordt de tweeslachtige ontwikke
ling van de stad nergens zo duidelijk
aangetoond als in de dorpse winkel
straatjes, waar de bakstenen huisjes
vaak niet hoger dan twee lagen zijn
en de geest van Ot en Sien nog
waart. Het herstellen van de harmo
Nieuwe en oude gevels geven Eindhoven weer een Brabants karakter.
foto's Jacques Zorgman
nie in een stad die zo gespleten is,
lijkt een onmogelijke opgave. Grote
ruimtelijke ingrepen zijn sowieso al
gedoemd te mislukken omdat ze in
strijd zijn met de organische groei,
kenmerkend voor de Hollandse ste
den. Maar wie - zoals Eindhoven een
paar jaar geleden besloot - de bin
nenstad wil verlevendigen met een
winkelcentrum kiest de moeilijkste
weg die is gemarkeerd met vele mis
lukkingen.
Gezelligheid
Vrijwel geen stad in Nederland of zij
heeft in het kader van de cityvor
ming wel een winkelcentrum gelan
ceerd, dat maar niet wil lukken. On
danks talrijke renovaties, versuffen
de achtergrondmuziek en het feit
dat paashaas, kerstman, sinterklaas
en Mickey Mouse zo langzamerhand
arm in arm lopen in een krampachti
ge poging om de gezelligheid te bren
gen die het complex zelf niet kan bie
den.
Het meest pregnante voorbeeld van
waar het mis ging is natuurlijk
Hoog-Catharijne in Utrecht dat na
twintig jaar nog steeds als een
Fremdkörper aan de rand van de
binnenstad staat. Slechts met één
doel ontworpen: om de consumenten
te laten consumeren, maar niet be
dacht vanuit het universele beginsel
dat een stad door zijn diversiteit aan
ruimtes een theater moet zijn. Met
pleinen, stegen, doorkijkjes, verkeer
en onverwachte gebeurtenissen. Bij
de meeste winkelcehtra zijn die on
ontbeerlijke ingrediënten genegeerd
en is getracht de winkels van de stad
af te zonderen en dan blijkt dat je
met krenten alleen geen taart kunt
bakken.
Ook waar de ambities hoger lagen -
zoals bij de Rotterdamse Lijnbaan of
Babylon in Den Haag en de Palace
Promenade in Scheveningen - heb
ben dergelijke winkelconcentraties
nooit hetzelfde verlangen opgeroe
pen gis de winkelstraten van vroeger
toen die nog niet door siertegels en
fastfood onklaar waren gemaakt.
Als dan ook Eindhoven aan zo'n ge
waagd experiment begint is enig cy
nisme wel op z'n plaats, want er
staan daar al zo veel voorbeelden
van projecten, waarbij de ambities
het moesten afleggen tegen de grau
we werkelijkheid. Een vreemdeling
verdwaald in de lichtstad zet als van
zelf de kraag op en koerst richting
station op zoek naar geborgenheid.
Maar het is alsof Eindhoven voor het
eerst de les uit haar eigen warrige
stedebouwkundige verleden heeft
getrokken en niet de oplossing voor
haar onbeschutte centrum in groot
en imposant heeft gezocht, maar
heeft teruggegrepen op de oude
waarden van de stad. Subtiel en met
gevoel voor traditie zonder echter
het grote gebaar te schuwen.
Netwerk
Want het multifunktionele centrum
de Heuvel Galerie (winkels, casino,
concertzaal, kantoren en apparte
menten) heeft zich niet zoals de om
ringende wegen en kantoren aan de
stad opgedrongen, maar is door de
Duitse architect Walter Brune (in
samenwerking met Rob van Aken)
zorgvuldig in het oude netwerk van
straatjes geweven. Iets hoger dan de
directe omgeving, maar niet verplet
terend. Het oog moet de Heuvel Ga
lerie in de binnenstad ontdekken, zo
zeer gaat het op in zijn omgeving.
Alsof het er altijd al was.
Ondanks dat bescheiden uitgangs
punt heeft Eindhoven nu eindelijk
iets waarnaar het al jaren hunkert
en dat zelfs PSV haar niet kon bie
den; allure.
In de wereld van de architectuur is
Walter Brune een tamelijk onbeken
de naam, maar het grote publiek -
zeker in het zuiden van het land -
weet zijn werk zeer te waarderen,
want hij is de ontwerper van de be
roemde Kö-Galerie in Düsseldorf.
Wekelijks goed voor tientallen bus
ladingen dagjesmensen uit Neder
land.
„Het ontwerpen van een winkelcen
trum is een van de moeilijkste opga
ven voor een architect", legt Brune
uit, „want het gaat niet alleen om de
architectuur, maar ook om het kli
maat, de looprichtingen van men
sen, de manier waarop winkelend
publiek op open ruimten reageert.
De meeste architecten komen aan
die aspecten nauwelijks toe, omdat
ze maar een of twee winkelcentra in
hun leven maken. Ik bouwde mijn
eerste warenhuis al in 1958. Op het
ogenblik ben ik met twaalf winkel
centra in Europa bezig. Veel archi
tecten maken de fout dat ze een mo
dieus gebouw ontwerpen, met spie
gelglas en andere modernistische
flauwekul. Het gevolg is dat zo'n
complex snel veroudert en het pu
bliek er zich al snel van afkeert.
Soms al na een paar weken. Daar
zijn talloze voorbeelden van. Wij
hebben juist getracht de traditie te
herstellen door middel van ambach
telijke architectuur en verfijnd met
selwerk zodls je in sommige oude ge
vels in Eindhoven nog aantreft".
Met de bouw van de Heuvel Galerie
heeft Brune niet alleen het centrum
enigszins gerepareerd, maar ook het
Brabantse karakter dat de stad zo
ontbeerde, versterkt. Met behoud
van een paar oude panden heeft Bru
ne een marktplein geconstrueerd
dan naar de rijke historie van de re
gio verwijst. Zwierig metselwerk in
rood en geel baksteen. Hier en daar
zijn de geveltjes wat popperig, maar
ook dat past bij de kleinschalige om
geving. Het grootstedelijke karakter
wordt voornamelijk bepaald door de
hoge concertzaal van Rob van Aken
en de monumentale ingangen van
het overdekte winkelgebied.
In het binnenste van de Heuvel Ga
lerie is Brune virtuoos met de ruim
te omgesprongen. De gangen zijn
breder dan gebruikelijk en hier en
daar hebben ze de allure van passa
ges uit de vorige eeuw. Zoals bij de
ingang van het Frits Philips Muziek
centrum waar de hal zo breed en
hoog is dat de gesprekken van het
winkelende publiek als een aange-
bi
la
naam geroezemoes onder de glaja
kap blijven rondzingen. Zelfs jge
laagste uitloper is door zijn geweloc
plafond het doorsnee winkelcjuvi
trum ontstegen en herinnert ac
een van de mooiere gangen vanA
Parijse metro. h<
Cruciaal in het ontwerp is het grg(
binnenplein met zijn imposaim
halfronde overkapping. Het is <ee
gracieuze overgang van winkelaw
trum naar stad. De gehele hoogin
van kelder tot dak, is open gela(L
waardoor de ruimtelijke werkingim
timaal is. De bezoekers kunnen obt
galerijen op de verdiepingen rond(ti|
de koepel flaneren. Inmiddels hevi
dit deel van de Heuvel Galerie zicldi
daadwerkelijk multicultureel z;
toond, want op de verdiept gelefbi
vloer van het plein had onlangs fni
muziekconcours plaats waarvanen
klanken uitwaaierden over het wn<
kelend publiek. ki
Bedreiging
Ondanks de onverwachte allure m,
Eindhoven is binnengeslopen, hejot
de Heuvel Galerie iets onbevrefla
gends: de winkels. Waar ook ter wm
reld tegenwoordig een shoppingmWi
of een galleria uit de grond wordt fa
stampt, ze geraken onontkoomlijkidi
de houdgreep van steeds weer dn,
zelfde winkelketens. Intertoys, Dok
glas, The Body Shop, Hugo Boss, fcst
netton, the Free Record Shop, Bng(
na en Levis. Je hoeft echt niet ns-.
Eindhoven om dat assortiment
bekijken. Deze snel voortschrijd^
de ontwikkeling, die er voor zc%t
dat de winkelstraten in de grote sjn
den steeds meer op elkaar gaan i n
ken, zou ook een bedreiging kunnky,
zijn voor de Heuvel Galerie. ti
Prof.dr. L. Bak, gespecialiseerd lp
ruimtelijke economische vraagstiïy
ken, onderkende dat gevaar, la
noemde het project volgdg
NRC/Handelsblad ten overstate
van de Eindhovense middenstajs'
'een monument van zelfoverschfu
ting'. 'Hetzelfde aanbod is tr«
elke grote stad te vinden. Meer aa f
trekkingskracht verwerven kuntjh
dus wel schuddens
Het publiek slaat die waarschuwii t
vooralsnog in de wind. Na de oRn
ning op 2 september kwamen de ei n
ste vier dagen een half miljoen mei E
sen op de nieuwe attractie af en olf
nu zijn de bezoekersaantallen i»h
steeds hoog (250.000 per weel'a
waaronder opmerkelijk veel kotf'h
lustigen van buiten Brabant. p
Ze komen niet meer voor Romariol p
Philips, maar eindelijk voor Eind# I
ven zelf.